Het boek Spreuken (Hebreeuws: מִשְלֵי, Mīšlē, “Spreuken (van Salomo)”) is een boek in het derde deel (Ketuvim genaamd) van de Hebreeuwse Bijbel en een boek van het christelijke Oude Testament. Bij vertaling in het Grieks en het Latijn nam de titel verschillende vormen aan: in de Griekse Septuaginta (LXX) werd het Παροιμίαι (Paroimiai, ‘Spreuken’); in de Latijnse Vulgaat was de titel Proverbia, waarvan de Engelse naam is afgeleid.
Spreuken is niet alleen een bloemlezing, maar een ‘verzameling verzamelingen’ die betrekking heeft op een levenspatroon dat meer dan een millennium heeft geduurd. Het is een voorbeeld van de bijbelse wijsheidsliteratuur en roept vragen op over waarden, moreel gedrag, de zin van het menselijk leven en juist gedrag, en de theologische basis ervan is dat “de vrees voor God (wat betekent onderwerping aan de wil van God) is het begin van wijsheid”. Wijsheid wordt geprezen om haar rol in de schepping; God verwierf haar boven alles, en door haar gaf hij orde in de chaos; en aangezien mensen leven en voorspoed hebben door zich te conformeren aan de scheppingsorde, is het zoeken naar wijsheid de essentie en het doel van het leven.