© 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 107. De oorsprong en natuur der Gedachtenrichters |
Inhoudsopgave
Meerdere versies |
Verhandeling 109. De betrekking van Richters tot universum-schepselen |
108:0.1 DE GEDACHTENRICHTERS hebben de missie bij de geslachten der mensen om de Universele Vader te vertegenwoordigen, te zijn, voor de sterfelijke schepselen in tijd en ruimte: dit is het fundamentele werk van de goddelijke geschenken. Zij hebben ook de opdracht om het bewustzijn van stervelingen te verheffen en de onsterfelijke zielen der mensen over te brengen naar de goddelijke hoogten en geestelijke niveaus van de volmaaktheid van het Paradijs. En door de ervaring van deze transformatie van de menselijke natuur van het schepsel in de tijd tot de goddelijke natuur van de eeuwige volkomene, brengen de Richters een uniek type wezen tot aanzijn, een wezen dat bestaat in de eeuwige verbintenis van de volmaakte Richter en het volmaakt geworden schepsel, een verbintenis die door geen enkele andere universum-techniek zou kunnen worden gedupliceerd.
108:0.2 In het ganse universum kan niets in de plaats treden van het feit van ervaring op niet-exis-tentiële niveaus. De oneindige God is, zoals altijd, vervuld en volledig, en omvat oneindig alle dingen, behalve het kwaad en de ervaring van schepselen. God kan niet verkeerd handelen: hij is onfeilbaar. God kan niet experiëntieel kennen wat hij nimmer persoonlijk heeft ervaren: Gods voorkennis is existentieel. Daarom daalt de geest van de Vader af uit het Paradijs om met eindige stervelingen deel te nemen in iedere bonafide ervaring van de opklimmingsloopbaan; alleen door deze methode heeft de existentiële God in waarheid en in feite ’s mensen ex0 periëntiële Vader kunnen worden. De oneindigheid van de eeuwige God omsluit het potentieel tot eindige ervaring dat inderdaad tot actualiteit wordt in het dienstbetoon van de Richter-fragmenten, welke daadwerkelijk delen in de wisselvallige levenservaring van mensen.
108:1.1 Wanneer de Richters vanuit Divinington worden uitgezonden om dienst te doen bij stervelingen, zijn zij identiek in hun kwaliteit van existentiële goddelijkheid, maar zij verschillen in experiëntiële kwaliteiten naar de mate van hun eerdere contact in en met evolutionaire schepselen. Wij kunnen de basis waarop de Richters worden aangesteld niet verklaren, maar wij veronderstellen dat deze goddelijke geschenken worden verleend overeenkomstig een wijs, doeltreffend beleid, waardoor de eeuwig juiste aanpassing aan de persoonlijkheid bij wie zij gaan inwonen, wordt verzekerd. Wij nemen wel waar dat de meer ervaren Richter dikwijls inwoont bij het hogere type menselijke bewustzijn; wat de mens heeft overgeërfd moet derhalve wel een grote rol spelen bij de selectie en aanstelling van een Richter.
108:1.2 Ofschoon wij dit niet stellig weten, zijn wij er vast van overtuigd dat alle Gedachtenrichters vrijwilligers zijn. Maar nog voordat zij zich aanbieden als vrijwilliger, beschikken zij reeds over volledige gegevens met betrekking tot de kandidaat voor hun inwoning. De door de serafijnen opgestelde overzichten van het voorgeslacht en de geprojecteerde patronen van het leven dat geleid zal worden, worden via het Paradijs doorgegeven aan het korps Richters dat op Divinington in reserve wordt gehouden, door middel van de techniek van de reflectiviteit, welke zich van de hoofdwerelden van de plaatselijke universa naar binnen uitstrekt naar de hoofdkwartieren van de superuniversa. Deze voorspelling omvat niet alleen de erfelijke antecedenten van de sterfelijke kandidaat, maar ook een schatting van diens vermoedelijke verstandelijke begaafdheid en geestelijke capaciteit. De Richter biedt zich dus aan om bij een bewustzijn in te wonen, welks innerlijke aard hij reeds volledig kent.
108:1.3 De Richter die zich aanbiedt is in het bijzonder geïnteresseerd in drie capaciteiten van de menselijke kandidaat:
108:1.4 1. De verstandelijke capaciteit. Is het bewustzijn normaal? Wat is het verstandelijke potentieel, de capaciteit tot intelligentie? Kan het individu zich ontwikkelen tot een bonafide wilsschepsel? Zal wijsheid de gelegenheid hebben om te functioneren?
108:1.5 2. De geestelijke perceptie. De vooruitzichten op de ontwikkeling van eerbied, de geboorte en groei van de religieuze natuur. Wat is het potentieel voor de ziel, de waarschijnlijke geestelijke capaciteit tot receptiviteit?
108:1.6 3. De gecombineerde verstandelijke en geestelijke vermogens. De mate waarin deze beide kwaliteiten dusdanig geassocieerd, gecombineerd kunnen worden, dat er een sterk menselijk karakter ontstaat en er kan worden bijgedragen tot de zekere evolutie van een onsterfelijke ziel met overlevingswaarde.
108:1.7 Als zij over deze feiten beschikken, bieden de Mentoren zich naar onze overtuiging aan om aangesteld te worden. Vermoedelijk bieden zich meerdere Richters aan; wellicht kiezen de superviserende gepersonaliseerde orden uit deze groep vrijwilligers wel degene die het meest geschikt is voor de taak om de persoonlijkheid van de sterfelijke kandidaat te vergeestelijken en tot eeuwig leven te brengen. (Bij de aanstelling van de Richters en in hun dienstbetoon wordt geen rekening gehouden met het geslacht van het schepsel.)
108:1.8 De korte tussentijd nadat de Richter zich heeft aangeboden en het moment dat hij werkelijk wordt uitgezonden, wordt vermoedelijk doorgebracht op de scholen van de gepersonaliseerde Mentoren op Divinington, waar een werkmodel van het bewustzijn van de wachtende sterveling wordt gebruikt om de aangestelde Richter te instrueren inzake de meest doelmatige methoden om de persoonlijkheid te benaderen en het bewustzijn te vergeestelijken. Dit bewustzijnsmodel wordt gevormd door middel van een combinatie van gegevens die door de reflectiviteitsdienst van het superuniversum worden verschaft. Dit is althans onze opvatting, een overtuiging die wij ons hebben gevormd door het combineren van inlichtingen die wij hebben verkregen door ons contact met vele Gepersonaliseerde Richters gedurende de lange loopbaan van de Solitaire Boodschappers in het universum.
108:1.9 Wanneer de Richters eenmaal daadwerkelijk worden uitgezonden van Divinington, verloopt er praktisch geen tijd tussen dat moment en het uur waarop zij in het bewustzijn van hun gekozen subjecten verschijnen. De gemiddelde tijd die een Richter nodig heeft om van Divinington naar Urantia te gaan is 117 uur, 42 minuten, en 7 seconden. Praktisch al deze tijd wordt in beslag genomen door de registratie op Uversa.
108:2.1 Ofschoon de Richters zich voor hun dienstbetoon aanbieden zodra de persoonlijkheidsvoorspellingen zijn doorgegeven naar Divinington, worden zij pas werkelijk aangesteld wanneer de menselijke subjecten hun eerste morele persoonlijkheidsbeslissing nemen. De eerste morele keuze van het mensenkind wordt automatisch geregistreerd in de zevende assistent-bewustzijnsgeest en wordt door middel van de Scheppende Geest van het plaatselijk universum en via het universele bewustzijnszwaartekrachtcircuit van de Vereend Handelende Geest, ogenblikkelijk geregistreerd bij de Meester-Geest die de jurisdictie heeft over het betreffende superuniversum, en deze zendt deze informatie direct naar Divinington. Gemiddeld bereiken de Richters hun menselijke subjecten op Urantia kort voor de zesde verjaardag. Voor de huidige generatie is dit vijf jaar, tien maanden, en vier dagen na de geboorte; dat wil zeggen de 2.134 ste dag van het aardse leven.
108:2.2 De Richters kunnen het sterfelijke bewustzijn pas binnengaan wanneer het naar behoren is voor-bereid door het inwonend dienstbetoon van de assistent-bewustzijnsgeesten en is opgenomen in het circuit van de Heilige Geest. Bovendien is het gelijkwaardige functioneren van alle zeven assistenten vereist om het bewustzijn van de mens aldus geschikt te maken voor de ontvangst van een Richter. Het bewustzijn van het schepsel moet tekenen vertonen dat het reikt naar godsverering en dat de wijsheid er functioneert, in de zin dat het het vermogen aan de dag legt om te kiezen tussen de waarden van goed en kwaad die zich dan gaan vertonen — de morele keuze.
108:2.3 Zo wordt het toneel van het menselijk bewustzijn in gereedheid gebracht voor de ontvangst van de Richter, maar als algemene regel geldt dat de Richters niet onmiddellijk verschijnen om in het bewustzijn van deze mensen te gaan wonen, behalve op de werelden waar de Geest van Waarheid functioneert als de geestelijke coördinator van deze verschillende vormen van geest-dienstbetoon. Indien deze geest van de geschonken Zonen aanwezig is, komen de Richters steevast op het moment dat de zevende assistent-bewustzijnsgeest begint te functioneren en aan de Moeder-Geest van het Universum signaleert dat hij potentieel de coördinatie tot stand heeft gebracht van de met hem verbonden zes assistenten die reeds eerder hun diensten hebben bewezen aan zulk een sterfelijk bewustzijn. Daarom zijn de goddelijke Richters al vanaf de dag van het Pinksterfeest universeel verleend aan alle mensen op Urantia met een normaal bewustzijn van morele status[1].
108:2.4 Zelfs wanneer een bewustzijn begiftigd is met de Geest van Waarheid, kunnen de Richters het verstand van een sterveling niet eigenmachtig binnengaan totdat er morele besluitvorming aan de dag is getreden. Doch wanneer zo’n morele beslissing eenmaal is genomen, neemt deze geest-helper de jurisdictie rechtstreeks van Divinington over. Hierbij functioneren er geen tussenpersonen of andere interveniërende autoriteiten of machten tussen de goddelijke Richters en hun menselijke subjecten: God en de mens zijn rechtstreeks met elkaar verbonden.
108:2.5 Vóór de dagen dat de Geest van Waarheid op de bewoners van een evolutionaire wereld wordt uitgestort, lijkt de schenking van de Richters bepaald te worden door vele geest-invloeden en persoonlijkheidsattitudes. Wij begrijpen de wetten waaraan een dergelijke schenking onderhevig is niet geheel: wij begrijpen niet wat nu precies het uitbrengen bepaalt van de Richters die zich hebben aangeboden om in het bewustzijn van dergelijke evoluerende mensen te gaan wonen. Wij bespeuren echter wel talrijke invloeden en omstandigheden die, in de tijd voorafgaand aan de uitstorting van de Geest van Waarheid, verbonden lijken te zijn met de komst van de Richters in het bewustzijn van zulke mensen, te weten:
108:2.6 1. De toewijzing van persoonlijke serafijnse behoeders. Indien bij een sterveling niet eerder een Richter heeft ingewoond, doet de aanstelling van een persoonlijke beschermer ogenblikkelijk de Richter verschijnen. Er bestaat een zeer duidelijk hoewel doch onbekend verband tussen het dienstbetoon van de Richters en het dienstbetoon van persoonlijke serafijnse behoeders.
108:2.7 2. Het bereiken van de derde cirkel van verstandelijke ontwikkeling en geestelijke groei. Ik heb Richters in het bewustzijn van stervelingen zien arriveren wanneer dezen de derde cirkel hadden veroverd, zelfs nog vóór deze prestatie ter kennis kon worden gebracht van de persoonlijkheden van het plaatselijk universum die zich met deze zaken bezighouden.
108:2.8 3. Na het nemen van een allerhoogste beslissing van buitengewone geestelijke betekenis. Een dergelijk menselijk optreden in een persoonlijke planetaire crisis gaat gewoonlijk gepaard met de onmiddellijke komst van de wachtende Richter.
108:2.9 4. De geest van broederschap. Geheel afgezien van het bereiken van de psychische cirkels en het toekennen van persoonlijke behoeders — bij ontstentenis van alles wat op een beslissing in een crisis zou kunnen duiden —, wanneer een evoluerende sterveling beheerst raakt door liefde voor zijn medemens en zich wijdt aan het onzelfzuchtig dienen van zijn broeders in het vlees, daalt de wachtende Richter zonder uitzondering neer om in het bewustzijn van zo’n dienende mens te gaan wonen.
108:2.10 5. De aankondiging van het voornemen om de wil van God te doen. Wij zien dat vele stervelingen op de werelden in de ruimte ogenschijnlijk klaar zijn om Richters te ontvangen, en dat de Mentoren toch niet verschijnen. Wij blijven zulke schepselen in hun dagelijkse leven gadeslaan en al spoedig komen zij dan rustig, bijna onbewust, tot de beslissing om te gaan streven naar het doen van de wil van de Vader in de hemel. En dan zien wij dat de Gedachtenrichters ogenblikkelijk worden uitgezonden.
108:2.11 6. De invloed van de Allerhoogste. Wij zien dat op werelden waar de Richters niet fuseren met de evoluerende zielen van de sterfelijke bewoners, de Richters soms verleend worden in respons op invloeden die ons bevattingsvermogen geheel te boven gaan. Wij veronderstellen dat zulke schenkingen worden bepaald door een kosmische reflex-actie die zijn oorsprong heeft in de Allerhoogste. Waarom deze Richters niet fuseren, of niet kunnen fuseren, met het bewustzijn van de evoluerende stervelingen van deze bepaalde typen, weten wij niet. Deze zaken zijn ons nooit geopenbaard.
108:3.1 Voorzover wij weten, zijn de Richters georganiseerd als een onafhankelijke werkeenheid in het universum van universa, en worden zij klaarblijkelijk rechtstreeks vanuit Divinington bestuurd. Zij zijn in alle zeven superuniversa uniform, want in alle plaatselijke universa dienen identieke soorten Geheimnisvolle Mentoren. Uit eigen waarneming weten wij dat er talrijke reeksen Richters zijn, met een seriële organisatie die zich door rassen en door dispensaties heen, uitstrekt tot op werelden, in stelsels, en universa. Het is evenwel uiterst moeilijk om de gangen van deze goddelijke geschenken te volgen, daar zij onderling verwisselbaar door het hele groot universum heen functioneren.
108:3.2 Richters worden (buiten Divinington) alleen volledig geregistreerd op de hoofdkwartieren van de zeven superuniversa. Het nummer en de orde van iedere Richter die bij een opklimmend schepsel inwoont, worden door de autoriteiten op het Paradijs gemeld aan het hoofdkwartier van het betroffen superuniversum en vandaar meegedeeld aan het hoofdkwartier van het betrokken plaatselijk universum en doorgegeven aan de planeet in kwestie. De registers van het plaatselijk universum vermelden echter niet het volledige nummer van de Gedachtenrichters: de registers van Nebadon bevatten alleen het aanstellingsnummer in het plaatselijk universum, zoals dit is aangegeven door de vertegenwoordigers van de Ouden der Dagen. De werkelijke strekking van het volledige nummer van de Richter is alleen op Divinington bekend.
108:3.3 Menselijke subjecten staan dikwijls bekend onder het nummer van hun Richter; stervelingen krijgen pas een echte universum-naam na hun fusie met hun Richter, een vereniging die wordt gemarkeerd door de schenking van de nieuwe naam aan het nieuwe schepsel door de bestemmingsbehoeder[2].
108:3.4 Ofschoon wij de registers van Gedachtenrichters in Orvonton hebben, en ofschoon wij absoluut geen gezag over hen hebben of bestuurlijk met hen zijn verbonden, zijn wij er toch vast van overtuigd dat er een zeer nauwe bestuurlijke verbinding bestaat tussen de afzonderlijke werelden in de plaatselijke universa en de centrale verblijfplaats van de goddelijke geschenken op Divinington. Wij weten echter dat nadat er een geschonken Zoon uit het Paradijs op een evolutionaire wereld is verschenen, deze wereld een gepersonaliseerde Richter krijgt toegewezen als planetaire supervisor van de Richters.
108:3.5 Het is interessant om hier te vermelden dat wanneer de inspecteurs van de plaatselijke universa een planetair onderzoek verrichten, zij zich altijd richten tot het planetaire hoofd van de Gedachtenrichters, zoals zij ook opdrachten overbrengen aan de hoofden van de serafijnen en aan de leiders van andere orden der wezens die verbonden zijn aan het bestuur van een evoluerende wereld. Niet lang geleden heeft Urantia zo’n periodieke inspectie ondergaan door Tabamantia, de soevereine supervisor van alle planeten in het universum Nebadon waar met leven is geëxperimenteerd. En de verslagen geven te kennen dat naast de vermaningen en aanklachten die hij overbracht aan de verschillende hoofden van de bovenmenselijke persoonlijkheden, hij ook de volgende dankbetuiging richtte tot het hoofd van de Richters; of deze verblijf hield op de planeet, op Salvington, op Uversa, of op Divinington, weten wij niet zeker, doch hij zei:
108:3.6 ‘Tot u, mijn meerderen ver boven mij, kom ik thans als iemand met tijdelijk gezag over de serie der experimentele planeten; en ik kom mijn bewondering en diep respect uitspreken voor deze luisterrijke groep hemelse helpers, de Geheimnisvolle Mentoren, die zich hebben aangeboden om dienst te doen op deze afwijkende wereld. Hoe zwaar de crises ook zijn, nimmer wankelt gij. In de kronieken van Nebadon is nooit een aanklacht vastgelegd tegen een goddelijke Richter, en voor de commissies van Orvonton is evenmin ooit een Richter aangeklaagd. Ge hebt het in u gestelde vertrouwen niet beschaamd: ge zijt goddelijk getrouw geweest. Ge hebt geholpen de vergissingen bij te stellen en de tekortkomingen te compenseren van allen die op deze verwarde planeet arbeiden. Ge zijt wonderbaarlijke wezens, behoeders van het goede in de zielen in dit achtergebleven gebied. Ik betuig u mijn respect, ook al staat ge als vrijwillige dienaren schijnbaar onder mijn jurisdictie. Ik buig mij voor u neer in nederige erkentelijkheid voor uw schitterende onbaatzuchtigheid, uw begripvol dienstbetoon, en uw onpartijdige toewijding. Gij verdient de naam van Godgelijke dienaren van de sterfelijke bewoners van deze door twisten verscheurde, met smarten geslagen, en door ziekten bezochte wereld. Ik bewijs u eer! Bijna aanbid ik u!’
108:3.7 Omdat wij vele aanwijzingen hebben ontvangen die in deze richting wijzen, geloven wij dat de Richters grondig zijn georganiseerd, dat deze goddelijke geschenken een bestuur hebben dat zeer intelligent is, en efficiënt leiding geeft vanuit een ver verwijderde, centrale bron, waarschijnlijk Divinington. Wij weten dat zij vanuit Divinington naar de werelden komen, en ongetwijfeld keren zij ook daarheen terug na de dood van hun subject.
108:3.8 Bij geesten van de hogere orden is het bijzonder moeilijk om hun bestuursmechanismen te ontdekken. Terwijl wij bezig zijn met de uitoefening van onze speciale taken, en zonder dat wij ons ervan bewust zijn, nemen persoonlijkheden van mijn orde ongetwijfeld deel in het werk van talrijke andere persoonlijke en onpersoonlijke sub-Godheidsgroepen, die gezamenlijk functioneren ter bevordering van een wijdverbreide correlatie van het universum. Wij vermoeden dat wij als zodanig dienst doen, omdat wij de enige groep gepersonaliseerde schepselen zijn (afgezien van Gepersonaliseerde Richters) die zich uniform bewust is van de aanwezigheid van talrijke orden der voorpersoonlijke entiteiten.
108:3.9 Wij zijn ons bewust van de tegenwoordigheid van de Richters, die fragmenten zijn van de voorpersoonlijke Godheid van de Eerste Bron en Centrum. Wij voelen de aanwezigheid van de Geïnspireerde Triniteitsgeesten, die bovenpersoonlijke uitdrukkingen zijn van de Paradijs-Triniteit. Eveneens bespeuren wij feilloos de geest-tegenwoordigheid van bepaalde ongeopenbaarde orden die voortkomen uit de Eeuwige Zoon en de Oneindige Geest. En wij reageren ook enigszins op nog andere entiteiten die u niet zijn geopenbaard.
108:3.10 De Melchizedeks van Nebadon leren dat de Solitaire Boodschappers de persoonlijkheden zijn die deze verschillende invloeden coördineren zoals deze geregistreerd worden in de zich uitbreidende Godheid van de evolutionaire Allerhoogste. Het is zeer wel mogelijk dat wij deelnemers zijn in de experiëntiële unificatie van vele nog onverklaarde verschijnselen in de tijd, maar wij zijn er niet bewust zeker van dat wij aldus functioneren.
108:4.1 Afgezien van hun mogelijke coördinatie met andere Godheidsfragmenten, zijn de Richters geheel alleen in de sfeer van hun activiteit in het sterfelijk bewustzijn. De Geheimnisvolle Mentoren zijn een welsprekend getuigenis van het feit dat, ook al heeft de Vader blijkbaar afstand gedaan van alle rechtstreekse persoonlijke macht en gezag in het hele groot universum, hij niettegenstaande deze daad van zelfverloochening ten behoeve van de Allerhoogste Schepper-kinderen van de Paradijs-Godheden, zich zeker het onbetwistbare recht heeft voorbehouden aanwezig te zijn in het bewustzijn en de ziel van zijn evoluerende schepselen, zodat hij zodanig kan handelen, dat hij de gehele schepping van stervelingen tot zich trekt, in coördinatie met de geestelijke zwaartekracht van de Paradijs-Zonen. Uw geschonken Zoon uit het Paradijs heeft gezegd toen hij nog op Urantia was: ‘Ik zal, wanneer ik verheven word, alle mensen tot mij trekken’[3]. Wij onderkennen en begrijpen deze geestelijke aantrekkingskracht van de Paradijs-Zonen en hun scheppende partners, maar de methoden volgens welke de alwijze Vader functioneert in en door deze Geheimnisvolle Mentoren, die zo moedig in het menselijke bewustzijn werken en wonen, doorzien wij niet geheel en al.
108:4.2 Hoewel deze geheimnisvolle tegenwoordigheden niet ondergeschikt zijn aan, en noch gecoördineerd noch kennelijk verbonden zijn met het werk van het universum van universa, en ofschoon zij onafhankelijk optreden in het bewustzijn van de mensenkinderen, sporen zij de schepselen bij wie zij inwonen toch zonder ophouden aan tot het nastreven van goddelijke idealen, en lokken zij hen steeds omhoog naar de doeleinden en plannen van een toekomstig, beter leven. Deze Geheimnisvolle Mentoren zijn voortdurend behulpzaam bij het vestigen van de geestelijke heerschappij van Michael in het hele universum Nebadon, terwijl zij op mysterieuze wijze ook bijdragen tot de stabilisatie van de soevereiniteit van de Ouden der Dagen in Orvonton. De Richters zijn de wil van God, en aangezien de Allerhoogste Schepper-kinderen van God diezelfde wil persoonlijk belichamen, is het onvermijdelijk dat de daden van de Richters en de soevereiniteit van de universum-regeerders onderling van elkaar afhankelijk zijn. Ofschoon zij niet met elkaar verbonden lijken, moeten de Vader-tegenwoordigheid van de Richters en de Vader-soevereiniteit van Michael van Nebadon wel uiteenlopende manifestaties zijn van dezelfde goddelijkheid.
108:4.3 Gedachtenrichters lijken geheel onafhankelijk van alle andere geestelijke tegenwoordigheden te komen en te gaan: zij schijnen te functioneren volgens universum-wetten die geheel los staan van de wetten die de verrichtingen van alle andere geest-invloeden regelen en beheersen. Maar hoe onafhankelijk zij ook mogen lijken, observatie op lange termijn maakt duidelijk dat zij in het menselijke bewustzijn ontegenzeggelijk functioneren in volmaakte synchronie en coördinatie met alle andere vormen van geest-dienstbetoon, waaronder de assistent-bewustzijnsgeesten, de Heilige Geest, de Geest van Waarheid en andere invloeden.
108:4.4 Wanneer een wereld tengevolge van rebellie wordt geïsoleerd, wanneer een planeet van alle inkomende communicatielijnen wordt afgesneden, zoals het geval was met Urantia na de Caligastia-beroeringen, blijft er, afgezien van persoonlijke boodschappers, slechts één mogelijkheid over tot rechtstreekse communicatie tussen de planeten of binnen het universum, en dat is door middel van de verbinding tussen de Richters van de betrokken werelden. Wat er op een wereld of in een universum ook gebeurt, de Richters zijn er nooit rechtstreeks in betrokken. De isolatie van een planeet heeft geen enkele invloed op de Richters en op hun vermogen om met ieder deel van het plaatselijk universum, het superuniversum of het centrale universum te communiceren. Dit is dan ook de reden waarom zo dikwijls contacten worden gelegd met de allerhoogste en zelf-handelende Richters van het korps der bestemmingsreservisten op de werelden in quarantaine. Men neemt zijn toevlucht tot deze techniek als een middel om de hindernissen van het planetaire isolement te omzeilen. De laatste jaren functioneert het circuit van de aartsengelen op Urantia, maar dit middel tot communicatie is grotendeels beperkt tot de verrichtingen van het korps der aartsengelen zelf.
108:4.5 Wij zijn op de hoogte van vele geest-verschijnselen in het wijdverbreide universum die wij niet geheel kunnen begrijpen. Wij hebben ons nog niet alles wat zich rondom ons afspeelt eigen gemaakt, en ik geloof dat veel van dit ondoorgrondelijke werk wordt verricht door de Zwaartekrachtboodschappers en bepaalde typen Geheimnisvolle Mentoren. Ik geloof niet dat de Richters zich uitsluitend wijden aan het omwerken van het bewustzijn van stervelingen. Ik ben ervan overtuigd dat de Gepersonaliseerde Mentoren evenals niet-geopenbaarde, voorpersoonlijke geesten van andere orden, representatief zijn voor het rechtstreekse, onverklaarde contact van de Universele Vader met de stervelingen op de werelden.
108:5.1 De Richters aanvaarden een moeilijke opdracht wanneer zij zich aanbieden om te gaan wonen in samengestelde wezens zoals de stervelingen van Urantia. Doch zij hebben de taak op zich genomen om in uw bewustzijn te leven, om daar de aansporingen van de geestelijke denkende wezens in deze gebieden te ontvangen en vervolgens te trachten deze geestelijke boodschappen opnieuw te dicteren aan, of te vertalen voor, het materiële bewustzijn; zij zijn onmisbaar voor de opklimming naar het Paradijs.
108:5.2 Wat de Gedachtenrichter niet kan benutten in uw huidige leven, de waarheden die hij niet met goed gevolg kan overbrengen aan de mens met wie hij zich heeft verloofd, zal hij getrouwelijk bewaren om in het volgende stadium van bestaan te gebruiken, juist zoals hij nu van de ene cirkel naar de volgende die gegevens overbrengt die hij niet in de ervaring van zijn menselijke subject kan registreren, doordat dit schepsel niet in staat is, of er niet in slaagt, voldoende medewerking te verlenen.
108:5.3 Van één ding kunt ge zeker zijn: de Richters zullen nooit iets verloren laten gaan dat aan hun zorg is toevertrouwd; nog nooit is ons ter kennis gekomen dat deze behulpzame geesten nalatig waren geweest. Engelen en andere typen hoge geestelijke wezens, het type Zonen dat in een plaatselijk universum wordt geschapen niet uitgezonderd, kunnen bij gelegenheid het kwaad omhelzen, kunnen soms afwijken van de goddelijke weg, maar Richters wankelen nimmer. Zij zijn absoluut betrouwbaar, en dit geldt gelijkelijk voor alle zeven groepen[4].
108:5.4 Uw Richter is het potentieel voor uw nieuwe, volgende orde van bestaan, uw eeuwige zoonschap bij God dat u reeds tevoren wordt geschonken. Door en met toestemming van uw wil heeft de Richter de macht om de schepselneigingen van het materiële bewustzijn te onderwerpen aan de transformerende werkingen van de motivaties en doeleinden van de wordende morontiale ziel.
108:5.5 De Geheimnisvolle Mentoren zijn geen gedachtenhelpers; zij zijn gedachtenrichters. Zij arbeiden samen met het materiële bewustzijn teneinde door het richten en vergeestelijken daarvan, een nieuw bewustzijn op te bouwen ten behoeve van de nieuwe werelden en de nieuwe naam die ge in uw toekomstige loopbaan zult dragen[5]. Hun zending heeft voornamelijk betrekking op het toekomstige leven, niet op dit leven. Zij worden hemelse helpers genoemd, niet aardse helpers. Zij hebben er geen belang bij de levensloop van de sterveling gemakkelijk te maken; zij zetten zich veeleer in om uw leven redelijk moeilijk en veeleisend te maken, zodat het stimuleert tot het nemen van veelvuldige beslissingen. De aanwezigheid van een grote Gedachtenrichter maakt niet dat het leven gemakkelijk wordt en er geen zware denkarbeid meer behoeft te worden verricht. Maar zo’n goddelijk geschenk moet wel een verheven innerlijke vrede en geestelijke rust geven.
108:5.6 Uw voorbijgaande, steeds wisselende emoties van vreugde en verdriet zijn hoofdzakelijk zuiver menselijke, materiële reacties op uw innerlijke psychische klimaat en uw uiterlijke materiële omgeving. Reken er daarom niet op dat de Gedachtenrichter u die troost en bemoediging zal geven waarnaar ge als zelfzuchtig sterveling verlangt. De taak van de Richter is u voor te bereiden op het eeuwige avontuur, uw overleving zeker te stellen. Het is niet de missie van de Geheimnisvolle Mentor om uw verstoorde gevoelens glad te strijken of uw gekrenkte trots te strelen; wat de aandacht van de Richter heeft en diens tijd in beslag neemt, is het voorbereiden van uw ziel op de lange opklimmingsloopbaan.
108:5.7 Ik betwijfel of ik wel in staat ben u uit te leggen wat de Richter nu precies in uw bewustzijn en voor uw ziel doet. Ik weet niet of ik wel volledig op de hoogte ben van wat er werkelijk plaatsvindt binnen de kosmische associatie van een goddelijke Mentor en een menselijk bewustzijn. Het is allemaal ietwat mysterieus voor ons, niet wat het plan en het doel betreft, maar wel hoe deze in feite verwezenlijkt worden. Dit maakt het ook zo moeilijk voor ons om een passende naam te vinden voor deze verheven geschenken aan sterfelijke mensen.
108:5.8 De Gedachtenrichters zouden uw emoties van vrees graag willen veranderen in gevoelens van liefde en vertrouwen; zij kunnen zoiets echter niet werktuiglijk en eigenmachtig doen — dit is immers uw taak. Wanneer ge de beslissingen neemt die u van de kluisters van vrees bevrijden, zorgt ge letterlijk voor het psychische draaipunt waarop de Richter vervolgens een geestelijke hefboom kan toepassen om u op te heffen en steeds meer te verlichten.
108:5.9 Wanneer het gaat om de scherpe, zich duidelijk aftekenende conflicten tussen de hogere en lagere neigingen in de geslachten der mensen, tussen wat werkelijk goed of verkeerd is (niet slechts wat gij misschien goed of verkeerd noemt), dan kunt ge ervan verzekerd zijn dat de Richter altijd op de een of andere wijze duidelijk en actief zal deelhebben aan zulke ervaringen. Het feit dat de menselijke partner zich van deze activiteit van de Richter misschien niet bewust is, doet niet de minste afbreuk aan de waarde en realiteit ervan.
108:5.10 Indien ge persoonlijk een bestemmingsbehoeder hebt en niet tot overleving zoudt komen, moet deze beschermengel verantwoording afleggen om zich van iedere blaam te kunnen zuiveren ten aanzien van de getrouwe uitvoering van de taak die haar was toevertrouwd. Doch Gedachtenrichters worden niet aan zo’n onderzoek onderworpen wanneer hun subjecten er niet in slagen tot overleving te geraken. Wij weten allen dat, hoewel een engel mogelijk tekortschiet in de volmaakte uitvoering van haar dienst, de Gedachtenrichters op de volmaakte wijze van het Paradijs werken: hun dienstbetoon wordt gekenmerkt door een vlekkeloze techniek die boven alle kritiek van enig wezen buiten Divinington verheven is. Ge hebt volmaakte gidsen: derhalve is het doel van volmaaktheid ook zeker bereikbaar.
108:6.1 Het is inderdaad een wonder van goddelijke, minzaamheid dat de verheven, volmaakte Richters zich aanbieden om daadwerkelijk te leven in het bewustzijn van materiële schepselen zoals de stervelingen op Urantia, om werkelijk een proef-verbintenis aan te gaan met wezens van dierlijke afkomst op aarde.
108:6.2 Wat de vroegere status van de bewoners van een wereld ook geweest moge zijn, na de schenking van een goddelijke Zoon en nadat de Geest van Waarheid op alle mensen is uitgestort, stromen de Richters naar zo’n wereld toe om in het bewustzijn van alle normale wilsschepselen te komen wonen. Nadat een geschonken Zoon uit het Paradijs zijn missie voltooid heeft, worden deze Mentoren waarlijk ‘het koninkrijk des hemels in u’[6]. Door de verlening van de goddelijke geschenken komt de Vader zo dicht mogelijk bij de zonde en het kwaad, want het is letterlijk waar dat de Richter in het sterfelijke bewustzijn moet bestaan naast, en zelfs in het centrum van, de menselijke ongerechtigheid. De inwonende Richters worden in het bijzonder gekweld door de gedachten die louter laag bij de gronds en zelfzuchtig zijn; zij worden bedroefd wanneer er geen eerbied is voor hetgeen schoon en goddelijk is, en zij worden praktisch geheel gedwarsboomd in hun werk door veel van ’s mensen dwaze, dierlijke angsten en kinderlijke bezorgdheden.
108:6.3 De Geheimnisvolle Mentoren zijn ongetwijfeld de schenking van de Universele Vader, de weerspiegeling van het beeld van God in het ganse universum. Een groot leraar heeft ooit de mensen vermaand dat zij verjongd moesten worden door de geest van hun denken; dat zij nieuwe mensen moesten worden die, zoals God, geschapen zijn in gerechtigheid en in de volheid van waarheid[7]. De Richter is het merkteken van goddelijkheid, de tegenwoordigheid Gods. Het ‘beeld Gods’ duidt niet op fysieke gelijkenis, noch op de duidelijke beperkingen van de materiële gaven waarmee het schepsel is toegerust, maar veeleer op de gave van de geest-tegenwoordigheid van de Universele Vader in de verheven schenking van de Gedachtenrichters aan de nederige schepselen in de universa[8].
108:6.4 De Richter is de bron binnen in u waaruit uw geestelijke vorderingen voortkomen, en hij is uw hoop op een goddelijk karakter. Hij is de kracht, het voorrecht en de mogelijkheid tot overleving, welke u zo geheel en voorgoed onderscheidt van louter dierlijke schepselen. Hij is de hogere, waarlijk innerlijke geestelijke stimulans van uw denken, in tegenstelling tot de van buiten komende, fysische stimulus, die het bewustzijn bereikt via het neuro-energetische mechanisme van het materiële lichaam.
108:6.5 Deze trouwe behoeders van de toekomstige loopbaan dupliceren steevast iedere mentale schepping door er een geestelijke tegenhanger aan toe te voegen; op deze wijze herscheppen zij u langzaam en zeker tot wat ge werkelijk (in geestelijke zin) zijt, zodat ge zult kunnen verrijzen op de overlevingswerelden[9]. Al deze voortreffelijke geestelijke herscheppingen worden veilig bewaard in de wordende realiteit van uw evoluerende onsterfelijke ziel, uw morontia-zelf. Deze realiteiten zijn daar daadwerkelijk aanwezig, ondanks het feit dat de Richter maar zelden in staat is deze duplicaat-scheppingen voldoende naar boven te brengen zodat deze aan het licht kunnen treden in uw bewuste denken.
108:6.6 En zoals gij de menselijke ouder zijt, zo is de Richter de goddelijke ouder van uw werkelijke zelf, uw hogere, vorderende zelf, uw betere morontiale en toekomstig geestelijke zelf. En deze evoluerende morontiale ziel is hetgeen de rechters en censors waarnemen, wanneer zij uw overleving verordenen en u omhoog laten gaan naar nieuwe werelden en een nimmer eindigend bestaan in eeuwige verbinding met uw trouwe partner — God, de Richter.
108:6.7 De Richter is het eeuwige prototype, de voorouder, het goddelijke origineel van uw evoluerende onsterfelijke ziel: de Richters zijn de onophoudelijke impuls die de mensen ertoe brengen te pogen om het huidige materiële bestaan meester te worden in het licht van de geestelijke, toekomstige loopbaan. De Mentoren zijn de gevangenen van onvergankelijke hoop, zij zijn de reservoirs van uw eeuwigdurende vooruitgang. En hoe prettig vinden zij het niet om via min of meer rechtstreekse kanalen met hun subject te kunnen communiceren! Welk een vreugde beleven zij niet wanneer zij symbolen en andere indirecte methoden achterwege kunnen laten en hun boodschappen rechtstreeks naar het verstand van hun menselijke partner kunnen overflitsen!
108:6.8 Gij mensen hebt u begeven in een eindeloze ontvouwing van een bijna oneindig panorama, een onbeperkt uitdijen van nimmer eindigende, steeds wijder wordende sferen, van de gelegenheid tot vreugdevolle dienstbaarheid, weergaloos avontuur, sublieme onzekerheid, en ongelimiteerde voooruitgang. Wanneer de wolken zich boven uw hoofd samenpakken, dient uw geloof het feit van de aanwezigheid van de inwonende Richter te aanvaarden, en aldus dient ge in staat te zijn om door de nevelen van uw onzekerheid als sterveling heen te zien, naar het heldere stralen van de zon van eeuwige rechtvaardigheid op de wenkende hoogten van de woningwerelden van Satania.
108:6.9 [Aangeboden door een Solitaire Boodschapper uit Orvonton.]
Verhandeling 107. De oorsprong en natuur der Gedachtenrichters |
Inhoudsopgave
Meerdere versies |
Verhandeling 109. De betrekking van Richters tot universum-schepselen |