© 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 25. De Boodschappersscharen in de Ruimte |
Inhoudsopgave
Meerdere versies |
Verhandeling 27. Het dienstbetoon van de Primaire Supernafijnen |
26:0.1 SUPERNAFIJNEN zijn de dienende geesten van het Paradijs en het centrale universum; zij vormen de hoogste orde van de laagste groep kinderen van de Oneindige Geest — de engelenscharen[1]. Deze dienende geesten kan men aantreffen van het Paradijs-Eiland tot op de werelden in tijd en ruimte. In elk belangrijk deel van de georganiseerde en bewoonde schepping verrichten zij hun diensten.
26:1.1 Engelen zijn als dienende geesten de medewerkers van de evolutionaire, opklimmende wilsschepselen uit de gehele ruimte; zij zijn ook collega’s en medewerkers van de hogere heerscharen der goddelijke persoonlijkheden op de werelden. De engelen van alle orden zijn duidelijke persoonlijkheden en in hoge mate geïndividualiseerd. Allen weten de vormen van dienstbetoon van de reversie-leiders hogelijk te waarderen. Samen met de Boodschappersscharen in de Ruimte, genieten de dienende geesten perioden van rust en verandering; zij hebben een zeer sociale natuur en een vermogen om zich bij anderen aan te sluiten welk dat van mensen verre overtreft.
26:1.2 De dienende geesten van het groot universum worden als volgt ingedeeld:
26:1.3 1. Supernafijnen;
26:1.4 2. Seconafijnen;
26:1.5 3. Tertiafijnen;
26:1.6 4. Omniafijnen;
26:1.7 5. Serafijnen;
26:1.8 6. Cherubijnen en Sanobijnen;
26:1.9 7. Middenwezens.
26:1.10 De individuele leden van de orden der engelen zijn niet geheel stationair voorzover het hun persoonlijke status in het universum betreft. Engelen van bepaalde orden kunnen een tijdlang Paradijs-Metgezellen zijn, terwijl sommigen van hen Hemelse Registrators worden; anderen kunnen opklimmen tot de rang van Rechtskundig Adviseur. Bepaalde cherubijnen kunnen streven naar de status en bestemming van serafijn, terwijl evolutionaire serafijnen de geestelijke niveaus van de opklimmende Zonen van God kunnen bereiken.
26:1.11 Om hen bij u te introduceren, worden de zeven orden van dienende geesten, zoals hier geopenbaard, gegroepeerd naar de functies die voor de opklimmende geschapen wezens het meest van belang zijn:
26:1.12 1. De dienende geesten van het Centrale Universum. De drie orden der supernafijnen dienen in het Paradijs-Havona-stelsel. Primaire of Paradijs-supernafijnen worden geschapen door de Oneindige Geest. De secundaire en tertiaire orden die in Havona dienen, zijn afstammelingen van respectievelijk de Meester-Geesten en de Geesten van de Circuits.
26:1.13 2. De dienende geesten van de Superuniversa — de seconafijnen, de tertiafijnen en de omniafijnen. Seconafijnen, de kinderen van de Reflectieve Geesten, dienen op verschillende wijzen in de zeven superuniversa. Tertiafijnen, die afstammen van de Oneindige Geest, wijden zich uiteindelijk aan de verbindingsdienst tussen de Schepper-Zonen en de Ouden der Dagen. Omniafijnen worden door de Oneindige Geest en de Zeven Allerhoogste Regeerders gezamenlijk geschapen, en zijn uitsluitend dienaren van de laatstgenoemden. De bespreking van deze drie orden vormt het onderwerp van een volgende verhandeling in deze serie.
26:1.14 3. De dienende geesten van de Plaatselijke Universa omvatten de serafijnen en hun assistenten, de cherubijnen. Met deze afstammelingen van de Moeder-Geest van hun Universum hebben opklimmende stervelingen hun eerste contact. De middenwezens, die op de bewoonde werelden zijn geboren, maken niet echt deel uit van de eigenlijke orden van engelen, ofschoon zij functioneel dikwijls onder de dienende geesten worden gegroepeerd. Hun verhaal, alsmede een relaas over de serafijnen en cherubijnen, vindt ge in de verhandelingen die betrekking hebben op de aangelegenheden van uw plaatselijk universum.
26:1.15 Alle orden der engelenscharen wijden zich aan de verschillende takken van dienst in het universum en dienen op enige wijze de hogere orden der hemelse wezens, maar het zijn de supernafijnen, seconafijnen en serafijnen die in groten getale worden ingezet ter bevordering van het opklimmingsplan der progressieve vervolmaking van de kinderen uit de tijd. Zij functioneren in het centrale universum, in de super- en plaatselijke universa en vormen de schakels in de ononderbroken keten van geestelijke dienaren die door de Oneindige Geest zijn verschaft om allen die de Universele Vader door de Eeuwige Zoon trachten te bereiken, te helpen en te leiden.
26:1.16 Supernafijnen zijn met betrekking tot slechts één aspect van hun activiteit beperkt in ‘geest-polariteit,’ namelijk in hun handelen samen met de Universele Vader. Zij kunnen alleen werken, behalve wanneer zij rechtstreeks gebruik maken van de exclusieve circuits van de Vader. Wanneer zij door rechtstreeks dienstbetoon van de Vader kracht ontvangen, moeten de supernafijnen zich vrijwillig tot paren verbinden om te kunnen functioneren. Seconafijnen zijn eveneens beperkt en moeten bovendien in paren werken om te kunnen synchroniseren met de circuits van de Eeuwige Zoon. Serafijnen kunnen wel afzonderlijk als onderscheiden, gelocaliseerde persoonlijkheden werken, doch kunnen slechts in een circuit worden opgenomen wanneer zij gepolariseerd zijn als een verbonden paar. Wanneer zulke geest-wezens als een paar verbonden zijn, wordt de ene het complement van de ander genoemd. Complementaire verhoudingen kunnen van voorbijgaande aard zijn; zij zijn niet noodzakelijkerwijs permanent.
26:1.17 Deze schitterende lichtschepselen worden rechtstreeks gevoed door opname van de geestelijke energie van de primaire circuits van het universum. De stervelingen van Urantia nemen licht-energie op door de vegetatieve incarnatie ervan, doch de engelenscharen zijn aangesloten op een circuit; zij ‘hebben voedsel waarvan gij niet weet[2].’ Zij volgen ook het circulerende onderricht van de wonderbare Leraar-Zonen der Triniteit; zij ontvangen kennis en nemen wijsheid op, op een wijze die veel overeenkomst vertoont met de techniek waardoor zij de levensenergieën tot zich nemen.
26:2.1 De supernafijnen zijn de ervaren dienaren van alle soorten wezens die op het Paradijs en in het centrale universum verblijven. Deze hoge engelen worden in drie hoofdorden geschapen: de primaire, de secundaire en de tertiaire.
26:2.2 Primaire supernafijnen zijn de nakomelingen van alleen de Vereende Schepper. Zij verdelen hun dienstbetoon min of meer gelijkelijk over bepaalde groepen Paradijs-Burgers en het steeds aanwassende korps van pelgrims in opklimming. Deze engelen van het eeuwige Eiland zijn zeer effectief in het bevorderen van de noodzakelijke training van beide groepen Paradijs-bewoners. Zij dragen veel bij tot het wederzijdse begrip van deze twee unieke orden universum-schepselen — de ene het hoogste type goddelijke, volmaakte wilsschepsel, en de andere de vervolmaakte evolutie van het laagste type wilsschepsel in het gehele universum van universa.
26:2.3 Het werk van de primaire supernafijnen is zo uitzonderlijk en karakteristiek, dat het afzonderlijk zal worden besproken in de volgende verhandeling.
26:2.4 Secundaire supernafijnen besturen de aangelegenheden van de opklimmende wezens in de zeven circuits van Havona. Zij zijn evenzeer betrokken bij de educatieve training van talrijke orden Paradijs-Burgers die gedurende lange perioden op de werelden van de circuits van de centrale schepping verblijven, doch dit aspect van hun dienstbetoon mogen wij niet bespreken.
26:2.5 De zeven typen van deze hoge engelen ontstaan elk in één der Zeven Meester-Geesten en hebben elk een natuur die qua patroon overeenkomt met deze Meester-Geest. Collectief scheppen de Zeven Meester-Geesten vele verschillende groepen unieke wezens en entiteiten, en de individuele leden van elk van deze orden zijn betrekkelijk uniform van natuur. Wanneer dezelfde Zeven Geesten echter individueel scheppen, zijn de zeven orden die hieruit voortvloeien altijd van verschillende aard: de kinderen van elke Meester-Geest delen in de natuur van hun schepper en verschillen bijgevolg van de anderen. Zo is ook de oorsprong van de secundaire supernafijnen, en de engelen van alle zeven geschapen soorten functioneren in alle kanalen van activiteit die toegankelijk zijn voor hun gehele orde, voornamelijk in de zeven circuits van het centrale, goddelijke universum.
26:2.6 Elk van de zeven planetaire circuits van Havona staat onder het rechtstreekse toezicht van de Zeven Geesten van de Circuits, zelf de collectieve — en dus uniforme — schepping van de Zeven Meester-Geesten. Ofschoon deze zeven ondergeschikte Geesten van Havona deelhebben aan de natuur van de Derde Bron en Centrum, maakten zij geen deel uit van het oorspronkelijke patroon-universum. Zij kwamen in functie na de oorspronkelijke (eeuwige) schepping, doch lang vóór de dagen van Grandfanda. Zij zijn ongetwijfeld verschenen als een creatieve respons van de Meester-Geesten op het wordende voornemen van de Allerhoogste, en werden in functie ontdekt toen het groot universum was georganiseerd. De Oneindige Geest en allen die creatief met hem zijn verbonden, lijken als universele coördinators overvloedig begiftigd met het vermogen om op de juiste wijze creatieve respons te kunnen geven op gelijktijdige ontwikkelingen in de experiëntiële Godheden en in de evoluerende universa.
26:2.7 Tertiaire supernafijnen ontstaan in deze Zeven Geesten van de Circuits. Ieder van dezen is in de afzonderlijke Havona-cirkels door de Oneindige Geest gemachtigd een voldoende aantal hoge superafijnse dienaren van de tertiaire orde te scheppen om tegemoet te kunnen komen aan de behoeften van het centrale universum. Terwijl de Geesten van de Circuits voordat de pelgrims uit de tijd in Havona aankwamen, slechts betrekkelijk weinigen van deze engelen-dienaren hadden voortgebracht, waren de Zeven Meester-Geesten zelfs nog niet begonnen de secundaire supernafijnen te scheppen totdat Grandfanda was geland. Daarom zullen wij de tertiaire supernafijnen, als zijnde de oudste van de twee orden, eerst bespreken.
26:3.1 Deze dienaren van de Zeven Meester-Geesten zijn de engelen-specialisten van de verschillende circuits van Havona, en hun dienstbetoon richt zich zowel op de opklimmende pelgrims uit de tijd, als op de afdalende pelgrims uit de eeuwigheid. Op het miljard studiewerelden van de volmaakte centrale schepping zullen uw superafijnse metgezellen van alle orden volledig zichtbaar voor u zijn. Daar zult ge allen in de hoogste zin broederlijke en begripvolle wezens zijn, die onderling contact hebben en met elkaar meevoelen. Ge zult ook de afdalende pelgrims, de Burgers van het Paradijs, geheel onderkennen en op een verfijnd broederlijke wijze met hen omgaan; dezen doorlopen deze circuits van binnen naar buiten, waarbij zij Havona binnengaan via de loodswereld van het eerste circuit, en vandaar ook naar buiten trekken naar het zevende circuit.
26:3.2 De opklimmende pelgrims uit de zeven superuniversa doorlopen Havona in omgekeerde richting; zij komen via de loodswereld van het zevende circuit binnen en gaan vandaar verder door naar binnen. Er is geen tijdslimiet gesteld aan de voortgang van de schepselen in opklimming van wereld naar wereld en van circuit naar circuit, evenmin als er een vaste tijdsspanne is vastgelegd voor het verblijf op de morontia-werelden. Maar hoewel voldoende ontwikkelde personen vrijgesteld kunnen worden van het verblijf op één of meer van de opleidingswerelden in het plaatselijk universum, kan geen enkele pelgrim aan de noodzaak ontkomen om alle zeven Havona-circuits van voortgaande vergeestelijking te doorlopen.
26:3.3 Het korps der tertiaire supernafijnen dat hoofdzakelijk is aangesteld bij de dienst van de pelgrims uit de tijd, is als volgt ingedeeld:
26:3.4 1. De Harmonie-Supervisoren. Het moet u duidelijk zijn dat zelfs in het volmaakte Havona een zekere coördinerende invloed nodig is om het stelsel in stand te houden en te verzekeren dat er harmonie is in alle arbeid om de pelgrims uit de tijd voor te bereiden voor hun latere prestaties op het Paradijs. De werkelijke missie van de harmonie-supervisoren is dan ook om alles probleemloos en voorspoedig te laten verlopen. Zij zijn afkomstig van het eerste circuit en dienen overal in Havona, en hun aanwezigheid in de circuits houdt in dat er met geen mogelijkheid iets verkeerd kan gaan. Hun grote bekwaamheid in het coördineren van een verscheidenheid van activiteiten waarin persoonlijkheden van verschillende orden — en zelfs van velerlei niveaus — zijn betrokken, stelt deze supernafijnen in staat om assistentie te verlenen waar en wanneer deze maar nodig is. Zij dragen enorm bij tot het wederzijdse begrip van de pelgrims uit de tijd en de pelgrims uit de eeuwigheid.
26:3.5 2. De Hoofd-Registrators. Deze engelen worden in het tweede circuit geschapen, doch zijn overal in het centrale universum werkzaam. Zij registreren in drievoud, want zij stellen verslagen op voor de letterlijke dossiers van Havona, voor de geestelijke dossiers van hun eigen orde, en voor de formele verslagen van het Paradijs. Bovendien geven zij de verrichtingen die van belang zijn voor ware kennis, automatisch door aan de levende bibliotheken van het Paradijs, de bewaarders van kennis van de primaire orde der supernafijnen.
26:3.6 3. De Omroepers. De kinderen van de derde Circuit-Geest functioneren overal in Havona, ofschoon hun officiële standplaats zich bevindt op planeet zeventig in de buitenste cirkel. Deze meester-technici zijn de nieuwsontvangers en -uitzenders van de centrale schepping en zenden bovendien de ruimterapporten van alle Godheidsverschijnselen op het Paradijs door. Zij kunnen zich van alle fundamentele ruimtecircuits bedienen.
26:3.7 4. De Boodschappers hebben hun oorsprong op circuit vier. Zij doorkruisen het Paradijs-Havona-stelsel als dragers van alle boodschappen die persoonlijk overgebracht moeten worden. Zij dienen hun soortgenoten, de hemelse persoonlijkheden, de pelgrims op weg naar het Paradijs, en zelfs de zielen in opklimming uit de tijd.
26:3.8 5. De Inlichtingen-Coördinators. Deze tertiaire supernafijnen, kinderen van de vijfde Circuit-Geest, bevorderen altijd op een wijze en begripvolle manier de broederlijke omgang tussen de opklimmende en neerdalende pelgrims. Zij helpen alle inwoners van Havona, en speciaal degenen die in opklimming zijn, door hen geregeld op de hoogte te houden van de aangelegenheden van het universum van universa. Krachtens persoonlijke contacten met de omroepers en de reflectoren zijn deze ‘levende dagbladen’ van Havona ogenblikkelijk op de hoogte van alle informatie die over de enorme nieuwscircuits van het centrale universum circuleert. Zij bemachtigen hun inlichtingen door de grafische voorstellingsmethode van Havona, die hen in staat stelt in één uur Urantia-tijd automatisch evenveel informatie te verwerken als door middel van uw snelste telegrafische methode in duizend jaar vergaard zou kunnen worden.
26:3.9 6. De Transport-Persoonlijkheden. Deze wezens, die hun oorsprong hebben in circuit zes, verrichten hun werk gewoonlijk vanaf planeet veertig in het buitenste circuit. Zij zijn het die de teleurgestelde kandidaten die tijdelijk hebben gefaald in het Godheidsavontuur, wegvoeren. Zij staan gereed om allen van dienst te zijn die in de dienst van Havona heen en weer moeten reizen en zelf niet de ruimte kunnen doorkruisen.
26:3.10 7. Het Reservekorps. De schommelingen in het werk met de wezens in opklimming, met de pelgrims uit het Paradijs, en met wezens van andere orden die in Havona verblijven, maken het noodzakelijk om deze reserves van supernafijnen aan te houden op de loodswereld van de zevende cirkel, waar zij ook ontstaan. Zij worden zonder specifiek ontwerp geschapen en zijn bevoegd om dienst te doen in de minder veeleisende fasen van alle taken die hun superafijnse metgezellen van de tertiaire orde zijn opgedragen.
26:4.1 De secundaire supernafijnen dienen in de zeven planetaire circuits van het centrale universum. Een gedeelte van hen wijdt zich aan de dienst aan de pelgrims uit de tijd, en de helft van hun gehele orde is aangesteld bij de opleiding van de pelgrims uit de eeuwigheid die van het Paradijs komen. Deze Burgers van het Paradijs worden op hun pelgrimstocht door de Havona-circuits ook vergezeld door vrijwilligers uit het Stervelingen-Korps der Volkomenheid, een regeling die van kracht is geweest sedert de eerste groep volkomenen voltallig was geworden.
26:4.2 Volgens hun periodieke aanstelling bij de dienst voor de pelgrims in opklimming, werken de secundaire supernafijnen in de volgende zeven groepen:
26:4.3 1. Pelgrimhelpers;
26:4.4 2. Allerhoogst Bewind-Gidsen;
26:4.5 3. Triniteitsgidsen;
26:4.6 4. Zoon-Zoekers;
26:4.7 5. Vader-Gidsen;
26:4.8 6. Raadslieden en Adviseurs;
26:4.9 7. Complementen van Rust.
26:4.10 Elk van deze werkgroepen omvat engelen van alle zeven geschapen soorten, en het persoonlijke onderricht van een pelgrim uit de ruimte berust altijd bij secundaire supernafijnen die hun oorsprong hebben in de Meester-Geest die de leiding heeft over het superuniversum waaruit die pelgrim afkomstig is. Wanneer gij stervelingen van Urantia Havona bereikt, zult ge zeker geloodst worden door supernafijnen wier geschapen natuur — zoals ook uw eigen geëvolueerde natuur — ontleend is aan de Meester-Geest van Orvonton. En daar uw mentoren zijn voortgekomen uit de Meester-Geest van uw eigen superuniversum, zijn zij bij uitstek in staat u te begrijpen, te bemoedigen en bij te staan in al uw pogingen om de volmaaktheid van het Paradijs te bereiken.
26:4.11 De pelgrims uit de tijd worden voorbij de donkere zwaartekrachtlichamen naar het buitenste planetaire circuit van Havona gebracht door de transport-persoonlijkheden van de primaire orde der seconafijnen, die werken vanuit de zeven hoofdkwartieren der superuniversa. De meeste, doch niet alle serafijnen die tot de dienst van de planeet en het plaatselijk universum behoren en gemachtigd zijn om op te gaan naar het Paradijs, zullen voor de lange vlucht naar Havona afscheid nemen van de stervelingen die hun metgezellen waren en zullen meteen aan een lange, intensieve training beginnen ten behoeve van plaatsing in den hoge, in de verwachting dat zij, als serafijnen, volmaaktheid van bestaan en de allerhoogste graad van dienstbetoon zullen bereiken. En zij doen dit in de de hoop zich opnieuw bij de pelgrims uit de tijd te kunnen voegen en geteld te zullen worden onder degenen die voor immer de loopbaan volgen van de stervelingen die de Universele Vader hebben bereikt en zijn aangesteld bij de nog niet onthulde dienst van het Korps der Volkomenheid.
26:4.12 De pelgrim landt op de loodswereld van het zevende circuit, de ontvangstplaneet van Havona, met slechts één gave van volmaaktheid, volmaaktheid van voornemen. De Universele Vader heeft verordineerd: ‘Weest gijlieden volmaakt zoals ik volmaakt ben[3].’ Dit is het verbazende uitnodigingsgebod dat naar de eindige kinderen van de werelden in de ruimte is uitgegaan. De afkondiging van dit bevel heeft de gehele schepping in beweging gebracht in de coöperatieve inspanning van de hemelse wezens om het ontzagwekkende gebod van de Eerste Grote Bron en Centrum te vervullen en te verwezenlijken.
26:4.13 Wanneer ge, door de bijstand van alle scharen der helpers die betrokken zijn bij het universele overlevingsplan, ten slotte op de ontvangstwereld van Havona bent afgeleverd, arriveert ge met slechts één soort volmaaktheid — volmaaktheid van voornemen. Uw doelstelling is grondig beproefd, uw geloof is getoetst. Er is van u bekend dat ge tegen teleurstelling bestand zijt. Zelfs als een opklimmende sterveling die de ervaring heeft doorgemaakt die allen moeten doorlopen teneinde de volmaakte werelden van Havona te kunnen bereiken, er niet in slaagt om de Universele Vader te onderscheiden, wordt zijn geloof niet aan het wankelen gebracht, noch zijn vertrouwen ernstig geschokt. Tegen de tijd dat ge Havona bereikt, is uw oprechtheid subliem geworden. Volmaaktheid van voornemen en goddelijkheid van verlangen, alsmede standvastig geloof, hebben u toegang verschaft tot de bestendigde verblijven der eeuwigheid; uw bevrijding uit de onzekerheden van de tijd is volkomen en volledig; nu wachten u de opgaven van Havona en de onmetelijkheden van het Paradijs, waarvoor ge zolang zijt opgeleid op de wereldscholen der ruimte in de experiëntiële tijdvakken van de tijd.
26:4.14 Zijn geloof heeft de pelgrim in opklimming een volmaaktheid van voornemen doen verwerven waardoor de kinderen uit de tijd door de poorten der eeuwigheid mogen gaan. Nu moeten de pelgrimhelpers hun werk aanvangen, het ontwikkelen van die volmaaktheid van verstaan en die vaardigheid van begrip welke zo onmisbaar zijn voor de Paradijs-volmaaktheid van persoonlijkheid.
26:4.15 Het vermogen om te begrijpen is het paspoort van de sterveling naar het Paradijs. Bereidheid tot geloven is de sleutel tot Havona. De aanvaarding van het zoonschap, samenwerking met de inwonende Richter, is de prijs van de evolutionaire overleving.
26:5.1 De eerste van de zeven groepen secundaire supernafijnen die ge zult tegenkomen zijn de pelgrimhelpers, wezens die snel van begrip zijn met een ruim meevoelend vermogen, en die tot taak hebben de pelgrims in opklimming uit de ruimte na hun lange reizen welkom te heten op de stabiele werelden en in de bestendigde organisatie van het centrale universum. Tegelijkertijd beginnen deze verheven dienaren hun werk voor de Paradijs-pelgrims uit de eeuwigheid, van wie de eerste aankwam op de loodswereld van het binnenste circuit van Havona gelijktijdig met de landing van Grandfanda op de loodswereld van het buitenste circuit. In die dagen in het verre verleden ontmoetten de pelgrims uit het Paradijs en de pelgrims uit de tijd elkaar voor het eerst op de ontvangstwereld van circuit vier.
26:5.2 De arbeid die deze pelgrimhelpers, die op het zevende circuit van de Havona-werelden functioneren, voor de opklimmende stervelingen verrichten, is ingedeeld in drie grote afdelingen: ten eerste het allerhoogste verstaan van de Paradijs-Triniteit; ten tweede, het geestelijk begrijpen van het Vader-Zoon-partnerschap, en ten derde, het verstandelijk onderkennen van de Oneindige Geest. Elk van deze fasen van onderricht is onderverdeeld in zeven takken, met twaalf onderafdelingen van zeventig subsidiaire groepen; elk van deze zeventig subsidiaire groeperingen van onderricht wordt in duizend categorieën aangeboden. Meer gedetailleerd onderricht wordt op de volgende cirkels gegeven, doch de pelgrim-helpers onderrichten een overzicht van iedere eis voor toelating tot het Paradijs.
26:5.3 Dit nu is de primaire of elementaire cursus die de in geloof beproefde en zeer bereisde pelgrims uit de ruimte te wachten staat. Doch reeds lang voordat deze opklimmende kinderen uit de tijd Havona hebben bereikt, hebben zij geleerd zich te verlustigen in onzekerheid, te gedijen in teleurstelling, zich enthousiast te tonen over schijnbare nederlagen, sterker te worden in moeilijkheden, onverzettelijke moed te tonen wanneer zij voor het onmetelijke komen te staan, en onoverwinnelijk geloofsvertrouwen aan de dag te leggen wanneer zij zich geconfronteerd zien met de uitdaging van het onverklaarbare. Reeds lang geleden is de strijdkreet van deze pelgrims geworden: ‘In samenwerking met God is niets — absoluut niets — onmogelijk[4].’
26:5.4 In elk der Havona-cirkelgangen dienen de pelgrims uit de tijd aan een zeer bepaalde eis te voldoen; en hoewel iedere pelgrim onder de hoede blijft van supernafijnen die van nature geschikt zijn om dit speciale type opklimmende schepsel te helpen, is de opleiding die alle opklimmenden in het centrale universum moeten volgen toch tamelijk uniform. De prestaties die in deze opleiding geleverd moeten worden zijn kwantitatief, kwalitatief en experiëntieel — verstandelijk, geestelijk en allerhoogst.
26:5.5 Tijd is van weinig belang in de Havona-cirkels. Op beperkte schaal speelt zij wel een rol in de mogelijkheden om voortgang te maken, doch prestatie is de finale, allerhoogste test. Zodra uw superafijnse partner u bekwaam acht om verder te gaan naar binnen, naar de volgende cirkelgang, zult ge voor de twaalf adjudanten van de Geest van het zevende Circuit geleid worden. Hier zult ge de toetsen van de cirkel moeten afleggen die zijn vastgesteld door het superuniversum waaruit ge afkomstig zijt en door het stelsel waarin ge geboren zijt. Het bereiken van goddelijkheid in deze cirkel vindt plaats op de loodswereld, en bestaat uit de geestelijke onderkenning en bewustwording van de Meester-Geest van het superuniversum van de opklimmende pelgrim.
26:5.6 Wanneer het werk in de buitenste Havona-cirkelgang klaar is en de daar aangeboden opleiding met goed gevolg is doorlopen, geleiden de pelgrimhelpers degenen die aan hun hoede zijn toevertrouwd naar de loodswereld van de volgende cirkel, waar zij hen overdragen aan de zorg van de allerhoogst bewind-gidsen. De pelgrimhelpers blijven altijd nog een tijdlang in de buurt om de overgang aangenaam en profijtelijk te helpen verlopen.
26:6.1 Wanneer de opklimmende pelgrims uit de ruimte van de zevende naar de zesde cirkelgang zijn overgebracht en onder de rechtstreekse supervisie van de allerhoogst bewind-gidsen zijn geplaatst, worden zij aangeduid als ‘geestelijk gegradueerden.’ Deze gidsen dienen niet verward te worden met de Gidsen voor Gegradueerden die behoren tot de Hogere Persoonlijkheden van de Oneindige Geest en met hun dienstbaren-metgezellen op alle circuits van Havona zowel de opklimmende als de neerdalende pelgrims bijstaan. De allerhoogst bewind-gidsen functioneren alleen in de zesde cirkelgang van het centrale universum.
26:6.2 Het is in deze cirkel dat de opklimmenden een nieuw besef van Allerhoogste Goddelijkheid verwerven. Gedurende hun lange loopbaan in de evolutionaire universa hebben de pelgrims uit de tijd een steeds sterker besef ervaren van de realiteit van een almachtige albeheersing over de scheppingen in tijd en ruimte. Hier, in dit Havona-circuit, staan zij op het punt de centrale universum-bron van tijd-ruimte-eenheid te ontmoeten — de geestelijke realiteit van God de Allerhoogste.
26:6.3 Ik weet eigenlijk niet hoe ik u kan uitleggen wat er in deze cirkelgang plaatsvindt. Voor de pelgrims in opklimming is er geen gepersonaliseerde tegenwoordigheid van het Allerhoogst Bewind waarneembaar. In bepaalde opzichten wordt het feit dat er geen contact kan worden gemaakt met de Allerhoogste gecompenseerd door nieuwe betrekkingen met de Zevende Meester-Geest. Maar ook al zijn wij niet in staat te begrijpen hoe dit in zijn werk gaat, ieder opklimmend schepsel lijkt een transformerende groei door te maken, een nieuwe integratie van zijn bewustzijn, een nieuwe vergeestelijking van zijn voornemen en een nieuwe gevoeligheid voor goddelijkheid, die nauwelijks bevredigend kan worden verklaard zonder de niet-geopenbaarde werkzaamheid van de Allerhoogste aan te nemen. Voor degenen onder ons die deze mysterieuze verrichtingen hebben gadegeslagen, lijkt het alsof God de Allerhoogste aan zijn experiëntiële kinderen, liefdevol en tot aan het maximum van hun experiëntiële vermogens, die vermeerdering van verstandelijk bevattingsvermogen, van geestelijk inzicht en van persoonlijkheidsuitbreiding schenkt, die zij zo hard nodig zullen hebben bij al hun pogingen om door te dringen tot het goddelijkheidsniveau van de Triniteit van Allerhoogste Macht, om de eeuwige, existentiële Godheden van het Paradijs te bereiken.
26:6.4 Wanneer de allerhoogst bewind-gidsen menen dat hun leerlingen klaar zijn om bevorderd te worden, leiden zij hen voor de commissie van zeventig, een gemengde groep die dient als commissie van examinatoren op de loodswereld van circuit zes. Wanneer de pelgrims aan deze commissie naar bevrediging hebben aangetoond dat zij voldoende begrip van de Allerhoogste en van de Triniteit van Allerhoogste Macht hebben verworven, ontvangen zij het getuigschrift dat zij kunnen worden overgebracht naar het vijfde circuit.
26:7.1 De Triniteitsgidsen zijn de onvermoeibare dienaren in de vijfde cirkelgang van de Havona-training voor de voortschrijdende pelgrims uit tijd en ruimte. De geestelijke gegradueerden worden hier aangeduid als ‘kandidaten voor het Godheidsavontuur’ aangezien de pelgrims op deze cirkel onder leiding van de Triniteitsgidsen meer uitgebreid onderricht ontvangen aangaande de goddelijke Triniteit, ter voorbereiding op hun pogen om de persoonlijkheid van de Oneindige Geest te herkennen. En hier ontdekken de pelgrims in opklimming ook wat echte studie en werkelijke mentale inspanning betekenen, als zij de natuur beginnen te bespeuren van de nog veeleisender en zwaardere geestelijke inspanning die nodig zal zijn om te voldoen aan de eisen van het verheven doel van hun prestaties op de werelden van dit circuit.
26:7.2 Deze Triniteitsgidsen werken zeer getrouw en doeltreffend: iedere pelgrim krijgt de onverdeelde aandacht en volle genegenheid van een tot deze orde behorende secundaire supernafijn. Een pelgrim uit de tijd zou nooit de eerste benaderbare persoon van de Paradijs-Triniteit kunnen vinden zonder de hulp en bijstand van deze gidsen en van de menigte andere geestelijke wezens die zich bezighouden met het instrueren van opklimmenden inzake de aard en de techniek van het Godheid-avontuur dat op handen is.
26:7.3 Na de voltooiing van de opleidingscursus op dit circuit, nemen de Triniteitsgidsen hun leerlingen mee naar de betrokken loodswereld en stellen zij hen voor aan één van de vele drieënige commissies die dienst doen als examinatoren van de kandidaten en die hen bevoegd verklaren tot het Godheidsavontuur. Deze commissies bestaan uit één lid van de orde der Volkomenen, één der gedragsadviseurs uit de orde der primaire supernafijnen, en ofwel een Solitaire Boodschapper uit de ruimte òf een Getrinitiseerde Zoon van het Paradijs.
26:7.4 Wanneer een ziel in opklimming daadwerkelijk onderweg gaat naar het Paradijs, wordt hij alleen vergezeld door het overgangstrio: de superafijnse cirkel-medewerker, de Gids voor Gegradueerden, en de immer aanwezige dienstbare-metgezel van laatstgenoemde. Deze excursies vanuit de Havona-circuits naar het Paradijs zijn proeftochten: de pelgrims in opklimming hebben nog geen Paradijs-status. Zij bereiken de status van inwoner van het Paradijs pas na de laatste rust in de tijd, nadat zij de Universele Vader hebben bereikt en toestemming hebben verkregen om de Havona-circuits definitief te verlaten. Pas na de goddelijke rustperiode nemen zij deel aan de ‘essentie van goddelijkheid’ en de ‘geest van allerhoogste macht’ en beginnen zij als zodanig werkelijk te functioneren in de cirkelgang der eeuwigheid en in de tegenwoordigheid van de Triniteit.
26:7.5 De metgezellen van de opklimmende, de leden van het overgangstrio, behoeven hem niet in staat te stellen om de geografische aanwezigheid van de geestelijke lichtstraling van de Triniteit te localiseren; zij hebben veeleer tot taak om de pelgrim alle mogelijke assistentie te verlenen bij zijn moeilijke opgave om de Oneindige Geest in die mate te gaan herkennen, onderscheiden en begrijpen, dat dit de herkenning van diens persoonlijkheid inhoudt. Iedere opklimmende pelgrim op het Paradijs kan de geografische of plaatselijke aanwezigheid van de Triniteit onderscheiden, de overgrote meerderheid is in staat om in contact te treden met de verstandelijke realiteit der Godheden, speciaal de Derde Persoon, doch niet allen kunnen de werkelijkheid van de geestelijke tegenwoordigheid van de Vader en de Zoon herkennen, of zelfs maar ten dele begrijpen. Nog moeilijker is het om de Universele Vader ook maar enigszins geestelijk te begrijpen.
26:7.6 Zelden gebeurt het dat de queeste naar de Oneindige Geest niet met succes wordt bekroond, en wanneer hun pupillen zijn geslaagd in deze fase van het Godheidsavontuur, treffen de Triniteitsgidsen voorbereidingen om hen over te dragen aan de zorgen van de Zoon-vinders op het vierde circuit van Havona.
26:8.1 Het vierde circuit van Havona wordt soms het ‘circuit van de Zonen’ genoemd. Vanuit de werelden van dit circuit gaan de pelgrims in opklimming naar het Paradijs om een begripvol contact met de Eeuwige Zoon te bereiken, terwijl de afdalende pelgrims op de werelden van dit circuit een nieuw inzicht verwerven in de natuur en missie van de Schepper-Zonen in tijd en ruimte. Er zijn zeven werelden in dit circuit waar het reservekorps van de Paradijs-Michaels speciale dienstverlenende scholen hebben voor wederzijdse bijstand aan zowel de opklimmende als de afdalende pelgrims, en op deze werelden van de Michael-Zonen komen de pelgrims uit de tijd en de pelgrims uit de eeuwigheid dan ook voor de eerste maal tot een waarlijk wederzijds begrip. In vele opzichten zijn de ervaringen van dit circuit de meest intrigerende belevenissen van het gehele verblijf in Havona.
26:8.2 De Zoon-vinders zijn de superafijnse helpers van de opklimmende stervelingen in het vierde circuit. Naast hun algemene werk, het voorbereiden van hun kandidaten op een besef van de Triniteitsbetrekkingen van de Eeuwige Zoon, moeten deze Zoon-vinders hun pupillen zo volledig onderrichten, dat dezen er ten volle in zullen slagen om, in de eerste plaats, de Zoon voldoende geestelijk te begrijpen; ten tweede, een bevredigende persoonlijkheidsherkenning van de Zoon te verwerven, en ten derde, de Zoon op de juiste wijze te differentiëren van de persoonlijkheid van de Oneindige Geest.
26:8.3 Na het bereiken van de Oneindige Geest worden er geen verdere examens afgenomen. De toetsen van de binnenste cirkels bestaan uit de prestaties van de pelgrim-kandidaten wanneer zij in de omhelzing zijn van de omhulling door de Godheden. Vorderingen worden zuiver en alleen bepaald door de geestelijkheid van het individu, en niemand dan de Goden matigt zich een oordeel aan inzake het bezit hiervan. In het geval dat een pelgrim niet slaagt, wordt hiervoor nimmer een reden opgegeven, en evenmin worden de kandidaten zelf, of hun verschillende mentoren en gidsen dienaangaande ooit berispt of bekritiseerd. Op het Paradijs wordt een teleurstelling nooit als een nederlaag beschouwd; uitstel wordt nimmer als een schande gezien; de schijnbare mislukkingen in de tijd worden nimmer verward met de betekenisvolle vertragingen in de eeuwigheid.
26:8.4 Niet vele pelgrims ervaren de vertraging van schijnbare mislukking in het Godheidsavontuur. Bijna allen bereiken zij de Oneindige Geest, ofschoon er af en toe een pelgrim uit superuniverum nummer één niet in zijn eerste poging slaagt. De pelgrims die de Geest bereiken, falen zelden in het vinden van de Zoon; zij die toch falen wanneer zij voor de eerste maal dit avontuur ondernemen, zijn bijna allen afkomstig uit de superuniversa drie en vijf. De overgrote meerderheid van hen die falen als zij dit avontuur om de Vader te bereiken voor de eerste maal ondernemen, wanneer zij zowel de Geest als de Zoon reeds hebben gevonden, zijn afkomstig uit superuniversum zes, ofschoon enkelen uit de nummers twee en drie evenmin slagen. En dit alles lijkt er duidelijk op te wijzen dat er een goede, afdoende reden is voor deze schijnbare mislukkingen; in werkelijkheid zijn het eenvoudig onontkoombare vertragingen.
26:8.5 De kandidaten voor het Godheidsavontuur die niet geslaagd zijn, worden onder de rechtsbevoegdheid gesteld van de hoofden der aanstellingen, een groep primaire supernafijnen, en voor een periode van tenminste duizend jaar terugverwezen naar het werk in de gebieden der ruimte. Zij keren nooit terug naar het superuniversum waar zij geboren zijn, maar altijd naar die superschepping die het gunstigst is voor hun hernieuwde opleiding ter voorbereiding op hun tweede Godheidsavontuur. Na deze dienst volbracht te hebben, keren zij eigener beweging terug naar de buitenste cirkel van Havona, worden onmiddellijk begeleid naar de cirkel waar hun loopbaan werd onderbroken, en hervatten dan meteen hun voorbereidingen voor het Godheidsavontuur. De secundaire supernafijnen slager er altijd in hun pupillen met succes door hun tweede poging te loodsen, en de kandidaten worden gedurende deze tweede onderneming altijd bijgestaan door dezelfde superafijnse helpers en andere gidsen.
26:9.1 Wanneer de pelgrimsziel de derde cirkel van Havona bereikt, komt zij onder de hoede van de Vader-gidsen, de oudere, zeer capabele en meest ervaren superafijnse helpers. Op de werelden van dit circuit hebben de Vader-gidsen wijsheidsscholen en technische academies, waar alle wezens die het centrale univerum bewonen, als leraren dienen. Niets wordt nagelaten wat een schepsel uit de tijd van nut zou kunnen zijn in dit transcendente avontuur om de eeuwigheid te bereiken.
26:9.2 Het bereiken van de Universele Vader vormt het paspoort naar de eeuwigheid, ongeacht de circuits die nog doorlopen moeten worden. Daarom is het een gedenkwaardige gebeurtenis op de loodswereld van cirkel drie wanneer het overgangstrio aankondigt dat het laatste waagstuk in de tijd op het punt staat te beginnen: dat opnieuw een schepsel uit de ruimte toegang zoekt tot het Paradijs door de poorten der eeuwigheid.
26:9.3 De toets van de tijd is nu bijna voorbij: de wedloop naar de eeuwigheid is zo goed als volbracht. De dagen van onzekerheid lopen ten einde, de verleiding om te twijfelen is aan het vervagen, het gebod om volmaakt te zijn is gehoorzaamd. Vanuit het allerlaagste niveau van intelligent bestaan heeft het schepsel uit de tijd met zijn materiële persoonlijkheid de evolutionaire werelden der ruimte beklommen en aldus de uitvoerbaarheid van het opklimmingsplan bewezen, terwijl hij voor immer de juistheid en rechtvaardigheid heeft aangetoond van het bevel van de Universele Vader, ‘Weest gijlieden volmaakt, evenals ik volmaakt ben,’ aan zijn nederige schepselen op de werelden[5].
26:9.4 Stap voor stap, leven na leven, wereld na wereld, heeft de pelgrim de opklimmingsloopbaan bedwongen, en het doel van de Godheid is bereikt. De overleving is volledig in volmaaktheid, en de volmaaktheid is meer dan volledig in de allerhoogste macht van goddelijkheid. De tijd is opgegaan in de eeuwigheid; de ruimte wordt verzwolgen in eerbiedige identiteit en harmonie met de Universele Vader. De uitzendingen van Havona flitsen de ruimteberichten van heerlijkheid uit, het goede nieuws dat de gewetensvolle schepselen van dierlijke aard en materiële oorsprong, naar diepste waarheid, door evolutionaire opklimming, in werkelijkheid en voor eeuwig vervolmaakte zonen van God zijn geworden.
26:10.1 De superafijnse raadslieden en adviseurs van de tweede cirkel zijn instructeurs van de kinderen uit de tijd inzake de loopbaan der eeuwigheid. Het bereiken van het Paradijs brengt verantwoordelijkheden van een nieuwe, hogere orde met zich mee, en het verblijf op de tweede cirkel biedt ruimschoots gelegenheid om de nuttige raad van deze toegewijde supernafijnen te ontvangen.
26:10.2 Zij die niet geslaagd zijn in hun eerste poging om de Godheid te bereiken, worden van de cirkel waar zij gefaald hebben, rechtstreeks naar de tweede cirkelgang gebracht, voordat zij worden teruggezonden om in de superuniversa te dienen. Zo treden de raadslieden en adviseurs ook op als raadslieden en troosters van deze teleurgestelde pelgrims. Dezen hebben zojuist hun grootste teleurstelling ondervonden, een teleurstelling die in geen enkel opzicht heeft verschild van de lange lijst van dergelijke ervaringen door middel waarvan zij als langs een ladder zijn opgeklommen van chaos naar heerlijkheid — behalve in de omvang ervan. Dit zijn zij die de experiëntiële kelk tot op de bodem hebben geledigd, en ik heb gezien dat zij tijdelijk terugkeren naar de dienst in de superuniversa als wezens van het hoogste type dat liefdevolle bijstand verleent aan de kinderen van de tijd en haar teleurstellingen.
26:10.3 Na een lang verblijf op circuit twee worden degenen die deze teleurstelling hebben ondergaan, geëxamineerd door de raden van volmaaktheid die zitting houden op de loodswereld van deze cirkel, en ontvangen zij het bewijs dat zij de Havona-toets hebben doorstaan; met betrekking tot hun niet-geestelijke status, geeft dit hun hetzelfde aanzien in de universa in de tijd alsof zij daadwerkelijk geslaagd waren in het Godheidsavontuur. De geest van deze kandidaten was geheel aanvaardbaar; hun falen was inherent aan een fase van hun techniek van benadering of aan een bepaald onderdeel van hun experiëntiële achtergrond.
26:10.4 Hierna worden zij door de raadslieden van deze cirkel voor de hoofden der aanstellingen op het Paradijs geleid en terugverwezen naar het dienstbetoon in de tijd, op de werelden in de ruimte; zij keren dan ook met vreugde en blijdschap terug naar de taken van eerdere dagen en tijdperken. Op een later tijdstip zullen zij terugkeren naar de cirkelgang van hun grootste teleurstelling en het Godheidsavontuur opnieuw ondernemen.
26:10.5 Voor de pelgrims die slagen op het tweede circuit is de stimulans der evolutionaire onzekerheid voorbij, maar is het avontuur van de taak in de eeuwigheid nog niet begonnen; en hoewel het verblijf op dit circuit in alle opzichten aangenaam en zeer profijtelijk is, mist het iets van het verwachtingsvolle enthousiasme van de vorige cirkels. Vele pelgrims kijken in deze tijd met een zekere vreugdevolle afgunst terug op hun zeer, zeer lange worsteling en wensen werkelijk dat zij op de een of andere manier terug konden gaan naar de werelden in de tijd en alles nog eens over konden doen, juist zoals gij stervelingen, wanneer ge de gevorderde leeftijd nadert, soms terugziet op de worstelingen van uw jeugd en uw vroege leven en waarlijk wenst dat ge uw leven nog eens over zoudt kunnen doen.
26:10.6 Maar het doorlopen van de binnenste cirkelgang ligt vlak voor u, en spoedig daarna zal de laatste overgangsslaap eindigen en zal het nieuwe avontuur van de loopbaan in de eeuwigheid beginnen. De raadslieden en adviseurs op de tweede cirkel beginnen hun pupillen voor te bereiden op deze grote, laatste rust, de onvermijdelijke slaap waardoor de epochale stadia van de opklimmingsloopbaan steeds van elkaar worden gescheiden.
26:10.7 Wanneer de opklimmende pelgrims die de Universele Vader hebben bereikt, de ervaring van de tweede cirkel hebben voltooid, geven de Gidsen voor Gegradueerden die hen steeds begeleiden, de opdracht hen toe te laten tot de laatste cirkelgang. Deze gidsen loodsen hun pupillen persoonlijk naar de binnenste cirkel en vertrouwen hen daar toe aan de complementen van rust, de laatste van de orden der secundaire supernafijnen die zijn aangesteld om de pelgrims uit de tijd op de cirkels van de werelden van Havona bij te staan.
26:11.1 Een pelgrim in opklimming op het laatste circuit besteedt zijn tijd grotendeels aan de verdere bestudering van de opgaven die op handen zijn en samenhangen met zijn resideren op het Paradijs. Een zeer grote menigte wezens van verscheiden aard, waarvan de meerderheid niet-geopenbaard, zijn vaste of tijdelijke inwoners van dit binnenste circuit van Havona-werelden. Dit gemengde gezelschap van veelsoortige typen verschaft de superafijnse complementen van rust een omgeving met een rijke variatie aan situaties, waarvan zij nuttig gebruik maken om de opleiding van de opklimmende pelgrims te bevorderen, speciaal met betrekking tot de problemen van aanpassing aan de vele groepen wezens die zij spoedig op het Paradijs zullen ontmoeten.
26:11.2 Onder degenen die op dit binnenste circuit verblijven, bevinden zich ook de door schepselen getrinitiseerde zonen. De primaire en secundaire supernafijnen zijn de algemene curatoren van het vereende korps van deze zonen, met inbegrip van de getrinitiseerde nakomelingen van de sterfelijke volkomenen en gelijksoortige nakomelingen van de Burgers van het Paradijs. Sommigen van deze zonen zijn door de Triniteit omhelsd en benoemd in de superregeringen, anderen zijn aangesteld in verschillende andere functies, doch de overgrote meerderheid wordt verzameld in het vereende korps op de volmaakte werelden van het binnenste circuit van Havona. Hier worden zij, onder supervisie van de supernafijnen, voorbereid op een bepaalde toekomstige taak door een speciaal korps hoge Burgers van het Paradijs die hier naamloos moeten blijven, maar die nog vóór de tijd van Grandfanda de eerste bestuursassistenten waren van de Eeuwigen der Dagen. Er zijn vele redenen om te veronderstellen dat deze twee unieke groepen getrinitiseerde wezens in de verre toekomst zullen gaan samenwerken, waarbij één van de belangrijkste is dat het de gemeenschappelijke bestemming is van de reservisten om toe te treden tot het Paradijs-Korps der Getrinitiseerde Volkomenen.
26:11.3 Op dit binnenste circuit verbroederen de opklimmende en de neerdalende pelgrims zich met elkaar en met de door schepselen getrinitiseerde zonen. Evenals hun ouders ontlenen deze zonen grote voordelen aan hun onderlinge omgang, en het is de speciale taak van de supernafijnen om de onderlinge broederschap van de getrinitiseerde zonen van de sterfelijke voleindigden en de getrinitiseerde zonen van de Burgers van het Paradijs te vergemakkelijken en zeker te stellen. De superafijnse complementen van rust houden zich niet zozeer bezig met hun opleiding, als wel met de bevordering van hun begripvolle omgang met verschillende groepen.
26:11.4 Stervelingen hebben het gebod van het Paradijs ontvangen: ‘Weest gijlieden volmaakt, evenals uw Vader op het Paradijs volmaakt is[6].’ Aan deze getrinitiseerde zonen van het vereende korps blijven de toezichthoudende supernafijnen immer verkondigen: ‘Hebt begrip voor uw broeders in opklimming, evenals de Schepper-Zonen uit het Paradijs hen kennen en liefhebben[7].’
26:11.5 Het sterfelijke schepsel moet God vinden. De Schepper-Zoon laat niet af totdat hij de mens vindt — het laagste wilsschepsel. De Schepper-Zonen en hun sterfelijke kinderen bereiden zich zonder enige twijfel voor op een toekomstige, onbekende dienst in het universum. Beiden doorlopen het gehele gamma van het experiëntiële universum en worden aldus opgeleid en geoefend voor hun eeuwige missie. Overal in de universa vindt deze unieke eenwording van het menselijke en het goddelijke, de vermenging van het schepsel en de Schepper, plaats. Onnadenkende stervelingen hebben over de manifestatie van goddelijke barmhartigheid en tederheid, vooral jegens de zwakken en ten behoeve van de nooddruftigen, gesproken als wijzend op een antropomorfe God. Welk een vergissing! Deze manifestaties van barmhartigheid en verdraagzaamheid bij mensen dient ge veeleer te zien als het bewijs dat de geest van de levende God in de sterfelijke mens woont: dat het schepsel per slot van rekening door goddelijkheid wordt gemotiveerd.
26:11.6 Tegen het einde van hun verblijf op de eerste cirkelgang ontmoeten de pelgrims in opklimming eerst de rustbereiders van de primaire orde der supernafijnen. Dit zijn de engelen van het Paradijs die uitgaan om degenen te begroeten die aan de drempel der eeuwigheid staan, en om hun voorbereiding voor de overgangsslaap van de laatste opstanding te voltooien. Ge zijt pas werkelijk een kind van het Paradijs wanneer ge de binnenste cirkel hebt doorlopen en de opstanding in de eeuwigheid uit de laatste slaap van de tijd hebt ervaren. De vervolmaakte pelgrims beginnen aan deze rust, vallen in slaap, op de eerste cirkel van Havona, maar zij ontwaken op de kusten van het Paradijs. Van allen die opgaan naar het eeuwige Eiland, zijn alleen zij die op deze wijze arriveren kinderen der eeuwigheid; de anderen komen als bezoekers, als gasten zonder residentiële status.
26:11.7 En nu gij stervelingen op het culminatiepunt van uw loopbaan in Havona zijt gekomen en ge u te slapen legt op de loodswereld van het binnenste circuit, gaat ge niet alleen ter ruste, zoals op de werelden waarvan ge afkomstig zijt, toen ge uw ogen sloot in de natuurlijke slaap van uw dood als sterveling, en ook niet zoals ge in het verleden aan de lange overgangstrance begon ter voorbereiding op uw reis naar Havona. Wanneer ge u nu voorbereidt voor de rust van de bekwaamheid, plaatst zich naast u uw partner van het eerste circuit, de majesteitelijke complement van rust die u zo lang heeft vergezeld, en die zich gereedmaakt om de rust als één met u in te gaan, als onderpand van Havona dat uw overgang is voltooid, en dat nog slechts de laatste toetsen van volmaaktheid behoeven te worden aangebracht.
26:11.8 Uw eerste overgang was inderdaad de dood, de tweede een ideale slaap, en nu is de derde metamorfose de ware rust, de onspanning der eeuwen.
26:11.9 [Aangeboden door een Volmaker der Wijsheid uit Uversa.]
Verhandeling 25. De Boodschappersscharen in de Ruimte |
Inhoudsopgave
Meerdere versies |
Verhandeling 27. Het dienstbetoon van de Primaire Supernafijnen |