© 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 8. De Oneindige Geest |
Inhoudsopgave
Meerdere versies |
Verhandeling 10. De Paradijs-Triniteit |
9:0.1 ER vond iets vreemds plaats toen, in aanwezigheid van het Paradijs, de Universele Vader en de Eeuwige Zoon zich verenigen om zich te personaliseren. Er is niets in deze eeuwigheidssituatie dat er op zou kunnen duiden dat de Vereend Handelende Geest zich zou personaliseren als een onbeperkte geestelijkheid, gecoördineerd met absoluut bewustzijn en begiftigd met unieke prerogatieven op het terrein van de bewerking van energie. Zijn tot aanzijn komen voltooit de bevrijding van de Vader uit de boeien der gecentraliseerde volmaaktheid en de kluisters van persoonlijkheidsabsolutisme. En deze vrijwording onthult zich in het verbazingwekkende vermogen van de Vereende Schepper om wezens te scheppen die zeer geschikt zijn om als dienende geesten te functioneren, zelfs voor de materiële schepselen van de universa die vervolgens evolueren.
9:0.2 De Vader is oneindig in liefde en wilsvermogen, in geestelijke gedachte en geestelijk voornemen: hij is de universele handhaver. De Zoon is oneindig in wijsheid en waarheid, in geestelijke uitdrukking en interpretatie: hij is de universele openbaarder. Het Paradijs is oneindig in het potentieel om kracht te schenken en in de capaciteit om energie te beheersen: het is de universele stabilisator. De Vereend Handelende Geest bezit unieke prerogatieven van synthese, een oneindige capaciteit om alle bestaande universum-energieën, alle actuele universum-geesten en alle werkelijke universum-intellecten te coördineren: de Derde Bron en Centrum is de universele vereniger van de veelvuldige energieën en uiteenlopende scheppingen die verschenen zijn ten gevolge van het goddelijke plan en het eeuwige voornemen van de Universele Vader.
9:0.3 De Oneindige Geest, de Vereende Schepper, is een universele, goddelijke dienaar. De Geest dient zonder ophouden de barmhartigheid van de Zoon en de liefde van de Vader toe, zelfs in overeenstemming met de vaste, onveranderlijke en rechtvaardige gerechtigheid van de Paradijs-Triniteit. Zijn invloed en zijn persoonlijkheden zijn u steeds nabij; zij kennen en begrijpen u werkelijk.
9:0.4 Overal in de universa bewerken de instanties van de Vereend Handelende Geest ononderbroken de krachten en energieën van de gehele ruimte. Evenals de Eerste Bron en Centrum, reageert de Derde op het geestelijke zowel als het materiële. De Vereend Handelende Geest is de openbaring van de eenheid van God, in wie alle dingen bestaan — dingen, betekenissen en waarden; energieën, denkvermogens en geesten[1].
9:0.5 De Oneindige Geest doordringt alle ruimte; hij houdt zich op in de cirkelgang der eeuwigheid; de Geest is, evenals de Vader en de Zoon, dan ook volmaakt en onveranderlijk — absoluut.
9:1.1 De Derde Bron en Centrum wordt gekend onder vele namen die alle een betrekking tot hem aanduiden en zijn functie weergeven: als God de Geest is hij een persoonlijkheid van dezelfde orde als, en de goddelijke gelijke van, God de Zoon en God de Vader. Als de Oneindige Geest is hij een alomtegenwoordige geestelijke invloed. Als de Universele Bewerker is hij degene uit wie de krachtbeheersingsschepselen voortkomen en de activeerder van de kosmische krachten van de ruimte. Als de Vereend Handelende Geest is hij de gemeenschappelijke vertegenwoordiger van de Vader en de Zoon en heeft hij de uitvoerende bevoegdheid voor het Vader-Zoon-partnerschap. Als het Absolute Bewustzijn is hij de bron waaruit overal in de universa verstand wordt verleend. Als de God van Actie is hij klaarblijkelijk de voorzaat van beweging, verandering en betrekking.
9:1.2 Sommige eigenschappen van de Derde Bron en Centrum zijn afkomstig van de Vader, sommige van de Zoon, terwijl wij van weer andere eigenschappen niet kunnen zien of zij actief en persoonlijk aanwezig zijn bij de Vader of de Zoon — eigenschappen die eigenlijk niet te verklaren zijn, tenzij men aanneemt dat het Vader-Zoon-partnerschap, dat de Derde Bron en Centrum vereeuwigt, constant functioneert in samenklank met, en rekening houdend met, het eeuwige feit van de absoluutheid van het Paradijs. De Vereende Schepper belichaamt de volheid van de gecombineerde, oneindige denkbeelden van de Eerste en de Tweede Persoon der Godheid.
9:1.3 Terwijl ge u de Vader voorstelt als een oorspronkelijke schepper en de Zoon als een geestelijke bestuurder, moet ge u de Derde Bron en Centrum als een universele coördinator denken, een geestelijke helper die hun onbeperkte medewerking verleent. De Vereend Handelende Geest is de correlator van alle actuele werkelijkheid: hij is de Godheid die de gedachte van de Vader en het woord van de Zoon bewaart, terwijl hij in zijn handelen eeuwig de materiële absoluutheid van het centrale Eiland eerbiedigt. De Paradijs-Triniteit heeft de universele orde van vooruitgang verordineerd, en de voorzienigheid van God is het domein van de Vereende Schepper en de evoluerende Allerhoogste. Geen actuele of actueel wordende realiteit kan uiteindelijk aan een betrekking tot de Derde Bron en Centrum ontkomen.
9:1.4 De domeinen van preënergie, pregeest, en persoonlijkheid staan onder het gezag van de Universele Vader; de Eeuwige Zoon beheerst de sferen van geestelijke activiteiten; de aanwezigheid van het Paradijs-Eiland verenigt het domein van fysische energie en materialiserende kracht; de Vereend Handelende Geest functioneert niet alleen als een oneindige geest die de Zoon vertegenwoordigt, maar ook als een universele bewerker van de krachten en energieën van het Paradijs, en doet op deze wijze het universele, absolute bewustzijn ontstaan. De Vereend Handelende Geest functioneert overal in het groot universum als een positieve, duidelijke persoonlijkheid, vooral in de hogere sferen van geestelijke waarden, betrekkingen van fysische energie, en ware bewustzijnsbetekenissen. Hij functioneert met name overal waar en wanneer energie en geest zich verbinden en op elkaar inwerken; hij domineert al wat reageert met bewustzijn, oefent een grote macht uit in de geestelijke wereld en heeft een machtige invloed op energie en materie. Te allen tijde brengt de Derde Bron de natuur van de Eerste Bron en Centrum tot uitdrukking.
9:1.5 De Derde Bron en Centrum deelt de alomtegenwoordigheid van de Eerste Bron en Centrum volmaakt en onvoorwaardelijk, en hierom wordt hij soms de Alomtegenwoordige Geest genoemd. Op een eigen en zeer persoonlijke manier deelt de God van het bewustzijn in de alwetendheid van de Universele Vader en van zijn Eeuwige Zoon; de kennis van de Geest is diep en volledig. De Vereende Schepper manifesteert bepaalde fasen van de almacht van de Universele Vader, maar is alleen daadwerkelijk almachtig in het domein van bewustzijn. De Derde Persoon der Godheid is het intellectuele centrum en de universele bestuurder van de bewustzijnsgebieden; hier is hij absoluut — zijn soevereiniteit is onbeperkt.
9:1.6 De Vereend Handelende Geest lijkt te worden gemotiveerd door het Vader-Zoon-partnerschap, maar uit al zijn handelingen blijkt dat hij de Vader-Paradijs-betrekking erkent. Soms, en in bepaalde functies, lijkt hij de onvolledigheid van de ontwikkeling van de experiëntiële Godheden — God de Allerhoogste en God de Ultieme — te compenseren.
9:1.7 En hierin schuilt een oneindig mysterie: dat de Oneindige zijn oneindigheid tegelijk in de Zoon en als het Paradijs openbaarde, en dan ontstaat er plotseling een wezen dat God gelijk is in goddelijkheid, dat de geestelijke natuur van de Zoon weerspiegelt en in staat is het patroon van het Paradijs te activeren, een wezen dat voorlopig ondergeschikt is in soevereiniteit, maar op vele manieren klaarblijkelijk het veelzijdigst in actie. En deze klaarblijkelijke superioriteit in actie wordt onthuld in een eigenschap van de Derde Bron en Centrum die zelfs superieur is aan de fysische zwaartekracht — de universele manifestatie van het Paradijs-Eiland.
9:1.8 Behalve met deze supercontrole over energie en fysische zaken, is de Oneindige Geest luisterrijk begiftigd met eigenschappen als geduld, barmhartigheid en liefde, welke zo voortreffelijk geopenbaard worden in zijn geestelijke dienstbetoon. De Geest is in allerhoogste mate bekwaam om liefde te schenken, en gerechtigheid te overschaduwen met barmhartigheid. God de Geest bezit alle verheven mildheid en barmhartige liefde van de Oorspronkelijke, Eeuwige Zoon. Het universum waar gij zijt ontstaan, wordt gesmeed tussen het aambeeld van gerechtigheid en de hamer van lijden; zij die de hamer hanteren zijn echter de kinderen der barmhartigheid, de geestelijke nakomelingen van de Oneindige Geest.
9:2.1 God is geest in drievoudige zin: zelf is hij geest; in zijn Zoon verschijnt hij als geest zonder restrictie; in de Vereend Handelende Geest als geest verbonden met bewustzijn[2]. En naast deze geestelijke werkelijkheden menen wij nog niveaus van experiëntiële geest-verschijnselen te kunnen onderscheiden — de geesten van de Allerhoogste, van Ultieme Godheid en van het Godheid-Absolute.
9:2.2 De Oneindige Geest is evenzeer een complement van de Eeuwige Zoon als de Zoon een complement is van de Universele Vader. De Eeuwige Zoon is een vergeestelijkte personalisatie van de Vader; de Oneindige Geest is een verpersoonlijkte vergeestelijking van de Eeuwige Zoon en de Universele Vader.
9:2.3 Er bestaan vele onbelemmerde geestelijke krachtlijnen en bronnen van bovenmateriële kracht, die de bevolking van Urantia rechtstreeks verbinden met de Godheden op het Paradijs. Zo bestaan er de rechtstreekse verbinding van de Gedachtenrichters met de Universele Vader, de wijdverbreide invloed van de drang van de geestelijke zwaartekracht van de Eeuwige Zoon, en de geestelijke tegenwoordigheid van de Vereende Schepper. Er is een verschil in functie tussen de geest van de Zoon en de geest van de Geest. De Derde Persoon kan in zijn geestelijk dienstbetoon functioneren als bewustzijn plus geest of als geest alleen.
9:2.4 Naast deze Paradijs-tegenwoordigheden ondervinden de Urantianen ook de geestelijke invloeden en activiteiten van het plaatselijk universum en het superuniversum, met hun welhaast eindeloze reeks liefdevolle persoonlijkheden die de standvastigen en de oprechten immer opwaarts en binnenwaarts leiden naar de idealen van goddelijkheid en het doel van allerhoogste volmaaktheid.
9:2.5 De aanwezigheid van de universele geest van de Eeuwige Zoon kennen wij — wij kunnen haar onmiskenbaar onderkennen. De aanwezigheid van de Oneindige Geest, de Derde Persoon der Godheid, kan zelfs de sterfelijke mens kennen, want materiële schepselen kunnen daadwerkelijk de weldadigheid ervaren van deze goddelijke invloed, die functioneert als de Heilige Geest die in een plaatselijk universum aan de geslachten der mensheid wordt verleend. Mensen kunnen zich ook tot op zekere hoogte bewust worden van de Richter, de onpersoonlijke tegenwoordigheid van de Universele Vader. Deze goddelijke geesten die werkzaam zijn ter verheffing en vergeestelijking van de mens, handelen allen eendrachtig in volmaakte samenwerking. Zij zijn als één in het geestelijke uitwerken van de plannen voor de opklimming en het bereiken van de volmaaktheid van de stervelingen.
9:3.1 Het Paradijs-Eiland is de bron en de substantie van de fysische zwaartekracht; dit zou dan ook voldoende moeten zijn om u te doen weten dat zwaartekracht een van de meest werkelijke en eeuwig betrouwbare zaken is in het gehele fysische universum van universa. Zwaartekracht kan niet worden gemodificeerd of opgeheven, behalve door de krachten en energieën die door de Vader en de Zoon gezamenlijk in stand worden gehouden, en die zijn toevertrouwd aan, en functioneel verbonden met, de persoon van de derde Bron en Centrum.
9:3.2 De Oneindige Geest bezit een uniek, verbazingwekkend vermogen — antizwaartekracht. Deze kracht is noch in de Vader, noch in de Zoon functioneel (waarneembaar) aanwezig. Dit vermogen om de aantrekking van de materiële zwaartekracht te weerstaan dat inherent is in de Derde Bron, treedt aan de dag in de persoonlijke reacties van de Vereend Handelende Geest op bepaalde fasen van universum-betrekkingen. Deze unieke eigenschap is voorts overdraagbaar aan bepaalde hogere persoonlijkheden van de Oneindige Geest.
9:3.3 Antizwaartekracht kan de zwaartekracht binnen een plaatselijk kader opheffen en doet dit door het uitoefenen van een even grote kracht-aanwezigheid. Zij werkt slechts met betrekking tot de materiële zwaartekracht, en is niet de werking van bewustzijn. Het verschijnsel dat een gyroscoop de zwaartekracht weerstaat, is een aardige illustratie van het effect van de antizwaartekracht, maar is van generlei waarde om de oorzaak ervan te verduidelijken.
9:3.4 Ook verder vertoont de Vereend Handelende Geest vermogens die kracht te boven kunnen gaan en energie kunnen neutraliseren. Deze vermogens werken door energie te vertragen tot het punt van materialisatie, en ook door middel van andere technieken die u onbekend zijn.
9:3.5 De Vereende Schepper is geen energie, noch de bron van energie of de bestemming van energie; hij is de bewerker van energie. De Vereende Schepper is actie — beweging, verandering, modificatie, coördinatie, stabilisatie en evenwicht. De energieën die direct of indirect door het Paradijs worden beheerst, reageren van nature op de handelingen van de Derde Bron en Centrum en diens veelsoortige vertegenwoordigers.
9:3.6 Overal in het universum van universa treft men de schepselen van de Derde Bron en Centrum aan die kracht beheersen: fysische controleurs, krachtdirigenten, krachtcentra en andere vertegenwoordigers van de God van Handeling, die te maken hebben met de regulering en stabilisatie van fysische energieën. Deze unieke wezens die fysisch functioneren, bezitten allen verschillende attributen voor het beheersen van kracht, zoals antizwaartekracht, die zij aanwenden bij hun inspanningen om het fysische evenwicht van de materie en de energieën van het groot universum tot stand te brengen.
9:3.7 Al deze materiële activiteiten van de God van Handeling lijken zijn functie in verband te brengen met het Paradijs-Eiland, en inderdaad nemen alle krachtinstanties de absoluutheid van het eeuwige Eiland in acht, en zijn er zelfs afhankelijk van. Maar de Vereend Handelende Geest handelt niet voor, of in reactie op, het Paradijs. Hij handelt, persoonlijk, voor de Vader en de Zoon. Het Paradijs is geen persoon. De niet-persoonlijke, onpersoonlijke handelingen van de Derde Bron en Centrum, en zijn handelingen die anderszins niet persoonlijk zijn, zijn alle wilsdaden van de Vereend Handelende Geest zelf; het zijn niet weerspiegelingen, aflei-dingen, of repercussies van iets of iemand anders.
9:3.8 Het Paradijs is het patroon der oneindigheid; de God van Handeling is de activeerder van dit patroon. Het Paradijs is het materiële draaipunt der oneindigheid; de instanties van de Derde Bron en Centrum zijn de hefbomen van de intelligentie die het materiële niveau motiveren en spontaneïteit injecteren in het mechanisme van de fysische schepping.
9:4.1 De Derde Bron en Centrum heeft een intellectuele natuur die onderscheiden is van zijn fysische en geestelijke eigenschappen. Met zulk een natuur kan men vrijwel niet in contact treden, maar intellectueel, ofschoon niet persoonlijk, kan men er zich wel mee verenigen. Zij kan worden onderscheiden van de fysische eigenschappen en het geestelijke karakter van de Derde Persoon op bewustzijnsniveaus van functioneren, maar in de waarneming van persoonlijkheden functioneert deze natuur nooit onafhankelijk van fysische of geestelijke manifestaties.
9:4.2 Het absolute bewustzijn is het bewustzijn van de Derde Persoon: het is niet te scheiden van de persoonlijkheid van God de Geest. Bewustzijn, bij functionerende wezens, is niet gescheiden van energie of geest, of van beide. Bewustzijn is niet inherent in energie, energie is ontvankelijk voor, en reageert op, bewustzijn; bewustzijn kan aan energie worden toegevoegd, maar bewustheid is niet inherent in het zuiver materiële niveau. Bewustzijn behoeft niet te worden toegevoegd aan zuivere geest, want geest is van nature bewust en identificerend. Geest is altijd intelligent, heeft altijd de een of andere vorm van bewustzijn. Het kan dit bewustzijn of dat bewustzijn zijn, het kan voorbewustzijn of bovenbewustzijn zijn, of zelfs geest-bewustzijn, maar het is altijd bezig met het equivalent van denken en kennen. Het inzicht van geest transcendeert, volgt op, en gaat theoretisch vooraf aan, de bewustheid van bewustzijn.
9:4.3 De Vereende Schepper is alleen absoluut in het domein van het bewustzijn, in de gebieden van de universele intelligentie. Het bewustzijn van de Derde Bron en Centrum is oneindig; het gaat de actieve, functionerende bewustzijnscircuits van het universum van universa volstrekt te boven. Het bewustzijn waarmee de zeven superuniversa zijn begiftigd, komt voort uit de Zeven Meester-Geesten, de primaire persoonlijkheden van de Vereende Schepper. Deze Meester-Geesten distribueren bewustzijn over het groot universum in de vorm van het kosmische bewustzijn, en uw plaatselijk universum is doordrongen van de Nebadon-variant van het Orvonton-type van kosmisch bewustzijn.
9:4.4 Het oneindige bewustzijn negeert de tijd, het ultieme bewustzijn transcendeert de tijd, het kosmische bewustzijn is door de tijd bepaald. Zo is het ook met de ruimte: het Oneindig Bewustzijn is onafhankelijk van de ruimte, doch naarmate er wordt afgedaald van het oneindige niveau naar de niveaus van de assistent-geesten van het bewustzijn, dient verstand steeds meer rekening te houden met het feit en de beperkingen van de ruimte.
9:4.5 Kosmische kracht reageert op bewustzijn net zoals het kosmische bewustzijn reageert op geest. Geest is goddelijk voornemen en geest-bewustzijn is goddelijk voornemen in actie. Energie is ding, bewustzijn is betekenis, geest is waarde. Zelfs in tijd en ruimte brengt bewustzijn die relatieve betrekkingen tussen energie en geest tot stand, die wijzen op onderlinge verwantschap in de eeuwigheid.
9:4.6 Bewustzijn transmuteert de waarden van geest tot betekenissen van het intellect; het wilsvermogen heeft de kracht om de betekenissen van het bewustzijn zowel op materieel als op geestelijk gebied vrucht te doen dragen. De opklimming naar het Paradijs brengt een relatieve, kenmerkende groei in geest, bewustzijn, en energie met zich mee. De persoonlijkheid is de vereniger van deze componenten van de experiëntiële individualiteit.
9:5.1 De Derde Bron en Centrum is oneindig in bewustzijn. Indien het universum tot in het oneindige zou groeien, zou het potentieel van zijn bewustzijn nog steeds toereikend zijn om onbeperkte aantallen schepselen het passende bewustzijn en andere noodzakelijke voorwaarden voor intellect te verlenen.
9:5.2 In het domein van geschapen bewustzijn heeft de Derde Persoon, samen met zijn mede-werkenden en ondergeschikten, de allerhoogste macht. De domeinen van het schepsel-bewustzijn ontspringen uitsluitend aan de Derde Bron en Centrum: hij is de schenker van bewustzijn. Zelfs de Vader-fragmenten zijn van mening dat het onmogelijk is in het bewustzijn van mensen te wonen totdat hun op de juiste wijze daartoe de weg is gebaand door de bewustzijnsactie en het geestelijk functioneren van de Oneindige Geest.
9:5.3 Het unieke kenmerk van bewustzijn is dat het aan zo’n omvangrijke reeks levensvormen verleend kan worden. Door middel van zijn scheppende en geschapen medewerkers, verleent de Derde Bron en Centrum bijstand aan alle bewustzijn op alle werelden. Hij verzorgt het menselijke en sub-menselijke verstand door middel van de assistenten van de plaatselijke universa, en door middel van de fysische controleurs staat hij zelfs de laagste niet-ervarende entiteiten van de primitiefste levensvormen bij. Het leiding geven aan bewustzijn is dan ook altijd een dienstbetoon van bewustzijn-geest- of van bewustzijn-energie-persoonlijkheden.
9:5.4 Daar de Derde Persoon der Godheid de bron is van het bewustzijn, is het heel natuurlijk dat de evolutionaire wilsschepselen het gemakkelijker vinden om zich begrijpelijke voorstellingen te vormen van de Oneindige Geest, dan van de Eeuwige Zoon of de Universele Vader[3]. De werkelijkheid van de Vereende Schepper wordt juist door het bestaan van het menselijke bewustzijn op onvolmaakte wijze onthuld. Uit de Vereende Schepper komt het kosmische bewustzijn voort en het bewustzijn van de mens is een geïndividualiseerd circuit, een onpersoonlijk gedeelte, van dit kosmische bewustzijn in de vorm waarin het in een plaatselijk universum wordt verleend door een Scheppende Dochter van de Derde Bron en Centrum.
9:5.5 Hoewel de Derde Persoon de bron is van bewustzijn, dient ge niet van de gedachte uit te gaan dat daarom alle bewustzijnsverschijnselen goddelijk zijn. Het menselijke intellect heeft zijn wortels in de materiële oorsprong van de rassen der dieren. Universum-intelligentie is evenmin een ware openbaring van God die bewustzijn is, als de fysische natuur een ware openbaring is van de schoonheid en harmonie van het Paradijs. Er is volmaaktheid in de natuur, maar de natuur is niet volmaakt. De Vereende Schepper is de bron van bewustzijn, maar bewustzijn is niet de Vereende Schepper.
9:5.6 Op Urantia is bewustzijn een compromis tussen de essentie van het volmaakte denken en de evoluerende intelligentie van uw onrijpe menselijke natuur. Het plan voor uw verstandelijke evolutie is inderdaad van een sublieme volmaaktheid, maar zoals ge functioneert in de tabernakelen van het vlees, zijt ge nog ver van dat goddelijke doel verwijderd. Bewustzijn is waarlijk van goddelijke oorsprong en heeft inderdaad een goddelijke bestemming, maar uw sterfelijke bewustzijn bezit nog geen goddelijke waardigheid.
9:5.7 Te vaak, al te vaak, ontsiert ge uw bewustzijn door onoprechtheid en laat ge het verdorren door onrechtvaardigheid: ge laat uw bewustzijn door dierlijke vrees overheersen en misvormt het door nutteloze bezorgdheid. Ofschoon de bron van het bewustzijn goddelijk is, kan bewustzijn zoals gij het op uw wereld van opgang kent, daarom nauwelijks het voorwerp van grote bewondering worden, en nog veel minder van adoratie of verering. De beschouwing van het onrijpe, inactieve menselijke intellect zou slechts tot reacties van nederigheid moeten leiden.
9:6.1 De Derde Bron en Centrum, de universele intelligentie, is zich persoonlijk bewust van ieder bewustzijn, ieder verstand, in de ganse schepping, en hij onderhoudt een persoonlijk, volmaakt contact met al deze met bewustzijn begiftigde, fysische, morontiale en geestelijke schepselen in de wijdverbreide universa[4]. Al deze activiteiten van bewustzijn worden opgenomen in het absolute circuit van bewustzijnszwaartekracht, dat convergeert in de Derde Bron en Centrum en deel uitmaakt van het persoonlijke bewustzijn van de Oneindige Geest.
9:6.2 Ongeveer op dezelfde wijze als de Vader alle persoonlijkheid tot zich trekt en de Zoon alle geestelijke werkelijkheid aantrekt, zo oefent de Vereend Handelende Geest een aantrekkingskracht uit op alle bewustzijn; zonder enige restrictie domineert en reguleert hij het universele bewustzijnscircuit[5]. Alle ware en echte verstandelijke waarden, alle goddelijke gedachten en volmaakte ideeën worden feilloos dit absolute bewustzijnscircuit ingetrokken.
9:6.3 Bewustzijnszwaartekracht kan onafhankelijk van materiële en geestelijke zwaartekracht opereren, maar waar en wanneer de beide laatste ook maar van invloed zijn, functioneert ook de bewustzijnszwaartekracht. Wanneer alle drie met elkaar zijn verbonden, kan het materiële schepsel — fysisch of morontiaal, eindig of absoniet — worden omhelsd door de persoonlijkheidszwaartekracht. Maar onafhankelijk hiervan stelt de begiftiging met bewustzijn zelfs onpersoonlijke wezens in staat tot denken en maakt zij hen bewust, ondanks de totale afwezigheid van persoonlijkheid.
9:6.4 Zelfheid met de waardigheid van persoonlijkheid, menselijk of goddelijk, onsterfelijk of potentieel onsterfelijk, ontstaat echter niet in geest, bewustzijn, of materie; zij is de schenking van de Universele Vader. Evenmin is de wisselwerking tussen de zwaartekrachten van geest, bewustzijn en materie een eerste vereiste voor het verschijnen van persoonlijkheidszwaartekracht. Het circuit van de Vader kan een materieel wezen met bewustzijn omhelzen dat niet reageert op geest-zwaartekracht, en ook een geest-wezen met bewustzijn dat niet reageert op materiële zwaartekracht. De werking van de persoonlijkheidszwaartekracht is altijd een wilsdaad van de Universele Vader.
9:6.5 Terwijl het bewustzijn met energie is verbonden in zuiver materiële wezens, en met geest in zuiver geestelijke persoonlijkheden, bezitten talloze orden van persoonlijkheid, waaronder de menselijke, een bewustzijn dat zowel met energie als met geest is verbonden. De geestelijke aspecten van het schepsel-bewustzijn reageren immer en altijd op de aantrekking van de geest-zwaartekracht van de Eeuwige Zoon; de materiële aspecten reageren op de zwaarte-kracht-impuls van het materiële universum.
9:6.6 Wanneer het kosmische bewustzijn met energie noch met geest is geassocieerd, is het niet onderworpen aan de eisen van de zwaartekracht van het materiële of het geestelijke circuit. Puur bewustzijn is alleen onderhevig aan de universele greep van de zwaartekracht van de Vereend Handelende Geest. Puur bewustzijn is nauw verwant aan oneindig bewustzijn, en oneindig bewustzijn (de theoretische soortgenoot van de absoluten van geest en energie) is blijkbaar een wet op zichzelf.
9:6.7 Hoe groter de divergentie van geest en energie, des te groter is de waarneembare functie van bewustzijn; hoe minder energie en geest van elkaar verschillen, des te kleiner is de waarneembare functie van bewustzijn. Klaarblijkelijk functioneert het kosmische bewustzijn maximaal in de tijdsuniversa in de ruimte. Hier lijkt het bewustzijn te functioneren in een midden-zone tussen energie en geest, maar dit geldt niet voor de hogere niveaus van bewustzijn: op het Paradijs zijn energie en geest in wezen één.
9:6.8 Het circuit der bewustzijnszwaartekracht is betrouwbaar; het emaneert uit de Derde Persoon der Godheid op het Paradijs, maar niet al het waarneembaar functioneren van bewustzijn is voorspelbaar. Overal in de bekende schepping, bestaat een aanwezigheid parallel aan dit bewustzijnscircuit, die grotendeels onbegrepen is en waarvan de functie niet voorspelbaar is. Wij geloven dat deze onvoorspelbaarheid ten dele moet worden toegeschreven aan de functie van het Universeel Absolute. Wat deze functie is, weten wij niet; wij kunnen slechts gissen naar wat haar aandrijft, en wij kunnen alleen speculeren over de relatie waarin deze functie staat ten opzichte van schepselen.
9:6.9 Bepaalde fasen van de onvoorspelbaarheid van het eindige bewustzijn zijn wellicht te wijten aan de onvolledigheid van de Allerhoogste, en bovendien bestaat er een immense zone van activiteiten waarin de Vereend Handelende Geest en het Universeel Absolute elkaar mogelijk raken. Veel van wat met bewustzijn verband houdt is onbekend, maar wij zijn zeker van het volgende: de Oneindige Geest is voor alle schepselen de volmaakte uitdrukking van het bewustijn van de Schepper; de Allerhoogste is de evoluerende uitdrukking van het bewustzijn van alle schepselen aan hun Schepper.
9:7.1 De Vereend Handelende Geest is in staat om alle niveaus van actualiteit in het universum zo te coördineren, dat het mentale, het materiële en het geestelijke gelijktijdig kunnen worden onderkend. Dit is het verschijnsel van de universum-reflectiviteit, het unieke, onverklaarbare vermogen om alle dingen die zich in een heel superuniversum voordoen, te zien, te horen, te voelen en te kennen, en al deze informatie en kennis door reflectiviteit in ieder gewenst punt te concentreren. De werking van de reflectiviteit wordt in volmaaktheid getoond op iedere hoofdkwartierwereld van de zeven superuniversa. Deze reflectiviteit werkt ook in alle sectoren van de superuniversa en binnen de grenzen van de plaatselijke universa. Uiteindelijk convergeert de reflectiviteit op het Paradijs.
9:7.2 Het verschijnsel der reflectiviteit, zoals dit op de hoofdkwartierwerelden van de superuniversa wordt onthuld in de verbazingwekkende prestaties van de reflectieve persoonlijkheden die daar zijn gestationeerd, vormt de meest complexe onderlinge verbinding van alle bestaansfasen die in de ganse schepping wordt aangetroffen. Lijnen van geest leiden terug naar de Zoon, materiële energie naar het Paradijs, en bewustzijn naar de Derde Bron; maar in het buitengewone verschijnsel van de universum-reflectiviteit zien wij een unieke en uitzonderlijke unificatie van alledrie, zo onderling verbonden dat de bestuurders van het universum hierdoor in staat zijn om ogenblikkelijk, op hetzelfde moment dat deze zich voordoen, kennis te nemen van toestanden op verre afstand.
9:7.3 Veel van de techniek van de reflectiviteit begrijpen wij, maar zij heeft ook vele verschijningsvormen die ons werkelijk verbijsteren. Wij weten dat de Vereend Handelende Geest het universum-centrum is van het bewustzijnscircuit, dat hij de voorzaat is van het kosmische bewustzijn en dat het kosmische bewustzijn opereert onder de dominantie van de absolute bewustzijnszwaartekracht van de Derde Bron en Centrum. Wij weten voorts dat de circuits van het kosmische bewustzijn de verstandelijke niveaus van alle bekende bestaansvormen beïnvloeden: zij bevatten de berichten uit de universele ruimte, en even zeker komen zij samen in de Zeven Meester-Geesten en convergeren zij in de Derde Bron en Centrum.
9:7.4 De betrekking tussen het eindige kosmische bewustzijn en het goddelijke absolute bewustzijn lijkt te evolueren in het experiëntiële bewustzijn van de Allerhoogste. Ons wordt geleerd dat dit ervaringsbewustzijn in de dageraad van de tijd door de Oneindige Geest aan de Allerhoogste is geschonken, en wij vermoeden dat bepaalde elementen van het verschijnsel der reflectiviteit slechts verklaard kunnen worden wanneer wij de activiteit van het Allerhoogste Bewustzijn vooronderstellen. Indien de Allerhoogste niet betrokken zou zijn in de reflectiviteit, zouden wij niet weten hoe wij de ingewikkelde verrichtingen en feilloze werking van dit bewustzijn van de kosmos zouden moeten verklaren.
9:7.5 De reflectiviteit lijkt alwetendheid te zijn binnen de grenzen van het experiëntieel eindige en vertegenwoordigt misschien de wording van de tegenwoordigheid-bewustheid van de Allerhoogste. Indien deze veronderstelling juist is, dan staat het nuttig gebruik van de reflectiviteit in welke fase dan ook gelijk aan een gedeeltelijk contact met de bewustheid van de Allerhoogste.
9:8.1 ss De Oneindige Geest heeft alle macht om veel van zijn vermogens en prerogatieven over te dragen aan zijn medewerkers en ondergeschikte persoonlijkheden en instanties.
9:8.2 De eerste Godheid-scheppende handeling van de Oneindige Geest, waarbij hij afzonderlijk van de Triniteit functioneerde, doch op een niet geopenbaarde wijze in verbinding met de Vader en de Zoon, personaliseerde in het bestaan van de Zeven Meester-Geesten van het Paradijs, de distributeurs van de Oneindige Geest aan de universa.
9:8.3 Er is geen rechtstreekse vertegenwoordiger van de Derde Bron en Centrum op het hoofdkwartier van een superuniversum. Elk van deze zeven scheppingen is afhankelijk van één der Meester-Geesten van het Paradijs, die handelt door middel van de zeven Reflectieve Geesten, welke gesitueerd zijn op de hoofdwereld van het superuniversum.
9:8.4 De volgende, voortdurende scheppingsdaad van de Oneindige Geest wordt van tijd tot tijd onthuld in het voortbrengen van de Scheppende Geesten. Telkens wanneer de Universele Vader en de Eeuwige Zoon ouders worden van een Schepper-Zoon, brengt de Oneindige Geest een Scheppende Geest van een plaatselijk universum voort, die de naaste partner van die Schepper-Zoon wordt in alle daaropvolgende ervaring in dit universum.
9:8.5 Zoals het noodzakelijk is om onderscheid te maken tussen de Eeuwige Zoon en de Schepper-Zonen, is het ook noodzakelijk de Oneindige Geest te onderscheiden van de Scheppende Geesten, de soortgenoten van de Schepper-Zonen in de plaatselijke universa. Wat de Oneindige Geest is voor de totale schepping, is een Scheppende Geest voor een plaatselijk universum.
9:8.6 De Derde Bron en Centrum wordt in het groot universum vertegenwoordigd door een immense reeks dienende geesten, boodschappers, leraren, arbiters, helpers en adviseurs, tezamen met supervisoren van bepaalde circuits van materiële, morontiale en geestelijke aard. Niet al deze wezens zijn persoonlijkheden in de strikte betekenis des woords. Persoonlijkheid van de soort die eindige geschapen wezens bezitten, wordt gekenmerkt door:
9:8.7 1. subjectief zelf-bewustzijn;
9:8.8 2. objectieve reactie op het persoonlijkheidscircuit van de Vader.
9:8.9 Er zijn schepper-persoonlijkheden en schepsel-persoonlijkheden, en naast deze twee fundamentele soorten zijn er persoonlijkheden van de Derde Bron en Centrum, wezens die voor de Oneindige Geest persoonlijk zijn, maar niet onvoorwaardelijk persoonlijk voor geschapen wezens. Deze persoonlijkheden van de Derde Bron maken geen deel uit van het persoonlijkheidscircuit van de Vader. Persoonlijkheden van de Eerste Bron en persoonlijkheden van de Derde Bron kunnen wederzijds wel contact met elkaar maken; met alle persoonlijkheid kan contact worden gemaakt.
9:8.10 De Vader verleent persoonlijkheid uit persoonlijke vrije wil. Naar de reden waarom hij dit doet, kunnen wij slechts gissen; hoe hij dit doet, weten wij niet. Evenmin weten wij waarom de Derde Bron niet-Vader-persoonlijkheid schenkt, maar de Oneindige Geest doet dit ten eigen behoeve, in scheppende samenwerking met de Eeuwige Zoon en op vele manieren die u onbekend zijn. De Oneindige Geest kan ook voor de Vader handelen bij het verlenen van Eerste Bron-persoonlijkheid.
9:8.11 Er zijn talrijke typen persoonlijkheden van de Derde Bron. De Oneindige Geest verleent Derde Bron-persoonlijkheid aan talrijke groepen die niet in het persoonlijkheidscircuit van de Vader zijn opgenomen, zoals bepaalde krachtdirigenten. Ook behandelt de Oneindige Geest als persoonlijkheden talrijke groepen van wezens, zoals de Scheppende Geesten, die een klasse op zich vormen in hun betrekkingen tot de schepselen van de Vader, die in zijn circuit zijn opgenomen.
9:8.12 Zowel Eerste als Derde Bron-persoonlijkheden zijn begiftigd met alles wat de mens associeert met het begrip persoonlijkheid, en met zelfs nog meer; zij hebben bewustzijn met capaciteiten als herinnering, rede, oordeel, scheppende verbeelding, gedachtenassociatie, beslissingsvermogen, keuze en talrijke andere intellectuele vermogens die aan stervelingen geheel onbekend zijn. Enkele uitzonderingen daargelaten, bezitten de aan u geopenbaarde orden een gestalte en een duidelijk kenbare individualiteit: het zijn reële wezens. In meerderheid zijn zij zichtbaar voor alle orden van geest-bestaan.
9:8.13 Zelfs gij zult in staat zijn uw geestelijke metgezellen van de lagere orden te zien zodra ge bevrijd zijt van het beperkte gezichtsvermogen van uw huidige materiële ogen en begiftigd zijt met een morontia-gestalte, met haar verhoogde gevoeligheid voor de realiteit van geestelijke dingen.
9:8.14 De functionele familie van de Derde Bron en Centrum, zoals in deze verhandelingen geopenbaard, kan in drie grote groepen worden ingedeeld:
9:8.15 I. De Allerhoogste Geesten: dit is een groep van samengestelde oorsprong en omvat onder andere de volgende orden:
9:8.16 1. de Zeven Meester-Geesten van het Paradijs;
9:8.17 2. de Reflectieve Geesten van de Superuniversa;
9:8.18 3. de Scheppende Geesten van de Plaatselijke Universa.
9:8.19 II. De Krachtgeleiders: een groep regulerende schepselen en instanties die in de gehele georganiseerde ruimte werkzaam is.
9:8.20 III. De Persoonlijkheden van de Oneindige Geest. Deze aanduiding betekent niet noodzakelijkerwijs dat deze wezens Derde Bron-persoonlijkheden zijn, ofschoon sommigen van hen als wilsschepselen uniek zijn. Zij worden gewoonlijk gegroepeerd in drie hoofdklassen:
9:8.21 1. de Hogere Persoonlijkheden van de Oneindige Geest;
9:8.22 2. de Heerscharen van Boodschappers in de Ruimte;
9:8.23 3. de Dienende Geesten in de Tijd.
9:8.24 Deze groepen dienen op het Paradijs, in het centrale of residentiële universum en de superuniversa, en omvatten ook orden die functioneren in de plaatselijke universa, tot zelfs in de constellaties en stelsels en op de planeten toe.
9:8.25 De geest-persoonlijkheden van de enorme familie van de Goddelijke, Oneindige Geest hebben zich voor altijd gewijd aan de dienst van het uitdragen van de liefde van God en de barmhartigheid van de Zoon aan alle intelligente schepselen van de evolutionaire werelden in tijd en ruimte. Deze geest-wezens vormen de levende ladder waarlangs de sterfelijke mens opklimt van chaos tot glorie.
9:8.26 [Op Urantia geopenbaard door een Goddelijk Raadsman van Uversa aan wie door de Ouden der Dagen is opgedragen de natuur en het werk van de Oneindige Geest te beschrijven.]
Verhandeling 8. De Oneindige Geest |
Inhoudsopgave
Meerdere versies |
Verhandeling 10. De Paradijs-Triniteit |