Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 8. De Oneindige Geest |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 10. De Paradijs-Triniteit |
RELATION OF THE INFINITE SPIRIT TO THE UNIVERSE
DE BETREKKING VAN DE ONEINDIGE GEEST TOT HET UNIVERSUM
1955 9:0.1 A STRANGE thing occurred when, in the presence of Paradise, the Universal Father and the Eternal Son unite to personalize themselves. Nothing in this eternity situation foreshadows that the Conjoint Actor would personalize as an unlimited spirituality co-ordinated with absolute mind and endowed with unique prerogatives of energy manipulation. His coming into being completes the Father’s liberation from the bonds of centralized perfection and from the fetters of personality absolutism. And this liberation is disclosed in the amazing power of the Conjoint Creator to create beings well adapted to serve as ministering spirits even to the material creatures of the subsequently evolving universes.
1997 9:0.1 ER vond iets vreemds plaats toen, in aanwezigheid van het Paradijs, de Universele Vader en de Eeuwige Zoon zich verenigen om zich te personaliseren. Er is niets in deze eeuwigheidssituatie dat er op zou kunnen duiden dat de Vereend Handelende Geest zich zou personaliseren als een onbeperkte geestelijkheid, gecoördineerd met absoluut bewustzijn en begiftigd met unieke prerogatieven op het terrein van de bewerking van energie. Zijn tot aanzijn komen voltooit de bevrijding van de Vader uit de boeien der gecentraliseerde volmaaktheid en de kluisters van persoonlijkheidsabsolutisme. En deze vrijwording onthult zich in het verbazingwekkende vermogen van de Vereende Schepper om wezens te scheppen die zeer geschikt zijn om als dienende geesten te functioneren, zelfs voor de materiële schepselen van de universa die vervolgens evolueren.
1955 9:0.2 The Father is infinite in love and volition, in spiritual thought and purpose; he is the universal upholder. The Son is infinite in wisdom and truth, in spiritual expression and interpretation; he is the universal revealer. Paradise is infinite in potential for force endowment and in capacity for energy dominance; it is the universal stabilizer. The Conjoint Actor possesses unique prerogatives of synthesis, infinite capacity to co-ordinate all existing universe energies, all actual universe spirits, and all real universe intellects; the Third Source and Center is the universal unifier of the manifold energies and diverse creations which have appeared in consequence of the divine plan and the eternal purpose of the Universal Father.
1997 9:0.2 De Vader is oneindig in liefde en wilsvermogen, in geestelijke gedachte en geestelijk voornemen: hij is de universele handhaver. De Zoon is oneindig in wijsheid en waarheid, in geestelijke uitdrukking en interpretatie: hij is de universele openbaarder. Het Paradijs is oneindig in het potentieel om kracht te schenken en in de capaciteit om energie te beheersen: het is de universele stabilisator. De Vereend Handelende Geest bezit unieke prerogatieven van synthese, een oneindige capaciteit om alle bestaande universum-energieën, alle actuele universum-geesten en alle werkelijke universum-intellecten te coördineren: de Derde Bron en Centrum is de universele vereniger van de veelvuldige energieën en uiteenlopende scheppingen die verschenen zijn ten gevolge van het goddelijke plan en het eeuwige voornemen van de Universele Vader.
1955 9:0.3 The Infinite Spirit, the Conjoint Creator, is a universal and divine minister. The Spirit unceasingly ministers the Son’s mercy and the Father’s love, even in harmony with the stable, unvarying, and righteous justice of the Paradise Trinity. His influence and personalities are ever near you; they really know and truly understand you.
1997 9:0.3 De Oneindige Geest, de Vereende Schepper, is een universele, goddelijke dienaar. De Geest dient zonder ophouden de barmhartigheid van de Zoon en de liefde van de Vader toe, zelfs in overeenstemming met de vaste, onveranderlijke en rechtvaardige gerechtigheid van de Paradijs-Triniteit. Zijn invloed en zijn persoonlijkheden zijn u steeds nabij; zij kennen en begrijpen u werkelijk.
1955 9:0.4 Throughout the universes the agencies of the Conjoint Actor ceaselessly manipulate the forces and energies of all space. Like the First Source and Center, the Third is responsive to both the spiritual and the material. The Conjoint Actor is the revelation of the unity of God, in whom all things consist—things, meanings, and values; energies, minds, and spirits.
1997 9:0.4 Overal in de universa bewerken de instanties van de Vereend Handelende Geest ononderbroken de krachten en energieën van de gehele ruimte. Evenals de Eerste Bron en Centrum, reageert de Derde op het geestelijke zowel als het materiële. De Vereend Handelende Geest is de openbaring van de eenheid van God, in wie alle dingen bestaan — dingen, betekenissen en waarden; energieën, denkvermogens en geesten[1].
1955 9:0.5 The Infinite Spirit pervades all space; he indwells the circle of eternity; and the Spirit, like the Father and the Son, is perfect and changeless—absolute.
1997 9:0.5 De Oneindige Geest doordringt alle ruimte; hij houdt zich op in de cirkelgang der eeuwigheid; de Geest is, evenals de Vader en de Zoon, dan ook volmaakt en onveranderlijk — absoluut.
1. ATTRIBUTES OF THE THIRD SOURCE AND CENTER
1. EIGENSCHAPPEN VAN DE DERDE BRON EN CENTRUM
1955 9:1.1 The Third Source and Center is known by many names, all designative of relationship and in recognition of function: As God the Spirit, he is the personality co-ordinate and divine equal of God the Son and God the Father. As the Infinite Spirit, he is an omnipresent spiritual influence. As the Universal Manipulator, he is the ancestor of the power-control creatures and the activator of the cosmic forces of space. As the Conjoint Actor, he is the joint representative and partnership executive of the Father-Son. As the Absolute Mind, he is the source of the endowment of intellect throughout the universes. As the God of Action, he is the apparent ancestor of motion, change, and relationship.
1997 9:1.1 De Derde Bron en Centrum wordt gekend onder vele namen die alle een betrekking tot hem aanduiden en zijn functie weergeven: als God de Geest is hij een persoonlijkheid van dezelfde orde als, en de goddelijke gelijke van, God de Zoon en God de Vader. Als de Oneindige Geest is hij een alomtegenwoordige geestelijke invloed. Als de Universele Bewerker is hij degene uit wie de krachtbeheersingsschepselen voortkomen en de activeerder van de kosmische krachten van de ruimte. Als de Vereend Handelende Geest is hij de gemeenschappelijke vertegenwoordiger van de Vader en de Zoon en heeft hij de uitvoerende bevoegdheid voor het Vader-Zoon-partnerschap. Als het Absolute Bewustzijn is hij de bron waaruit overal in de universa verstand wordt verleend. Als de God van Actie is hij klaarblijkelijk de voorzaat van beweging, verandering en betrekking.
1955 9:1.2 Some of the attributes of the Third Source and Center are derived from the Father, some from the Son, while still others are not observed to be actively and personally present in either the Father or the Son—attributes that can hardly be explained except by assuming that the Father-Son partnership which eternalizes the Third Source and Center consistently functions in consonance with, and in recognition of, the eternal fact of the absoluteness of Paradise. The Conjoint Creator embodies the fullness of the combined and infinite concepts of the First and Second Persons of Deity.
1997 9:1.2 Sommige eigenschappen van de Derde Bron en Centrum zijn afkomstig van de Vader, sommige van de Zoon, terwijl wij van weer andere eigenschappen niet kunnen zien of zij actief en persoonlijk aanwezig zijn bij de Vader of de Zoon — eigenschappen die eigenlijk niet te verklaren zijn, tenzij men aanneemt dat het Vader-Zoon-partnerschap, dat de Derde Bron en Centrum vereeuwigt, constant functioneert in samenklank met, en rekening houdend met, het eeuwige feit van de absoluutheid van het Paradijs. De Vereende Schepper belichaamt de volheid van de gecombineerde, oneindige denkbeelden van de Eerste en de Tweede Persoon der Godheid.
1955 9:1.3 While you envisage the Father as an original creator and the Son as a spiritual administrator, you should think of the Third Source and Center as a universal co-ordinator, a minister of unlimited co-operation. The Conjoint Actor is the correlator of all actual reality; he is the Deity repository of the Father’s thought and the Son’s word and in action is eternally regardful of the material absoluteness of the central Isle. The Paradise Trinity has ordained the universal order of progress, and the providence of God is the domain of the Conjoint Creator and the evolving Supreme Being. No actual or actualizing reality can escape eventual relationship with the Third Source and Center.
1997 9:1.3 Terwijl ge u de Vader voorstelt als een oorspronkelijke schepper en de Zoon als een geestelijke bestuurder, moet ge u de Derde Bron en Centrum als een universele coördinator denken, een geestelijke helper die hun onbeperkte medewerking verleent. De Vereend Handelende Geest is de correlator van alle actuele werkelijkheid: hij is de Godheid die de gedachte van de Vader en het woord van de Zoon bewaart, terwijl hij in zijn handelen eeuwig de materiële absoluutheid van het centrale Eiland eerbiedigt. De Paradijs-Triniteit heeft de universele orde van vooruitgang verordineerd, en de voorzienigheid van God is het domein van de Vereende Schepper en de evoluerende Allerhoogste. Geen actuele of actueel wordende realiteit kan uiteindelijk aan een betrekking tot de Derde Bron en Centrum ontkomen.
1955 9:1.4 The Universal Father presides over the realms of pre-energy, prespirit, and personality; the Eternal Son dominates the spheres of spiritual activities; the presence of the Isle of Paradise unifies the domain of physical energy and materializing power; the Conjoint Actor operates not only as an infinite spirit representing the Son but also as a universal manipulator of the forces and energies of Paradise, thus bringing into existence the universal and absolute mind. The Conjoint Actor functions throughout the grand universe as a positive and distinct personality, especially in the higher spheres of spiritual values, physical-energy relationships, and true mind meanings. He functions specifically wherever and whenever energy and spirit associate and interact; he dominates all reactions with mind, wields great power in the spiritual world, and exerts a mighty influence over energy and matter. At all times the Third Source is expressive of the nature of the First Source and Center.
1997 9:1.4 De domeinen van preënergie, pregeest, en persoonlijkheid staan onder het gezag van de Universele Vader; de Eeuwige Zoon beheerst de sferen van geestelijke activiteiten; de aanwezigheid van het Paradijs-Eiland verenigt het domein van fysische energie en materialiserende kracht; de Vereend Handelende Geest functioneert niet alleen als een oneindige geest die de Zoon vertegenwoordigt, maar ook als een universele bewerker van de krachten en energieën van het Paradijs, en doet op deze wijze het universele, absolute bewustzijn ontstaan. De Vereend Handelende Geest functioneert overal in het groot universum als een positieve, duidelijke persoonlijkheid, vooral in de hogere sferen van geestelijke waarden, betrekkingen van fysische energie, en ware bewustzijnsbetekenissen. Hij functioneert met name overal waar en wanneer energie en geest zich verbinden en op elkaar inwerken; hij domineert al wat reageert met bewustzijn, oefent een grote macht uit in de geestelijke wereld en heeft een machtige invloed op energie en materie. Te allen tijde brengt de Derde Bron de natuur van de Eerste Bron en Centrum tot uitdrukking.
1955 9:1.5 The Third Source and Center perfectly and without qualification shares the omnipresence of the First Source and Center, sometimes being called the Omnipresent Spirit. In a peculiar and very personal manner the God of mind shares the omniscience of the Universal Father and his Eternal Son; the knowledge of the Spirit is profound and complete. The Conjoint Creator manifests certain phases of the omnipotence of the Universal Father but is actually omnipotent only in the domain of mind. The Third Person of Deity is the intellectual center and the universal administrator of the mind realms; herein is he absolute—his sovereignty is unqualified.
1997 9:1.5 De Derde Bron en Centrum deelt de alomtegenwoordigheid van de Eerste Bron en Centrum volmaakt en onvoorwaardelijk, en hierom wordt hij soms de Alomtegenwoordige Geest genoemd. Op een eigen en zeer persoonlijke manier deelt de God van het bewustzijn in de alwetendheid van de Universele Vader en van zijn Eeuwige Zoon; de kennis van de Geest is diep en volledig. De Vereende Schepper manifesteert bepaalde fasen van de almacht van de Universele Vader, maar is alleen daadwerkelijk almachtig in het domein van bewustzijn. De Derde Persoon der Godheid is het intellectuele centrum en de universele bestuurder van de bewustzijnsgebieden; hier is hij absoluut — zijn soevereiniteit is onbeperkt.
1955 9:1.6 The Conjoint Actor seems to be motivated by the Father-Son partnership, but all his actions appear to recognize the Father-Paradise relationship. At times and in certain functions he seems to compensate for the incompleteness of the development of the experiential Deities—God the Supreme and God the Ultimate.
1997 9:1.6 De Vereend Handelende Geest lijkt te worden gemotiveerd door het Vader-Zoon-partnerschap, maar uit al zijn handelingen blijkt dat hij de Vader-Paradijs-betrekking erkent. Soms, en in bepaalde functies, lijkt hij de onvolledigheid van de ontwikkeling van de experiëntiële Godheden — God de Allerhoogste en God de Ultieme — te compenseren.
1955 9:1.7 And herein is an infinite mystery: That the Infinite simultaneously revealed his infinity in the Son and as Paradise, and then there springs into existence a being equal to God in divinity, reflective of the Son’s spiritual nature, and capable of activating the Paradise pattern, a being provisionally subordinate in sovereignty but in many ways apparently the most versatile in action. And such apparent superiority in action is disclosed in an attribute of the Third Source and Center which is superior even to physical gravity—the universal manifestation of the Isle of Paradise.
1997 9:1.7 En hierin schuilt een oneindig mysterie: dat de Oneindige zijn oneindigheid tegelijk in de Zoon en als het Paradijs openbaarde, en dan ontstaat er plotseling een wezen dat God gelijk is in goddelijkheid, dat de geestelijke natuur van de Zoon weerspiegelt en in staat is het patroon van het Paradijs te activeren, een wezen dat voorlopig ondergeschikt is in soevereiniteit, maar op vele manieren klaarblijkelijk het veelzijdigst in actie. En deze klaarblijkelijke superioriteit in actie wordt onthuld in een eigenschap van de Derde Bron en Centrum die zelfs superieur is aan de fysische zwaartekracht — de universele manifestatie van het Paradijs-Eiland.
1955 9:1.8 In addition to this supercontrol of energy and things physical, the Infinite Spirit is superbly endowed with those attributes of patience, mercy, and love which are so exquisitely revealed in his spiritual ministry. The Spirit is supremely competent to minister love and to overshadow justice with mercy. God the Spirit possesses all the supernal kindness and merciful affection of the Original and Eternal Son. The universe of your origin is being forged out between the anvil of justice and the hammer of suffering; but those who wield the hammer are the children of mercy, the spirit offspring of the Infinite Spirit.
1997 9:1.8 Behalve met deze supercontrole over energie en fysische zaken, is de Oneindige Geest luisterrijk begiftigd met eigenschappen als geduld, barmhartigheid en liefde, welke zo voortreffelijk geopenbaard worden in zijn geestelijke dienstbetoon. De Geest is in allerhoogste mate bekwaam om liefde te schenken, en gerechtigheid te overschaduwen met barmhartigheid. God de Geest bezit alle verheven mildheid en barmhartige liefde van de Oorspronkelijke, Eeuwige Zoon. Het universum waar gij zijt ontstaan, wordt gesmeed tussen het aambeeld van gerechtigheid en de hamer van lijden; zij die de hamer hanteren zijn echter de kinderen der barmhartigheid, de geestelijke nakomelingen van de Oneindige Geest.
2. THE OMNIPRESENT SPIRIT
2. DE ALOMTEGENWOORDIGE GEEST
1955 9:2.1 God is spirit in a threefold sense: He himself is spirit; in his Son he appears as spirit without qualification; in the Conjoint Actor, as spirit allied with mind. And in addition to these spiritual realities, we think we discern levels of experiential spirit phenomena—the spirits of the Supreme Being, Ultimate Deity, and Deity Absolute.
1997 9:2.1 God is geest in drievoudige zin: zelf is hij geest; in zijn Zoon verschijnt hij als geest zonder restrictie; in de Vereend Handelende Geest als geest verbonden met bewustzijn[2]. En naast deze geestelijke werkelijkheden menen wij nog niveaus van experiëntiële geest-verschijnselen te kunnen onderscheiden — de geesten van de Allerhoogste, van Ultieme Godheid en van het Godheid-Absolute.
1955 9:2.2 The Infinite Spirit is just as much a complement of the Eternal Son as the Son is a complement of the Universal Father. The Eternal Son is a spiritualized personalization of the Father; the Infinite Spirit is a personalized spiritualization of the Eternal Son and the Universal Father.
1997 9:2.2 De Oneindige Geest is evenzeer een complement van de Eeuwige Zoon als de Zoon een complement is van de Universele Vader. De Eeuwige Zoon is een vergeestelijkte personalisatie van de Vader; de Oneindige Geest is een verpersoonlijkte vergeestelijking van de Eeuwige Zoon en de Universele Vader.
1955 9:2.3 There are many untrammeled lines of spiritual force and sources of supermaterial power linking the people of Urantia directly with the Deities of Paradise. There exist the connection of the Thought Adjusters direct with the Universal Father, the widespread influence of the spiritual-gravity urge of the Eternal Son, and the spiritual presence of the Conjoint Creator. There is a difference in function between the spirit of the Son and the spirit of the Spirit. The Third Person in his spiritual ministry may function as mind plus spirit or as spirit alone.
1997 9:2.3 Er bestaan vele onbelemmerde geestelijke krachtlijnen en bronnen van bovenmateriële kracht, die de bevolking van Urantia rechtstreeks verbinden met de Godheden op het Paradijs. Zo bestaan er de rechtstreekse verbinding van de Gedachtenrichters met de Universele Vader, de wijdverbreide invloed van de drang van de geestelijke zwaartekracht van de Eeuwige Zoon, en de geestelijke tegenwoordigheid van de Vereende Schepper. Er is een verschil in functie tussen de geest van de Zoon en de geest van de Geest. De Derde Persoon kan in zijn geestelijk dienstbetoon functioneren als bewustzijn plus geest of als geest alleen.
1955 9:2.4 In addition to these Paradise presences, Urantians benefit by the spiritual influences and activities of the local and the superuniverse, with their almost endless array of loving personalities who ever lead the true of purpose and the honest of heart upward and inward towards the ideals of divinity and the goal of supreme perfection.
1997 9:2.4 Naast deze Paradijs-tegenwoordigheden ondervinden de Urantianen ook de geestelijke invloeden en activiteiten van het plaatselijk universum en het superuniversum, met hun welhaast eindeloze reeks liefdevolle persoonlijkheden die de standvastigen en de oprechten immer opwaarts en binnenwaarts leiden naar de idealen van goddelijkheid en het doel van allerhoogste volmaaktheid.
1955 9:2.5 The presence of the universal spirit of the Eternal Son we know—we can unmistakably recognize it. The presence of the Infinite Spirit, the Third Person of Deity, even mortal man may know, for material creatures can actually experience the beneficence of this divine influence which functions as the Holy Spirit of local universe bestowal upon the races of mankind. Human beings can also in some degree become conscious of the Adjuster, the impersonal presence of the Universal Father. These divine spirits which work for man’s uplifting and spiritualization all act in unison and in perfect co-operation. They are as one in the spiritual operation of the plans of mortal ascension and perfection attainment.
1997 9:2.5 De aanwezigheid van de universele geest van de Eeuwige Zoon kennen wij — wij kunnen haar onmiskenbaar onderkennen. De aanwezigheid van de Oneindige Geest, de Derde Persoon der Godheid, kan zelfs de sterfelijke mens kennen, want materiële schepselen kunnen daadwerkelijk de weldadigheid ervaren van deze goddelijke invloed, die functioneert als de Heilige Geest die in een plaatselijk universum aan de geslachten der mensheid wordt verleend. Mensen kunnen zich ook tot op zekere hoogte bewust worden van de Richter, de onpersoonlijke tegenwoordigheid van de Universele Vader. Deze goddelijke geesten die werkzaam zijn ter verheffing en vergeestelijking van de mens, handelen allen eendrachtig in volmaakte samenwerking. Zij zijn als één in het geestelijke uitwerken van de plannen voor de opklimming en het bereiken van de volmaaktheid van de stervelingen.
3. THE UNIVERSAL MANIPULATOR
3. DE UNIVERSELE BEWERKER
1955 9:3.1 The Isle of Paradise is the source and substance of physical gravity; and that should be sufficient to inform you that gravity is one of the most real and eternally dependable things in the whole physical universe of universes. Gravity cannot be modified or annulled except by the forces and energies conjointly sponsored by the Father and the Son, which have been intrusted to, and are functionally associated with, the person of the Third Source and Center.
1997 9:3.1 Het Paradijs-Eiland is de bron en de substantie van de fysische zwaartekracht; dit zou dan ook voldoende moeten zijn om u te doen weten dat zwaartekracht een van de meest werkelijke en eeuwig betrouwbare zaken is in het gehele fysische universum van universa. Zwaartekracht kan niet worden gemodificeerd of opgeheven, behalve door de krachten en energieën die door de Vader en de Zoon gezamenlijk in stand worden gehouden, en die zijn toevertrouwd aan, en functioneel verbonden met, de persoon van de derde Bron en Centrum.
1955 9:3.2 The Infinite Spirit possesses a unique and amazing power — antigravity. This power is not functionally (observably) present in either the Father or the Son. This ability to withstand the pull of material gravity, inherent in the Third Source, is revealed in the personal reactions of the Conjoint Actor to certain phases of universe relationships. And this unique attribute is transmissible to certain of the higher personalities of the Infinite Spirit.
1997 9:3.2 De Oneindige Geest bezit een uniek, verbazingwekkend vermogen — antizwaartekracht. Deze kracht is noch in de Vader, noch in de Zoon functioneel (waarneembaar) aanwezig. Dit vermogen om de aantrekking van de materiële zwaartekracht te weerstaan dat inherent is in de Derde Bron, treedt aan de dag in de persoonlijke reacties van de Vereend Handelende Geest op bepaalde fasen van universum-betrekkingen. Deze unieke eigenschap is voorts overdraagbaar aan bepaalde hogere persoonlijkheden van de Oneindige Geest.
1955 9:3.3 Antigravity can annul gravity within a local frame; it does so by the exercise of equal force presence. It operates only with reference to material gravity, and it is not the action of mind. The gravity-resistant phenomenon of a gyroscope is a fair illustration of the effect of antigravity but of no value to illustrate the cause of antigravity.
1997 9:3.3 Antizwaartekracht kan de zwaartekracht binnen een plaatselijk kader opheffen en doet dit door het uitoefenen van een even grote kracht-aanwezigheid. Zij werkt slechts met betrekking tot de materiële zwaartekracht, en is niet de werking van bewustzijn. Het verschijnsel dat een gyroscoop de zwaartekracht weerstaat, is een aardige illustratie van het effect van de antizwaartekracht, maar is van generlei waarde om de oorzaak ervan te verduidelijken.
1955 9:3.4 Still further does the Conjoint Actor display powers which can transcend force and neutralize energy. Such powers operate by slowing down energy to the point of materialization and by other techniques unknown to you.
1997 9:3.4 Ook verder vertoont de Vereend Handelende Geest vermogens die kracht te boven kunnen gaan en energie kunnen neutraliseren. Deze vermogens werken door energie te vertragen tot het punt van materialisatie, en ook door middel van andere technieken die u onbekend zijn.
1955 9:3.5 The Conjoint Creator is not energy nor the source of energy nor the destiny of energy; he is the manipulator of energy. The Conjoint Creator is action—motion, change, modification, co-ordination, stabilization, and equilibrium. The energies subject to the direct or indirect control of Paradise are by nature responsive to the acts of the Third Source and Center and his manifold agencies.
1997 9:3.5 De Vereende Schepper is geen energie, noch de bron van energie of de bestemming van energie; hij is de bewerker van energie. De Vereende Schepper is actie — beweging, verandering, modificatie, coördinatie, stabilisatie en evenwicht. De energieën die direct of indirect door het Paradijs worden beheerst, reageren van nature op de handelingen van de Derde Bron en Centrum en diens veelsoortige vertegenwoordigers.
1955 9:3.6 The universe of universes is permeated by the power-control creatures of the Third Source and Center: physical controllers, power directors, power centers, and other representatives of the God of Action who have to do with the regulation and stabilization of physical energies. These unique creatures of physical function all possess varying attributes of power control, such as antigravity, which they utilize in their efforts to establish the physical equilibrium of the matter and energies of the grand universe.
1997 9:3.6 Overal in het universum van universa treft men de schepselen van de Derde Bron en Centrum aan die kracht beheersen: fysische controleurs, krachtdirigenten, krachtcentra en andere vertegenwoordigers van de God van Handeling, die te maken hebben met de regulering en stabilisatie van fysische energieën. Deze unieke wezens die fysisch functioneren, bezitten allen verschillende attributen voor het beheersen van kracht, zoals antizwaartekracht, die zij aanwenden bij hun inspanningen om het fysische evenwicht van de materie en de energieën van het groot universum tot stand te brengen.
1955 9:3.7 All these material activities of the God of Action appear to relate his function to the Isle of Paradise, and indeed the agencies of power are all regardful of, even dependent on, the absoluteness of the eternal Isle. But the Conjoint Actor does not act for, or in response to, Paradise. He acts, personally, for the Father and the Son. Paradise is not a person. The nonpersonal, impersonal, and otherwise not personal doings of the Third Source and Center are all volitional acts of the Conjoint Actor himself; they are not reflections, derivations, or repercussions of anything or anybody.
1997 9:3.7 Al deze materiële activiteiten van de God van Handeling lijken zijn functie in verband te brengen met het Paradijs-Eiland, en inderdaad nemen alle krachtinstanties de absoluutheid van het eeuwige Eiland in acht, en zijn er zelfs afhankelijk van. Maar de Vereend Handelende Geest handelt niet voor, of in reactie op, het Paradijs. Hij handelt, persoonlijk, voor de Vader en de Zoon. Het Paradijs is geen persoon. De niet-persoonlijke, onpersoonlijke handelingen van de Derde Bron en Centrum, en zijn handelingen die anderszins niet persoonlijk zijn, zijn alle wilsdaden van de Vereend Handelende Geest zelf; het zijn niet weerspiegelingen, aflei-dingen, of repercussies van iets of iemand anders.
1955 9:3.8 Paradise is the pattern of infinity; the God of Action is the activator of that pattern. Paradise is the material fulcrum of infinity; the agencies of the Third Source and Center are the levers of intelligence which motivate the material level and inject spontaneity into the mechanism of the physical creation.
1997 9:3.8 Het Paradijs is het patroon der oneindigheid; de God van Handeling is de activeerder van dit patroon. Het Paradijs is het materiële draaipunt der oneindigheid; de instanties van de Derde Bron en Centrum zijn de hefbomen van de intelligentie die het materiële niveau motiveren en spontaneïteit injecteren in het mechanisme van de fysische schepping.
4. THE ABSOLUTE MIND
4. HET ABSOLUTE BEWUSTZIJN
1955 9:4.1 There is an intellectual nature of the Third Source and Center that is distinct from his physical and spiritual attributes. Such a nature is hardly contactable, but it is associable—intellectually though not personally. It is distinguishable from the physical attributes and the spiritual character of the Third Person on mind levels of function, but to the discernment of personalities this nature never functions independently of physical or spiritual manifestations.
1997 9:4.1 De Derde Bron en Centrum heeft een intellectuele natuur die onderscheiden is van zijn fysische en geestelijke eigenschappen. Met zulk een natuur kan men vrijwel niet in contact treden, maar intellectueel, ofschoon niet persoonlijk, kan men er zich wel mee verenigen. Zij kan worden onderscheiden van de fysische eigenschappen en het geestelijke karakter van de Derde Persoon op bewustzijnsniveaus van functioneren, maar in de waarneming van persoonlijkheden functioneert deze natuur nooit onafhankelijk van fysische of geestelijke manifestaties.
1955 9:4.2 The absolute mind is the mind of the Third Person; it is inseparable from the personality of God the Spirit. Mind, in functioning beings, is not separated from energy or spirit, or both. Mind is not inherent in energy; energy is receptive and responsive to mind; mind can be superimposed upon energy, but consciousness is not inherent in the purely material level. Mind does not have to be added to pure spirit, for spirit is innately conscious and identifying. Spirit is always intelligent, minded in some way. It may be this mind or that mind, it may be premind or supermind, even spirit mind, but it does the equivalent of thinking and knowing. The insight of spirit transcends, supervenes, and theoretically antedates the consciousness of mind.
1997 9:4.2 Het absolute bewustzijn is het bewustzijn van de Derde Persoon: het is niet te scheiden van de persoonlijkheid van God de Geest. Bewustzijn, bij functionerende wezens, is niet gescheiden van energie of geest, of van beide. Bewustzijn is niet inherent in energie, energie is ontvankelijk voor, en reageert op, bewustzijn; bewustzijn kan aan energie worden toegevoegd, maar bewustheid is niet inherent in het zuiver materiële niveau. Bewustzijn behoeft niet te worden toegevoegd aan zuivere geest, want geest is van nature bewust en identificerend. Geest is altijd intelligent, heeft altijd de een of andere vorm van bewustzijn. Het kan dit bewustzijn of dat bewustzijn zijn, het kan voorbewustzijn of bovenbewustzijn zijn, of zelfs geest-bewustzijn, maar het is altijd bezig met het equivalent van denken en kennen. Het inzicht van geest transcendeert, volgt op, en gaat theoretisch vooraf aan, de bewustheid van bewustzijn.
1955 9:4.3 The Conjoint Creator is absolute only in the domain of mind, in the realms of universal intelligence. The mind of the Third Source and Center is infinite; it utterly transcends the active and functioning mind circuits of the universe of universes. The mind endowment of the seven superuniverses is derived from the Seven Master Spirits, the primary personalities of the Conjoint Creator. These Master Spirits distribute mind to the grand universe as the cosmic mind, and your local universe is pervaded by the Nebadon variant of the Orvonton type of cosmic mind.
1997 9:4.3 De Vereende Schepper is alleen absoluut in het domein van het bewustzijn, in de gebieden van de universele intelligentie. Het bewustzijn van de Derde Bron en Centrum is oneindig; het gaat de actieve, functionerende bewustzijnscircuits van het universum van universa volstrekt te boven. Het bewustzijn waarmee de zeven superuniversa zijn begiftigd, komt voort uit de Zeven Meester-Geesten, de primaire persoonlijkheden van de Vereende Schepper. Deze Meester-Geesten distribueren bewustzijn over het groot universum in de vorm van het kosmische bewustzijn, en uw plaatselijk universum is doordrongen van de Nebadon-variant van het Orvonton-type van kosmisch bewustzijn.
1955 9:4.4 Infinite mind ignores time, ultimate mind transcends time, cosmic mind is conditioned by time. And so with space: The Infinite Mind is independent of space, but as descent is made from the infinite to the adjutant levels of mind, intellect must increasingly reckon with the fact and limitations of space.
1997 9:4.4 Het oneindige bewustzijn negeert de tijd, het ultieme bewustzijn transcendeert de tijd, het kosmische bewustzijn is door de tijd bepaald. Zo is het ook met de ruimte: het Oneindig Bewustzijn is onafhankelijk van de ruimte, doch naarmate er wordt afgedaald van het oneindige niveau naar de niveaus van de assistent-geesten van het bewustzijn, dient verstand steeds meer rekening te houden met het feit en de beperkingen van de ruimte.
1955 9:4.5 Cosmic force responds to mind even as cosmic mind responds to spirit. Spirit is divine purpose, and spirit mind is divine purpose in action. Energy is thing, mind is meaning, spirit is value. Even in time and space, mind establishes those relative relationships between energy and spirit which are suggestive of mutual kinship in eternity.
1997 9:4.5 Kosmische kracht reageert op bewustzijn net zoals het kosmische bewustzijn reageert op geest. Geest is goddelijk voornemen en geest-bewustzijn is goddelijk voornemen in actie. Energie is ding, bewustzijn is betekenis, geest is waarde. Zelfs in tijd en ruimte brengt bewustzijn die relatieve betrekkingen tussen energie en geest tot stand, die wijzen op onderlinge verwantschap in de eeuwigheid.
1955 9:4.6 Mind transmutes the values of spirit into the meanings of intellect; volition has power to bring the meanings of mind to fruit in both the material and spiritual domains. The Paradise ascent involves a relative and differential growth in spirit, mind, and energy. The personality is the unifier of these components of experiential individuality.
1997 9:4.6 Bewustzijn transmuteert de waarden van geest tot betekenissen van het intellect; het wilsvermogen heeft de kracht om de betekenissen van het bewustzijn zowel op materieel als op geestelijk gebied vrucht te doen dragen. De opklimming naar het Paradijs brengt een relatieve, kenmerkende groei in geest, bewustzijn, en energie met zich mee. De persoonlijkheid is de vereniger van deze componenten van de experiëntiële individualiteit.
5. THE MINISTRY OF MIND
5. HET DIENSTBETOON VAN BEWUSTZIJN
1955 9:5.1 The Third Source and Center is infinite in mind. If the universe should grow to infinity, still his mind potential would be adequate to endow limitless numbers of creatures with suitable minds and other prerequisites of intellect.
1997 9:5.1 De Derde Bron en Centrum is oneindig in bewustzijn. Indien het universum tot in het oneindige zou groeien, zou het potentieel van zijn bewustzijn nog steeds toereikend zijn om onbeperkte aantallen schepselen het passende bewustzijn en andere noodzakelijke voorwaarden voor intellect te verlenen.
1955 9:5.2 In the domain of created mind the Third Person, with his co-ordinate and subordinate associates, rules supreme. The realms of creature mind are of exclusive origin in the Third Source and Center; he is the bestower of mind. Even the Father fragments find it impossible to indwell the minds of men until the way has been properly prepared for them by the mind action and spiritual function of the Infinite Spirit.
1997 9:5.2 In het domein van geschapen bewustzijn heeft de Derde Persoon, samen met zijn mede-werkenden en ondergeschikten, de allerhoogste macht. De domeinen van het schepsel-bewustzijn ontspringen uitsluitend aan de Derde Bron en Centrum: hij is de schenker van bewustzijn. Zelfs de Vader-fragmenten zijn van mening dat het onmogelijk is in het bewustzijn van mensen te wonen totdat hun op de juiste wijze daartoe de weg is gebaand door de bewustzijnsactie en het geestelijk functioneren van de Oneindige Geest.
1955 9:5.3 The unique feature of mind is that it can be bestowed upon such a wide range of life. Through his creative and creature associates the Third Source and Center ministers to all minds on all spheres. He ministers to human and subhuman intellect through the adjutants of the local universes and, through the agency of the physical controllers, ministers even to the lowest nonexperiencing entities of the most primitive types of living things. And always is the direction of mind a ministry of mind-spirit or mind-energy personalities.
1997 9:5.3 Het unieke kenmerk van bewustzijn is dat het aan zo’n omvangrijke reeks levensvormen verleend kan worden. Door middel van zijn scheppende en geschapen medewerkers, verleent de Derde Bron en Centrum bijstand aan alle bewustzijn op alle werelden. Hij verzorgt het menselijke en sub-menselijke verstand door middel van de assistenten van de plaatselijke universa, en door middel van de fysische controleurs staat hij zelfs de laagste niet-ervarende entiteiten van de primitiefste levensvormen bij. Het leiding geven aan bewustzijn is dan ook altijd een dienstbetoon van bewustzijn-geest- of van bewustzijn-energie-persoonlijkheden.
1955 9:5.4 Since the Third Person of Deity is the source of mind, it is quite natural that the evolutionary will creatures find it easier to form comprehensible concepts of the Infinite Spirit than they do of either the Eternal Son or the Universal Father. The reality of the Conjoint Creator is disclosed imperfectly in the very existence of human mind. The Conjoint Creator is the ancestor of the cosmic mind, and the mind of man is an individualized circuit, an impersonal portion, of that cosmic mind as it is bestowed in a local universe by a Creative Daughter of the Third Source and Center.
1997 9:5.4 Daar de Derde Persoon der Godheid de bron is van het bewustzijn, is het heel natuurlijk dat de evolutionaire wilsschepselen het gemakkelijker vinden om zich begrijpelijke voorstellingen te vormen van de Oneindige Geest, dan van de Eeuwige Zoon of de Universele Vader[3]. De werkelijkheid van de Vereende Schepper wordt juist door het bestaan van het menselijke bewustzijn op onvolmaakte wijze onthuld. Uit de Vereende Schepper komt het kosmische bewustzijn voort en het bewustzijn van de mens is een geïndividualiseerd circuit, een onpersoonlijk gedeelte, van dit kosmische bewustzijn in de vorm waarin het in een plaatselijk universum wordt verleend door een Scheppende Dochter van de Derde Bron en Centrum.
1955 9:5.5 Because the Third Person is the source of mind, do not presume to reckon that all phenomena of mind are divine. Human intellect is rooted in the material origin of the animal races. Universe intelligence is no more a true revelation of God who is mind than is physical nature a true revelation of the beauty and harmony of Paradise. Perfection is in nature, but nature is not perfect. The Conjoint Creator is the source of mind, but mind is not the Conjoint Creator.
1997 9:5.5 Hoewel de Derde Persoon de bron is van bewustzijn, dient ge niet van de gedachte uit te gaan dat daarom alle bewustzijnsverschijnselen goddelijk zijn. Het menselijke intellect heeft zijn wortels in de materiële oorsprong van de rassen der dieren. Universum-intelligentie is evenmin een ware openbaring van God die bewustzijn is, als de fysische natuur een ware openbaring is van de schoonheid en harmonie van het Paradijs. Er is volmaaktheid in de natuur, maar de natuur is niet volmaakt. De Vereende Schepper is de bron van bewustzijn, maar bewustzijn is niet de Vereende Schepper.
1955 9:5.6 Mind, on Urantia, is a compromise between the essence of thought perfection and the evolving mentality of your immature human nature. The plan for your intellectual evolution is, indeed, one of sublime perfection, but you are far short of that divine goal as you function in the tabernacles of the flesh. Mind is truly of divine origin, and it does have a divine destiny, but your mortal minds are not yet of divine dignity.
1997 9:5.6 Op Urantia is bewustzijn een compromis tussen de essentie van het volmaakte denken en de evoluerende intelligentie van uw onrijpe menselijke natuur. Het plan voor uw verstandelijke evolutie is inderdaad van een sublieme volmaaktheid, maar zoals ge functioneert in de tabernakelen van het vlees, zijt ge nog ver van dat goddelijke doel verwijderd. Bewustzijn is waarlijk van goddelijke oorsprong en heeft inderdaad een goddelijke bestemming, maar uw sterfelijke bewustzijn bezit nog geen goddelijke waardigheid.
1955 9:5.7 Too often, all too often, you mar your minds by insincerity and sear them with unrighteousness; you subject them to animal fear and distort them by useless anxiety. Therefore, though the source of mind is divine, mind as you know it on your world of ascension can hardly become the object of great admiration, much less of adoration or worship. The contemplation of the immature and inactive human intellect should lead only to reactions of humility.
1997 9:5.7 Te vaak, al te vaak, ontsiert ge uw bewustzijn door onoprechtheid en laat ge het verdorren door onrechtvaardigheid: ge laat uw bewustzijn door dierlijke vrees overheersen en misvormt het door nutteloze bezorgdheid. Ofschoon de bron van het bewustzijn goddelijk is, kan bewustzijn zoals gij het op uw wereld van opgang kent, daarom nauwelijks het voorwerp van grote bewondering worden, en nog veel minder van adoratie of verering. De beschouwing van het onrijpe, inactieve menselijke intellect zou slechts tot reacties van nederigheid moeten leiden.
6. THE MIND-GRAVITY CIRCUIT
6. HET CIRCUIT DER BEWUSTZIJNSZWAARTEKRACHT
1955 9:6.1 The Third Source and Center, the universal intelligence, is personally conscious of every mind, every intellect, in all creation, and he maintains a personal and perfect contact with all these physical, morontial, and spiritual creatures of mind endowment in the far-flung universes. All these activities of mind are grasped in the absolute mind-gravity circuit which focalizes in the Third Source and Center and is a part of the personal consciousness of the Infinite Spirit.
1997 9:6.1 De Derde Bron en Centrum, de universele intelligentie, is zich persoonlijk bewust van ieder bewustzijn, ieder verstand, in de ganse schepping, en hij onderhoudt een persoonlijk, volmaakt contact met al deze met bewustzijn begiftigde, fysische, morontiale en geestelijke schepselen in de wijdverbreide universa[4]. Al deze activiteiten van bewustzijn worden opgenomen in het absolute circuit van bewustzijnszwaartekracht, dat convergeert in de Derde Bron en Centrum en deel uitmaakt van het persoonlijke bewustzijn van de Oneindige Geest.
1955 9:6.2 Much as the Father draws all personality to himself, and as the Son attracts all spiritual reality, so does the Conjoint Actor exercise a drawing power on all minds; he unqualifiedly dominates and controls the universal mind circuit. All true and genuine intellectual values, all divine thoughts and perfect ideas, are unerringly drawn into this absolute circuit of mind.
1997 9:6.2 Ongeveer op dezelfde wijze als de Vader alle persoonlijkheid tot zich trekt en de Zoon alle geestelijke werkelijkheid aantrekt, zo oefent de Vereend Handelende Geest een aantrekkingskracht uit op alle bewustzijn; zonder enige restrictie domineert en reguleert hij het universele bewustzijnscircuit[5]. Alle ware en echte verstandelijke waarden, alle goddelijke gedachten en volmaakte ideeën worden feilloos dit absolute bewustzijnscircuit ingetrokken.
1955 9:6.3 Mind gravity can operate independently of material and spiritual gravity, but wherever and whenever the latter two impinge, mind gravity always functions. When all three are associated, personality gravity may embrace the material creature—physical or morontial, finite or absonite. But irrespective of this, the endowment of mind even in impersonal beings qualifies them to think and endows them with consciousness despite the total absence of personality.
1997 9:6.3 Bewustzijnszwaartekracht kan onafhankelijk van materiële en geestelijke zwaartekracht opereren, maar waar en wanneer de beide laatste ook maar van invloed zijn, functioneert ook de bewustzijnszwaartekracht. Wanneer alle drie met elkaar zijn verbonden, kan het materiële schepsel — fysisch of morontiaal, eindig of absoniet — worden omhelsd door de persoonlijkheidszwaartekracht. Maar onafhankelijk hiervan stelt de begiftiging met bewustzijn zelfs onpersoonlijke wezens in staat tot denken en maakt zij hen bewust, ondanks de totale afwezigheid van persoonlijkheid.
1955 9:6.4 Selfhood of personality dignity, human or divine, immortal or potentially immortal, does not however originate in either spirit, mind, or matter; it is the bestowal of the Universal Father. Neither is the interaction of spirit, mind, and material gravity a prerequisite to the appearance of personality gravity. The Father’s circuit may embrace a mind-material being who is unresponsive to spirit gravity, or it may include a mind-spirit being who is unresponsive to material gravity. The operation of personality gravity is always a volitional act of the Universal Father.
1997 9:6.4 Zelfheid met de waardigheid van persoonlijkheid, menselijk of goddelijk, onsterfelijk of potentieel onsterfelijk, ontstaat echter niet in geest, bewustzijn, of materie; zij is de schenking van de Universele Vader. Evenmin is de wisselwerking tussen de zwaartekrachten van geest, bewustzijn en materie een eerste vereiste voor het verschijnen van persoonlijkheidszwaartekracht. Het circuit van de Vader kan een materieel wezen met bewustzijn omhelzen dat niet reageert op geest-zwaartekracht, en ook een geest-wezen met bewustzijn dat niet reageert op materiële zwaartekracht. De werking van de persoonlijkheidszwaartekracht is altijd een wilsdaad van de Universele Vader.
1955 9:6.5 While mind is energy associated in purely material beings and spirit associated in purely spiritual personalities, innumerable orders of personality, including the human, possess minds that are associated with both energy and spirit. The spiritual aspects of creature mind unfailingly respond to the spirit-gravity pull of the Eternal Son; the material features respond to the gravity urge of the material universe.
1997 9:6.5 Terwijl het bewustzijn met energie is verbonden in zuiver materiële wezens, en met geest in zuiver geestelijke persoonlijkheden, bezitten talloze orden van persoonlijkheid, waaronder de menselijke, een bewustzijn dat zowel met energie als met geest is verbonden. De geestelijke aspecten van het schepsel-bewustzijn reageren immer en altijd op de aantrekking van de geest-zwaartekracht van de Eeuwige Zoon; de materiële aspecten reageren op de zwaarte-kracht-impuls van het materiële universum.
1955 9:6.6 Cosmic mind, when not associated with either energy or spirit, is subject to the gravity demands of neither material nor spiritual circuits. Pure mind is subject only to the universal gravity grasp of the Conjoint Actor. Pure mind is close of kin to infinite mind, and infinite mind (the theoretical co-ordinate of the absolutes of spirit and energy) is apparently a law in itself.
1997 9:6.6 Wanneer het kosmische bewustzijn met energie noch met geest is geassocieerd, is het niet onderworpen aan de eisen van de zwaartekracht van het materiële of het geestelijke circuit. Puur bewustzijn is alleen onderhevig aan de universele greep van de zwaartekracht van de Vereend Handelende Geest. Puur bewustzijn is nauw verwant aan oneindig bewustzijn, en oneindig bewustzijn (de theoretische soortgenoot van de absoluten van geest en energie) is blijkbaar een wet op zichzelf.
1955 9:6.7 The greater the spirit-energy divergence, the greater the observable function of mind; the lesser the diversity of energy and spirit, the lesser the observable function of mind. Apparently, the maximum function of the cosmic mind is in the time universes of space. Here mind seems to function in a mid-zone between energy and spirit, but this is not true of the higher levels of mind; on Paradise, energy and spirit are essentially one.
1997 9:6.7 Hoe groter de divergentie van geest en energie, des te groter is de waarneembare functie van bewustzijn; hoe minder energie en geest van elkaar verschillen, des te kleiner is de waarneembare functie van bewustzijn. Klaarblijkelijk functioneert het kosmische bewustzijn maximaal in de tijdsuniversa in de ruimte. Hier lijkt het bewustzijn te functioneren in een midden-zone tussen energie en geest, maar dit geldt niet voor de hogere niveaus van bewustzijn: op het Paradijs zijn energie en geest in wezen één.
1955 9:6.8 The mind-gravity circuit is dependable; it emanates from the Third Person of Deity on Paradise, but not all the observable function of mind is predictable. Throughout all known creation there parallels this circuit of mind some little-understood presence whose function is not predictable. We believe that this unpredictability is partly attributable to the function of the Universal Absolute. What this function is, we do not know; what actuates it, we can only conjecture; concerning its relation to creatures, we can only speculate.
1997 9:6.8 Het circuit der bewustzijnszwaartekracht is betrouwbaar; het emaneert uit de Derde Persoon der Godheid op het Paradijs, maar niet al het waarneembaar functioneren van bewustzijn is voorspelbaar. Overal in de bekende schepping, bestaat een aanwezigheid parallel aan dit bewustzijnscircuit, die grotendeels onbegrepen is en waarvan de functie niet voorspelbaar is. Wij geloven dat deze onvoorspelbaarheid ten dele moet worden toegeschreven aan de functie van het Universeel Absolute. Wat deze functie is, weten wij niet; wij kunnen slechts gissen naar wat haar aandrijft, en wij kunnen alleen speculeren over de relatie waarin deze functie staat ten opzichte van schepselen.
1955 9:6.9 Certain phases of the unpredictability of finite mind may be due to the incompleteness of the Supreme Being, and there is a vast zone of activities wherein the Conjoint Actor and the Universal Absolute may possibly be tangent. There is much about mind that is unknown, but of this we are sure: The Infinite Spirit is the perfect expression of the mind of the Creator to all creatures; the Supreme Being is the evolving expression of the minds of all creatures to their Creator.
1997 9:6.9 Bepaalde fasen van de onvoorspelbaarheid van het eindige bewustzijn zijn wellicht te wijten aan de onvolledigheid van de Allerhoogste, en bovendien bestaat er een immense zone van activiteiten waarin de Vereend Handelende Geest en het Universeel Absolute elkaar mogelijk raken. Veel van wat met bewustzijn verband houdt is onbekend, maar wij zijn zeker van het volgende: de Oneindige Geest is voor alle schepselen de volmaakte uitdrukking van het bewustijn van de Schepper; de Allerhoogste is de evoluerende uitdrukking van het bewustzijn van alle schepselen aan hun Schepper.
7. UNIVERSE REFLECTIVITY
7. UNIVERSUM-REFLECTIVITEIT
1955 9:7.1 The Conjoint Actor is able to co-ordinate all levels of universe actuality in such manner as to make possible the simultaneous recognition of the mental, the material, and the spiritual. This is the phenomenon of universe reflectivity, that unique and inexplicable power to see, hear, sense, and know all things as they transpire throughout a superuniverse, and to focalize, by reflectivity, all this information and knowledge at any desired point. The action of reflectivity is shown in perfection on each of the headquarters worlds of the seven superuniverses. It is also operative throughout all sectors of the superuniverses and within the boundaries of the local universes. Reflectivity finally focalizes on Paradise.
1997 9:7.1 De Vereend Handelende Geest is in staat om alle niveaus van actualiteit in het universum zo te coördineren, dat het mentale, het materiële en het geestelijke gelijktijdig kunnen worden onderkend. Dit is het verschijnsel van de universum-reflectiviteit, het unieke, onverklaarbare vermogen om alle dingen die zich in een heel superuniversum voordoen, te zien, te horen, te voelen en te kennen, en al deze informatie en kennis door reflectiviteit in ieder gewenst punt te concentreren. De werking van de reflectiviteit wordt in volmaaktheid getoond op iedere hoofdkwartierwereld van de zeven superuniversa. Deze reflectiviteit werkt ook in alle sectoren van de superuniversa en binnen de grenzen van de plaatselijke universa. Uiteindelijk convergeert de reflectiviteit op het Paradijs.
1955 9:7.2 The phenomenon of reflectivity, as it is disclosed on the superuniverse headquarters worlds in the amazing performances of the reflective personalities there stationed, represents the most complex interassociation of all phases of existence to be found in all creation. Lines of spirit can be traced back to the Son, physical energy to Paradise, and mind to the Third Source; but in the extraordinary phenomenon of universe reflectivity there is a unique and exceptional unification of all three, so associated as to enable the universe rulers to know about remote conditions instantaneously, simultaneously with their occurrence.
1997 9:7.2 Het verschijnsel der reflectiviteit, zoals dit op de hoofdkwartierwerelden van de superuniversa wordt onthuld in de verbazingwekkende prestaties van de reflectieve persoonlijkheden die daar zijn gestationeerd, vormt de meest complexe onderlinge verbinding van alle bestaansfasen die in de ganse schepping wordt aangetroffen. Lijnen van geest leiden terug naar de Zoon, materiële energie naar het Paradijs, en bewustzijn naar de Derde Bron; maar in het buitengewone verschijnsel van de universum-reflectiviteit zien wij een unieke en uitzonderlijke unificatie van alledrie, zo onderling verbonden dat de bestuurders van het universum hierdoor in staat zijn om ogenblikkelijk, op hetzelfde moment dat deze zich voordoen, kennis te nemen van toestanden op verre afstand.
1955 9:7.3 Much of the technique of reflectivity we comprehend, but there are many phases which truly baffle us. We know that the Conjoint Actor is the universe center of the mind circuit, that he is the ancestor of the cosmic mind, and that cosmic mind operates under the dominance of the absolute mind gravity of the Third Source and Center. We know further that the circuits of the cosmic mind influence the intellectual levels of all known existence; they contain the universal space reports, and just as certainly they focus in the Seven Master Spirits and converge in the Third Source and Center.
1997 9:7.3 Veel van de techniek van de reflectiviteit begrijpen wij, maar zij heeft ook vele verschijningsvormen die ons werkelijk verbijsteren. Wij weten dat de Vereend Handelende Geest het universum-centrum is van het bewustzijnscircuit, dat hij de voorzaat is van het kosmische bewustzijn en dat het kosmische bewustzijn opereert onder de dominantie van de absolute bewustzijnszwaartekracht van de Derde Bron en Centrum. Wij weten voorts dat de circuits van het kosmische bewustzijn de verstandelijke niveaus van alle bekende bestaansvormen beïnvloeden: zij bevatten de berichten uit de universele ruimte, en even zeker komen zij samen in de Zeven Meester-Geesten en convergeren zij in de Derde Bron en Centrum.
1955 9:7.4 The relationship between the finite cosmic mind and the divine absolute mind appears to be evolving in the experiential mind of the Supreme. We are taught that, in the dawn of time, this experiential mind was bestowed upon the Supreme by the Infinite Spirit, and we conjecture that certain features of the phenomenon of reflectivity can be accounted for only by postulating the activity of the Supreme Mind. If the Supreme is not concerned in reflectivity, we are at a loss to explain the intricate transactions and unerring operations of this consciousness of the cosmos.
1997 9:7.4 De betrekking tussen het eindige kosmische bewustzijn en het goddelijke absolute bewustzijn lijkt te evolueren in het experiëntiële bewustzijn van de Allerhoogste. Ons wordt geleerd dat dit ervaringsbewustzijn in de dageraad van de tijd door de Oneindige Geest aan de Allerhoogste is geschonken, en wij vermoeden dat bepaalde elementen van het verschijnsel der reflectiviteit slechts verklaard kunnen worden wanneer wij de activiteit van het Allerhoogste Bewustzijn vooronderstellen. Indien de Allerhoogste niet betrokken zou zijn in de reflectiviteit, zouden wij niet weten hoe wij de ingewikkelde verrichtingen en feilloze werking van dit bewustzijn van de kosmos zouden moeten verklaren.
1955 9:7.5 Reflectivity appears to be omniscience within the limits of the experiential finite and may represent the emergence of the presence-consciousness of the Supreme Being. If this assumption is true, then the utilization of reflectivity in any of its phases is equivalent to partial contact with the consciousness of the Supreme.
1997 9:7.5 De reflectiviteit lijkt alwetendheid te zijn binnen de grenzen van het experiëntieel eindige en vertegenwoordigt misschien de wording van de tegenwoordigheid-bewustheid van de Allerhoogste. Indien deze veronderstelling juist is, dan staat het nuttig gebruik van de reflectiviteit in welke fase dan ook gelijk aan een gedeeltelijk contact met de bewustheid van de Allerhoogste.
8. PERSONALITIES OF THE INFINITE SPIRIT
8. PERSOONLIJKHEDEN VAN DE ONEINDIGE GEEST
1955 9:8.1 The Infinite Spirit possesses full power to transmit many of his powers and prerogatives to his co-ordinate and subordinate personalities and agencies.
1997 9:8.1 ss De Oneindige Geest heeft alle macht om veel van zijn vermogens en prerogatieven over te dragen aan zijn medewerkers en ondergeschikte persoonlijkheden en instanties.
1955 9:8.2 The first Deity-creating act of the Infinite Spirit, functioning apart from the Trinity but in some unrevealed association with the Father and the Son, personalized in the existence of the Seven Master Spirits of Paradise, the distributors of the Infinite Spirit to the universes.
1997 9:8.2 De eerste Godheid-scheppende handeling van de Oneindige Geest, waarbij hij afzonderlijk van de Triniteit functioneerde, doch op een niet geopenbaarde wijze in verbinding met de Vader en de Zoon, personaliseerde in het bestaan van de Zeven Meester-Geesten van het Paradijs, de distributeurs van de Oneindige Geest aan de universa.
1955 9:8.3 There is no direct representative of the Third Source and Center on the headquarters of a superuniverse. Each of these seven creations is dependent on one of the Master Spirits of Paradise, who acts through the seven Reflective Spirits situated at the capital of the superuniverse.
1997 9:8.3 Er is geen rechtstreekse vertegenwoordiger van de Derde Bron en Centrum op het hoofdkwartier van een superuniversum. Elk van deze zeven scheppingen is afhankelijk van één der Meester-Geesten van het Paradijs, die handelt door middel van de zeven Reflectieve Geesten, welke gesitueerd zijn op de hoofdwereld van het superuniversum.
1955 9:8.4 The next and continuing creative act of the Infinite Spirit is disclosed, from time to time, in the production of the Creative Spirits. Every time the Universal Father and the Eternal Son become parent to a Creator Son, the Infinite Spirit becomes ancestor to a local universe Creative Spirit who becomes the close associate of that Creator Son in all subsequent universe experience.
1997 9:8.4 De volgende, voortdurende scheppingsdaad van de Oneindige Geest wordt van tijd tot tijd onthuld in het voortbrengen van de Scheppende Geesten. Telkens wanneer de Universele Vader en de Eeuwige Zoon ouders worden van een Schepper-Zoon, brengt de Oneindige Geest een Scheppende Geest van een plaatselijk universum voort, die de naaste partner van die Schepper-Zoon wordt in alle daaropvolgende ervaring in dit universum.
1955 9:8.5 Just as it is necessary to distinguish between the Eternal Son and the Creator Sons, so it is necessary to differentiate between the Infinite Spirit and the Creative Spirits, the local universe co-ordinates of the Creator Sons. What the Infinite Spirit is to the total creation, a Creative Spirit is to a local universe.
1997 9:8.5 Zoals het noodzakelijk is om onderscheid te maken tussen de Eeuwige Zoon en de Schepper-Zonen, is het ook noodzakelijk de Oneindige Geest te onderscheiden van de Scheppende Geesten, de soortgenoten van de Schepper-Zonen in de plaatselijke universa. Wat de Oneindige Geest is voor de totale schepping, is een Scheppende Geest voor een plaatselijk universum.
1955 9:8.6 The Third Source and Center is represented in the grand universe by a vast array of ministering spirits, messengers, teachers, adjudicators, helpers, and advisers, together with supervisors of certain circuits of physical, morontial, and spiritual nature. Not all of these beings are personalities in the strict meaning of the term. Personality of the finite-creature variety is characterized by:
1997 9:8.6 De Derde Bron en Centrum wordt in het groot universum vertegenwoordigd door een immense reeks dienende geesten, boodschappers, leraren, arbiters, helpers en adviseurs, tezamen met supervisoren van bepaalde circuits van materiële, morontiale en geestelijke aard. Niet al deze wezens zijn persoonlijkheden in de strikte betekenis des woords. Persoonlijkheid van de soort die eindige geschapen wezens bezitten, wordt gekenmerkt door:
1955 9:8.8 2. Objective response to the Father’s personality circuit.
1997 9:8.8 2. objectieve reactie op het persoonlijkheidscircuit van de Vader.
1955 9:8.9 There are creator personalities and creature personalities, and in addition to these two fundamental types there are personalities of the Third Source and Center, beings who are personal to the Infinite Spirit, but who are not unqualifiedly personal to creature beings. These Third Source personalities are not a part of the Father’s personality circuit. First Source personality and Third Source personality are mutually contactable; all personality is contactable.
1997 9:8.9 Er zijn schepper-persoonlijkheden en schepsel-persoonlijkheden, en naast deze twee fundamentele soorten zijn er persoonlijkheden van de Derde Bron en Centrum, wezens die voor de Oneindige Geest persoonlijk zijn, maar niet onvoorwaardelijk persoonlijk voor geschapen wezens. Deze persoonlijkheden van de Derde Bron maken geen deel uit van het persoonlijkheidscircuit van de Vader. Persoonlijkheden van de Eerste Bron en persoonlijkheden van de Derde Bron kunnen wederzijds wel contact met elkaar maken; met alle persoonlijkheid kan contact worden gemaakt.
1955 9:8.10 The Father bestows personality by his personal free will. Why he does so we can only conjecture; how he does so we do not know. Neither do we know why the Third Source bestows non-Father personality, but this the Infinite Spirit does in his own behalf, in creative conjunction with the Eternal Son and in numerous ways unknown to you. The Infinite Spirit can also act for the Father in the bestowal of First Source personality.
1997 9:8.10 De Vader verleent persoonlijkheid uit persoonlijke vrije wil. Naar de reden waarom hij dit doet, kunnen wij slechts gissen; hoe hij dit doet, weten wij niet. Evenmin weten wij waarom de Derde Bron niet-Vader-persoonlijkheid schenkt, maar de Oneindige Geest doet dit ten eigen behoeve, in scheppende samenwerking met de Eeuwige Zoon en op vele manieren die u onbekend zijn. De Oneindige Geest kan ook voor de Vader handelen bij het verlenen van Eerste Bron-persoonlijkheid.
1955 9:8.11 There are numerous types of Third Source personalities. The Infinite Spirit bestows Third Source personality upon numerous groups who are not included in the Father’s personality circuit, such as certain of the power directors. Likewise does the Infinite Spirit treat as personalities numerous groups of beings, such as the Creative Spirits, who are in a class by themselves in their relations to encircuited creatures of the Father.
1997 9:8.11 Er zijn talrijke typen persoonlijkheden van de Derde Bron. De Oneindige Geest verleent Derde Bron-persoonlijkheid aan talrijke groepen die niet in het persoonlijkheidscircuit van de Vader zijn opgenomen, zoals bepaalde krachtdirigenten. Ook behandelt de Oneindige Geest als persoonlijkheden talrijke groepen van wezens, zoals de Scheppende Geesten, die een klasse op zich vormen in hun betrekkingen tot de schepselen van de Vader, die in zijn circuit zijn opgenomen.
1955 9:8.12 Both First Source and Third Source personalities are endowed with all and more than man associates with the concept of personality; they have minds embracing memory, reason, judgment, creative imagination, idea association, decision, choice, and numerous additional powers of intellect wholly unknown to mortals. With few exceptions the orders revealed to you possess form and distinct individuality; they are real beings. A majority of them are visible to all orders of spirit existence.
1997 9:8.12 Zowel Eerste als Derde Bron-persoonlijkheden zijn begiftigd met alles wat de mens associeert met het begrip persoonlijkheid, en met zelfs nog meer; zij hebben bewustzijn met capaciteiten als herinnering, rede, oordeel, scheppende verbeelding, gedachtenassociatie, beslissingsvermogen, keuze en talrijke andere intellectuele vermogens die aan stervelingen geheel onbekend zijn. Enkele uitzonderingen daargelaten, bezitten de aan u geopenbaarde orden een gestalte en een duidelijk kenbare individualiteit: het zijn reële wezens. In meerderheid zijn zij zichtbaar voor alle orden van geest-bestaan.
1955 9:8.13 Even you will be able to see your spiritual associates of the lower orders as soon as you are delivered from the limited vision of your present material eyes and have been endowed with a morontia form with its enlarged sensitivity to the reality of spiritual things.
1997 9:8.13 Zelfs gij zult in staat zijn uw geestelijke metgezellen van de lagere orden te zien zodra ge bevrijd zijt van het beperkte gezichtsvermogen van uw huidige materiële ogen en begiftigd zijt met een morontia-gestalte, met haar verhoogde gevoeligheid voor de realiteit van geestelijke dingen.
1955 9:8.14 The functional family of the Third Source and Center, as it is revealed in these narratives, falls into three great groups:
1997 9:8.14 De functionele familie van de Derde Bron en Centrum, zoals in deze verhandelingen geopenbaard, kan in drie grote groepen worden ingedeeld:
1955 9:8.15 I. The Supreme Spirits. A group of composite origin that embraces, among others, the following orders:
1997 9:8.15 I. De Allerhoogste Geesten: dit is een groep van samengestelde oorsprong en omvat onder andere de volgende orden:
1955 9:8.16 1. The Seven Master Spirits of Paradise.
1997 9:8.16 1. de Zeven Meester-Geesten van het Paradijs;
1955 9:8.17 2. The Reflective Spirits of the Superuniverses.
1997 9:8.17 2. de Reflectieve Geesten van de Superuniversa;
1955 9:8.18 3. The Creative Spirits of the Local Universes.
1997 9:8.18 3. de Scheppende Geesten van de Plaatselijke Universa.
1955 9:8.19 II. The Power Directors. A group of control creatures and agencies that function throughout all organized space.
1997 9:8.19 II. De Krachtgeleiders: een groep regulerende schepselen en instanties die in de gehele georganiseerde ruimte werkzaam is.
1955 9:8.20 III. The Personalities of the Infinite Spirit. This designation does not necessarily imply that these beings are Third Source personalities though some of them are unique as will creatures. They are usually grouped in three major classifications:
1997 9:8.20 III. De Persoonlijkheden van de Oneindige Geest. Deze aanduiding betekent niet noodzakelijkerwijs dat deze wezens Derde Bron-persoonlijkheden zijn, ofschoon sommigen van hen als wilsschepselen uniek zijn. Zij worden gewoonlijk gegroepeerd in drie hoofdklassen:
1955 9:8.21 1. The Higher Personalities of the Infinite Spirit.
1997 9:8.21 1. de Hogere Persoonlijkheden van de Oneindige Geest;
1955 9:8.22 2. The Messenger Hosts of Space.
1997 9:8.22 2. de Heerscharen van Boodschappers in de Ruimte;
1955 9:8.24 These groups serve on Paradise, in the central or residential universe, in the superuniverses, and they embrace orders that function in the local universes, even to the constellations, systems, and planets.
1997 9:8.24 Deze groepen dienen op het Paradijs, in het centrale of residentiële universum en de superuniversa, en omvatten ook orden die functioneren in de plaatselijke universa, tot zelfs in de constellaties en stelsels en op de planeten toe.
1955 9:8.25 The spirit personalities of the vast family of the Divine and Infinite Spirit are forever dedicated to the service of the ministry of the love of God and the mercy of the Son to all the intelligent creatures of the evolutionary worlds of time and space. These spirit beings constitute the living ladder whereby mortal man climbs from chaos to glory.
1997 9:8.25 De geest-persoonlijkheden van de enorme familie van de Goddelijke, Oneindige Geest hebben zich voor altijd gewijd aan de dienst van het uitdragen van de liefde van God en de barmhartigheid van de Zoon aan alle intelligente schepselen van de evolutionaire werelden in tijd en ruimte. Deze geest-wezens vormen de levende ladder waarlangs de sterfelijke mens opklimt van chaos tot glorie.
1955 9:8.26 [Revealed on Urantia by a Divine Counselor of Uversa commissioned by the Ancients of Days to portray the nature and work of the Infinite Spirit.]
1997 9:8.26 [Op Urantia geopenbaard door een Goddelijk Raadsman van Uversa aan wie door de Ouden der Dagen is opgedragen de natuur en het werk van de Oneindige Geest te beschrijven.]
Verhandeling 8. De Oneindige Geest |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 10. De Paradijs-Triniteit |