Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 154. De laatste dagen in Kafarnaüm |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 156. Het verblijf in Tyrus en Sidon |
FLEEING THROUGH NORTHERN GALILEE
OP DE VLUCHT DOOR NOORD-GALILEA
1955 155:0.1 SOON after landing near Kheresa on this eventful Sunday, Jesus and the twenty-four went a little way to the north, where they spent the night in a beautiful park south of Bethsaida-Julias. They were familiar with this camping place, having stopped there in days gone by. Before retiring for the night, the Master called his followers around him and discussed with them the plans for their projected tour through Batanea and northern Galilee to the Phoenician coast.
1997 155:0.1 SPOEDIG nadat Jezus en de vierentwintig op deze veelbewogen zondag nabij Keresa waren geland, trokken zij een eindje naar het noorden, waar ze in een mooi park ten zuiden van Betsaïda-Julias de nacht doorbrachten. Ze kenden deze kampeerplaats omdat ze daar voorheen ook al waren geweest. Voordat zij zich voor de nacht terugtrokken, riep de Meester zijn volgelingen bijeen en besprak met hen de plannen voor hun voorgenomen tocht door Batanea en Noord-Galilea naar de Fenicische kust.
1. WHY DO THE HEATHEN RAGE?
1. WAAROM WOEDEN DE HEIDENEN?
1955 155:1.1 Said Jesus: “You should all recall how the Psalmist spoke of these times, saying, ‘Why do the heathen rage and the peoples plot in vain? The kings of the earth set themselves, and the rulers of the people take counsel together, against the Lord and against his anointed, saying, Let us break the bonds of mercy asunder and let us cast away the cords of love.’
1997 155:1.1 Jezus sprak: ‘Jullie moet je allen kunnen herinneren dat de Psalmist over deze tijden heeft gesproken, met de woorden: “Waarom woeden de heidenen en spannen de volkeren tevergeefs samen? De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers over het volk spannen samen tegen de Heer en tegen zijn gezalfde en zeggen, Laten wij de banden van barmhartigheid verbreken en de koorden van liefde afwerpen[1].”
1955 155:1.2 “Today you see this fulfilled before your eyes. But you shall not see the remainder of the Psalmist’s prophecy fulfilled, for he entertained erroneous ideas about the Son of Man and his mission on earth. My kingdom is founded on love, proclaimed in mercy, and established by unselfish service. My Father does not sit in heaven laughing in derision at the heathen. He is not wrathful in his great displeasure. True is the promise that the Son shall have these so-called heathen (in reality his ignorant and untaught brethren) for an inheritance. And I will receive these gentiles with open arms of mercy and affection. All this loving-kindness shall be shown the so-called heathen, notwithstanding the unfortunate declaration of the record which intimates that the triumphant Son ‘shall break them with a rod of iron and dash them to pieces like a potter’s vessel.’ The Psalmist exhorted you to ‘serve the Lord with fear’—I bid you enter into the exalted privileges of divine sonship by faith; he commands you to rejoice with trembling; I bid you rejoice with assurance. He says, ‘Kiss the Son, lest he be angry, and you perish when his wrath is kindled.’ But you who have lived with me well know that anger and wrath are not a part of the establishment of the kingdom of heaven in the hearts of men. But the Psalmist did glimpse the true light when, in finishing this exhortation, he said: ‘Blessed are they who put their trust in this Son.’”
1997 155:1.2 ‘Vandaag zien jullie dit voor je ogen in vervulling gaan. Jullie zullen echter de rest van de profetie van de Psalmist niet vervuld zien, want hij had onjuiste ideeën over de Zoon des Mensen en zijn missie op aarde. Mijn koninkrijk is gegrond op liefde, wordt verkondigd in barmhartigheid en opgericht door onzelfzuchtig dienen. Mijn Vader zit in de hemel niet spottend te lachen om de heidenen. Hij is niet toornig in zijn grote mishagen[2]. Wel is de belofte waar dat de Zoon deze zogenaamde heidenen (in werkelijkheid zijn onwetende en niet-onderrichte broeders) als zijn erfdeel zal ontvangen[3]. En ik zal deze niet-Joden met open armen van barmhartigheid en genegenheid ontvangen. Al deze goedertierenheid zal aan de zogenaamde heidenen betoond worden, ondanks de ongelukkige verklaring in de schrift die suggereert dat de triomferende Zoon “hen met een ijzeren knots zal verbreken en hen zal stukslaan als pottenbakkerswerk[4].” De Psalmdichter heeft jullie opgeroepen om “de Heer te dienen met vreze” — ik nodig jullie uit de verheven prerogatieven van het goddelijk zoonschap te aanvaarden door geloof; hij gebiedt jullie je te verheugen met beving; ik nodig jullie uit je te verheugen in verzekerdheid[5][6][7]. Hij zegt, “Kus de Zoon, opdat hij niet toorne en gij verloren gaat wanneer zijn toorn wordt ontstoken.” Maar jullie die met mij hebt samengeleefd, weet zeer wel dat toorn en gramschap geen rol spelen in de oprichting van het koninkrijk des hemels in de harten der mensen[8]. De Psalmdichter ving echter wel een glimp op van het ware licht, toen hij aan het einde van zijn vermaning zei: “Welzalig allen die bij deze Zoon schuilen!”’[9]
1955 155:1.3 Jesus continued to teach the twenty-four, saying: “The heathen are not without excuse when they rage at us. Because their outlook is small and narrow, they are able to concentrate their energies enthusiastically. Their goal is near and more or less visible; wherefore do they strive with valiant and effective execution. You who have professed entrance into the kingdom of heaven are altogether too vacillating and indefinite in your teaching conduct. The heathen strike directly for their objectives; you are guilty of too much chronic yearning. If you desire to enter the kingdom, why do you not take it by spiritual assault even as the heathen take a city they lay siege to? You are hardly worthy of the kingdom when your service consists so largely in an attitude of regretting the past, whining over the present, and vainly hoping for the future. Why do the heathen rage? Because they know not the truth. Why do you languish in futile yearning? Because you obey not the truth. Cease your useless yearning and go forth bravely doing that which concerns the establishment of the kingdom.
1997 155:1.3 Jezus vervolgde zijn onderricht van de vierentwintig met de woorden: ‘De heidenen hebben wel een zeker excuus wanneer zij tegen ons woeden[10]. Omdat zij maar een zeer beperkte, nauwe blik hebben, kunnen zij hun energie enthousiast op één punt richten. Hun doel ligt vlak voor hen en is min of meer zichtbaar, vandaar dat zij er zich dapper voor inzetten en het effectief weten te bereiken. Jullie, die hebben betuigd dat je het koninkrijk des hemels bent binnengegaan, zijn over het algemeen te aarzelend en te onzeker in jullie optreden als leraren. De heidenen gaan rechtstreeks op hun doel af; jullie maken je schuldig aan teveel chronisch hunkeren. Als je verlangt het koninkrijk binnen te gaan, waarom neem je het dan niet in door het geestelijk te bestormen, net zoals de heidenen een stad innemen die zij belegeren? Jullie zijn het koninkrijk nauwelijks waardig wanneer je dienstbetoon voor zo’n groot deel bestaat uit een instelling van spijt hebben over het verleden, jammeren over het heden, en ijdel hopen op de toekomst. Waarom woeden de heidenen? Omdat zij de waarheid niet kennen. Waarom kwijnen jullie in nutteloze hunkering? Omdat jullie geen gehoor geven aan de waarheid. Staak je nutteloos hunkeren en trek er moedig op uit om datgene te doen wat van belang is voor de vestiging van het koninkrijk.
1955 155:1.4 “In all that you do, become not one-sided and overspecialized. The Pharisees who seek our destruction verily think they are doing God’s service. They have become so narrowed by tradition that they are blinded by prejudice and hardened by fear. Consider the Greeks, who have a science without religion, while the Jews have a religion without science. And when men become thus misled into accepting a narrow and confused disintegration of truth, their only hope of salvation is to become truth-co-ordinated—converted.
1997 155:1.4 ‘Wordt bij alles wat je doet niet eenzijdig en al te gespecialiseerd. De Farizeeën die onze ondergang zoeken, denken waarlijk dat zij daarmee Gode van dienst zijn. Zij zijn door hun tradities zo bekrompen geraakt, dat zij door vooroordeel worden verblind en door vrees verhard. Kijk naar de Grieken die een wetenschap hebben en geen religie, terwijl de Joden een godsdienst hebben en geen wetenschap. Wanneer de mensen zo op een dwaalspoor raken, dat zij een beperkte, verwarde desintegratie van de waarheid accepteren, dan is hun enige hoop op heil dat zij zich met waarheid laten coördineren — dat zij zich bekeren.
1955 155:1.5 “Let me emphatically state this eternal truth: If you, by truth co-ordination, learn to exemplify in your lives this beautiful wholeness of righteousness, your fellow men will then seek after you that they may gain what you have so acquired. The measure wherewith truth seekers are drawn to you represents the measure of your truth endowment, your righteousness. The extent to which you have to go with your message to the people is, in a way, the measure of your failure to live the whole or righteous life, the truth-co-ordinated life.”
1997 155:1.5 ‘Laat mij nadrukkelijk deze eeuwige waarheid vaststellen: indien jullie, door waarheids- coördinatie, in jullie leven deze schone heelheid van rechtvaardigheid leert illustreren, zullen jullie medemensen jullie vervolgens zoeken om ook te verwerven wat jullie aldus hebt verworven. De mate waarin waarheidzoekers tot jullie worden aangetrokken, vertegenwoordigt de maat van waarheid die jullie is geschonken, jullie rechtvaardigheid. De mate waarin jullie met je boodschap naar de mensen toe moet gaan, is in zekere zin de mate waarin je faalt om het hele of rechtvaardige leven, het waarheid-gecoördineerde leven, te leiden.’
1955 155:1.6 And many other things the Master taught his apostles and the evangelists before they bade him good night and sought rest upon their pillows.
1997 155:1.6 En nog vele andere dingen onderrichtte de Meester zijn apostelen en de evangelisten, voordat zij hem goede nacht wensten en rust zochten op hun kussen.
2. THE EVANGELISTS IN CHORAZIN
2. DE EVANGELISTEN IN CHORAZIN
1955 155:2.1 On Monday morning, May 23, Jesus directed Peter to go over to Chorazin with the twelve evangelists while he, with the eleven, departed for Caesarea-Philippi, going by way of the Jordan to the Damascus-Capernaum road, thence northeast to the junction with the road to Caesarea-Philippi, and then on into that city, where they tarried and taught for two weeks. They arrived during the afternoon of Tuesday, May 24.
1997 155:2.1 Op maandag 23 mei, gaf Jezus ’s morgens aan Petrus de opdracht met de twaalf evangelisten naar Chorazin te gaan, terwijl hijzelf met de elf apostelen vertrok naar Caesarea-Filippi; zij trokken langs de Jordaan tot aan de weg van Damascus naar Kafarnaüm, vandaar naar het noordoosten tot de kruising met de weg naar Caesarea-Filippi, en vervolgens de stad in, waar ze twee weken bleven en onderrichtten. In de namiddag van dinsdag, 24 mei, kwamen ze daar aan.
1955 155:2.2 Peter and the evangelists sojourned in Chorazin for two weeks, preaching the gospel of the kingdom to a small but earnest company of believers. But they were not able to win many new converts. No city of all Galilee yielded so few souls for the kingdom as Chorazin. In accordance with Peter’s instructions the twelve evangelists had less to say about healing—things physical—while they preached and taught with increased vigor the spiritual truths of the heavenly kingdom. These two weeks at Chorazin constituted a veritable baptism of adversity for the twelve evangelists in that it was the most difficult and unproductive period in their careers up to this time. Being thus deprived of the satisfaction of winning souls for the kingdom, each of them the more earnestly and honestly took stock of his own soul and its progress in the spiritual paths of the new life.
1997 155:2.2 Petrus en de evangelisten bleven twee weken in Chorazin, waar ze het evangelie van het koninkrijk aan een kleine, maar ernstige groep gelovigen verkondigden[11]. Zij konden echter niet veel nieuwe bekeerlingen winnen. In geen stad in heel Galilea werden zo weinig zielen voor het koninkrijk gewonnen als in Chorazin. In overeenstemming met de instructies van Petrus spraken de twaalf evangelisten minder over genezing — lichamelijke zaken — terwijl ze met meer kracht de geestelijke waarheden van het hemelse koninkrijk predikten en onderrichtten. Deze twee weken in Chorazin vormden voor de twaalf evangelisten een ware doop in tegenspoed, in de zin dat het de moeilijkste en meest onproductieve periode was in hun loopbaan tot dusver. Daar zij zodoende verstoken bleven van de voldoening om zielen voor het koninkrijk te winnen, begon ieder van hen met des te meer ernst en eerlijkheid de balans op te maken van zijn eigen ziel en haar voortgang op de geestelijke wegen van het nieuwe leven.
1955 155:2.3 When it appeared that no more people were minded to seek entrance into the kingdom, Peter, on Tuesday, June 7, called his associates together and departed for Caesarea-Philippi to join Jesus and the apostles. They arrived about noontime on Wednesday and spent the entire evening in rehearsing their experiences among the unbelievers of Chorazin. During the discussions of this evening Jesus made further reference to the parable of the sower and taught them much about the meaning of the apparent failure of life undertakings.
1997 155:2.3 Toen bleek dat er verder geen mensen van zins waren toegang tot het koninkrijk te zoeken, riep Petrus op dinsdag, 7 juni, zijn metgezellen bijeen en vertrok naar Caesarea-Filippi om zich bij Jezus en de apostelen te voegen. Zij kwamen daar op woensdag rond het middaguur aan en vertelden de hele avond lang over hun ervaringen met de ongelovige bevolking van Chorazin. In de loop van de besprekingen die avond, haalde Jezus nogmaals de gelijkenis van de zaaier aan en leerde hij hun veel over de betekenis van het ogenschijnlijk mislukken van dingen die in het leven ondernomen worden.
3. AT CAESAREA-PHILIPPI
3. TE CAESAREA-FILIPPI
1955 155:3.1 Although Jesus did no public work during this two weeks’ sojourn near Caesarea-Philippi, the apostles held numerous quiet evening meetings in the city, and many of the believers came out to the camp to talk with the Master. Very few were added to the group of believers as a result of this visit. Jesus talked with the apostles each day, and they more clearly discerned that a new phase of the work of preaching the kingdom of heaven was now beginning. They were commencing to comprehend that the “kingdom of heaven is not meat and drink but the realization of the spiritual joy of the acceptance of divine sonship.”
1997 155:3.1 Hoewel Jezus gedurende dit veertiendaagse verblijf bij Caesarea-Filippi niet in het openbaar optrad, hielden de apostelen talrijke onopvallende bijeenkomsten in de stad, en vele gelovigen kwamen naar het kamp buiten de stad om met de Meester te spreken. Slechts zeer weinigen sloten zich ten gevolge van dit bezoek aan bij de bestaande groep gelovigen. Jezus sprak elke dag met de apostelen, en dezen zagen steeds duidelijker in dat er nu een nieuwe fase in het werk van de prediking van het koninkrijk des hemels aanving[12]. Zij begonnen te begrijpen dat ‘het koninkrijk des hemels niet bestaat uit eten en drinken, maar uit de bewustwording van de geestelijke vreugde van de aanvaarding van het goddelijke zoonschap.’
1955 155:3.2 The sojourn at Caesarea-Philippi was a real test to the eleven apostles; it was a difficult two weeks for them to live through. They were well-nigh depressed, and they missed the periodic stimulation of Peter’s enthusiastic personality. In these times it was truly a great and testing adventure to believe in Jesus and go forth to follow after him. Though they made few converts during these two weeks, they did learn much that was highly profitable from their daily conferences with the Master.
1997 155:3.2 Door het verblijf te Caesarea-Filippi, werden de apostelen echt op de proef gesteld; het waren voor hen twee moeilijke weken om door te komen. Ze waren haast gedeprimeerd en misten de regelmatig terugkerende stimulering die van Petrus’ geestdriftige persoonlijkheid uitging. In die dagen was het waarlijk een groot, beproevend avontuur om in Jezus te geloven en uit te trekken om hem te volgen. Ofschoon zij maar enkele bekeerlingen wonnen in deze twee weken, leerden ze door hun dagelijkse gesprekken met de Meester wel veel dat hoogst nuttig voor hen was.
1955 155:3.3 The apostles learned that the Jews were spiritually stagnant and dying because they had crystallized truth into a creed; that when truth becomes formulated as a boundary line of self-righteous exclusiveness instead of serving as signposts of spiritual guidance and progress, such teachings lose their creative and life-giving power and ultimately become merely preservative and fossilizing.
1997 155:3.3 De apostelen leerden dat de Joden geestelijk stilstonden en stervende waren omdat zij waar- heid tot de vaste vorm van een geloofsbelijdenis hadden gereduceerd: dat wanneer waarheid wordt geformuleerd als een grenslijn van eigengerechtige exclusiviteit, in plaats van als wegwijzer naar geestelijke leiding en vooruitgang, dergelijk onderricht zijn creatieve, levengevende kracht verliest, en uiteindelijk louter behoudend wordt en in fossiele toestand komt[13].
1955 155:3.4 Increasingly they learned from Jesus to look upon human personalities in terms of their possibilities in time and in eternity. They learned that many souls can best be led to love the unseen God by being first taught to love their brethren whom they can see. And it was in this connection that new meaning became attached to the Master’s pronouncement concerning unselfish service for one’s fellows: “Inasmuch as you did it to one of the least of my brethren, you did it to me.”
1997 155:3.4 Steeds beter leerden zij van Jezus om menselijkepersoonlijkheden te zien in het licht van hun mogelijkheden in de tijd en in de eeuwigheid. Ze leerden dat vele zielen het beste ertoe gebracht kunnen worden de onzienlijke God lief te hebben door eerst te leren hun broeders lief te hebben, die ze wel kunnen zien. In dit verband kreeg de uitspraak van de Meester over de onbaatzuchtige dienstbaarheid aan de medemens nieuwe betekenis: ‘Voorzover ge dit voor één van de minsten van mijn broeders hebt gedaan, hebt ge het voor mij gedaan.’
1955 155:3.5 One of the great lessons of this sojourn at Caesarea had to do with the origin of religious traditions, with the grave danger of allowing a sense of sacredness to become attached to nonsacred things, common ideas, or everyday events. From one conference they emerged with the teaching that true religion was man’s heartfelt loyalty to his highest and truest convictions.
1997 155:3.5 Een van de belangrijke lessen tijdens dit verblijf te Caesarea had betrekking op het ontstaan van religieuze tradities, op het ernstige gevaar dat men toestaat dat er een gevoel van het sacrale verbonden raakt aan niet-sacrale dingen, gewone ideeën of alledaagse gebeurtenissen. Van een bepaalde bespreking onthielden ze het onderricht dat ware religie ’s mensen innige trouw is aan zijn diepste, zuiverste overtuigingen.
1955 155:3.6 Jesus warned his believers that, if their religious longings were only material, increasing knowledge of nature would, by progressive displacement of the supposed supernatural origin of things, ultimately deprive them of their faith in God. But that, if their religion were spiritual, never could the progress of physical science disturb their faith in eternal realities and divine values.
1997 155:3.6 Jezus waarschuwde zijn gelovigen dat indien hun religieuze verlangens alleen materieel waren, zij uiteindelijk van hun geloof in God beroofd zouden worden door de toenemende kennis van de natuur, die stap voor stap de vermeend bovennatuurlijke oorsprong der dingen zou verdringen. En dat indien hun religie daarentegen geestelijk was, de vooruitgang van de natuurwetenschap hun geloof in eeuwige werkelijkheden en goddelijke waarden nooit zou kunnen verstoren.
1955 155:3.7 They learned that, when religion is wholly spiritual in motive, it makes all life more worth while, filling it with high purposes, dignifying it with transcendent values, inspiring it with superb motives, all the while comforting the human soul with a sublime and sustaining hope. True religion is designed to lessen the strain of existence; it releases faith and courage for daily living and unselfish serving. Faith promotes spiritual vitality and righteous fruitfulness.
1997 155:3.7 Zij leerden dat religie, wanneer zij geheel geestelijk is gemotiveerd, het hele leven meer de moeite waard maakt, er vele hoge doelstellingen aan geeft en het de waardigheid schenkt van transcendente waarden, dat zij het leven inspireert met verheven beweegredenen en ondertussen de menselijke ziel aldoor troost en bemoedigt door een sublieme, schragende verwachting. Ware religie is bedoeld om de spanning in het bestaan te verminderen; zij maakt geloof en moed vrij voor het dagelijks leven en het onzelfzuchtig dienen. Geloof bevordert de geestelijke vitaliteit en het dragen van rechtvaardige vruchten.
1955 155:3.8 Jesus repeatedly taught his apostles that no civilization could long survive the loss of the best in its religion. And he never grew weary of pointing out to the twelve the great danger of accepting religious symbols and ceremonies in the place of religious experience. His whole earth life was consistently devoted to the mission of thawing out the frozen forms of religion into the liquid liberties of enlightened sonship.
1997 155:3.8 Jezus onderrichtte zijn apostelen herhaaldelijk dat geen enkele beschaving het verlies van het beste in zijn religie lang kan overleven. En hij werd nooit moede de twaalf te wijzen op het grote gevaar dat men religieuze symbolen en ceremoniën aanvaardt in plaats van reli- gieuze ervaring. Zijn gehele leven op aarde was consequent gewijd aan zijn roeping om de bevroren vormen van de godsdienst te ontdooien tot de vloeiende vrijheden van het verlichte zoonschap.
4. ON THE WAY TO PHOENICIA
4. OP WEG NAAR FENICIË
1955 155:4.1 On Thursday morning, June 9, after receiving word regarding the progress of the kingdom brought by the messengers of David from Bethsaida, this group of twenty-five teachers of truth left Caesarea-Philippi to begin their journey to the Phoenician coast. They passed around the marsh country, by way of Luz, to the point of junction with the Magdala-Mount Lebanon trail road, thence to the crossing with the road leading to Sidon, arriving there Friday afternoon.
1997 155:4.1 Nadat zij op donderdagochtend 9 juni, bij monde van de koeriers van David uit Betsaïda bericht hadden gekregen over de voortgang van het koninkrijk, vertrok deze groep van vijfentwintig leraren van waarheid uit Caesarea-Filippi, om aan hun reis naar de kust van Fenicië te beginnen. Zij trokken via Luz om het moerassige gebied heen, naar het punt waar hun weg samenkwam met het voetpad van Magdala naar de berg Libanon, en vandaar naar de kruising met de weg naar Sidon, waar zij vrijdagmiddag aankwamen.
1955 155:4.2 While pausing for lunch under the shadow of an overhanging ledge of rock, near Luz, Jesus delivered one of the most remarkable addresses which his apostles ever listened to throughout all their years of association with him. No sooner had they seated themselves to break bread than Simon Peter asked Jesus: “Master, since the Father in heaven knows all things, and since his spirit is our support in the establishment of the kingdom of heaven on earth, why is it that we flee from the threats of our enemies? Why do we refuse to confront the foes of truth?” But before Jesus had begun to answer Peter’s question, Thomas broke in, asking: “Master, I should really like to know just what is wrong with the religion of our enemies at Jerusalem. What is the real difference between their religion and ours? Why is it we are at such diversity of belief when we all profess to serve the same God?” And when Thomas had finished, Jesus said: “While I would not ignore Peter’s question, knowing full well how easy it would be to misunderstand my reasons for avoiding an open clash with the rulers of the Jews at just this time, still it will prove more helpful to all of you if I choose rather to answer Thomas’s question. And that I will proceed to do when you have finished your lunch.”
1997 155:4.2 Terwijl zij in de schaduw van een uitspringende rotsrand pauzeerden voor hun middagmaal, hield Jezus een van de opmerkelijkste toespraken die zijn apostelen in alle jaren die zij bij hem waren ooit hadden beluisterd. Nauwelijks waren ze gaan zitten om het brood te breken, of Simon Petrus vroeg Jezus: ‘Meester, als de Vader in de hemel alle dingen weet en als zijn geest ons ondersteunt bij het oprichten van het koninkrijk des hemels op aarde, waarom vluchten wij dan voor de dreigementen van onze vijanden? Waarom wijzen wij een confrontatie met de vijanden van de waarheid af?’ Maar voordat Jezus was begonnen de vraag van Petrus te beantwoorden, viel Tomas in met de vraag: ‘Meester, ik zou zo graag precies willen weten wat er schort aan de godsdienst van onze vijanden in Jeruzalem. Wat is nu werkelijk het verschil tussen hun religie en de onze? Waarom lopen wij zover uiteen in onze overtuiging, terwijl wij toch allen beweren dezelfde God te dienen?’ Toen Tomas uitgesproken was, zei Jezus: ‘Hoewel ik de vraag van Petrus geenszins wil negeren, omdat ik heel goed besef hoe gemakkelijk er misverstand zou kunnen ontstaan over mijn redenen om juist op dit moment een openlijk treffen met de oversten der Joden te vermijden, zal het toch voor jullie allen nuttiger blijken als ik er de voorkeur aan geef de vraag van Tomas te beantwoorden. En dat zal ik doen wanneer jullie klaar bent met je middagmaal.’
5. THE DISCOURSE ON TRUE RELIGION
5. DE VERHANDELING OVER WARE RELIGIE
1955 155:5.1 This memorable discourse on religion, summarized and restated in modern phraseology, gave expression to the following truths:
1997 155:5.1 Deze gedenkwaardige verhandeling over religie, samengevat in moderne bewoordingen, bracht de volgende waarheden naar voren:
1955 155:5.2 While the religions of the world have a double origin—natural and revelatory—at any one time and among any one people there are to be found three distinct forms of religious devotion. And these three manifestations of the religious urge are:
1997 155:5.2 Hoewel de religies in de wereld een tweeledige oorsprong hebben — een natuurlijke oorsprong en een openbaringsoorsprong — kunnen er op ieder moment en bij alle volken drie duidelijk verschillende vormen van religieuze toewijding worden aangetroffen. En deze drie manifestaties van de religieuze impuls zijn:
1955 155:5.3 1. Primitive religion. The seminatural and instinctive urge to fear mysterious energies and worship superior forces, chiefly a religion of the physical nature, the religion of fear.
1997 155:5.3 1. Primitieve religie. De halfnatuurlijke en instinctmatige impuls om mysterieuze energieën te vrezen en hogere krachten te aanbidden, voornamelijk een religie van de fysische natuur, de religie van vrees.
1955 155:5.4 2. The religion of civilization. The advancing religious concepts and practices of the civilizing races—the religion of the mind—the intellectual theology of the authority of established religious tradition.
1997 155:5.4 2. De religie van de civilisatie. De meer ontwikkelde religieuze voorstellingen en praktijken van de zich ontwikkelende rassen — de religie van het bewustzijn — de verstandelijke theologie van het gezag van de gevestigde religieuze traditie.
1955 155:5.5 3. True religion—the religion of revelation. The revelation of supernatural values, a partial insight into eternal realities, a glimpse of the goodness and beauty of the infinite character of the Father in heaven—the religion of the spirit as demonstrated in human experience.
1997 155:5.5 3. Ware religie — de religie van de openbaring. De openbaring van bovennatuurlijke waarden, een gedeeltelijk inzicht in eeuwige werkelijkheden, een glimp van de goedheid en schoonheid van het oneindige karakter van de Vader in de hemel — de religie van de geest zoals deze in de ervaring van de mens wordt aangetoond.
1955 155:5.6 The religion of the physical senses and the superstitious fears of natural man, the Master refused to belittle, though he deplored the fact that so much of this primitive form of worship should persist in the religious forms of the more intelligent races of mankind. Jesus made it clear that the great difference between the religion of the mind and the religion of the spirit is that, while the former is upheld by ecclesiastical authority, the latter is wholly based on human experience.
1997 155:5.6 De Meester wilde de godsdienst van de lichamelijke zintuigen en de bijgelovige angsten van de natuurmens niet kleineren, ofschoon hij het feit betreurde dat zoveel van deze primitieve vorm van godsverering was blijven bestaan in de religieuze gebruiken van de meer intelligente rassen der mensheid. Jezus maakte duidelijk dat het grote verschil tussen de religie van het bewustzijn en de religie van de geest daaruit bestaat dat de eerstgenoemde steunt op kerkelijk gezag, terwijl de laatstgenoemde geheel gegrond is op de menselijke ervaring.
1955 155:5.7 And then the Master, in his hour of teaching, went on to make clear these truths:
1997 155:5.7 Vervolgens verduidelijkte de Meester in dit uur van onderricht de volgende waarheden:
1955 155:5.8 Until the races become highly intelligent and more fully civilized, there will persist many of those childlike and superstitious ceremonies which are so characteristic of the evolutionary religious practices of primitive and backward peoples. Until the human race progresses to the level of a higher and more general recognition of the realities of spiritual experience, large numbers of men and women will continue to show a personal preference for those religions of authority which require only intellectual assent, in contrast to the religion of the spirit, which entails active participation of mind and soul in the faith adventure of grappling with the rigorous realities of progressive human experience.
1997 155:5.8 Totdat de mensenrassen een hoge intelligentie bereiken en vollediger geciviliseerd zijn, zullen de vele kinderlijke en bijgelovige ceremoniën die zo karakteristiek zijn voor de evolutionaire religieuze praktijken van primitieve en achtergebleven volkeren, blijven bestaan. Totdat het menselijk geslacht opklimt tot het niveau van een hogere, meer algemene erkenning van de werkelijkheden van de geestelijke ervaring, zullen grote aantallen mannen en vrouwen een persoonlijke voorkeur aan de dag blijven leggen voor de religies van autoriteit die alleen intellectuele instemming vragen, in tegenstelling tot de religie van de geest, die actieve deelname van bewustzijn en ziel inhoudt in het geloofsavontuur van de worsteling met de barre werkelijkheden van de gestaag vorderende menselijke ervaring.
1955 155:5.9 The acceptance of the traditional religions of authority presents the easy way out for man’s urge to seek satisfaction for the longings of his spiritual nature. The settled, crystallized, and established religions of authority afford a ready refuge to which the distracted and distraught soul of man may flee when harassed by fear and tormented by uncertainty. Such a religion requires of its devotees, as the price to be paid for its satisfactions and assurances, only a passive and purely intellectual assent.
1997 155:5.9 De aanvaarding van de traditionele godsdiensten van gezag biedt een gemakkelijke uitweg voor ’s mensen impuls om bevrediging te zoeken voor het verlangen van zijn geestelijke natuur. De gevestigde en gekristalliseerde religies van autoriteit verschaffen de verwarde, verontruste ziel van de mens een gemakkelijk toevluchtsoord, wanneer deze door vrees en onzekerheid wordt gekweld. Zulk een godsdienst vraagt van haar aanhangers slechts een passieve, zuiver intellectuele instemming als de prijs die betaald moet worden voor de bevrediging en zekerheid die zij geeft.
1955 155:5.10 And for a long time there will live on earth those timid, fearful, and hesitant individuals who will prefer thus to secure their religious consolations, even though, in so casting their lot with the religions of authority, they compromise the sovereignty of personality, debase the dignity of self-respect, and utterly surrender the right to participate in that most thrilling and inspiring of all possible human experiences: the personal quest for truth, the exhilaration of facing the perils of intellectual discovery, the determination to explore the realities of personal religious experience, the supreme satisfaction of experiencing the personal triumph of the actual realization of the victory of spiritual faith over intellectual doubt as it is honestly won in the supreme adventure of all human existence—man seeking God, for himself and as himself, and finding him.
1997 155:5.10 En nog lange tijd zullen er op aarde van die beschroomde, vreesachtige en aarzelende mensen leven, die er de voorkeur aan geven om op deze wijze hun religieuze vertroosting veilig te stellen, zelfs als zij, door zo hun lot te verbinden met de religies van het gezag, de soevereiniteit van hun persoonlijkheid in gevaar brengen, de waardigheid van hun zelfrespect verlagen, en alle recht opgeven om deel te nemen aan de opwindendste en inspirerendste van alle mogelijke menselijke ervaringen: de persoonlijke zoektocht naar waarheid, de opwekkende ervaring dat men de gevaren van intellectuele ontdekkingen onder ogen kan zien, de vastbeslotenheid om de werkelijkheden van de persoonlijke religieuze ervaring te onderzoeken, de allerhoogste voldoening van de ervaring van persoonlijke triomf in het daadwerkelijke besef van de overwinning van geestelijk geloofsvertrouwen op intellectuele twijfel, zoals deze eerlijk wordt behaald in het allerhoogste avontuur van alle menselijk bestaan — de mens die God zoekt, om hemzelf en als hemzelf, en hem vindt.
1955 155:5.11 The religion of the spirit means effort, struggle, conflict, faith, determination, love, loyalty, and progress. The religion of the mind—the theology of authority—requires little or none of these exertions from its formal believers. Tradition is a safe refuge and an easy path for those fearful and halfhearted souls who instinctively shun the spirit struggles and mental uncertainties associated with those faith voyages of daring adventure out upon the high seas of unexplored truth in search for the farther shores of spiritual realities as they may be discovered by the progressive human mind and experienced by the evolving human soul.
1997 155:5.11 De religie van de geest betekent inspanning, worsteling, conflict, geloof, vastberadenheid, liefde, trouw en vooruitgang. De godsdienst van het bewustzijn — de theologie van het gezag — vraagt van haar formele aanhangers dergelijke inspanning slechts in geringe mate of in het geheel niet. De traditie is een veilige schuilplaats en een gemakkelijk pad voor de vreesachtige, halfslachtige zielen die instinctief de geest-worstelingen en de mentale onzekerheden mijden welke verbonden zijn aan de gedurfde, avontuurlijke reizen van het geloof op de open zee der onontdekte waarheid, op zoek naar de verdergelegen kusten der geestelijke werkelijkheden, zoals deze ontdekt kunnen worden door het gestaag vorderende menselijk bewustzijn en kunnen worden ervaren door de zich ontwikkelende menselijke ziel.
1955 155:5.12 And Jesus went on to say: “At Jerusalem the religious leaders have formulated the various doctrines of their traditional teachers and the prophets of other days into an established system of intellectual beliefs, a religion of authority. The appeal of all such religions is largely to the mind. And now are we about to enter upon a deadly conflict with such a religion since we will so shortly begin the bold proclamation of a new religion—a religion which is not a religion in the present-day meaning of that word, a religion that makes its chief appeal to the divine spirit of my Father which resides in the mind of man; a religion which shall derive its authority from the fruits of its acceptance that will so certainly appear in the personal experience of all who really and truly become believers in the truths of this higher spiritual communion.”
1997 155:5.12 En verder zei Jezus nog: ‘In Jeruzalem hebben de godsdienstige leiders de verschillende leerstellingen van hun traditionele leraren en van de profeten van andere tijden geformuleerd tot een vast systeem van intellectuele geloofsovertuigingen, een religie van gezag. De aantrekkingskracht van zulke godsdiensten werkt voornamelijk op het bewustzijn. En nu staan wij op het punt een dodelijk conflict aan te gaan met zo’n godsdienst, want wij zullen binnenkort beginnen met de vrijmoedige verkondiging van een nieuwe religie — een religie die geen godsdienst is in de hedendaagse betekenis van het woord, een religie die zich voornamelijk beroept op de goddelijke geest die in het bewustzijn van de mens zetelt; een religie die haar gezag zal ontlenen aan de vruchten die door haar aanvaarding worden voortgebracht en vast en zeker zullen verschijnen in de persoonlijke ervaring van allen die werkelijk en waarlijk gaan geloven in de waarheden van deze hogere geestelijke gemeenschap.’
1955 155:5.13 Pointing out each of the twenty-four and calling them by name, Jesus said: “And now, which one of you would prefer to take this easy path of conformity to an established and fossilized religion, as defended by the Pharisees at Jerusalem, rather than to suffer the difficulties and persecutions attendant upon the mission of proclaiming a better way of salvation to men while you realize the satisfaction of discovering for yourselves the beauties of the realities of a living and personal experience in the eternal truths and supreme grandeurs of the kingdom of heaven? Are you fearful, soft, and ease-seeking? Are you afraid to trust your future in the hands of the God of truth, whose sons you are? Are you distrustful of the Father, whose children you are? Will you go back to the easy path of the certainty and intellectual settledness of the religion of traditional authority, or will you gird yourselves to go forward with me into that uncertain and troublous future of proclaiming the new truths of the religion of the spirit, the kingdom of heaven in the hearts of men?”
1997 155:5.13 Wijzend naar elk van de vierentwintig en hen bij name noemend, zei Jezus: ‘En thans vraag ik jullie, wie van jullie geeft er de voorkeur aan dit gemakkelijke pad te volgen van conformiteit aan een gevestigde en verstarde godsdienst, zoals door de Farizeeën in Jeruzalem wordt verdedigd, liever dan de moeilijkheden en vervolgingen te ondergaan die gepaard gaan met de missie om de mensen een betere weg tot verlossing te verkondigen, terwijl je de voldoening bereikt dat je voor jezelf de schoonheden van de werkelijkheden ontdekt van een levende, persoonlijke ervaring met de eeuwige waarheden en allerhoogste grootsheid van het koninkrijk des hemels? Zijn jullie vreesachtig, weekhartig en op je gemak gesteld? Zijn jullie bang je toekomst in handen te geven van de God van waarheid, de God wiens zonen jullie zijn? Stellen jullie geen vertrouwen in de Vader wiens kinderen jullie zijn? Willen jullie terugkeren naar het gemakkelijke pad van de zekerheid en intellectuele onwrikbaarheid van de godsdienst van het gezag der traditie, of willen jullie je aangorden om met mij voorwaarts te gaan, de onzekere, moeilijke toekomst in van de verkondiging van de nieuwe waarheden van de religie van de geest, het koninkrijk des hemels in de harten der mensen?’
1955 155:5.14 All twenty-four of his hearers rose to their feet, intending to signify their united and loyal response to this, one of the few emotional appeals which Jesus ever made to them, but he raised his hand and stopped them, saying: “Go now apart by yourselves, each man alone with the Father, and there find the unemotional answer to my question, and having found such a true and sincere attitude of soul, speak that answer freely and boldly to my Father and your Father, whose infinite life of love is the very spirit of the religion we proclaim.”
1997 155:5.14 Al zijn vierentwintig toehoorders stonden op met de bedoeling een eendrachtig en loyaal antwoord te geven op deze vraag, een van de weinige malen dat Jezus ooit zo’n emotioneel beroep op hen had gedaan, maar hij hief zijn hand op en hield hen tegen met de woorden: ‘Ga nu allen je eigen weg, iedereen alleen met de Vader, en vind daar het niet-emotionele antwoord op mijn vraag, en als je zulk een ware, oprechte zielehouding hebt gevonden, zeg dat antwoord dan vrijelijk en stoutmoedig aan mijn Vader en jullie Vader, wiens oneindige leven van liefde de geest zelf is van de religie die wij verkondigen.’
1955 155:5.15 The evangelists and apostles went apart by themselves for a short time. Their spirits were uplifted, their minds were inspired, and their emotions mightily stirred by what Jesus had said. But when Andrew called them together, the Master said only: “Let us resume our journey. We go into Phoenicia to tarry for a season, and all of you should pray the Father to transform your emotions of mind and body into the higher loyalties of mind and the more satisfying experiences of the spirit.”
1997 155:5.15 De evangelisten en de apostelen zonderden zich korte tijd af. Hun geest was gesticht, hun bewustzijn was geïnspireerd, en hun emoties waren enorm aangewakkerd door wat Jezus had gezegd. Maar toen Andreas hen weer bijeenriep, zei de Meester slechts: ‘Laten we onze reis voortzetten. Wij gaan Fenicië in om daar een tijdje te blijven, en jullie moeten allen de Vader bidden om jullie emoties van bewustzijn en lichaam te transformeren tot de hogere loyaliteiten van het bewustzijn en de meer bevredigende ervaringen van de geest.’
1955 155:5.16 As they journeyed on down the road, the twenty-four were silent, but presently they began to talk one with another, and by three o’clock that afternoon they could not go farther; they came to a halt, and Peter, going up to Jesus, said: “Master, you have spoken to us the words of life and truth. We would hear more; we beseech you to speak to us further concerning these matters.”
1997 155:5.16 Toen zij hun weg vervolgden, waren de vierentwintig eerst stil, maar al spoedig begonnen zij onderling te praten, en tegen drie uur die middag konden ze niet verder: ze bleven stilstaan terwijl Petrus naar Jezus ging en zei: ‘Meester, ge hebt woorden van leven en waarheid tot ons gesproken. Wij zouden graag meer willen horen; wij smeken u ons meer over deze zaken te willen zeggen.’
6. THE SECOND DISCOURSE ON RELIGION
6. DE TWEEDE VERHANDELING OVER RELIGIE
1955 155:6.1 And so, while they paused in the shade of the hillside, Jesus continued to teach them regarding the religion of the spirit, in substance saying:
1997 155:6.1 Terwijl zij pauzeerden in de schaduw van de heuvel, ging Jezus voort hen te onderrichten met betrekking tot de religie van de geest, waarbij hij in hoofdzaak het volgende zei:
1955 155:6.2 You have come out from among those of your fellows who choose to remain satisfied with a religion of mind, who crave security and prefer conformity. You have elected to exchange your feelings of authoritative certainty for the assurances of the spirit of adventurous and progressive faith. You have dared to protest against the grueling bondage of institutional religion and to reject the authority of the traditions of record which are now regarded as the word of God. Our Father did indeed speak through Moses, Elijah, Isaiah, Amos, and Hosea, but he did not cease to minister words of truth to the world when these prophets of old made an end of their utterances. My Father is no respecter of races or generations in that the word of truth is vouchsafed one age and withheld from another. Commit not the folly of calling that divine which is wholly human, and fail not to discern the words of truth which come not through the traditional oracles of supposed inspiration.
1997 155:6.2 Jullie zijn naar voortgekomen uit diegenen onder jullie medemensen die liever tevreden blijven met een religie van het bewustzijn, die hunkeren naar veiligheid en gelijkvormigheid. Jullie hebt verkozen je gevoelens van zekerheid, die op autoritaire principes berusten, in te ruilen voor de verzekerdheden van de geest van het avontuurlijke, progressieve geloof. Jullie hebt de moed gehad om te protesteren tegen de afmattende knechtschap van de institutionele godsdienst, en om het gezag te verwerpen van de geschreven tradities die nu als het woord van God worden beschouwd. Onze Vader heeft inderdaad gesproken door Mozes, Elia, Jesaja, Amos en Hosea, maar hij is niet opgehouden woorden van waarheid aan de wereld te schenken toen deze oude profeten ophielden te spreken[14]. Mijn Vader kent geen aanzien van rassen of generaties, in de zin dat het woord van waarheid gegund zou worden aan één tijdperk en aan het volgende zou worden onthouden[15]. Wees niet zo dwaas dat je datgene goddelijk noemt wat geheel menselijk is, en let vooral op de woorden van waarheid die niet via de traditionele godsspraak van de vermeende inspiratie worden gesproken.
1955 155:6.3 I have called upon you to be born again, to be born of the spirit. I have called you out of the darkness of authority and the lethargy of tradition into the transcendent light of the realization of the possibility of making for yourselves the greatest discovery possible for the human soul to make—the supernal experience of finding God for yourself, in yourself, and of yourself, and of doing all this as a fact in your own personal experience. And so may you pass from death to life, from the authority of tradition to the experience of knowing God; thus will you pass from darkness to light, from a racial faith inherited to a personal faith achieved by actual experience; and thereby will you progress from a theology of mind handed down by your ancestors to a true religion of spirit which shall be built up in your souls as an eternal endowment.
1997 155:6.3 Ik heb jullie geroepen om opnieuw te worden geboren, om uit de geest te worden geboren[16]. Ik heb jullie uit de duisternis van het gezag en de traagheid van de traditie geroepen in het transcendente licht van het besef van de mogelijkheid om voor jezelf de grootste ontdekking te doen die de mensenziel kan doen — de verheven ervaring van het vinden van God voor jezelf, in jezelf en van jezelf, en dat je dit alles doet als een feit in je eigen persoonlijke ervaring. Mogen jullie dus overgaan van de dood naar het leven, van de autoriteit van de traditie naar de ervaring God te kennen; aldus zul je vanuit het duister overgaan naar het licht, van een overgeërfd geloof van het ras naar een persoonlijk geloof dat verworven is door daadwerkelijke ervaring; hierdoor zullen jullie van een theologie van het bewustzijn, die jullie door je voorvaderen is overgeleverd, voortgaan naar een ware religie van de geest, die in je zal worden opgebouwd als een eeuwige schenking[17][18].
1955 155:6.4 Your religion shall change from the mere intellectual belief in traditional authority to the actual experience of that living faith which is able to grasp the reality of God and all that relates to the divine spirit of the Father. The religion of the mind ties you hopelessly to the past; the religion of the spirit consists in progressive revelation and ever beckons you on toward higher and holier achievements in spiritual ideals and eternal realities.
1997 155:6.4 Jullie religie zal van het louter intellectuele geloof in het gezag van de traditie, veranderen in de daadwerkelijke ervaring van dat levende geloof dat de werkelijkheid kan vatten van God en van alles wat in verband staat met de goddelijke geest van de Vader. De religie van het bewustzijn bindt je hopeloos aan het verleden: de religie van de geest bestaat in steeds voortschrijdende openbaring en wenkt je steeds verder om hogere, heiliger geestelijke idealen en eeuwige werkelijkheden te bereiken.
1955 155:6.5 While the religion of authority may impart a present feeling of settled security, you pay for such a transient satisfaction the price of the loss of your spiritual freedom and religious liberty. My Father does not require of you as the price of entering the kingdom of heaven that you should force yourself to subscribe to a belief in things which are spiritually repugnant, unholy, and untruthful. It is not required of you that your own sense of mercy, justice, and truth should be outraged by submission to an outworn system of religious forms and ceremonies. The religion of the spirit leaves you forever free to follow the truth wherever the leadings of the spirit may take you. And who can judge—perhaps this spirit may have something to impart to this generation which other generations have refused to hear?
1997 155:6.5 Hoewel de autoritaire religie voor het moment een vast gevoel van veiligheid en zekerheid kan geven, betaal je voor zulk een vluchtige voldoening de prijs van het verlies van je geestelijke onafhankelijkheid en religieuze vrijheid. Mijn Vader vraagt als prijs voor het binnengaan van het koninkrijk des hemels niet dat je jezelf dwingt een geloof te onderschrijven in dingen die geestelijk weerzinwekkend, onheilig en onwaarachtig zijn. Er wordt niet van je gevraagd je eigen gevoel van barmhartigheid, rechtvaardigheid en waarheid geweld aan te doen door je te onderwerpen aan een versleten systeem van religieuze vormen en ceremoniën. De religie van de geest laat je voor altijd vrij om de waarheid te volgen, waar de aanwijzingen van de geest je ook heen mogen leiden. En wie kan het beoordelen — misschien heeft deze geest iets mede te delen aan deze generatie wat andere generaties hebben geweigerd te horen?
1955 155:6.6 Shame on those false religious teachers who would drag hungry souls back into the dim and distant past and there leave them! And so are these unfortunate persons doomed to become frightened by every new discovery, while they are discomfited by every new revelation of truth. The prophet who said, “He will be kept in perfect peace whose mind is stayed on God,” was not a mere intellectual believer in authoritative theology. This truth-knowing human had discovered God; he was not merely talking about God.
1997 155:6.6 Het is een schande dat valse religieuze leraren hongerige zielen willen terugslepen naar het vage, verre verleden en ze daar willen laten! Deze onfortuinlijken zijn dan ook gedoemd te schrikken van iedere nieuwe ontdekking, terwijl ze verward raken door iedere nieuwe openbaring van waarheid. De profeet die zei: ‘Hij zal in volmaakte vrede verblijven wiens denken op God steunt,’ was niet een louter intellectuele gelovige in autoritaire religie[19]. Deze waarheidkennende mens had God ontdekt: hij was niet alleen maar aan het praten over God.
1955 155:6.7 I admonish you to give up the practice of always quoting the prophets of old and praising the heroes of Israel, and instead aspire to become living prophets of the Most High and spiritual heroes of the coming kingdom. To honor the God-knowing leaders of the past may indeed be worth while, but why, in so doing, should you sacrifice the supreme experience of human existence: finding God for yourselves and knowing him in your own souls?
1997 155:6.7 Ik maan jullie de gewoonte op te geven om altijd de oude profeten aan te halen en de helden van Israel te prijzen, en in plaats daarvan ernaar te streven levende profeten van de Hoogste te worden en geestelijke helden van het komende koninkrijk. Het eren van de Godkennende leiders uit het verleden kan inderdaad nuttig zijn, maar waarom zou je, terwijl je dit doet, de allerhoogste ervaring van het menselijk bestaan opofferen: zelf God te vinden en hem te kennen in je eigen ziel?
1955 155:6.8 Every race of mankind has its own mental outlook upon human existence; therefore must the religion of the mind ever run true to these various racial viewpoints. Never can the religions of authority come to unification. Human unity and mortal brotherhood can be achieved only by and through the superendowment of the religion of the spirit. Racial minds may differ, but all mankind is indwelt by the same divine and eternal spirit. The hope of human brotherhood can only be realized when, and as, the divergent mind religions of authority become impregnated with, and overshadowed by, the unifying and ennobling religion of the spirit—the religion of personal spiritual experience.
1997 155:6.8 Ieder ras van de mensheid heeft zijn eigen mentale visie op het menselijk bestaan; derhalve moet de verstandelijke religie altijd paralel lopen aan deze verschillende gezichtspunten der volkeren. De autoritaire godsdiensten zullen nooit tot unificatie komen. De eenheid der mensen en de broederschap der stervelingen kunnen slechts worden bereikt door en via de hogere schenking van de religie van de geest. Het denken der volkeren moge verschillen, doch de gehele mensheid ondervindt de inwoning van dezelfde goddelijke en eeuwige geest. De hoop op menselijke broederschap kan slechts worden verwerkelijkt wanneer en doordat de uiteenlopende autoritaire godsdiensten van het verstand bevrucht en overschaduwd worden door de unificerende en veredelende religie van de geest — de religie van de persoonlijke geestelijke ervaring.
1955 155:6.9 The religions of authority can only divide men and set them in conscientious array against each other; the religion of the spirit will progressively draw men together and cause them to become understandingly sympathetic with one another. The religions of authority require of men uniformity in belief, but this is impossible of realization in the present state of the world. The religion of the spirit requires only unity of experience—uniformity of destiny—making full allowance for diversity of belief. The religion of the spirit requires only uniformity of insight, not uniformity of viewpoint and outlook. The religion of the spirit does not demand uniformity of intellectual views, only unity of spirit feeling. The religions of authority crystallize into lifeless creeds; the religion of the spirit grows into the increasing joy and liberty of ennobling deeds of loving service and merciful ministration.
1997 155:6.9 De religies van het gezag kunnen alleen scheiding tussen de mensen teweegbrengen en hen in gewetensconflict tegenover elkaar opstellen; de religie van de geest zal de mensen steeds meer tot elkaar brengen en hen in begrip en sympathie met elkaar doen omgaan. De autoritaire godsdiensten eisen van de mensen uniformiteit van geloof, maar in de huidige staat van de wereld kan dit onmogelijk worden bereikt. De religie van de geest vraagt slechts eenheid van ervaring — uniformiteit van bestemming — waarbij volledig rekening wordt gehouden met de verscheidenheid van overtuiging. De religie van de geest vraagt slechts uniformiteit van inzicht, geen uniformiteit van standpunt en zienswijze. De religie van de geest vraagt geen uniformiteit van intellectuele gezichtspunten, alleen eenheid van geest-gevoelen. De autoritaire godsdiensten kristalliseren tot levenloze geloofsbelijdenissen; de religie van de geest groeit uit tot de toenemende vreugde en vrijheid van veredelende daden van liefdevol dienstbetoon en barmhartige bijstand.
1955 155:6.10 But watch, lest any of you look with disdain upon the children of Abraham because they have fallen on these evil days of traditional barrenness. Our forefathers gave themselves up to the persistent and passionate search for God, and they found him as no other whole race of men have ever known him since the times of Adam, who knew much of this as he was himself a Son of God. My Father has not failed to mark the long and untiring struggle of Israel, ever since the days of Moses, to find God and to know God. For weary generations the Jews have not ceased to toil, sweat, groan, travail, and endure the sufferings and experience the sorrows of a misunderstood and despised people, all in order that they might come a little nearer the discovery of the truth about God. And, notwithstanding all the failures and falterings of Israel, our fathers progressively, from Moses to the times of Amos and Hosea, did reveal increasingly to the whole world an ever clearer and more truthful picture of the eternal God. And so was the way prepared for the still greater revelation of the Father which you have been called to share.
1997 155:6.10 Doch nemen jullie je in acht dat geen van jullie met minachting neerziet op de kinderen Abrahams omdat hun deze boze tijden zijn overkomen van traditionele onvruchtbaarheid. Onze voorvaderen hebben zich volhardend en hartstochtelijk gewijd aan het zoeken naar God en zij hebben hem gevonden zoals geen ander volk in zijn geheel hem ooit gekend heeft sedert de dagen van Adam, die veel hiervan wist omdat hij zelf een Zoon van God was. Mijn Vader heeft veel aandacht gegeven aan de lange, onvermoeibare worsteling van Israel sinds de dagen van Mozes om God te vinden en om God te kennen. Generaties lang hebben vermoeide Joden gezwoegd, gebloed, gezucht en geworsteld, en het lijden en de bittere ervaringen moeten verduren van een onbegrepen, veracht volk, en dit alles om iets dichter bij de ontdekking te komen van de waarheid aangaande God. En niettegenstaande alle tekortkomingen en struikelingen van Israel, hebben onze vaderen van Mozes tot aan de dagen van Amos en Hosea inderdaad in toenemende mate een steeds duidelijker en waarheidsgetrouwer beeld van de eeuwige God geopenbaard aan de hele wereld. En zo werd de weg bereid voor de nog grotere openbaring van de Vader waarin jullie geroepen bent deel te hebben.
1955 155:6.11 Never forget there is only one adventure which is more satisfying and thrilling than the attempt to discover the will of the living God, and that is the supreme experience of honestly trying to do that divine will. And fail not to remember that the will of God can be done in any earthly occupation. Some callings are not holy and others secular. All things are sacred in the lives of those who are spirit led; that is, subordinated to truth, ennobled by love, dominated by mercy, and restrained by fairness—justice. The spirit which my Father and I shall send into the world is not only the Spirit of Truth but also the spirit of idealistic beauty.
1997 155:6.11 Vergeet nooit dat er slechts één avontuur is dat meer voldoening schenkt en nog aangrijpender is dan de poging om de wil van de levende God te ontdekken, en dat is de allerhoogste ervaring om eerlijk te trachten die goddelijke wil te doen. Vergeet ook niet dat de wil van God in iedere aardse bezigheid gedaan kan worden. Sommige beroepen zijn niet heilig en andere zijn werelds. Alle zaken zijn heilig in het leven van hen die door de geest worden geleid: dat wil zeggen, ondergeschikt gemaakt aan waarheid, geadeld door liefde, beheerst door barmhartigheid, en door billijkheid — gerechtigheid — beteugeld. De geest die mijn Vader en ik in de wereld zullen zenden is niet alleen de Geest van Waarheid, maar ook de geest van idealistische schoonheid.
1955 155:6.12 You must cease to seek for the word of God only on the pages of the olden records of theologic authority. Those who are born of the spirit of God shall henceforth discern the word of God regardless of whence it appears to take origin. Divine truth must not be discounted because the channel of its bestowal is apparently human. Many of your brethren have minds which accept the theory of God while they spiritually fail to realize the presence of God. And that is just the reason why I have so often taught you that the kingdom of heaven can best be realized by acquiring the spiritual attitude of a sincere child. It is not the mental immaturity of the child that I commend to you but rather the spiritual simplicity of such an easy-believing and fully-trusting little one. It is not so important that you should know about the fact of God as that you should increasingly grow in the ability to feel the presence of God.
1997 155:6.12 Jullie moet ermee ophouden het woord van God uitsluitend te zoeken op de bladzijden van de oude geschriften die theologisch gezag hebben. Zij die uit de geest Gods zijn geboren, zullen voortaan het woord van God onderscheiden waar het ook vandaan lijkt te zijn gekomen. Goddelijke waarheid moet niet buiten beschouwing worden gelaten omdat het kanaal waardoor zij wordt geschonken ogenschijnlijk menselijk is. Velen van jullie broeders hebben een verstand dat de theorie van God aanvaardt, terwijl zij geestelijk de tegenwoordigheid van God niet beseffen. Dit nu is precies de reden waarom ik jullie zo dikwijls heb geleerd dat het koninkrijk des hemels het beste kan worden beseft door je de geestelijke instelling van een oprecht kind eigen te maken[20]. Het is niet de mentale onrijpheid van het kind die ik jullie aanbeveel, maar veeleer de geestelijke eenvoud van zo’n kleintje, dat gemakkelijk gelooft en vol vertrouwen is. Het is niet zozeer van belang dat jullie weten van het feit van het bestaan van God, als wel dat je steeds meer groeit in het vermogen om de tegenwoordigheid van God te voelen.
1955 155:6.13 When you once begin to find God in your soul, presently you will begin to discover him in other men’s souls and eventually in all the creatures and creations of a mighty universe. But what chance does the Father have to appear as a God of supreme loyalties and divine ideals in the souls of men who give little or no time to the thoughtful contemplation of such eternal realities? While the mind is not the seat of the spiritual nature, it is indeed the gateway thereto.
1997 155:6.13 Wanneer je God eenmaal in je eigen ziel begint te vinden, zul je hem ook spoedig beginnen te ontdekken in de ziel van andere mensen en uiteindelijk in alle schepselen en scheppingen van een machtig universum. Doch hoeveel kans heeft de Vader om als een God van allerhoogste trouw en goddelijke idealen te verschijnen in de ziel van mensen die weinig of geen tijd geven aan de bedachtzame beschouwing van deze eeuwige werkelijkheden? Hoewel het bewustzijn niet de zetel is van de geestelijke natuur, is het welzeker de poort daartoe.
1955 155:6.14 But do not make the mistake of trying to prove to other men that you have found God; you cannot consciously produce such valid proof, albeit there are two positive and powerful demonstrations of the fact that you are God-knowing, and they are:
1997 155:6.14 Maar maak niet de fout te proberen andere mensen te bewijzen dat je God hebt gevonden: je kunt zulk geldig bewijs niet bewust leveren, al zijn er wel twee postieve, krachtige bewijzen van het feit dat je God kent, namelijk:
1955 155:6.15 1. The fruits of the spirit of God showing forth in your daily routine life.
1997 155:6.15 1. de vruchten van de geest die in je gewone dagelijkse leven aan de dag treden;
1955 155:6.16 2. The fact that your entire life plan furnishes positive proof that you have unreservedly risked everything you are and have on the adventure of survival after death in the pursuit of the hope of finding the God of eternity, whose presence you have foretasted in time.
1997 155:6.16 2. het feit dat de gehele opzet van je leven een positief bewijs is dat je onvoorwaardelijk alles wat je bent en hebt, op het spel hebt gezet van het avontuur van de overleving na de dood, in de verwachting dat je de God der eeuwigheid zult vinden, van wiens tegenwoordigheid je in de tijd reeds een voorsmaak hebt gehad.
1955 155:6.17 Now, mistake not, my Father will ever respond to the faintest flicker of faith. He takes note of the physical and superstitious emotions of the primitive man. And with those honest but fearful souls whose faith is so weak that it amounts to little more than an intellectual conformity to a passive attitude of assent to religions of authority, the Father is ever alert to honor and foster even all such feeble attempts to reach out for him. But you who have been called out of darkness into the light are expected to believe with a whole heart; your faith shall dominate the combined attitudes of body, mind, and spirit.
1997 155:6.17 Begrijp mij echter niet verkeerd, mijn Vader zal altijd reageren zelfs op het zwakste sprankje geloof. Hij geeft aandacht aan de lichamelijke, bijgelovige emoties van de primitieve mens. En bij die eerlijke maar vreesachtige zielen wier geloof zo zwak is, dat het weinig meer betekent dan een intellectuele aanpassing aan een passieve instelling van instemming met religies van gezag, is de Vader er immer op bedacht om zelfs al deze zwakke pogingen om naar hem te reiken, te respecteren en aan te moedigen. Doch van jullie, die uit de duisternis in het licht geroepen bent, wordt verwacht dat je van ganser harte gelooft: jullie geloof moet de gecombineerde instellingen van je lichaam, bewustzijn en geest domineren.
1955 155:6.18 You are my apostles, and to you religion shall not become a theologic shelter to which you may flee in fear of facing the rugged realities of spiritual progress and idealistic adventure; but rather shall your religion become the fact of real experience which testifies that God has found you, idealized, ennobled, and spiritualized you, and that you have enlisted in the eternal adventure of finding the God who has thus found and sonshipped you.
1997 155:6.18 Jullie zijn mijn apostelen, en voor jullie zal religie niet een theologische schuilplaats worden waar je kunt vluchten voor de angst om de veeleisende werkelijkheden van geestelijke vooruitgang en idealistisch avontuur onder ogen te moeten zien. Jullie religie zal veeleer het feit van werkelijke ervaring worden, dat getuigt dat God jullie heeft gevonden, jullie heeft geïdealiseerd, veredeld en vergeestelijkt, en dat jullie je hebt ingezet voor het eeuwige avontuur van het vinden van de God die jullie aldus heeft gevonden en jullie het zoonschap heeft gegeven.
1955 155:6.19 And when Jesus had finished speaking, he beckoned to Andrew and, pointing to the west toward Phoenicia, said: “Let us be on our way.”
1997 155:6.19 Toen Jezus uitgesproken was, wenkte hij Andreas en zei, terwijl hij naar het westen wees, in de richting van Fenicië: ‘Laten we verder gaan.’
Verhandeling 154. De laatste dagen in Kafarnaüm |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 156. Het verblijf in Tyrus en Sidon |