Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 89. Zonde, offer en verzoening |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 91. De evolutie van het gebed |
SHAMANISM—MEDICINE MEN AND PRIESTS
HET SJAMANISME — MEDICIJNMANNEN EN PRIESTERS
1955 90:0.1 THE evolution of religious observances progressed from placation, avoidance, exorcism, coercion, conciliation, and propitiation to sacrifice, atonement, and redemption. The technique of religious ritual passed from the forms of the primitive cult through fetishes to magic and miracles; and as ritual became more complex in response to man’s increasingly complex concept of the supermaterial realms, it was inevitably dominated by medicine men, shamans, and priests.
1997 90:0.1 De evolutie van religieuze gebruiken liep van verzoening, vermijding, bezwering, afdwinging, het gunstig stemmen en zoenoffers, tot slachtoffering, boetedoening en loskoping. De techniek van het religieuze ritueel ontwikkelde zich uit de vormen van de primitieve cultus via fetisjen tot magie en wonderen, en toen het ritueel steeds ingewikkelder werd als reactie op de steeds complexere voorstelling die de mens zich van de bovennatuurlijke sferen maakte, kregen medicijnmannen, sjamanen en priesters onvermijdelijk een overheersende invloed.
1955 90:0.2 In the advancing concepts of primitive man the spirit world was eventually regarded as being unresponsive to the ordinary mortal. Only the exceptional among humans could catch the ear of the gods; only the extraordinary man or woman would be heard by the spirits. Religion thus enters upon a new phase, a stage wherein it gradually becomes secondhanded; always does a medicine man, a shaman, or a priest intervene between the religionist and the object of worship. And today most Urantia systems of organized religious belief are passing through this level of evolutionary development.
1997 90:0.2 Toen de ideeën van de primitieve mens zich verder ontwikkelden, beschouwde hij de geestenwereld uiteindelijk als niet reagerend op de gewone sterveling. Alleen uitzonderlijke mensen konden bij de goden gehoor vinden, alleen naar de buitengewone man of vrouw werd door de geesten geluisterd. De religie komt zo in een nieuwe fase, een stadium waarin zij geleidelijk tweedehands wordt; steeds bemiddelt een medicijnman, een sjamaan of een priester tussen de gelovige en het object dat vereerd wordt. En in de huidige tijd doorlopen de meeste stelsels van georganiseerd religieus geloof op Urantia dit evolutionaire ontwikkelingsniveau.
1955 90:0.3 Evolutionary religion is born of a simple and all-powerful fear, the fear which surges through the human mind when confronted with the unknown, the inexplicable, and the incomprehensible. Religion eventually achieves the profoundly simple realization of an all-powerful love, the love which sweeps irresistibly through the human soul when awakened to the conception of the limitless affection of the Universal Father for the sons of the universe. But in between the beginning and the consummation of religious evolution, there intervene the long ages of the shamans, who presume to stand between man and God as intermediaries, interpreters, and intercessors.
1997 90:0.3 De evolutionaire religie is ontstaan uit een eenvoudige en alles overheersende angst, de vrees die opwelt in het bewustzijn van de mens wanneer hij met het onbekende, het onverklaarbare en het onbegrijpelijke wordt geconfronteerd. De religie bereikt uiteindelijk het diep-eenvoudige besef van een almachtige liefde, de liefde die onweerstaanbaar door ’s mensen ziel vaart wanneer zijn ogen opengaan voor de grenzeloze genegenheid die de Universele Vader voor de zonen van het universum koestert. Maar tussen het begin en de voleinding van de religieuze evolutie ligt de lange tijd van de sjamanen die zich veroorloven als tussenpersonen, tolken en bemiddelaars tussen de mens en God te gaan staan.
1. THE FIRST SHAMANS—THE MEDICINE MEN
1. DE EERSTE SJAMANEN — DE MEDICIJNMANNEN
1955 90:1.1 The shaman was the ranking medicine man, the ceremonial fetishman, and the focus personality for all the practices of evolutionary religion. In many groups the shaman outranked the war chief, marking the beginning of the church domination of the state. The shaman sometimes functioned as a priest and even as a priest-king. Some of the later tribes had both the earlier shaman-medicine men (seers) and the later appearing shaman-priests. And in many cases the office of shaman became hereditary.
1997 90:1.1 De sjamaan was de hoogste medicijnman, de ceremoniële fetisjman en de persoonlijkheid die het middelpunt vormde van alle gebruiken der evolutionaire religie. In vele groepen stond de sjamaan boven het krijgshoofd, hetgeen het begin van de kerkelijke overheersing over de staat markeert. De sjamaan fungeerde soms als priester en zelfs als priester-koning[1]. Sommige latere stammen kenden zowel de vroegere sjamaan-medicijnmannen (zieners) als de later opkomende sjamaan-priesters[2]. En in vele gevallen werd het ambt van sjamaan erfelijk.
1955 90:1.2 Since in olden times anything abnormal was ascribed to spirit possession, any striking mental or physical abnormality constituted qualification for being a medicine man. Many of these men were epileptic, many of the women hysteric, and these two types accounted for a good deal of ancient inspiration as well as spirit and devil possession. Quite a few of these earliest of priests were of a class which has since been denominated paranoiac.
1997 90:1.2 Aangezien in de oude tijden alles wat abnormaal was, werd toegeschreven aan bezetenheid door geesten, maakte iedere opvallende mentale of lichamelijke abnormaliteit een mens geschikt om medicijnman te worden. Velen van deze mannen waren epileptisch en velen van de vrouwen hysterisch, en in de oudheid waren deze twee typen verantwoordelijk voor veel van de inspiratie alsook de bezetenheid door geesten en duivels. Een niet gering aantal van deze vroegste priesters behoorde tot de groep die later als paranoïde werd aangeduid.
1955 90:1.3 While they may have practiced deception in minor matters, the great majority of the shamans believed in the fact of their spirit possession. Women who were able to throw themselves into a trance or a cataleptic fit became powerful shamanesses; later, such women became prophets and spirit mediums. Their cataleptic trances usually involved alleged communications with the ghosts of the dead. Many female shamans were also professional dancers.
1997 90:1.3 Hoewel zij in onbetekenende aangelegenheden waarschijnlijk wel eens bedrog pleegden, geloofde de grote meerderheid der sjamanen in het feit dat zij door geesten bezeten waren. Vrouwen die in staat waren in een trance of een kataleptische aanval te raken, werden machtige sjamanen; later werden zulke vrouwen profetessen en media voor geesten. Hun kataleptische trances gingen gewoonlijk gepaard met vermeende communicaties met de geesten van gestorvenen. Vele vrouwelijke sjamanen waren tevens professionele danseressen.
1955 90:1.4 But not all shamans were self-deceived; many were shrewd and able tricksters. As the profession developed, a novice was required to serve an apprenticeship of ten years of hardship and self-denial to qualify as a medicine man. The shamans developed a professional mode of dress and affected a mysterious conduct. They frequently employed drugs to induce certain physical states which would impress and mystify the tribesmen. Sleight-of-hand feats were regarded as supernatural by the common folk, and ventriloquism was first used by shrewd priests. Many of the olden shamans unwittingly stumbled onto hypnotism; others induced autohypnosis by prolonged staring at their navels.
1997 90:1.4 Maar niet alle sjamanen leden aan zelfbedrog: velen waren sluwe, bekwame bedriegers. Toen het beroep zich verder ontwikkelde, werd een beginneling een leertijd opgelegd van tien jaren van ontbering en zelfverloochening om bevoegd te worden als medicijnman. De sjamanen ontwikkelden beroepskleding en hielden van mysterieus gedrag. Zij gebruikten vaak verdovende middelen om bepaalde lichamelijke toestanden op te wekken die hun stamgenoten moesten imponeren en misleiden. Goocheltoeren werden door het gewone volk als bovennatuurlijk beschouwd, en sluwe priesters waren de eersten die gebruik maakten van buikspreken. Vele oude sjamanen raakten ongewild in hypnose; anderen brachten zichzelf onder hypnose door lang naar hun navel te staren.
1955 90:1.5 While many resorted to these tricks and deceptions, their reputation as a class, after all, stood on apparent achievement. When a shaman failed in his undertakings, if he could not advance a plausible alibi, he was either demoted or killed. Thus the honest shamans early perished; only the shrewd actors survived.
1997 90:1.5 Hoewel velen hun toevlucht namen tot deze trucs en misleidingen, stond of viel hun reputatie als klasse toch per slot van rekening met duidelijke prestaties. Wanneer een sjamaan tekortschoot in hetgeen hij op zich had genomen, werd hij, als hij geen aannemelijk excuus kon aanvoeren, òf gedegradeerd òf gedood. Zo gingen de eerlijke sjamanen al vroeg ten onder, en bleven alleen de sluwe acteurs in leven.
1955 90:1.6 It was shamanism that took the exclusive direction of tribal affairs out of the hands of the old and the strong and lodged it in the hands of the shrewd, the clever, and the farsighted.
1997 90:1.6 Het was het sjamanisme dat het exclusieve bestuur van de aangelegenheden van de stam de oudsten en sterken afnam en in handen legde van de sluwen, slimmen en vooruitzienden.
2. SHAMANISTIC PRACTICES
2. SJAMANISTISCHE PRAKTIJKEN
1955 90:2.1 Spirit conjuring was a very precise and highly complicated procedure, comparable to present-day church rituals conducted in an ancient tongue. The human race very early sought for superhuman help, for revelation; and men believed that the shaman actually received such revelations. While the shamans utilized the great power of suggestion in their work, it was almost invariably negative suggestion; only in very recent times has the technique of positive suggestion been employed. In the early development of their profession the shamans began to specialize in such vocations as rain making, disease healing, and crime detecting. To heal diseases was not, however, the chief function of a shamanic medicine man; it was, rather, to know and to control the hazards of living.
1997 90:2.1 Het bezweren van geesten was een zeer precieze en hoogst ingewikkelde procedure, vergelijkbaar met tegenwoordige kerkelijke rituelen die in een oude taal worden uitgevoerd. Het menselijk ras zocht reeds vroeg naar bovenmenselijke hulp, naar openbaring, en de mensen geloofden dat de sjamaan werkelijk zulke openbaringen ontving. Hoewel de sjamanen in hun werk de grote kracht van suggestie aanwendden, was het bijna altijd negatieve suggestie; pas in de allerlaatste tijd wordt de techniek van positieve suggestie gebruikt. In de vroege ontwikkelingsfase van hun beroep begonnen de sjamanen zich te specialiseren in taken als het regenmaken, het genezen van ziekten en het onthullen van misdaden. Het genezen van ziekten was evenwel niet de belangrijkste functie van een sjamaan-medicijnman; deze bestond veeleer uit het kennen en bedwingen van de gevaren van het leven.
1955 90:2.2 Ancient black art, both religious and secular, was called white art when practiced by either priests, seers, shamans, or medicine men. The practitioners of the black art were called sorcerers, magicians, wizards, witches, enchanters, necromancers, conjurers, and soothsayers. As time passed, all such purported contact with the supernatural was classified either as witchcraft or shamancraft.
1997 90:2.2 De oude zwarte kunst, zowel de religieuze als de wereldse, werd witte kunst genoemd als hij door priesters, zieners, sjamanen of door medicijnmannen werd toegepast. De beoefenaars van de zwarte kunst werden tovenaars, magiërs, wonderdoeners, heksen, wichelaars, dodenbezweerders, geestenbezweerders en waarzeggers genoemd. Na verloop van tijd werd al dergelijk beweerd contact met het bovennatuurlijke geklassificeerd als ofwel tovenarij, of als sjamanendom.
1955 90:2.3 Witchcraft embraced the magic performed by earlier, irregular, and unrecognized spirits; shamancraft had to do with miracles performed by regular spirits and recognized gods of the tribe. In later times the witch became associated with the devil, and thus was the stage set for the many comparatively recent exhibitions of religious intolerance. Witchcraft was a religion with many primitive tribes.
1997 90:2.3 Hekserij omvatte de magie die door vroegere, grillige en onherkende geesten werd bedreven; het sjamanendom had met wonderen te maken die door gewone geesten en erkende stamgoden werden verricht[3]. Later werd de heks met de duivel in verband gebracht en zo werd de weg bereid voor de vele betrekkelijk recente uitingen van religieuze onverdraagzaamheid. Hekserij was bij vele primitieve stammen een religie.
1955 90:2.4 The shamans were great believers in the mission of chance as revelatory of the will of the spirits; they frequently cast lots to arrive at decisions. Modern survivals of this proclivity for casting lots are illustrated, not only in the many games of chance, but also in the well-known “counting-out” rhymes. Once, the person counted out must die; now, he is only it in some childish game. That which was serious business to primitive man has survived as a diversion of the modern child.
1997 90:2.4 De sjamanen geloofden sterk dat het toeval de opdracht had om de wil van de geesten te openbaren en zij wierpen regelmatig het lot om tot besluiten te komen. Dat deze neiging tot loten in de moderne tijd nog steeds voortleeft, wordt niet alleen geïllustreerd door de vele kansspelen, maar ook door de welbekende ‘aftelrijmpjes.’ Ooit moest de afgetelde persoon sterven; nu is hij ‘hem’ alleen maar in een kinderspel. Wat voor de primitieve mens een ernstige zaak was, is blijven bestaan als vermaak voor het moderne kind.
1955 90:2.5 The medicine men put great trust in signs and omens, such as, “When you hear the sound of a rustling in the tops of the mulberry trees, then shall you bestir yourself.” Very early in the history of the race the shamans turned their attention to the stars. Primitive astrology was a world-wide belief and practice; dream interpreting also became widespread. All this was soon followed by the appearance of those temperamental shamanesses who professed to be able to communicate with the spirits of the dead.
1997 90:2.5 De medicijnmannen stelden groot vertrouwen in wonderen en voortekens, zoals ‘Zodra ge het geluid van ritselen hoort in de toppen der balsemstruiken, haast u dan[4].’ Reeds zeer vroeg in de geschiedenis van de mensheid richtten de sjamanen hun aandacht op de sterren. De primitieve astrologie werd overal ter wereld geloofd en toegepast; het verklaren van dromen was eveneens algemeen verbreid[5]. Dit alles werd spoedig gevolgd door het optreden van de temperamentvolle vrouwelijke sjamanen, die beweerden met de geesten van de gestorvenen te kunnen communiceren[6].
1955 90:2.6 Though of ancient origin, the rain makers, or weather shamans, have persisted right on down through the ages. A severe drought meant death to the early agriculturists; weather control was the object of much ancient magic. Civilized man still makes the weather the common topic of conversation. The olden peoples all believed in the power of the shaman as a rain maker, but it was customary to kill him when he failed, unless he could offer a plausible excuse to account for the failure.
1997 90:2.6 Hoewel hun oorsprong in de oudheid ligt, zijn de regenmakers of weersjamanen door alle eeuwen heen blijven bestaan. Een ernstige droogte betekende voor de eerste landbouwers de dood; de beheersing van het weer was het doelwit van veel oude magie. Voor de geciviliseerde mens is het weer nog steeds een algemeen onderwerp van gesprek. De oude volken geloofden alle in de macht van de sjamaan als regenmaker, maar het was gebruikelijk hem te doden als zijn pogingen mislukten, tenzij hij daarvoor een aannemelijk excuus kon aanvoeren.
1955 90:2.7 Again and again did the Caesars banish the astrologers, but they invariably returned because of the popular belief in their powers. They could not be driven out, and even in the sixteenth century after Christ the directors of Occidental church and state were the patrons of astrology. Thousands of supposedly intelligent people still believe that one may be born under the domination of a lucky or an unlucky star; that the juxtaposition of the heavenly bodies determines the outcome of various terrestrial adventures. Fortunetellers are still patronized by the credulous.
1997 90:2.7 Telkens weer werden de astrologen door de Caesars verbannen, maar zij keerden steevast terug, omdat het volk in hun krachten geloofde. Zij konden niet worden uitgedreven en zelfs in de zestiende eeuw na Christus waren de leiders van de westerse kerk en staat nog bevorderaars van de astrologie. Duizenden zogenaamde intelligente mensen geloven nog steeds dat iemand onder een gelukkig of ongelukkig gesternte kan worden geboren of dat de juxtapositie van de hemellichamen de uitkomst van verscheidene aardse ondernemingen bepaalt[7]. Waarzeggers worden nog steeds door lichtgelovigen bezocht.
1955 90:2.8 The Greeks believed in the efficacy of oracular advice, the Chinese used magic as protection against demons, shamanism flourished in India, and it still openly persists in central Asia. It is an only recently abandoned practice throughout much of the world.
1997 90:2.8 De Grieken geloofden in de doeltreffendheid van raadgevingen van orakels, de Chinezen gebruikten magie als bescherming tegen demonen, het sjamanisme bloeide in India en het houdt in Centraal-Azië nog steeds openlijk stand. In een groot deel van de wereld is het een gebruik dat pas kort geleden is opgegeven.
1955 90:2.9 Ever and anon, true prophets and teachers arose to denounce and expose shamanism. Even the vanishing red man had such a prophet within the past hundred years, the Shawnee Tenskwatawa, who predicted the eclipse of the sun in 1806 and denounced the vices of the white man. Many true teachers have appeared among the various tribes and races all through the long ages of evolutionary history. And they will ever continue to appear to challenge the shamans or priests of any age who oppose general education and attempt to thwart scientific progress.
1997 90:2.9 Zo nu en dan stonden er ware profeten en leraren op om het sjamanisme te hekelen en te ontmaskeren. Zelfs de verdwijnende rode mensen hadden in de afgelopen honderd jaar zo’n profeet, de Shawnee Tenskwatawa, die de verduistering van de zon in 1808 voorspelde en de ondeugden van de blanke mens hekelde. In de lange eeuwen der evolutionaire geschiedenis zijn er vele ware leraren opgetreden bij de verschillende stammen en volken. En zij zullen in iedere tijd blijven opstaan om de sjamanen en priesters ter verantwoording te roepen die zich verzetten tegen algemeen onderwijs en trachten de vooruitgang der wetenschap tegen te houden.
1955 90:2.10 In many ways and by devious methods the olden shamans established their reputations as voices of God and custodians of providence. They sprinkled the newborn with water and conferred names upon them; they circumcised the males. They presided over all burial ceremonies and made due announcement of the safe arrival of the dead in spiritland.
1997 90:2.10 Op vele wijzen en door slinkse methoden vestigden de oude sjamanen hun naam als stemmen Gods en voogden namens de voorzienigheid. Zij besprenkelden de pasgeborenen met water en schonken hun namen, zij besneden de jongetjes. Zij hadden de leiding bij alle begrafenisplechtigheden en deelden ten gepasten tijd mede dat de gestorvene veilig in het rijk der geesten was aangekomen.
1955 90:2.11 The shamanic priests and medicine men often became very wealthy through the accretion of their various fees which were ostensibly offerings to the spirits. Not infrequently a shaman would accumulate practically all the material wealth of his tribe. Upon the death of a wealthy man it was customary to divide his property equally with the shaman and some public enterprise or charity. This practice still obtains in some parts of Tibet, where one half the male population belongs to this class of nonproducers.
1997 90:2.11 De sjamanistische priesters en medicijnmannen werden vaak zeer rijk door de aanwas van hun verscheidene honoraria die bestonden uit zogenaamde offergaven aan de geesten. Niet zelden vergaarde een sjamaan praktisch alle materiële rijkdom van zijn stam voor zichzelf. Bij de dood van een rijk man was het gebruikelijk zijn bezit gelijkelijk te verdelen tussen de sjamaan en een publieke zaak of liefdadige organisatie. Deze gewoonte bestaat nog steeds in sommige streken in Tibet, waar de helft van de mannelijke bevolking tot deze klasse van niet-werkenden behoort.
1955 90:2.12 The shamans dressed well and usually had a number of wives; they were the original aristocracy, being exempt from all tribal restrictions. They were very often of low-grade mind and morals. They suppressed their rivals by denominating them witches or sorcerers and very frequently rose to such positions of influence and power that they were able to dominate the chiefs or kings.
1997 90:2.12 De sjamanen kleedden zich goed en hadden doorgaans een aantal vrouwen: zij vormden de oorspronkelijke aristocratie, want zij waren vrijgesteld van alle beperkingen die de stam kende. Hun verstandelijke vermogens en zeden waren dikwijls van zeer laag niveau. Zij hielden hun rivalen in toom door hen als heksen of tovenaars te bestempelen en zij stegen zeer vaak op tot dusdanig invloedrijke, machtige posities, dat zij in staat waren de stamhoofden en koningen te overheersen.
1955 90:2.13 Primitive man regarded the shaman as a necessary evil; he feared him but did not love him. Early man respected knowledge; he honored and rewarded wisdom. The shaman was mostly fraud, but the veneration for shamanism well illustrates the premium put upon wisdom in the evolution of the race.
1997 90:2.13 De primitieve mens beschouwde de sjamaan als een noodzakelijk kwaad; hij vreesde hem, maar hield niet van hem. De vroege mens had eerbied voor kennis; hij vereerde en beloonde wijsheid. De sjamaan was meestal een bedrieger, maar de diepe eerbied voor het sjamanisme illustreert heel goed de hoge waarde die in de evolutie van de mensheid aan wijsheid werd gehecht.
3. THE SHAMANIC THEORY OF DISEASE AND DEATH
3. DE SJAMAANSE THEORIE OVER ZIEKTE EN DOOD
1955 90:3.1 Since ancient man regarded himself and his material environment as being directly responsive to the whims of the ghosts and the fancies of the spirits, it is not strange that his religion should have been so exclusively concerned with material affairs. Modern man attacks his material problems directly; he recognizes that matter is responsive to the intelligent manipulation of mind. Primitive man likewise desired to modify and even to control the life and energies of the physical domains; and since his limited comprehension of the cosmos led him to the belief that ghosts, spirits, and gods were personally and immediately concerned with the detailed control of life and matter, he logically directed his efforts to winning the favor and support of these superhuman agencies.
1997 90:3.1 Daar de primitieve mens zichzelf en zijn materiële omgeving beschouwde als direct reagerend op de kuren van schimmen en de grillen van geesten, is het niet vreemd dat zijn religie zo uitsluitend betrekking had op materiële zaken. De moderne mens pakt zijn materiële problemen rechtstreeks aan: hij ziet in dat de materie reageert op de intelligente beïnvloeding door het verstand. De primitieve mens verlangde eveneens het leven en de energieën van de fysische gebieden te wijzigen en zelfs te beheersen, en aangezien zijn beperkte begrip van de kosmos hem deed geloven dat schimmen, geesten en goden persoonlijk en rechtstreeks betrokken waren bij de details van de beheersing van het leven en de materie, was het logisch dat hij zijn krachten richtte op het verkrijgen van de gunst en steun van deze bovenmenselijke machten.
1955 90:3.2 Viewed in this light, much of the inexplicable and irrational in the ancient cults is understandable. The ceremonies of the cult were primitive man’s attempt to control the material world in which he found himself. And many of his efforts were directed to the end of prolonging life and insuring health. Since all diseases and death itself were originally regarded as spirit phenomena, it was inevitable that the shamans, while functioning as medicine men and priests, should also have labored as doctors and surgeons.
1997 90:3.2 In dit licht gezien, is veel van het onverklaarbare en onlogische in de oude culten begrijpelijk. De ceremoniën van de cultus vormden het streven van de primitieve mens om de materiële wereld waarin hij zich bevond te beheersen. Veel van zijn inspanningen hadden tot doel het leven te verlengen en de gezondheid veilig te stellen. Daar oorspronkelijk alle ziekten en de dood zelf als geestverschijnselen werden beschouwd, was het onvermijdelijk dat waar de sjamanen fungeerden als medicijnmannen en priesters, zij ook als artsen en chirurgen werkten.
1955 90:3.3 The primitive mind may be handicapped by lack of facts, but it is for all that logical. When thoughtful men observe disease and death, they set about to determine the causes of these visitations, and in accordance with their understanding, the shamans and the scientists have propounded the following theories of affliction:
1997 90:3.3 Het primitieve verstand moge door gebrek aan feiten belemmerd zijn, maar het is niettemin logisch. Wanneer nadenkende mensen ziekte en dood waarnemen, beginnen zij de oorzaken van deze beproevingen te bepalen, en in overeenstemming met hun inzichten hebben de sjamanen en beoefenaars der wetenschap de volgende theorieën omtrent aandoeningen geopperd:
1955 90:3.4 1. Ghosts—direct spirit influences. The earliest hypothesis advanced in explanation of disease and death was that spirits caused disease by enticing the soul out of the body; if it failed to return, death ensued. The ancients so feared the malevolent action of disease-producing ghosts that ailing individuals would often be deserted without even food or water. Regardless of the erroneous basis for these beliefs, they did effectively isolate afflicted individuals and prevent the spread of contagious disease.
1997 90:3.4 1. Schimmen — rechtstreekse invloeden van geesten. De oudste hypothese die ter verklaring van ziekte en dood werd geformuleerd was dat geesten ziekten veroorzaakten door de ziel uit het lichaam te lokken; indien de ziel niet terugkeerde, volgde de dood. De ouden vreesden de boosaardige werking van ziekteverwekkende geesten dermate, dat zieke mensen dikwijls alleen werden gelaten, zelfs zonder voedsel of water. Niettegenstaande de onjuiste grondslag van deze opvattingen, isoleerden zij zo op doeltreffende wijze de lijders en voorkwamen zij de verspreiding van besmettelijke ziekten.
1955 90:3.5 2. Violence—obvious causes. The causes for some accidents and deaths were so easy to identify that they were early removed from the category of ghost action. Fatalities and wounds attendant upon war, animal combat, and other readily identifiable agencies were considered as natural occurrences. But it was long believed that the spirits were still responsible for delayed healing or for the infection of wounds of even “natural” causation. If no observable natural agent could be discovered, the spirit ghosts were still held responsible for disease and death.
1997 90:3.5 2. Geweld — duidelijke oorzaken. De oorzaken van sommige ongevallen en sterfgevallen waren zo gemakkelijk vast te stellen, dat men deze al vroeg uitsloot uit de categorie van de werking van geesten. Dodelijke ongelukken en wonden als gevolg van oorlog, gevechten met dieren en andere gemakkelijk herkenbare werkingen, werden als natuurlijke voorvallen beschouwd. Doch men geloofde lange tijd dat de geesten toch verantwoordelijk waren voor te langzame genezingen of voor infecties van wonden, zelfs die met een ‘natuurlijke’ oorzaak. Als er geen waarneembare, natuurlijke oorzaak kon worden ontdekt, hield men de geesten nog steeds verantwoordelijk voor ziekte en dood.
1955 90:3.6 Today, in Africa and elsewhere may be found primitive peoples who kill someone every time a nonviolent death occurs. Their medicine men indicate the guilty parties. If a mother dies in childbirth, the child is immediately strangled—a life for a life.
1997 90:3.6 Tegenwoordig kan men in Afrika en elders nog steeds primitieve volken aantreffen die iemand doden telkens wanneer er zich een geweldloos sterfgeval voordoet. Hun medicijnmannen wijzen de schuldige persoon aan. Wanneer een moeder bij de bevalling sterft, wordt het kind onmiddellijk gewurgd — een leven voor een leven.
1955 90:3.7 3. Magic—the influence of enemies. Much sickness was thought to be caused by bewitchment, the action of the evil eye and the magic pointing bow. At one time it was really dangerous to point a finger at anyone; it is still regarded as ill-mannered to point. In cases of obscure disease and death the ancients would hold a formal inquest, dissect the body, and settle upon some finding as the cause of death; otherwise the death would be laid to witchcraft, thus necessitating the execution of the witch responsible therefor. These ancient coroner’s inquests saved many a supposed witch’s life. Among some it was believed that a tribesman could die as a result of his own witchcraft, in which event no one was accused.
1997 90:3.7 3. Magie — de invloed van vijanden. Van veel ziekten werd verondersteld dat zij door betovering, de invloed van het boze oog en de magische aanwijsstok werden veroorzaakt. Eens was het werkelijk gevaarlijk om naar iemand te wijzen, en men vindt het nog steeds ongemanierd om met de vinger naar iemand te wijzen. In gevallen van onduidelijke ziekte en sterfgevallen pleegden de ouden een formele lijkschouwing te houden, het lichaam te ontleden en een of andere bevinding als doodsoorzaak vast te stellen; als men dit niet deed werd de dood aan hekserij toegeschreven, waardoor het nodig werd de heks die ervoor verantwoordelijk was ter dood te brengen. Deze oude lijkschouwingen hebben vele levens van vermeende heksen gered. Bij sommige volken geloofde men dat een lid van de stam tengevolge van zijn eigen hekserij kon sterven; in dit geval werd er niemand in staat van beschuldiging gesteld.
1955 90:3.8 4. Sin—punishment for taboo violation. In comparatively recent times it has been believed that sickness is a punishment for sin, personal or racial. Among peoples traversing this level of evolution the prevailing theory is that one cannot be afflicted unless one has violated a taboo. To regard sickness and suffering as “arrows of the Almighty within them” is typical of such beliefs. The Chinese and Mesopotamians long regarded disease as the result of the action of evil demons, although the Chaldeans also looked upon the stars as the cause of suffering. This theory of disease as a consequence of divine wrath is still prevalent among many reputedly civilized groups of Urantians.
1997 90:3.8 4. Zonde — straf voor overtreding van het taboe. In betrekkelijk recente tijden is men gaan geloven dat ziekte een straf is voor de zonde van de persoon of het volk. Bij de volken die dit niveau der evolutie doorlopen, heerst de opvatting dat iemand niet kan worden getroffen tenzij hij een taboe heeft overtreden. Het is kenmerkend voor zulke overtuigingen dat ziekte en lijden worden beschouwd als ‘pijlen van de Almachtige die in hen steken[8].’ De Chinezen en Mesopotamiërs beschouwden ziekte lange tijd als een gevolg van de werking van kwade demonen, hoewel de Chaldeeërs ook de sterren als de oorzaak van lijden beschouwden. Deze theorie over ziekte als gevolg van goddelijke gramschap heerst nog steeds bij vele, naar men zegt geciviliseerde groepen Urantianen.
1955 90:3.9 5. Natural causation. Mankind has been very slow to learn the material secrets of the interrelationship of cause and effect in the physical domains of energy, matter, and life. The ancient Greeks, having preserved the traditions of Adamson’s teachings, were among the first to recognize that all disease is the result of natural causes. Slowly and certainly the unfolding of a scientific era is destroying man’s age-old theories of sickness and death. Fever was one of the first human ailments to be removed from the category of supernatural disorders, and progressively the era of science has broken the fetters of ignorance which so long imprisoned the human mind. An understanding of old age and contagion is gradually obliterating man’s fear of ghosts, spirits, and gods as the personal perpetrators of human misery and mortal suffering.
1997 90:3.9 5. Natuurlijke oorzaken. In het ontdekken van de materiële geheimen van het onderlinge verband tussen oorzaak en gevolg op de fysische terreinen van energie, materie en leven, is de mensheid zeer traag geweest. Omdat de oude Grieken de overgeleverde leringen van Adamszoon hadden bewaard, behoorden zij tot de volkeren die het vroegst inzagen dat alle ziekte het gevolg is van natuurlijke oorzaken. Nu er zich een wetenschappelijk tijdperk ontwikkelt, worden ’s mensen eeuwenoude opvattingen over ziekte en dood langzaam ondermijnd. Koorts was een van de eerste menselijke aandoeningen die van de lijst van bovennatuurlijke ziekten werd geschrapt, en het wetenschappelijke tijdperk heeft in toenemende mate de kluisters van onwetendheid verbroken, waarin het menselijk denken zo lang gevangen is geweest. Door inzicht in de ouderdom en in besmetting is de vrees van de mens voor schimmen, geesten en goden als persoonlijke aanrichters van de menselijke ellende en het lijden van stervelingen, geleidelijk verdwenen.
1955 90:3.10 Evolution unerringly achieves its end: It imbues man with that superstitious fear of the unknown and dread of the unseen which is the scaffolding for the God concept. And having witnessed the birth of an advanced comprehension of Deity, through the co-ordinate action of revelation, this same technique of evolution then unerringly sets in motion those forces of thought which will inexorably obliterate the scaffolding, which has served its purpose.
1997 90:3.10 De evolutie bereikt feilloos haar doel: zij doordrenkt de mens met de bijgelovige vrees voor het onbekende en het ontzag voor de wereld van het ongeziene, die de steiger vormen waarop het Godsbegrip kan worden gebouwd. En wanneer er eenmaal een gevorderd begrip van de Godheid geboren is door de coördinatieve werking van de openbaring, zet deze zelfde evolutietechniek feilloos de krachten van het denken in beweging die onverbiddelijk de steiger zullen doen verdwijnen wanneer deze niet langer nodig is.
4. MEDICINE UNDER THE SHAMANS
4. DE GEZONDHEIDSZORG ONDER DE SJAMANEN
1955 90:4.1 The entire life of ancient men was prophylactic; their religion was in no small measure a technique for disease prevention. And regardless of the error in their theories, they were wholehearted in putting them into effect; they had unbounded faith in their methods of treatment, and that, in itself, is a powerful remedy.
1997 90:4.1 Het gehele leven van de mensen in de oudheid was profylactisch; hun religie was in niet geringe mate een techniek om ziekte te voorkomen. En ongeacht de dwalingen in hun opvattingen, waren zij oprecht in hun uitvoering ervan; zij hadden een onbeperkt vertrouwen in hun behandelingswijzen en dat is op zich al een zeer effectieve remedie.
1955 90:4.2 The faith required to get well under the foolish ministrations of one of these ancient shamans was, after all, not materially different from that which is required to experience healing at the hands of some of his later-day successors who engage in the nonscientific treatment of disease.
1997 90:4.2 Het geloof dat nodig was om baat te kunnen vinden bij de dwaze hulp van een van deze oude sjamanen was tenslotte niet wezenlijk verschillend van het vertrouwen dat nodig is om genezen te worden door hun latere opvolgers die ziekte niet-wetenschappelijk behandelen.
1955 90:4.3 The more primitive tribes greatly feared the sick, and for long ages they were carefully avoided, shamefully neglected. It was a great advance in humanitarianism when the evolution of shamancraft produced priests and medicine men who consented to treat disease. Then it became customary for the entire clan to crowd into the sickroom to assist the shaman in howling the disease ghosts away. It was not uncommon for a woman to be the diagnosing shaman, while a man would administer treatment. The usual method of diagnosing disease was to examine the entrails of an animal.
1997 90:4.3 De meer primitieve stammen waren erg bang voor zieken, en eeuwenlang werden dezen angstvallig vermeden en schandelijk veronachtzaamd. Toen de evolutie van het sjamanisme priesters en medicijnmannen voortbracht die zich bereid verklaarden ziekten te behandelen, betekende dit een grote stap voorwaarts in menslievendheid. Vervolgens werd het de gewoonte dat de gehele stam samendrong in het ziekenvertrek om de sjamaan bij te staan bij het wegjammeren van de ziekteverwekkende geesten. Het was niet ongebruikelijk dat een vrouw optrad als de sjamaan die de diagnose stelde, terwijl een man de behandeling gaf. De gebruikelijke methode om de diagnose van een ziekte te stellen was het onderzoeken van de ingewanden van een dier.
1955 90:4.4 Disease was treated by chanting, howling, laying on of hands, breathing on the patient, and many other techniques. In later times the resort to temple sleep, during which healing supposedly took place, became widespread. The medicine men eventually essayed actual surgery in connection with temple slumber; among the first operations was that of trephining the skull to allow a headache spirit to escape. The shamans learned to treat fractures and dislocations, to open boils and abscesses; the shamanesses became adept at midwifery.
1997 90:4.4 Ziekte werd behandeld door monotoon gezang, jammeren, handoplegging, door op de patiënt te ademen en op vele andere manieren. In latere tijden nam men op wijde schaal zijn toevlucht tot de tempelslaap, tijdens welke genezing verondersteld werd plaats te vinden. De medicijnmannen poogden uiteindelijk echte chirurgie toe te passen in verband met de tempelslaap; tot de eerste operaties behoorde het doorboren van de schedel om de geest die hoofdpijn veroorzaakte, te laten ontsnappen. De sjamanen leerden fracturen en ontwrichtingen te behandelen en steenpuisten en abcessen te openen; de vrouwelijke sjamanen werden bedreven in de verloskunde.
1955 90:4.5 It was a common method of treatment to rub something magical on an infected or blemished spot on the body, throw the charm away, and supposedly experience a cure. If anyone should chance to pick up the discarded charm, it was believed he would immediately acquire the infection or blemish. It was a long time before herbs and other real medicines were introduced. Massage was developed in connection with incantation, rubbing the spirit out of the body, and was preceded by efforts to rub medicine in, even as moderns attempt to rub liniments in. Cupping and sucking the affected parts, together with bloodletting, were thought to be of value in getting rid of a disease-producing spirit.
1997 90:4.5 Het was een gebruikelijke behandelmethode om iets magisch in te wrijven op een ge- infecteerde of besmette plek van het lichaam, het tovermiddel weg te gooien, en zich dan zogenaamd beter te voelen. Men geloofde dat indien iemand toevallig het weggeworpen tovermiddel opraapte, deze onmiddellijk de infectie of besmetting zou krijgen. Het heeft lang geduurd voordat kruiden en andere echte medicijnen werden ingevoerd. Massage heeft zich ontwikkeld in samenhang met bezwering, de geest werd uit het lichaam gemasseerd, hetgeen vooraf werd gegaan door pogingen om er medicijnen in te wrijven, precies zoals de moderne mens probeert massage-olie in te wrijven. Het koppen en uitzuigen van de aangetaste delen werden, evenals het aderlaten, als nuttig beschouwd om van een ziekteverwekkende geest af te komen.
1955 90:4.6 Since water was a potent fetish, it was utilized in the treatment of many ailments. For long it was believed that the spirit causing the sickness could be eliminated by sweating. Vapor baths were highly regarded; natural hot springs soon blossomed as primitive health resorts. Early man discovered that heat would relieve pain; he used sunlight, fresh animal organs, hot clay, and hot stones, and many of these methods are still employed. Rhythm was practiced in an effort to influence the spirits; the tom-toms were universal.
1997 90:4.6 Daar water een machtig fetisj was, werd het bij de behandeling van vele kwalen toegepast. Lange tijd geloofde men dat de geest die de ziekte veroorzaakte, door transpiratie kon worden uitgedreven. Stoombaden werden hoog aangeslagen; natuurlijke hete bronnen kwamen al spoedig tot bloei als primitieve kuuroorden. De vroege mens ontdekte dat warmte pijn kon verlichten; hij maakte gebruik van zonlicht, verse dierlijke organen, hete klei en hete stenen, en veel van deze methoden worden nog steeds toegepast. Men maakte ritmische bewegingen om te proberen de geesten te beïnvloeden; de tomtoms waren overal ter wereld in gebruik.
1955 90:4.7 Among some people disease was thought to be caused by a wicked conspiracy between spirits and animals. This gave rise to the belief that there existed a beneficent plant remedy for every animal-caused disease. The red men were especially devoted to the plant theory of universal remedies; they always put a drop of blood in the root hole left when the plant was pulled up.
1997 90:4.7 Bij sommige volken dacht men dat ziekte door een boosaardige samenzwering tussen geesten en dieren werd veroorzaakt. Dit leidde tot het geloof dat er voor iedere door dieren veroorzaakte ziekte een weldoend plantaardig geneesmiddel bestond. De rode mensen waren vooral verknocht aan de opvatting dat planten alomvattende geneesmiddelen waren; zij goten altijd een druppel bloed in het wortelgat dat ontstond wanneer een plant werd uitgetrokken.
1955 90:4.8 Fasting, dieting, and counterirritants were often used as remedial measures. Human secretions, being definitely magical, were highly regarded; blood and urine were thus among the earliest medicines and were soon augmented by roots and various salts. The shamans believed that disease spirits could be driven out of the body by foul-smelling and bad-tasting medicines. Purging very early became a routine treatment, and the values of raw cocoa and quinine were among the earliest pharmaceutical discoveries.
1997 90:4.8 Vasten, speciale diëten en tegengif werden vaak als genezende maatregelen toegepast. Menselijke afscheidingen die beslist als magisch werden gezien, werden hoog aangeslagen: bloed en urine behoorden bijgevolg tot de vroegste medicijnen en werden al spoedig aangelengd met wortels en verschillende zouten. De sjamanen geloofden dat ziekteveroorzakende geesten door vies ruikende en slecht smakende medicijnen uit het lichaam konden worden gedreven. Purgeren werd al zeer vroeg een routine-behandeling en het nuttige effect van rauwe cacao en kinine behoorde tot de vroegste farmaceutische ontdekkingen.
1955 90:4.9 The Greeks were the first to evolve truly rational methods of treating the sick. Both the Greeks and the Egyptians received their medical knowledge from the Euphrates valley. Oil and wine was a very early medicine for treating wounds; castor oil and opium were used by the Sumerians. Many of these ancient and effective secret remedies lost their power when they became known; secrecy has always been essential to the successful practice of fraud and superstition. Only facts and truth court the full light of comprehension and rejoice in the illumination and enlightenment of scientific research.
1997 90:4.9 De Grieken waren de eersten die werkelijk rationele methoden ontwikkelden om zieken te behandelen. De medische kennis van zowel de Grieken als de Egyptenaren stamde uit de vallei van de Eufraat. Olie met wijn was een zeer vroeg medicijn voor de behandeling van wonden; wonderolie en opium werden reeds door de Sumeriërs gebruikt. Veel van deze oude, doeltreffende geheime geneesmiddelen verloren hun kracht wanneer zij bekend werden: geheimzinnigheid is altijd zeer belangrijk geweest voor het welslagen van praktijken van bedrog en bijgeloof. Alleen feiten en waarheid zoeken het volle licht van het begrip en verheugen zich in de verlichting en verheldering van het natuurwetenschappelijk onderzoek.
5. PRIESTS AND RITUALS
5. PRIESTERS EN RITUELEN
1955 90:5.1 The essence of the ritual is the perfection of its performance; among savages it must be practiced with exact precision. It is only when the ritual has been correctly carried out that the ceremony possesses compelling power over the spirits. If the ritual is faulty, it only arouses the anger and resentment of the gods. Therefore, since man’s slowly evolving mind conceived that the technique of ritual was the decisive factor in its efficacy, it was inevitable that the early shamans should sooner or later evolve into a priesthood trained to direct the meticulous practice of the ritual. And so for tens of thousands of years endless rituals have hampered society and cursed civilization, have been an intolerable burden to every act of life, every racial undertaking.
1997 90:5.1 De essentie van het ritueel is de volmaaktheid waarmee het wordt uitgevoerd: bij primitieve mensen moet het met stipte nauwkeurigheid worden uitgevoerd. Alleen wanneer het ritueel foutloos wordt uitgevoerd, bezit de ceremonie dwingende kracht over de geesten. Indien het ritueel onvolkomen is, wekt het slechts de toorn en wrevel van de goden op. Aangezien het langzaam evoluerende bewustzijn van de mens de techniek van het ritueel als beslissende factor voor de doeltreffendheid opvatte, was het onvermijdelijk dat de vroege sjamanen vroeg of laat zouden evolueren tot een priesterdom dat was opgeleid om de uitoefening van het ritueel zeer nauwgezet te leiden. Tienduizenden jaren lang hebben eindeloze rituelen de samenleving gehinderd en de civilisatie geteisterd, en zijn zij een ondragelijke last geweest bij iedere daad in het leven, bij iedere menselijke onderneming.
1955 90:5.2 Ritual is the technique of sanctifying custom; ritual creates and perpetuates myths as well as contributing to the preservation of social and religious customs. Again, ritual itself has been fathered by myths. Rituals are often at first social, later becoming economic and finally acquiring the sanctity and dignity of religious ceremonial. Ritual may be personal or group in practice—or both—as illustrated by prayer, dancing, and drama.
1997 90:5.2 Het ritueel is de techniek waardoor gewoonten geheiligd worden; het ritueel schept en bestendigt mythen, en draagt tevens bij tot het behoud van sociale en religieuze gewoonten. Nogmaals, rituelen zelf worden door mythen verwekt. Rituelen zijn in het begin vaak sociaal, later worden zij economisch en ten slotte verkrijgen zij de heiligheid en waardigheid van een religieus ceremoniëel. Een ritueel kan persoonlijk of door een groep — of beide — worden uitgevoerd, zoals het gebed, de dans en het drama illustreren.
1955 90:5.3 Words become a part of ritual, such as the use of terms like amen and selah. The habit of swearing, profanity, represents a prostitution of former ritualistic repetition of holy names. The making of pilgrimages to sacred shrines is a very ancient ritual. The ritual next grew into elaborate ceremonies of purification, cleansing, and sanctification. The initiation ceremonies of the primitive tribal secret societies were in reality a crude religious rite. The worship technique of the olden mystery cults was just one long performance of accumulated religious ritual. Ritual finally developed into the modern types of social ceremonials and religious worship, services embracing prayer, song, responsive reading, and other individual and group spiritual devotions.
1997 90:5.3 Woorden worden een deel van het ritueel, zoals het gebruik van de woorden amen en sela[9][10]. De gewoonte van het vloeken, godslastering, is een prostitutie van de vroegere rituele herhaling van heilige namen. Het maken van pelgrimstochten naar gewijde heiligdommen is een zeer oud ritueel. Vervolgens groeide het ritueel uit tot uitgebreide ceremoniën van reiniging, loutering en heiliging[11][12][13]. De inwijdingsceremoniën van de primitieve, geheime stamgenootschappen waren in werkelijkheid een ruwe vorm van religieuze riten. De vereringstechniek van de oude mysterieculten bestond uit één lange uitvoering van verzamelde religieuze rituelen. Het ritueel ontwikkelde zich ten slotte tot de hedendaagse vormen van sociale ceremoniën en religieuze verering, erediensten die gebed, zang, responsoriaal lezen en andere geestelijke oefeningen van enkelingen en groepen omvatten.
1955 90:5.4 The priests evolved from shamans up through oracles, diviners, singers, dancers, weathermakers, guardians of religious relics, temple custodians, and foretellers of events, to the status of actual directors of religious worship. Eventually the office became hereditary; a continuous priestly caste arose.
1997 90:5.4 De priesters ontwikkelden zich van sjamanen tot orakels, waarzeggers, zangers, dansers, weermakers, bewakers van religieuze relikwieën, tempelwachters en voorspellers van gebeurtenissen, tot de status van werkelijke leiders van religieuze erediensten. Ten slotte werd het ambt erfelijk; er ontstond een doorlopende priesterkaste.
1955 90:5.5 As religion evolved, priests began to specialize according to their innate talents or special predilections. Some became singers, others prayers, and still others sacrificers; later came the orators—preachers. And when religion became institutionalized, these priests claimed to “hold the keys of heaven.”
1997 90:5.5 Naarmate de religie evolueerde, begonnen priesters zich te specialiseren overeenkomstig hun aangeboren talenten of speciale voorkeuren. Sommigen werden voorzangers, anderen gebedslezers en nog weer anderen offerpriesters; later kwamen de redenaren — de predikers. En toen de religie een gevestigde instelling werd, beweerden deze priesters dat zij ‘de sleutels des hemels’ droegen.
1955 90:5.6 The priests have always sought to impress and awe the common people by conducting the religious ritual in an ancient tongue and by sundry magical passes so to mystify the worshipers as to enhance their own piety and authority. The great danger in all this is that the ritual tends to become a substitute for religion.
1997 90:5.6 De priesters hebben altijd getracht het gewone volk te imponeren en gezag in te boezemen door het religieuze ritueel uit te voeren in oude talen en door de gelovigen met allerlei magische handelingen dermate voor raadselen te stellen, dat daardoor hun eigen vroomheid en autoriteit benadrukt werd. Het grote gevaar in dit alles is dat het ritueel de neiging heeft een substituut voor religie te worden.
1955 90:5.7 The priesthoods have done much to delay scientific development and to hinder spiritual progress, but they have contributed to the stabilization of civilization and to the enhancement of certain kinds of culture. But many modern priests have ceased to function as directors of the ritual of the worship of God, having turned their attention to theology—the attempt to define God.
1997 90:5.7 De verschillende soorten priesterdom hebben in ernstige mate bijgedragen aan de vertraging van de wetenschappelijke ontwikkeling en de belemmering van de geestelijke vooruitgang, maar de stabilisatie van de civilisatie en de versterking van bepaalde soorten cultuur hebben zij bevorderd. Vele hedendaagse priesters functioneren echter niet meer als leiders van het ritueel van het aanbidden van God en hebben hun aandacht gericht op de theologie — de poging om God te definiëren.
1955 90:5.8 It is not denied that the priests have been a millstone about the neck of the races, but the true religious leaders have been invaluable in pointing the way to higher and better realities.
1997 90:5.8 Het valt niet te ontkennen dat de priesters een molensteen om de nek der volkeren zijn geweest, maar de ware religieuze leiders zijn van onschatbare waarde geweest, doordat zij de weg naar hogere, betere werkelijkheden hebben aangegeven.
1955 90:5.9 [Presented by a Melchizedek of Nebadon.]
1997 90:5.9 [Aangeboden door een Melchizedek van Nebadon.]
Verhandeling 89. Zonde, offer en verzoening |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 91. De evolutie van het gebed |