Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 7. De betrekking van de Eeuwige Zoon tot het Universum |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 9. De betrekking van de Oneindige Geest tot het Universum |
THE INFINITE SPIRIT
DE ONEINDIGE GEEST
1955 8:0.1 BACK in eternity, when the Universal Father’s “first” infinite and absolute thought finds in the Eternal Son such a perfect and adequate word for its divine expression, there ensues the supreme desire of both the Thought-God and the Word-God for a universal and infinite agent of mutual expression and combined action.
1997 8:0.1 VER terug in de eeuwigheid, wanneer de ‘eerste’ oneindige, absolute gedachte van de Universele Vader in de Eeuwige Zoon zulk een volmaakt, adequaat woord vindt voor haar goddelijke uitdrukking, volgt hierop het allerhoogst verlangen van de Gedachte-God en de Woord-God beiden naar een universele, oneindige agent die hen voor elkaar tot uitdrukking kan brengen en voor hen gezamenlijk kan handelen.
1955 8:0.2 In the dawn of eternity both the Father and the Son become infinitely cognizant of their mutual interdependence, their eternal and absolute oneness; and therefore do they enter into an infinite and everlasting covenant of divine partnership. This never-ending compact is made for the execution of their united concepts throughout all of the circle of eternity; and ever since this eternity event the Father and the Son continue in this divine union.
1997 8:0.2 In de dageraad der eeuwigheid komen zowel de Vader als de Zoon tot het oneindige besef dat zij onderling van elkaar afhankelijk zijn, dat zij eeuwig, absoluut één zijn, en daarom gaan zij een oneindig, eeuwigdurend verbond aan van goddelijk deelgenootschap. Deze nimmer eindigende overeenkomst wordt gesloten ter uitvoering van hun verenigde ideeën overal in de cirkelgang der eeuwigheid, en sinds deze gebeurtenis in de eeuwigheid zijn de Vader en de Zoon immer in deze goddelijke verbintenis verenigd.
1955 8:0.3 We are now face to face with the eternity origin of the Infinite Spirit, the Third Person of Deity. The very instant that God the Father and God the Son conjointly conceive an identical and infinite action—the execution of an absolute thought-plan—that very moment, the Infinite Spirit springs full-fledgedly into existence.
1997 8:0.3 Wij staan nu van aangezicht tot aangezicht met de eeuwigheidsoorsprong van de Oneindige Geest, de Derde Persoon der Godheid. Op hetzelfde ogenblik dat God de Vader en God de Zoon gezamenlijk een identieke, oneindige handeling concipiëren — de uitvoering van een absoluut gedachte-plan — komt de Oneindige Geest volwassen tot aanzijn.
1955 8:0.4 In thus reciting the order of the origin of the Deities, I do so merely to enable you to think of their relationship. In reality they are all three existent from eternity; they are existential. They are without beginning or ending of days; they are co-ordinate, supreme, ultimate, absolute, and infinite. They are and always have been and ever shall be. And they are three distinctly individualized but eternally associated persons, God the Father, God the Son, and God the Spirit.
1997 8:0.4 Wanneer ik de volgorde in de oorsprong der Godheden zo verhaal, doe ik dit alleen om u in staat te stellen na te denken over hun onderlinge verhouding. In werkelijkheid bestaan zij alle drie sinds de eeuwigheid: zij zijn existentieel. Zij zijn zonder begin of einde der dagen: zij zijn gelijk, allerhoogst, ultiem, absoluut en oneindig. Zij zijn, zijn altijd geweest, en zullen immer zijn. En zij zijn drie afzonderlijk geïndividualiseerde, maar eeuwig geassocieerde personen: God de Vader, God de Zoon, en God de Geest.
1. THE GOD OF ACTION
1. DE GOD VAN HANDELING
1955 8:1.1 In the eternity of the past, upon the personalization of the Infinite Spirit the divine personality cycle becomes perfect and complete. The God of Action is existent, and the vast stage of space is set for the stupendous drama of creation—the universal adventure—the divine panorama of the eternal ages.
1997 8:1.1 In de eeuwigheid van het verleden wordt met de personalisering van de Oneindige Geest de goddelijke persoonlijkheidscyclus volmaakt en volledig. De God van Handeling is existent, en het enorme toneel van de ruimte is gereed voor het ontzagwekkende drama der schepping — het avontuur van het universum — het goddelijke panorama van de eeuwige tijdperken.
1955 8:1.2 The first act of the Infinite Spirit is the inspection and recognition of his divine parents, the Father-Father and the Mother-Son. He, the Spirit, unqualifiedly identifies both of them. He is fully cognizant of their separate personalities and infinite attributes as well as of their combined nature and united function. Next, voluntarily, with transcendent willingness and inspiring spontaneity, the Third Person of Deity, notwithstanding his equality with the First and Second Persons, pledges eternal loyalty to God the Father and acknowledges everlasting dependence upon God the Son.
1997 8:1.2 De eerste daad van de Oneindige Geest is het aanzien en herkennen van zijn goddelijke ouders, de Vader-Vader en de Moeder-Zoon. Hij, de Geest, identificeert hen beiden onvoorwaardelijk. Hij is geheel bekend met hun afzonderlijke persoonlijkheden en hun oneindige eigenschappen en ook hun gecombineerde natuur en verenigde functie. Vervolgens belooft de Derde Persoon der Godheid, met transcendente bereidheid en inspirerende spontaneïteit, eeuwige trouw aan God de Vader en erkent hij eeuwige afhankelijkheid van God de Zoon, ondanks zijn gelijkheid met de Eerste en Tweede Persoon.
1955 8:1.3 Inherent in the nature of this transaction and in mutual recognition of the personality independence of each and the executive union of all three, the cycle of eternity is established. The Paradise Trinity is existent. The stage of universal space is set for the manifold and never-ending panorama of the creative unfolding of the purpose of the Universal Father through the personality of the Eternal Son and by the execution of the God of Action, the executive agency for the reality performances of the Father-Son creator partnership.
1997 8:1.3 Inherent aan de natuur van deze verrichting, en in onderlinge erkenning van de onafhankelijkheid van ieders persoonlijkheid en de executieve eenheid van hen gedrieën, komt de cyclus der eeuwigheid tot stand. De Paradijs-Triniteit bestaat. Het toneel van de universele ruimte staat gereed voor het gelede, nimmer-eindigende panorama van de creatieve ontvouwing van het voornemen van de Universele Vader, door de persoonlijkheid van de Eeuwige Zoon en door de uitvoering van de God van Handeling, de instantie die de realiteitsverrichtingen van het Vader-Zoon schepper-deelgenootschap ten uitvoer brengt.
1955 8:1.4 The God of Action functions and the dead vaults of space are astir. One billion perfect spheres flash into existence. Prior to this hypothetical eternity moment the space-energies inherent in Paradise are existent and potentially operative, but they have no actuality of being; neither can physical gravity be measured except by the reaction of material realities to its incessant pull. There is no material universe at this (assumed) eternally distant moment, but the very instant that one billion worlds materialize, there is in evidence gravity sufficient and adequate to hold them in the everlasting grasp of Paradise.
1997 8:1.4 De God van Handeling functioneert en de dode gewelven der ruimte zijn in beweging. Een miljard volmaakte hemellichamen komt in een flits tot aanzijn. Voorafgaand aan dit hypothetische eeuwigheidsmoment zijn de ruimte-energieën die inherent zijn aan het Paradijs, existent en potentieel werkzaam, maar hebben zij geen actualiteit van zijn; de fysische zwaartekracht kan immers ook niet anders gemeten worden dan door de reactie van materiële werkelijkheden op haar onophoudelijke aantrekkingskracht. Er is geen materieel universum op dit (aangenomen) moment dat eeuwig ver verwijderd is, maar op hetzelfde ogenblik dat er een miljard werelden materialiseert, blijkt er voldoende en adequate zwaartekracht te zijn om hen in de eeuwigdurende greep van het Paradijs te houden.
1955 8:1.5 There now flashes through the creation of the Gods the second form of energy, and this outflowing spirit is instantly grasped by the spiritual gravity of the Eternal Son. Thus the twofold gravity-embraced universe is touched with the energy of infinity and immersed in the spirit of divinity. In this way is the soil of life prepared for the consciousness of mind made manifest in the associated intelligence circuits of the Infinite Spirit.
1997 8:1.5 Nu flitst de tweede vorm van energie door de schepping der Goden, en deze uitstromende geest komt ogenblikkelijk in de greep van de geestelijke zwaartekracht van de Eeuwige Zoon. Aldus wordt het door een tweevoudige zwaartekracht omvatte universum, aangeraakt door de energie der oneindigheid en ondergedompeld in de geest van goddelijkheid. Op deze wijze wordt de bodem van het leven voorbereid voor de bewustheid van bewustzijn, dat manifest is gemaakt in de gecombineerde intelligentie-circuits van de Oneindige Geest.
1955 8:1.6 Upon these seeds of potential existence, diffused throughout the central creation of the Gods, the Father acts, and creature personality appears. Then does the presence of the Paradise Deities fill all organized space and begin effectively to draw all things and beings Paradiseward.
1997 8:1.6 Op deze zaden van potentieel bestaan, verstrooid door de hele centrale schepping der Goden, werkt de Vader in, en er verschijnt schepsel-persoonlijkheid. Dan vult de tegenwoordigheid van de Paradijs-Godheden de ganse georganiseerde ruimte en vangt zij aan alle dingen en alle wezens doeltreffend naar het Paradijs te trekken.
1955 8:1.7 The Infinite Spirit eternalizes concurrently with the birth of the Havona worlds, this central universe being created by him and with him and in him in obedience to the combined concepts and united wills of the Father and the Son. The Third Person deitizes by this very act of conjoint creation, and he thus forever becomes the Conjoint Creator.
1997 8:1.7 De Oneindige Geest vereeuwigt samenvallend met de geboorte van de Havona-werelden, aangezien dit centrale universum door hem, met hem en in hem is geschapen, in gehoorzaamheid aan de gecombineerde denkbeelden en verenigde wil van de Vader en de Zoon. Juist door deze handeling van mede-schepping wordt de Derde Persoon godheid, en aldus wordt hij voorgoed de Vereende Schepper.
1955 8:1.8 These are the grand and awful times of the creative expansion of the Father and the Son by, and in, the action of their conjoint associate and exclusive executive, the Third Source and Center. There exists no record of these stirring times. We have only the meager disclosures of the Infinite Spirit to substantiate these mighty transactions, and he merely verifies the fact that the central universe and all that pertains thereto eternalized simultaneously with his attainment of personality and conscious existence.
1997 8:1.8 Dit zijn de grootse, ontzagwekkende tijden van de creatieve uitbreiding van de Vader en de Zoon door, en in, het handelen van hun gezamenlijke deelgenoot en enige uitvoerder, de Derde Bron en Centrum. Er bestaan geen verslagen van deze bewogen tijden. Wij beschikken alleen over de spaarzame onthullingen van de Oneindige Geest ter staving van deze machtige verrichtingen, en hij bevestigt slechts het feit dat het centrale universum en alles wat daartoe behoort, gelijktijdig met zijn bereiken van persoonlijkheid en bewust bestaan is vereeuwigd.
1955 8:1.9 In brief, the Infinite Spirit testifies that, since he is eternal, so also is the central universe eternal. And this is the traditional starting point of the history of the universe of universes. Absolutely nothing is known, and no records are in existence, regarding any event or transaction prior to this stupendous eruption of creative energy and administrative wisdom that crystallized the vast universe which exists, and so exquisitely functions, at the center of all things. Beyond this event lie the unsearchable transactions of eternity and the depths of infinity—absolute mystery.
1997 8:1.9 Kortom, de Oneindige Geest getuigt dat, aangezien hij eeuwig is, het centrale universum eveneens eeuwig is. Dit nu is het traditionele het beginpunt van de geschiedschrijving van het universum van universa. Er is absoluut niets bekend van, en er bestaan geen verslagen over, enige gebeurtenis of handeling voorafgaande aan deze geweldige uitbarsting van scheppende energie en bestuurlijke wijsheid, die vaste vorm heeft verleend aan het ontzaglijke universum dat bestaat en op zulk een uitgelezen wijze functioneert, in het centrum van alle dingen. Voorbij deze gebeurtenis liggen de ondoorgrondelijke verrichtingen van de eeuwigheid en de diepten der oneindigheid — absoluut mysterie.
1955 8:1.10 And we thus portray the sequential origin of the Third Source and Center as an interpretative condescension to the time-bound and space-conditioned mind of mortal creatures. The mind of man must have a starting point for the visualization of universe history, and I have been directed to provide this technique of approach to the historic concept of eternity. In the material mind, consistency demands a First Cause; therefore do we postulate the Universal Father as the First Source and the Absolute Center of all creation, at the same time instructing all creature minds that the Son and the Spirit are coeternal with the Father in all phases of universe history and in all realms of creative activity. And we do this without in any sense being disregardful of the reality and eternity of the Isle of Paradise and of the Unqualified, Universal, and Deity Absolutes.
1997 8:1.10 Wij beschrijven de opeenvolging der gebeurtenissen bij het ontstaan van de Derde Bron en Centrum dan ook als een interpretatieve daad van zelf-verlaging tot het niveau van het aan tijd gebonden en door de ruimte beperkte denken van sterfelijke schepselen. Het denken van de mens moet een uitgangspunt hebben om de geschiedenis van het universum te kunnen visualiseren, en mij is opgedragen u te voorzien van deze methode van veraanschouwlijking om het historische denkbeeld van de eeuwigheid te benaderen. Het materiële denken vraagt terwille van de logische samenhang om een Eerste Oorzaak; daarom postuleren wij dat de Universele Vader de Eerste Bron en het Absolute Centrum der ganse schepping is, maar wij onderrichten alle schepselen tegelijkertijd dat de Zoon en de Geest samen met de Vader eeuwig zijn in alle fasen van de geschiedenis van het universum en in alle gebieden van scheppende activiteit. En wij doen dit, zonder ook maar in enig opzicht de realiteit en eeuwigheid van het Paradijs-Eiland en van het Ongekwalificeerd Absolute, het Universeel Absolute en het Godheid-Absolute uit het oog te verliezen.
1955 8:1.11 It is enough of a reach of the material mind of the children of time to conceive of the Father in eternity. We know that any child can best relate himself to reality by first mastering the relationships of the child-parent situation and then by enlarging this concept to embrace the family as a whole. Subsequently the growing mind of the child will be able to adjust to the concept of family relations, to relationships of the community, the race, and the world, and then to those of the universe, the superuniverse, even the universe of universes.
1997 8:1.11 Het materiële bewustzijn van de kinderen in de tijd moet al ver genoeg reiken om zich de Vader in de eeuwigheid voor te stellen. Wij weten dat ieder kind het best een verband met de werkelijkheid kan aangaan, door zich eerst goed de verhoudingen in de kind-ouder-situatie eigen te maken, en daarna zijn voorstelling zo te verruimen, dat zij het gezin als geheel omvat. Vervolgens zal het groeiende bewustzijn van het kind in staat zijn zich aan te passen aan het idee van verhoudingen tussen families, verhoudingen in de gemeenschap, het ras en de wereld, en daarna aan de verhoudingen in het universum, het superuniversum, en zelfs in het universum van universa.
2. NATURE OF THE INFINITE SPIRIT
2. DE NATUUR VAN DE ONEINDIGE GEEST
1955 8:2.1 The Conjoint Creator is from eternity and is wholly and without qualification one with the Universal Father and the Eternal Son. The Infinite Spirit reflects in perfection not only the nature of the Paradise Father but also the nature of the Original Son.
1997 8:2.1 De Vereende Schepper is sinds de eeuwigheid en is geheel en onvoorwaardelijk één met de Universele Vader en met de Eeuwige Zoon. De Oneindige Geest weerspiegelt niet alleen de natuur van de Paradijs-Vader, maar ook de natuur van de Oorspronkelijke Zoon in volmaaktheid.
1955 8:2.2 The Third Source and Center is known by numerous titles: the Universal Spirit, the Supreme Guide, the Conjoint Creator, the Divine Executive, the Infinite Mind, the Spirit of Spirits, the Paradise Mother Spirit, the Conjoint Actor, the Final Co-ordinator, the Omnipresent Spirit, the Absolute Intelligence, the Divine Action; and on Urantia he is sometimes confused with the cosmic mind.
1997 8:2.2 De Derde Bron en Centrum staat onder talrijke titels bekend: de Universele Geest, de Allerhoogste Leidsman, de Vereende Schepper, de Goddelijke Uitvoerder, het Oneindige Bewustzijn, de Geest der Geesten, de Moeder-Geest van het Paradijs, de Vereend Handelende Geest, de Finale Coördinator, de Alomtegenwoordige Geest, de Absolute Intelligentie, de Goddelijke Handeling; op Urantia wordt hij bovendien soms verward met het kosmische bewustzijn.
1955 8:2.3 It is altogether proper to denominate the Third Person of Deity the Infinite Spirit, for God is spirit. But material creatures who tend towards the error of viewing matter as basic reality and mind, together with spirit, as postulates rooted in matter, would better comprehend the Third Source and Center if he were called the Infinite Reality, the Universal Organizer, or the Personality Co-ordinator.
1997 8:2.3 Het is volkomen juist om de Derde Persoon der Godheid de Oneindige Geest te noemen, want God is geest[1]. Maar materiële schepselen die geneigd zijn tot de dwaling dat zij de materie als de fundamentele werkelijkheid beschouwen, en bewustzijn en geest als in de materie gewortelde postulaten, zouden de Derde Bron en Centrum beter begrijpen als hij de Oneindige Werkelijkheid, de Universele Organisator, of de Persoonlijkheidscoördinator genoemd zou worden.
1955 8:2.4 The Infinite Spirit, as a universe revelation of divinity, is unsearchable and utterly beyond human comprehension. To sense the absoluteness of the Spirit, you need only contemplate the infinity of the Universal Father and stand in awe of the eternity of the Original Son.
1997 8:2.4 Als een openbaring van goddeljkheid aan het universum, is de Oneindige Geest ondoorgrondelijk en gaat hij alle menselijk bevattingsvermogen volstrekt te boven. Om de absoluutheid van de Geest te voelen, behoeft ge slechts de oneindigheid van de Universele Vader te overdenken en u van ontzag te laten vervullen voor de eeuwigheid van de Oorspronkelijke Zoon.
1955 8:2.5 There is mystery indeed in the person of the Infinite Spirit but not so much as in the Father and the Son. Of all aspects of the Father’s nature, the Conjoint Creator most strikingly discloses his infinity. Even if the master universe eventually expands to infinity, the spirit presence, energy control, and mind potential of the Conjoint Actor will be found adequate to meet the demands of such a limitless creation.
1997 8:2.5 Er schuilt inderdaad een mysterie in de persoon van de Oneindige Geest, doch niet zulk een groot mysterie als in de Vader en de Zoon. Van alle aspecten van de natuur van de Vader onthult de Vereende Schepper het opvallendst diens oneindigheid. En zelfs indien het meester-universum zich uiteindelijk tot in het oneindige zal uitbreiden, zal de geest-tegenwoordigheid, de energieregulering en het bewustzijnspotentieel van de Vereend Handelende Geest toereikend worden bevonden om tegemoet te komen aan de behoeften van zulk een onbegrensde schepping.
1955 8:2.6 Though in every way sharing the perfection, the righteousness, and the love of the Universal Father, the Infinite Spirit inclines towards the mercy attributes of the Eternal Son, thus becoming the mercy minister of the Paradise Deities to the grand universe. Ever and always—universally and eternally—the Spirit is a mercy minister, for, as the divine Sons reveal the love of God, so the divine Spirit depicts the mercy of God.
1997 8:2.6 Ofschoon de Oneindige Geest in alle opzichten de volmaaktheid, de rechtvaardigheid en de liefde van de Universele Vader deelt, neigt hij tot de eigenschappen van barmhartigheid van de Eeuwige Zoon en zo wordt hij de toedeler der barmhartigheid van de Paradijs-Godheden aan het groot universum. Immer en altijd — universeel en eeuwig — is de Geest een toedeler van barmhartigheid, want zoals de goddelijke Zonen de liefde van God openbaren, zo beeldt de goddelijke Geest de barmhartigheid van God uit.
1955 8:2.7 It is not possible that the Spirit could have more of goodness than the Father since all goodness takes origin in the Father, but in the acts of the Spirit we can the better comprehend such goodness. The Father’s faithfulness and the Son’s constancy are made very real to the spirit beings and the material creatures of the spheres by the loving ministry and ceaseless service of the personalities of the Infinite Spirit.
1997 8:2.7 De Geest zou onmogelijk meer goedheid kunnen bezitten dan de Vader, aangezien alle goedheid aan de Vader ontspringt, maar in de daden van de Geest kunnen wij die goedheid beter begrijpen. De getrouwheid van de Vader en de standvastigheid van de Zoon worden voor de geest-wezens en de materiële schepselen van de werelden zeer reëel gemaakt door het liefdevolle hulpbetoon en het onophoudelijk dienen van de persoonlijkheden van de Oneindige Geest.
1955 8:2.8 The Conjoint Creator inherits all the Father’s beauty of thought and character of truth. And these sublime traits of divinity are co-ordinated in the near-supreme levels of the cosmic mind in subordination to the infinite and eternal wisdom of the unconditioned and limitless mind of the Third Source and Center.
1997 8:2.8 De Vereende Schepper erft alle schoonheid van denken en alle waarheidskarakter van de Vader. En deze sublieme trekken van goddelijkheid worden op de bijna-allerhoogste niveaus van het kosmische bewustzijn gecoördineerd in ondergeschiktheid aan de oneindige, eeuwige wijsheid van het aan voorwaarden noch beperkingen gebonden bewustzijn van de Derde Bron en Centrum.
3. RELATION OF THE SPIRIT TO THE FATHER AND THE SON
3. DE BETREKKING VAN DE GEEST TOT DE VADER EN DE ZOON
1955 8:3.1 As the Eternal Son is the word expression of the “first” absolute and infinite thought of the Universal Father, so the Conjoint Actor is the perfect execution of the “first” completed creative concept or plan for combined action by the Father-Son personality partnership of absolute thought-word union. The Third Source and Center eternalizes concurrently with the central or fiat creation, and only this central creation is eternal in existence among universes.
1997 8:3.1 Zoals de Eeuwige Zoon de woord-uitdrukking is van de ‘eerste’ absolute, oneindige gedachte van de Universele Vader, zo is de Vereend Handelende Geest de volmaakte uitvoering van het ‘eerste’ voltooide creatieve concept of plan voor gecombineerd handelen van het persoonlijkheidsdeelgenootschap van de Vader-Zoon, de absolute gedachte-woord-verbintenis. De Derde Bron en Centrum vereeuwigt gelijktijdig met de centrale of fiat-schepping, en onder de universa is slechts deze centrale schepping eeuwig van bestaan.
1955 8:3.2 Since the personalization of the Third Source, the First Source no more personally participates in universe creation. The Universal Father delegates everything possible to his Eternal Son; likewise does the Eternal Son bestow all possible authority and power upon the Conjoint Creator.
1997 8:3.2 Sinds de personalisering van de Derde Bron neemt de Eerste Bron niet meer persoonlijk deel in het scheppen van universa. De Universele Vader delegeert al het mogelijke aan zijn Eeuwige Zoon; evenzo verleent de Eeuwige Zoon alle mogelijke gezag en macht aan de Vereende Schepper.
1955 8:3.3 The Eternal Son and the Conjoint Creator have, as partners and through their co-ordinate personalities, planned and fashioned every post-Havona universe which has been brought into existence. The Spirit sustains the same personal relation to the Son in all subsequent creation that the Son sustains to the Father in the first and central creation.
1997 8:3.3 De Eeuwige Zoon en de Vereende Schepper hebben zelf als partners en door de persoonlijkheden die hun gelijken zijn, ieder universum ontworpen en vormgegeven dat na Havona tot stand is gebracht. De Geest onderhoudt in al het latere scheppingswerk dezelfde persoonlijke verhouding met de Zoon als de Zoon onderhoudt met de Vader in de eerste, centrale schepping.
1955 8:3.4 A Creator Son of the Eternal Son and a Creative Spirit of the Infinite Spirit created you and your universe; and while the Father in faithfulness upholds that which they have organized, it devolves upon this Universe Son and this Universe Spirit to foster and sustain their work as well as to minister to the creatures of their own making.
1997 8:3.4 Een Schepper-Zoon van de Eeuwige Zoon en een Scheppende Geest van de Oneindige Geest hebben u en uw universum geschapen; en hoewel de Vader getrouwelijk handhaaft hetgeen zij hebben georganiseerd, is het de taak van deze Universum-Zoon en deze Universum-Geest om hun werk liefderijk te verzorgen en te onderhouden en ook om de schepselen die zij zelf gemaakt hebben, bij te staan.
1955 8:3.5 The Infinite Spirit is the effective agent of the all-loving Father and the all-merciful Son for the execution of their conjoint project of drawing to themselves all truth-loving souls on all the worlds of time and space. The very instant the Eternal Son accepted his Father’s plan of perfection attainment for the creatures of the universes, the moment the ascension project became a Father-Son plan, that instant the Infinite Spirit became the conjoint administrator of the Father and the Son for the execution of their united and eternal purpose. And in so doing the Infinite Spirit pledged all his resources of divine presence and of spirit personalities to the Father and the Son; he has dedicated all to the stupendous plan of exalting surviving will creatures to the divine heights of Paradise perfection.
1997 8:3.5 De Oneindige Geest handelt effectief voor de alliefhebbende Vader en de albarmhartige Zoon ter uitvoering van hun gezamenlijke project, het tot zich trekken van alle waarheidminnende zielen op alle werelden in tijd en ruimte. Op hetzelfde ogenblik dat de Eeuwige Zoon zijn Vaders plan voor de volmaaktheidsverwerving van de schepselen in de universa aanvaardde, op het moment dat het opklimmingsproject een Vader-Zoon-plan werd, op datzelfde ogenblik werd de Oneindige Geest de bestuurder voor de Vader en de Zoon gezamenlijk ten behoeve van de uitvoering van hun verenigde, eeuwige voornemen. Hiermede verbond de Oneindige Geest zich plechtig om al zijn hulpbronnen van goddelijke tegenwoordigheid en geest-persoonlijkheden ter beschikking te stellen van de Vader en de Zoon; hij heeft alles ingezet voor het ontzagwekkende plan om overlevende wilsschepselen te verheffen tot de goddelijke hoogten van Paradijs-volmaaktheid.
1955 8:3.6 The Infinite Spirit is a complete, exclusive, and universal revelation of the Universal Father and his Eternal Son. All knowledge of the Father-Son partnership must be had through the Infinite Spirit, the conjoint representative of the divine thought-word union.
1997 8:3.6 De Oneindige Geest is een volledige, exclusieve en universele openbaring van de Universele Vader en zijn Eeuwige Zoon. Alle kennis van het Vader-Zoon-deelgenootschap moet verkregen worden door de Oneindige Geest, de vereende vertegenwoordiger van de goddelijke gedachte-woord-verbintenis.
1955 8:3.7 The Eternal Son is the only avenue of approach to the Universal Father, and the Infinite Spirit is the only means of attaining the Eternal Son. Only by the patient ministry of the Spirit are the ascendant beings of time able to discover the Son.
1955 8:3.8 At the center of all things the Infinite Spirit is the first of the Paradise Deities to be attained by the ascending pilgrims. The Third Person enshrouds the Second and the First Persons and therefore must always be first recognized by all who are candidates for presentation to the Son and his Father.
1997 8:3.8 In het centrum van alle dingen is de Oneindige Geest de eerste van de Paradijs-Godheden, die door de opklimmende pelgrims bereikt wordt. De Derde Persoon omhult de Tweede en de Eerste Persoon en moet daarom altijd eerst worden herkend door allen die kandidaten zijn om voor de Zoon en zijn Vader te komen te staan.
1955 8:3.9 And in many other ways does the Spirit equally represent and similarly serve the Father and the Son.
1997 8:3.9 En op nog vele andere manieren vertegenwoordigt de Geest de Vader en de Zoon gelijkelijk en dient hij hen op eendere wijze.
4. THE SPIRIT OF DIVINE MINISTRY
4. DE GEEST VAN GODDELIJK DIENSTBETOON
1955 8:4.1 Paralleling the physical universe wherein Paradise gravity holds all things together is the spiritual universe wherein the word of the Son interprets the thought of God and, when “made flesh,” demonstrates the loving mercy of the combined nature of the associated Creators. But in and through all this material and spiritual creation there is a vast stage whereon the Infinite Spirit and his spirit offspring show forth the combined mercy, patience, and everlasting affection of the divine parents towards the intelligent children of their co-operative devising and making. Everlasting ministry to mind is the essence of the Spirit’s divine character. And all the spirit offspring of the Conjoint Actor partake of this desire to minister, this divine urge to service.
1997 8:4.1 Parallel aan het fysische universum waar de Paradijs-zwaartekracht alle dingen bijeenhoudt, bestaat het geestelijke universum, waar het woord van de Zoon de gedachte van God vertolkt en waar, wanneer dit woord ‘tot vlees wordt,’ het de liefdevolle barmhartigheid van de gecombineerde natuur van de geassocieerde Scheppers laat zien[3]. Maar in en door deze gehele materiële en geestelijke schepping heen, strekt zich een enorm toneel uit, waarop door de Oneindige Geest en zijn geest-afstammelingen de gecombineerde barmhartigheid, het geduld en de eeuwige liefde worden vertoond van de goddelijke ouders voor de intelligente kinderen die zijzelf in samenwerking hebben ontworpen en gemaakt. Eeuwigdurend dienstbetoon aan bewustzijn is de essentie van het goddelijke karakter van de Geest. En alle geest-afstammelingen van de Vereend Handelende Geest delen in dit verlangen om te helpen, deze goddelijke behoefte tot dienen.
1955 8:4.2 God is love, the Son is mercy, the Spirit is ministry—the ministry of divine love and endless mercy to all intelligent creation. The Spirit is the personification of the Father’s love and the Son’s mercy; in him are they eternally united for universal service. The Spirit is love applied to the creature creation, the combined love of the Father and the Son.
1997 8:4.2 God is liefde, de Zoon is barmhartigheid, de Geest is dienstbetoon — het dienstbetoon van goddelijke liefde en eindeloze barmhartigheid aan de ganse intelligente schepping[4]. De Geest is de verpersoonlijking van de liefde van de Vader en de barmhartigheid van de Zoon: in hem zijn deze eeuwig verenigd om in het universum te kunnen dienen. De Geest is liefde in toepassing gebracht op de schepping van geschapen wezens, de gecombineerde liefde van de Vader en de Zoon.
1955 8:4.3 On Urantia the Infinite Spirit is known as an omnipresent influence, a universal presence, but in Havona you shall know him as a personal presence of actual ministry. Here the ministry of the Paradise Spirit is the exemplary and inspiring pattern for each of his co-ordinate Spirits and subordinate personalities ministering to the created beings on the worlds of time and space. In this divine universe the Infinite Spirit fully participated in the seven transcendental appearances of the Eternal Son; likewise did he participate with the original Michael Son in the seven bestowals upon the circuits of Havona, thereby becoming the sympathetic and understanding spirit minister to every pilgrim of time traversing these perfect circles on high.
1997 8:4.3 Op Urantia wordt de Oneindige Geest gekend als een alomtegenwoordige invloed, een universele aanwezigheid, maar in Havona zult ge hem kennen als een persoonlijke tegenwoordigheid die daadwerkelijk helpt en dient. Daar is het dienstbetoon van de Paradijs-Geest het voorbeeldige, inspirerende patroon voor ieder van zijn Geesten die zijn gelijken zijn en van al zijn ondergeschikte persoonlijkheden die de geschapen wezens op de werelden in tijd en ruimte bijstaan. In dit goddelijke universum had de Oneindige Geest in alle opzichten deel aan de zeven transcendente verschijningen van de Eeuwige Zoon, en eveneens nam hij deel aan de zeven zelfschenkingen van de oorspronkelijke Michael-Zoon aan de circuits van Havona, waardoor hij de meevoelende, begripvolle geest-dienaar is geworden voor iedere pelgrim uit de tijd die deze volmaakte cirkelgangen in den hoge doorloopt.
1955 8:4.4 When a Creator Son of God accepts the creatorship charge of responsibility for a projected local universe, the personalities of the Infinite Spirit pledge themselves as the tireless ministers of this Michael Son when he goes forth on his mission of creative adventure. Especially in the persons of the Creative Daughters, the local universe Mother Spirits, do we find the Infinite Spirit devoted to the task of fostering the ascension of the material creatures to higher and higher levels of spiritual attainment. And all this work of creature ministry is done in perfect harmony with the purposes, and in close association with the personalities, of the Creator Sons of these local universes.
1997 8:4.4 Wanneer een Schepper-Zoon van God de taak van het schepperschap op zich neemt, en hiermede verantwoordelijk wordt voor een geprojecteerd plaatselijk universum, leggen de persoonlijkheden van de Oneindige Geest de gelofte af dat zij deze Michael-Zoon onvermoeid zullen bijstaan wanneer hij uitgaat op zijn zending en aan zijn scheppingsavontuur begint. Vooral in de personen van de Scheppende Dochters, de Moeder-Geesten van de plaatselijke universa, zien wij de Oneindige Geest zich wijden aan de taak om de opklimming van de materiële schepselen naar steeds hogere geestelijke niveaus te bevorderen. Al deze dienende arbeid voor schepselen wordt verricht in volmaakte harmonie met de voornemens van de Schepper-Zonen van deze plaatselijke universa, en in nauwe samenwerking met hun persoonlijkheden.
1955 8:4.5 As the Sons of God are engaged in the gigantic task of revealing the Father’s personality of love to a universe, so is the Infinite Spirit dedicated to the unending ministry of revealing the combined love of the Father and the Son to the individual minds of all the children of each universe. In these local creations the Spirit does not come down to the material races in the likeness of mortal flesh as do certain of the Sons of God, but the Infinite Spirit and his co-ordinate Spirits do downstep themselves, do joyfully undergo an amazing series of divinity attenuations, until they appear as angels to stand by your side and guide you through the lowly paths of earthly existence.
1997 8:4.5 Zoals de Zonen van God de gigantische taak vervullen om de persoonlijkheid van de Vader die liefde is, aan een universum te openbaren, zo wijdt de Oneindige Geest zich aan het nimmer eindigende dienstbetoon van het openbaren van de gecombineerde liefde van de Vader en de Zoon aan het individuele bewustzijn van alle kinderen van elk universum. In deze plaatselijke scheppingen daalt de Geest wel niet tot de materiële volkeren neer in de gelijkenis van het sterfelijk vlees, zoals bepaalde Zonen van God doen, maar de Oneindige Geest en de Geesten die zijn gelijken zijn, doen wel degelijk stappen omlaag en ondergaan ook blijmoedig een verbazingwekkende reeks verzwakkingen in goddelijkheid, totdat zij verschijnen als engelen, om naast u te staan en uw gids te zijn op de nederige wegen van het aardse bestaan.
1955 8:4.6 By this very diminishing series the Infinite Spirit does actually, and as a person, draw very near to every being of the animal-origin spheres. And all this the Spirit does without in the least invalidating his existence as the Third Person of Deity at the center of all things.
1997 8:4.6 Juist door deze afnemende reeks komt de Oneindige Geest als persoon ieder wezen op de werelden dat een dierlijke afstamming heeft daadwerkelijk zeer dicht nabij. En dit alles doet de Geest zonder ook maar in het minst zijn bestaan als de Derde Persoon der Godheid in het centrum van alle dingen te ontkrachten[5].
1955 8:4.7 The Conjoint Creator is truly and forever the great ministering personality, the universal mercy minister. To comprehend the ministry of the Spirit, ponder the truth that he is the combined portrayal of the Father’s unending love and of the Son’s eternal mercy. The Spirit’s ministry is not, however, restricted solely to the representation of the Eternal Son and the Universal Father. The Infinite Spirit also possesses the power to minister to the creatures of the realm in his own name and right; the Third Person is of divine dignity and also bestows the universal ministry of mercy in his own behalf.
1997 8:4.7 De Vereende Schepper is waarlijk en voor altijd de grote dienende persoonlijkheid, de universele toedeler van barmhartigheid. Indien ge het dienstbetoon van de Geest wilt begrijpen, overdenk dan de waarheid dat hij de uitbeelding is van de nimmer eindigende liefde van de Vader en de eeuwige barmhartigheid van de Zoon tezamen. Het dienen van de Geest is echter niet uitsluitend beperkt tot het vertegenwoordigen van de Eeuwige Zoon en de Universele Vader. De Oneindige Geest heeft ook de macht om de schepselen in een gebied uit naam van zichzelf en krachtens eigen recht te dienen; de Derde Persoon heeft goddelijke waardigheid, en verleent de universele dienst der barmhartigheid ook namens zichzelf.
1955 8:4.8 As man learns more of the loving and tireless ministry of the lower orders of the creature family of this Infinite Spirit, he will all the more admire and adore the transcendent nature and matchless character of this combined Action of the Universal Father and the Eternal Son. Indeed is this Spirit “the eyes of the Lord which are ever over the righteous” and “the divine ears which are ever open to their prayers.”
1997 8:4.8 Wanneer de mens meer te weten komt over het liefdevolle, onvermoeibare dienstbetoon van de lagere orden van de familie der schepselen van deze Oneindige Geest, zal hij de transcendente natuur en het onvergelijkelijke karakter van deze gecombineerde Handeling van de Universele Vader en de Eeuwige Zoon des te meer bewonderen en aanbidden. Deze Geest is inderdaad ‘het oog van de Heer dat immer over de rechtvaardigen is’ en ‘het goddelijke oor dat immer open is voor hun gebeden[6][7].’
5. THE PRESENCE OF GOD
5. DE TEGENWOORDIGHEID GODS
1955 8:5.1 The outstanding attribute of the Infinite Spirit is omnipresence. Throughout all the universe of universes there is everywhere present this all-pervading spirit, which is so akin to the presence of a universal and divine mind. Both the Second Person and the Third Person of Deity are represented on all worlds by their ever-present spirits.
1997 8:5.1 De markantste eigenschap van de Oneindige Geest is alomtegenwoordigheid. In geheel het universum van universa is deze allesdoordringende geest overal tegenwoordig — een geest die zo sterk lijkt op de tegenwoordigheid van een universeel, goddelijk bewustzijn. Zowel de Tweede Persoon als de Derde Persoon der Godheid worden op alle werelden door hun immer-tegenwoordige geesten vertegenwoordigd.
1955 8:5.2 The Father is infinite and is therefore limited only by volition. In the bestowal of Adjusters and in the encircuitment of personality, the Father acts alone, but in the contact of spirit forces with intelligent beings, he utilizes the spirits and personalities of the Eternal Son and the Infinite Spirit. He is at will spiritually present equally with the Son or with the Conjoint Actor; he is present with the Son and in the Spirit. The Father is most certainly everywhere present, and we discern his presence by and through any and all of these diverse but associated forces, influences, and presences.
1997 8:5.2 De Vader is oneindig en is daarom alleen beperkt door zijn wil. In het verlenen van Richters en het opnemen van persoonlijkheid in zijn circuit, handelt de Vader alleen, maar in het contact van geest-krachten met verstandelijke wezens maakt hij gebruik van de geesten en persoonlijkheden van de Eeuwige Zoon en de Oneindige Geest. Hij is, naar zijn goeddunken, geestelijk evenzeer tegenwoordig met de Zoon en de Vereend Handelende Geest; hij is tegenwoordig met de Zoon en in de Geest. De Vader is zeer zeker overal tegenwoordig, en wij bespeuren zijn tegenwoordigheid door en door middel van al deze verschillende doch onderling verbonden krachten, invloeden en tegenwoordigheden.
1955 8:5.3 In your sacred writings the term Spirit of God seems to be used interchangeably to designate both the Infinite Spirit on Paradise and the Creative Spirit of your local universe. The Holy Spirit is the spiritual circuit of this Creative Daughter of the Paradise Infinite Spirit. The Holy Spirit is a circuit indigenous to each local universe and is confined to the spiritual realm of that creation; but the Infinite Spirit is omnipresent.
1997 8:5.3 In uw heilige geschriften lijkt de uitdrukking Geest van God zowel gebruikt te worden voor de Oneindige Geest op het Paradijs als voor de Scheppende Geest van uw plaatselijk universum[8]. De Heilige Geest is het geestelijke circuit van deze Scheppende Dochter van de Oneindige Geest op het Paradijs. De Heilige Geest is een circuit dat autochthoon is in ieder plaatselijk universum en dat beperkt is tot het geestelijke domein van die schepping, maar de Oneindige Geest is alomtegenwoordig.
1955 8:5.4 There are many spiritual influences, and they are all as one. Even the work of the Thought Adjusters, though independent of all other influences, unvaryingly coincides with the spirit ministry of the combined influences of the Infinite Spirit and a local universe Mother Spirit. As these spiritual presences operate in the lives of Urantians, they cannot be segregated. In your minds and upon your souls they function as one spirit, notwithstanding their diverse origins. And as this united spiritual ministration is experienced, it becomes to you the influence of the Supreme, “who is ever able to keep you from failing and to present you blameless before your Father on high.”
1997 8:5.4 Er zijn vele geestelijke invloeden en zij zijn alle als één. Zelfs het werk van de Gedachtenrichters, ofschoon onafhankelijk van alle andere invloeden, valt constant samen met het geest-dienstbetoon van de gezamenlijke invloed van de Oneindige Geest en de Moeder-Geest van een plaatselijk universum. Zoals deze geestelijke tegenwoordigheden opereren in het leven van Urantianen, kunnen zij niet gescheiden worden. In uw bewustzijn en in uw ziel functioneren zij als één geest, ondanks hun verschillende oorsprong. En naarmate ge dit gezamenlijke geestelijk dienstbetoon ervaart, wordt het voor u de invloed van de Allerhoogste, ‘die u immer voor struikelen kan behoeden en u onberispelijk kan doen staan voor uw Vader in den hoge[9].’
1955 8:5.5 Ever remember that the Infinite Spirit is the Conjoint Actor; both the Father and the Son are functioning in and through him; he is present not only as himself but also as the Father and as the Son and as the Father-Son. In recognition of this and for many additional reasons the spirit presence of the Infinite Spirit is often referred to as “the spirit of God.”
1997 8:5.5 Houdt te allen tijde in gedachte dat de Oneindige Geest de Vereend Handelende Geest is; zowel de Vader als de Zoon functioneren in en door hem. Hij is niet alleen tegenwoordig als zichzelf, maar ook als de Vader, en als de Zoon, en als de Vader-Zoon[10]. Vanwege dit feit en om vele bijkomende redenen spreekt men dikwijls van de geest-tegenwoordigheid van de Oneindige Geest als ‘de geest van God.’
1955 8:5.6 It would also be consistent to refer to the liaison of all spiritual ministry as the spirit of God, for such a liaison is truly the union of the spirits of God the Father, God the Son, God the Spirit, and God the Sevenfold—even the spirit of God the Supreme.
6. PERSONALITY OF THE INFINITE SPIRIT
6. DE PERSOONLIJKHEID VAN DE ONEINDIGE GEEST
1955 8:6.1 Do not allow the widespread bestowal and the far-flung distribution of the Third Source and Center to obscure or otherwise detract from the fact of his personality. The Infinite Spirit is a universe presence, an eternal action, a cosmic power, a holy influence, and a universal mind; he is all of these and infinitely more, but he is also a true and divine personality.
1997 8:6.1 Laat de wijdverbreide zelfschenking en de brede distributie van de Derde Bron en Centrum het feit van zijn persoonlijkheid niet verduisteren of daaraan anderszins afbreuk doen. De Oneindige Geest is een universum-tegenwoordigheid, een eeuwig handelen, een kosmische kracht, een heilige invloed en een universeel bewustzijn; hij is dit alles en nog oneindig meer, maar hij is ook een ware, goddelijke persoonlijkheid.
1955 8:6.2 The Infinite Spirit is a complete and perfect personality, the divine equal and co-ordinate of the Universal Father and the Eternal Son. The Conjoint Creator is just as real and visible to the higher intelligences of the universes as are the Father and the Son; indeed more so, for it is the Spirit whom all ascenders must attain before they may approach the Father through the Son.
1997 8:6.2 De Oneindige Geest is een complete, volmaakte persoonlijkheid, de goddelijke gelijke en soortgenoot van de Universele Vader en de Eeuwige Zoon, en van gelijke orde. De Vereende Schepper is even werkelijk en zichtbaar voor de hogere verstandelijke wezens als de Vader en de Zoon; in feite nog meer, want alle opklimmenden moeten eerst de Geest bereiken, alvorens zij de Vader kunnen benaderen door de Zoon.
1955 8:6.3 The Infinite Spirit, the Third Person of Deity, is possessed of all the attributes which you associate with personality. The Spirit is endowed with absolute mind: “The Spirit searches all things, even the deep things of God.” The Spirit is endowed not only with mind but also with will. In the bestowal of his gifts it is recorded: “But all these works that one and the selfsame Spirit, dividing to every man severally and as he wills.”
1997 8:6.3 De Oneindige Geest, de Derde Persoon der Godheid, bezit alle eigenschappen die gij associeert met persoonlijkheid. De Geest is begiftigd met absoluut bewustzijn: ‘De Geest doorvorst alle dingen, zelfs de diepten Gods[12].’ De Geest is niet alleen begiftigd met bewustzijn, doch ook met wil. Over het verlenen van zijn gaven staat geschreven: ‘Doch dit alles werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt gelijk hij wil[13].’
1955 8:6.4 “The love of the Spirit” is real, as also are his sorrows; therefore “Grieve not the Spirit of God.” Whether we observe the Infinite Spirit as Paradise Deity or as a local universe Creative Spirit, we find that the Conjoint Creator is not only the Third Source and Center but also a divine person. This divine personality also reacts to the universe as a person. The Spirit speaks to you, “He who has an ear, let him hear what the Spirit says.” “The Spirit himself makes intercession for you.” The Spirit exerts a direct and personal influence upon created beings, “For as many as are led by the Spirit of God, they are the sons of God.”
1997 8:6.4 ‘De liefde van de Geest’ is werkelijk, evenals zijn droefheid; daarom, ‘Bedroef niet de Geest Gods[14][15].’ Of wij nu de Oneindige Geest waarnemen als een Godheid in het Paradijs, of als een Scheppende Geest van een plaatselijk universum, steeds zien wij dat de Vereende Schepper niet alleen de Derde Bron en Centrum is, maar ook een goddelijke persoon. Deze goddelijke persoonlijkheid reageert op het universum ook als een persoon. De Geest spreekt tot u: ‘Hij die oren heeft hore wat de Geest zegt[16].’ zegt[17].’ ‘De Geest zelf pleit voor u[18][19].’ De Geest oefent een rechtstreekse, persoonlijke invloed uit op geschapen wezens: ‘Want allen die door de Geest Gods geleid worden zijn zonen Gods.’
1955 8:6.5 Even though we behold the phenomenon of the ministry of the Infinite Spirit to the remote worlds of the universe of universes, even though we envisage this same co-ordinating Deity acting in and through the untold legions of the manifold beings who take origin in the Third Source and Center, even though we recognize the omnipresence of the Spirit, nonetheless, we still affirm that this same Third Source and Center is a person, the Conjoint Creator of all things and all beings and all universes.
1997 8:6.5 Ook al aanschouwen wij het verschijnsel van het dienstbetoon van de Oneindige Geest aan de vergelegen werelden in het universum van universa, ook al bezien wij hoe deze zelfde coördinerende Godheid handelt in en door de ontelbare legioenen der veelsoortige wezens die aan de Derde Bron en Centrum ontspringen, ook al erkennen wij de alomtegenwoordigheid van de Geest, toch bevestigen wij nog steeds dat deze zelfde Derde Bron en Centrum een persoon is, de Vereende Schepper van alle dingen, alle wezens en alle universa.
1955 8:6.6 In the administration of universes the Father, Son, and Spirit are perfectly and eternally interassociated. Though each is engaged in a personal ministry to all creation, all three are divinely and absolutely interlocked in a service of creation and control which forever makes them one.
1997 8:6.6 In het bestuur van de universa zijn de Vader, de Zoon en de Geest volmaakt en voor eeuwig onderling verbonden. Ofschoon ieder van hen zich bezighoudt met persoonlijk dienstbetoon aan de ganse schepping, zijn zij alle drie op goddelijke en absolute wijze aaneengesloten in een dienstbetoon van schepping en regulering, dat hen voor altijd een maakt.
1955 8:6.7 In the person of the Infinite Spirit the Father and the Son are mutually present, always and in unqualified perfection, for the Spirit is like the Father and like the Son, and also like the Father and the Son as they two are forever one.
1997 8:6.7 In de persoon van de Oneindige Geest zijn de Vader en de Zoon voor elkaar tegenwoordig, altijd en in onvoorwaardelijke volmaaktheid, want de Geest is als de Vader en als de Zoon, en eveneens als de Vader en de Zoon, zoals die twee voor eeuwig één zijn.
1955 8:6.8 [Presented on Urantia by a Divine Counselor of Uversa commissioned by the Ancients of Days to portray the nature and work of the Infinite Spirit.]
1997 8:6.8 [Aangeboden op Urantia door een Goddelijk Raadsman van Uversa, aan wie door de Ouden der Dagen is opgedragen de natuur en het werk van de Oneindige Geest te beschrijven.]
Verhandeling 7. De betrekking van de Eeuwige Zoon tot het Universum |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 9. De betrekking van de Oneindige Geest tot het Universum |