Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
RELATION OF THE ETERNAL SON TO THE UNIVERSE
DE BETREKKING VAN DE EEUWIGE ZOON TOT HET UNIVERSUM
1955 7:0.1 THE Original Son is ever concerned with the execution of the spiritual aspects of the Father’s eternal purpose as it progressively unfolds in the phenomena of the evolving universes with their manifold groups of living beings. We do not fully comprehend this eternal plan, but the Paradise Son undoubtedly does.
1997 7:0.1 DE oorspronkelijke Zoon houdt zich immer bezig met de uitvoering van de geestelijke aspecten van het eeuwige voornemen van de Vader, zoals dit zich gestaag ontvouwt in de verschijnselen van de evoluerende universa met hun veelsoortige groepen levende wezens. Wij begrijpen dit eeuwige plan niet geheel, maar de Paradijs-Zoon begrijpt het ongetwijfeld wel.
1955 7:0.2 The Son is like the Father in that he seeks to bestow everything possible of himself upon his co-ordinate Sons and upon their subordinate Sons. And the Son shares the Father’s self-distributive nature in the unstinted bestowal of himself upon the Infinite Spirit, their conjoint executive.
1997 7:0.2 De Zoon gelijkt de Vader in de zin dat hij al het mogelijke van zichzelf tracht te schenken aan zijn Zonen die zijn gelijken zijn en aan hun ondergeschikte Zonen. Bovendien deelt de Zoon de zichzelf uitdelende natuur van de Vader, door zich onbeperkt te schenken aan de Oneindige Geest, die voor hen gezamenlijk optreedt.
1955 7:0.3 As the upholder of spirit realities, the Second Source and Center is the eternal counterpoise of the Isle of Paradise, which so magnificently upholds all things material. Thus is the First Source and Center forever revealed in the material beauty of the exquisite patterns of the central Isle and in the spiritual values of the supernal personality of the Eternal Son.
1997 7:0.3 Als de handhaver van geest-werkelijkheden is de Tweede Bron en Centrum het eeuwige tegenwicht van het Paradijs-Eiland, dat zo prachtig alle materiële dingen in stand houdt. Zo wordt de Eerste Bron en Centrum eeuwig geopenbaard in de materiële schoonheid van de uitgelezen patronen van het centrale Eiland en in de geestelijke waarden van de verheven persoonlijkheid van de Eeuwige Zoon.
1955 7:0.4 The Eternal Son is the actual upholder of the vast creation of spirit realities and spiritual beings. The spirit world is the habit, the personal conduct, of the Son, and the impersonal realities of spirit nature are always responsive to the will and purpose of the perfect personality of the Absolute Son.
1997 7:0.4 De Eeuwige Zoon is daadwerkelijk de handhaver van de enorme schepping van geest-realiteiten en geestelijke wezens. De geest-wereld is de habitus, de persoonlijke manier van handelen van de Zoon, en de onpersoonlijke werkelijkheden van geestelijke aard reageren immer op de wil en het voornemen van de volmaakte persoonlijkheid van de Absolute Zoon.
1955 7:0.5 The Son is not, however, personally responsible for the conduct of all spirit personalities. The will of the personal creature is relatively free and hence determines the actions of such volitional beings. Therefore the freewill spirit world is not always truly representative of the character of the Eternal Son, even as nature on Urantia is not truly revelatory of the perfection and immutability of Paradise and Deity. But no matter what may characterize the freewill action of man or angel, the Son’s eternal grasp of the universal gravity control of all spirit realities continues as absolute.
1997 7:0.5 De Zoon is echter niet persoonlijk verantwoordelijk voor het gedrag van alle geest-persoonlijkheden. De wil van het persoonlijke schepsel is betrekkelijk vrij en bepaalt derhalve de handelingen van deze volitionele wezens. Daarom is de wereld van geest-wezens met vrije wil niet altijd waarlijk representatief voor het karakter van de Eeuwige Zoon, evenmin als de natuur op Urantia waarlijk de volmaaktheid en onveranderlijkheid van het Paradijs en de Godheid openbaart. Wat de kenmerken van de vrije wilshandeling van mens of engel echter ook mogen zijn, de eeuwige greep van de Zoon op de universele zwaartekrachtbeheersing van alle geest-werkelijkheden blijft absoluut.
1. THE SPIRIT-GRAVITY CIRCUIT
1. HET CIRCUIT DER GEEST-ZWAARTEKRACHT
1955 7:1.1 Everything taught concerning the immanence of God, his omnipresence, omnipotence, and omniscience, is equally true of the Son in the spiritual domains. The pure and universal spirit gravity of all creation, this exclusively spiritual circuit, leads directly back to the person of the Second Source and Center on Paradise. He presides over the control and operation of that ever-present and unerring spiritual grasp of all true spirit values. Thus does the Eternal Son exercise absolute spiritual sovereignty. He literally holds all spirit realities and all spiritualized values, as it were, in the hollow of his hand. The control of universal spiritual gravity is universal spiritual sovereignty.
1997 7:1.1 Alles wat u geleerd is aangaande Gods immanentie, zijn alomtegenwoordigheid, almacht en alwetendheid, geldt evenzeer voor de Zoon in de geestelijke domeinen. De zuivere, universele geest-zwaartekracht in de ganse schepping, dit uitsluitend geestelijke circuit, voort rechtstreeks terug naar de persoon van de Tweede Bron en Centrum op het Paradijs. Hij heeft het oppertoezicht over de beheersing en werking van die immer aanwezige, onfeilbare geestelijke greep op alle echte geest-waarden. Aldus oefent de Eeuwige Zoon absolute geestelijke soevereiniteit uit. Hij houdt alle geest-realiteiten en alle vergeestelijkte waarden letterlijk vast, als het ware in de palm van zijn hand[1]. De beheersing van de universele geestelijke zwaartekracht is universele geestelijke soevereiniteit[2].
1955 7:1.2 This gravity control of spiritual things operates independently of time and space; therefore is spirit energy undiminished in transmission. Spirit gravity never suffers time delays, nor does it undergo space diminution. It does not decrease in accordance with the square of the distance of its transmission; the circuits of pure spirit power are not retarded by the mass of the material creation. And this transcendence of time and space by pure spirit energies is inherent in the absoluteness of the Son; it is not due to the interposition of the antigravity forces of the Third Source and Center.
1997 7:1.2 Deze zwaartekracht-beheersing van geestelijke zaken functioneert onafhankelijk van tijd en ruimte; daarom neemt geest-energie door transmissie niet af. Geest-zwaartekracht ondergaat nooit vertraging door de tijd, noch vermindering door de ruimte. Deze energie neemt niet af met het kwadraat van de afstand waarover zij wordt overgebracht: de circuits van zuivere geest-kracht worden niet vertraagd door de massa van de materiële schepping. Deze transcendentie van tijd en ruimte door zuivere geest-energieën is inherent in de absoluutheid van de Zoon en kan niet worden toegeschreven aan de tussenkomst van de anti-gravitatiekrachten van de Derde Bron en Centrum.
1955 7:1.3 Spirit realities respond to the drawing power of the center of spiritual gravity in accordance with their qualitative value, their actual degree of spirit nature. Spirit substance (quality) is just as responsive to spirit gravity as the organized energy of physical matter (quantity) is responsive to physical gravity. Spiritual values and spirit forces are real. From the viewpoint of personality, spirit is the soul of creation; matter is the shadowy physical body.
1997 7:1.3 Geest-realiteiten reageren op de aantrekkingskracht van het centrum van geestelijke zwaartekracht overeenkomstig hun kwalitatieve waarde, de daadwerkelijke graad van geest-natuur die zij bezitten. Geest-substantie (kwaliteit) reageert even sterk op geest-zwaartekracht als de georganiseerde energie der fysische materie (kwantiteit) reageert op fysische zwaartekracht. Geestelijke waarden en geest-krachten zijn reëel. Gezien vanuit persoonlijkheid is geest de ziel van de schepping; materie is het schaduwachtige fysieke lichaam.
1955 7:1.4 The reactions and fluctuations of spirit gravity are ever true to the content of spiritual values, the qualitative spiritual status of an individual or a world. This drawing power is instantly responsive to the inter- and intraspirit values of any universe situation or planetary condition. Every time a spiritual reality actualizes in the universes, this change necessitates the immediate and instantaneous readjustment of spirit gravity. Such a new spirit is actually a part of the Second Source and Center; and just as certainly as mortal man becomes a spiritized being, he will attain the spiritual Son, the center and source of spirit gravity.
1997 7:1.4 De reacties en schommelingen van de geest-zwaartekracht zijn altijd in overeenstemming met de inhoud aan geestelijke waarden, de kwalitatieve geestelijke status van een individu of een wereld. Deze aantrekkingskracht reageert ogenblikkelijk op de inter- en intra-geest-waarden in iedere universum-situatie of planetaire omstandigheid. Iedere keer wanneer er zich in de universa een geestelijke realiteit actualiseert, maakt deze verandering de rechtstreekse, ogenblikkelijke heraanpassing van de geest-zwaartekracht noodzakelijk. Zulk een nieuwe geest is daadwerkelijk een deel van de Tweede Bron en Centrum, en even zeker als de sterfelijke mens een wezen wordt bij wie een geest is geïmplanteerd, zal hij de geestelijke Zoon bereiken, het centrum en de bron der geest-zwaartekracht.
1955 7:1.5 The Son’s spiritual drawing power is inherent to a lesser degree in many Paradise orders of sonship. For there do exist within the absolute spirit-gravity circuit those local systems of spiritual attraction that function in the lesser units of creation. Such subabsolute focalizations of spirit gravity are a part of the divinity of the Creator personalities of time and space and are correlated with the emerging experiential overcontrol of the Supreme Being.
1997 7:1.5 De geestelijke aantrekkingskracht van de Zoon is in mindere mate ook inherent aan vele Paradijs-orden van zoonschap. Immers, binnen het circuit van absolute geest-zwaartekracht bestaan ook de plaatselijke stelsels van geestelijke aantrekkingskracht die in de lagere eenheden der schepping functioneren. Zulke sub-absolute focaliseringen van geest-zwaarte-kracht zijn een component van de goddelijkheid der Schepper-persoonlijkheden van tijd en ruimte en zijn gecorreleerd met de wordende experiëntiële albeheersing door de Allerhoogste.
1955 7:1.6 Spirit-gravity pull and response thereto operate not only on the universe as a whole but also even between individuals and groups of individuals. There is a spiritual cohesiveness among the spiritual and spiritized personalities of any world, race, nation, or believing group of individuals. There is a direct attractiveness of a spirit nature between spiritually minded persons of like tastes and longings. The term kindred spirits is not wholly a figure of speech.
1997 7:1.6 De aantrekking van de geest-zwaartekracht en de respons daarop werken niet alleen in het universum als geheel, maar zelfs tussen individuen, en groepen individuen. Er bestaat een geestelijke neiging tot cohesie tussen de geestelijke persoonlijkheden en door een geest ingewoonde persoonlijkheden van iedere wereld, ieder ras, elke natie en iedere groep gelovige individuen. Er bestaat een directe aantrekkingskracht van geestelijke aard tussen geestelijk gezinde personen met dezelfde voorkeuren en verlangens. De uitdrukking verwante zielen is niet alleen maar beeldspraak.
1955 7:1.7 Like the material gravity of Paradise, the spiritual gravity of the Eternal Son is absolute. Sin and rebellion may interfere with the operation of local universe circuits, but nothing can suspend the spirit gravity of the Eternal Son. The Lucifer rebellion produced many changes in your system of inhabited worlds and on Urantia, but we do not observe that the resultant spiritual quarantine of your planet in the least affected the presence and function of either the omnipresent spirit of the Eternal Son or the associated spirit-gravity circuit.
1997 7:1.7 Evenals de materiële zwaartekracht van het Paradijs is ook de geestelijke zwaartekracht van de Eeuwige Zoon absoluut. Zonde en rebellie kunnen de werking van de circuits in een plaatselijk universum verstoren, maar de geest-zwaartekracht van de Eeuwige Zoon kan door niets buiten werking worden gesteld. De Lucifer-rebellie heeft vele veranderingen in uw stelsel van bewoonde werelden en op Urantia teweeggebracht, maar de geestelijke quarantaine van uw planeet die daarvan het gevolg was, heeft volgens onze waarnemingen geen enkele invloed gehad op de aanwezigheid en werking van de alomtegenwoordige geest van de Eeuwige Zoon, of van het circuit der geest-zwaartekracht dat hiermee is verbonden.
1955 7:1.8 All reactions of the spirit-gravity circuit of the grand universe are predictable. We recognize all actions and reactions of the omnipresent spirit of the Eternal Son and find them to be dependable. In accordance with well-known laws, we can and do measure spiritual gravity just as man attempts to compute the workings of finite physical gravity. There is an unvarying response of the Son’s spirit to all spirit things, beings, and persons, and this response is always in accordance with the degree of actuality (the qualitative degree of reality) of all such spiritual values.
1997 7:1.8 Alle reacties van het circuit der geest-zwaartekracht in het groot universum zijn voorspelbaar. Wij onderkennen alle acties en reacties van de alomtegenwoordige geest van de Eeuwige Zoon en constateren dat deze betrouwbaar zijn. In overeenstemming met welbekende wetten kunnen wij de geestelijke zwaartekracht meten en doen wij dit ook, net zoals de mens de effecten van de eindige fysische zwaartekracht tracht te berekenen. De geest van de Zoon reageert steeds op dezelfde wijze op alle geest-zaken, geest-wezens, en geest-personen, en deze reactie is altijd in overeenstemming met de graad van actualiteit (de kwalitatieve graad van werkelijkheid) van al deze geestelijke waarden.
1955 7:1.9 But alongside this very dependable and predictable function of the spiritual presence of the Eternal Son, there are encountered phenomena which are not so predictable in their reactions. Such phenomena probably indicate the co-ordinate action of the Deity Absolute in the realms of emerging spiritual potentials. We know that the spirit presence of the Eternal Son is the influence of a majestic and infinite personality, but we hardly regard the reactions associated with the conjectured performances of the Deity Absolute as personal.
1997 7:1.9 Maar naast deze zeer betrouwbare en voorspelbare functie van de geestelijke tegenwoordigheid van de Eeuwige Zoon, zien wij verschijnselen die niet zo voorspelbaar zijn in hun reacties. Dergelijke verschijnselen duiden waarschijnlijk op de coördinatieve werking van het Godheid-Absolute in de domeinen van wordend geestelijk potentieel. Wij weten dat de geest-tegenwoordigheid van de Eeuwige Zoon de invloed is van een majesteitelijke, oneindige persoonlijkheid, maar wij kunnen de reacties die wij associëren met de veronderstelde verrichtingen van het Godheid-Absolute niet als echt persoonlijk zien.
1955 7:1.10 Viewed from the personality standpoint and by persons, the Eternal Son and the Deity Absolute appear to be related in the following way: The Eternal Son dominates the realm of actual spiritual values, whereas the Deity Absolute seems to pervade the vast domain of potential spirit values. All actual value of spirit nature finds lodgment in the gravity grasp of the Eternal Son but, if potential, then apparently in the presence of the Deity Absolute.
1997 7:1.10 Gezien vanuit het standpunt van persoonlijkheid, en door personen, lijken de Eeuwige Zoon en het Godheid-Absolute op de volgende wijze tot elkaar in betrekking te staan: de Eeuwige Zoon beheerst het gebied van de actuele geestelijke waarden, terwijl het Godheid-Absolute het ontzaglijke gebied der potentiële geestelijke waarden schijnt te doordringen. Iedere actuele waarde van geestelijke aard komt in de greep van de zwaartekracht van de Eeuwige Zoon, doch indien een waarde potentieel is, dan klaarblijkelijk in de tegenwoordigheid van het Godheid-Absolute.
1955 7:1.11 Spirit seems to emerge from the potentials of the Deity Absolute; evolving spirit finds correlation in the experiential and incomplete grasps of the Supreme and the Ultimate; spirit eventually finds final destiny in the absolute grasp of the spiritual gravity of the Eternal Son. This appears to be the cycle of experiential spirit, but existential spirit is inherent in the infinity of the Second Source and Center.
1997 7:1.11 Geest lijkt op te komen uit het potentieel van het Godheid-Absolute; evoluerende geest wordt gecorreleerd in de experiëntiële, onvolledige grepen van de Allerhoogste en de Ultieme; uiteindelijk vindt geest haar finale bestemming in de absolute greep van de geestelijke zwaartekracht van de Eeuwige Zoon. Dit lijkt de cyclus te zijn van experiëntiële geest, maar existentiële geest is inherent in de oneindigheid van de Tweede Bron en Centrum.
2. THE ADMINISTRATION OF THE ETERNAL SON
2. HET BESTUUR VAN DE EEUWIGE ZOON
1955 7:2.1 On Paradise the presence and personal activity of the Original Son is profound, absolute in the spiritual sense. As we pass outward from Paradise through Havona and into the realms of the seven superuniverses, we detect less and less of the personal activity of the Eternal Son. In the post-Havona universes the presence of the Eternal Son is personalized in the Paradise Sons, conditioned by the experiential realities of the Supreme and the Ultimate, and co-ordinated with the unlimited spirit potential of the Deity Absolute.
1997 7:2.1 Op het Paradijs is de tegenwoordigheid en persoonlijke activiteit van de Oorspronkelijke Zoon onpeilbaar diep, absoluut in de geestelijke zin. Als wij ons vanuit het Paradijs door Havona heen naar buiten begeven en de gebieden van de persoonlijke activiteit van de Eeuwige Zoon bespeuren wij steeds minder van de persoonlijke activiteit van de Eeuwige Zoon. In de universa die na Havona zijn geschapen, is de tegenwoordigheid van de Eeuwige Zoon gepersonaliseerd in de Paradijs-Zonen, is zij afhankelijk van de experiëntiële realiteiten van de Allerhoogste en de Ultieme, en gecoördineerd met het onbegrensde geest-potentieel van het Godheid-Absolute.
1955 7:2.2 In the central universe the personal activity of the Original Son is discernible in the exquisite spiritual harmony of the eternal creation. Havona is so marvelously perfect that the spiritual status and the energy states of this pattern universe are in perfect and perpetual balance.
1997 7:2.2 In het centrale universum is de persoonlijke activiteit van de Oorspronkelijke Zoon waarneembaar in de verfijnde geestelijke harmonie van de eeuwige schepping. Havona is zo wonderbaarlijk volmaakt, dat de geestelijke status en de toestanden van de energie van dit patroon-universum in volmaakt, bestendig evenwicht zijn.
1955 7:2.3 In the superuniverses the Son is not personally present or resident; in these creations he maintains only a superpersonal representation. These spirit manifestations of the Son are not personal; they are not in the personality circuit of the Universal Father. We know of no better term to use than to designate them superpersonalities; and they are finite beings; they are neither absonite nor absolute.
1997 7:2.3 In de superuniversa is de Zoon niet persoonlijk aanwezig en houdt hij geen verblijf: in deze scheppingen heeft hij slechts een bovenpersoonlijke vertegenwoordiging. Deze geest-manifestaties van de Zoon zijn niet persoonlijk; zij zijn niet opgenomen in het persoonlijkheidscircuit van de Universele Vader. Wij weten geen betere term waarmee wij hen kunnen aanduiden dan superpersoonlijkheden; het zijn bovendien eindige wezens, zij zijn noch absoniet, noch absoluut.
1955 7:2.4 The administration of the Eternal Son in the superuniverses, being exclusively spiritual and superpersonal, is not discernible by creature personalities. Nonetheless, the all-pervading spiritual urge of the Son’s personal influence is encountered in every phase of the activities of all sectors of the domains of the Ancients of Days. In the local universes, however, we observe the Eternal Son personally present in the persons of the Paradise Sons. Here the infinite Son spiritually and creatively functions in the persons of the majestic corps of the co-ordinate Creator Sons.
1997 7:2.4 Daar het bestuur van de Eeuwige Zoon in de superuniversa uitsluitend geestelijk en bovenpersoonlijk is, is het niet waarneembaar voor geschapen persoonlijkheden. Niettemin komt men in iedere fase van de activiteiten in alle sectoren van de domeinen der Ouden der Dagen de allesdoordringende geestelijke impuls tegen van de persoonlijke invloed van de Zoon. In de plaatselijke universa zien wij wij echter dat de Eeuwige Zoon persoonlijk tegenwoordig is in de personen van de Paradijs-Zonen. Hier functioneert de oneindige Zoon op geestelijke en creatieve wijze in de personen van het majesteitelijke korps der gecoör- dineerde Schepper-Zonen.
3. RELATION OF THE ETERNAL SON TO THE INDIVIDUAL
3. DE BETREKKING VAN DE EEUWIGE ZOON TOT HET INDIVIDU
1955 7:3.1 In the local universe ascent the mortals of time look to the Creator Son as the personal representative of the Eternal Son. But when they begin the ascent of the superuniverse training regime, the pilgrims of time increasingly detect the supernal presence of the inspiring spirit of the Eternal Son, and they are able to profit by the intake of this ministry of spiritual energization. In Havona the ascenders become still more conscious of the loving embrace of the all-pervading spirit of the Original Son. At no stage of the entire mortal ascension does the spirit of the Eternal Son indwell the mind or soul of the pilgrim of time, but his beneficence is ever near and always concerned with the welfare and spiritual security of the advancing children of time.
1997 7:3.1 Tijdens de opklimming door het plaatselijke universum zien de stervelingen uit de tijd naar de Schepper-Zoon als de persoonlijke vertegenwoordiger van de Eeuwige Zoon. Maar wanneer zij aan de opklimming door het opleidingsregime van het superuniversum beginnen, ontdekken de pelgrims uit de tijd in toenemende mate de verheven aanwezigheid van de inspirerende geest van de Eeuwige Zoon, en kunnen zij ook gebruik maken van dit dienstbetoon van geestelijke energie-toevoer. In Havona worden de opklimmenden zich nog meer bewust van de liefdevolle omarming van de allesdoordringende geest van de Oorspronkelijke Zoon. In geen enkel stadium van de gehele opklimming van de sterveling woont de geest van de Eeuwige Zoon in het bewustzijn of de ziel van de pelgrim uit de tijd in, maar zijn weldadigheid is de voortschrijdende kinderen uit de tijd altijd nabij en heeft immer hun welzijn en geestelijke veiligheid voor ogen.
1955 7:3.2 The spiritual-gravity pull of the Eternal Son constitutes the inherent secret of the Paradise ascension of surviving human souls. All genuine spirit values and all bona fide spiritualized individuals are held within the unfailing grasp of the spiritual gravity of the Eternal Son. The mortal mind, for example, initiates its career as a material mechanism and is eventually mustered into the Corps of the Finality as a well-nigh perfected spirit existence, becoming progressively less subject to material gravity and correspondingly more responsive to the inward pulling urge of spirit gravity during this entire experience. The spirit-gravity circuit literally pulls the soul of man Paradiseward.
1997 7:3.2 De aantrekking door de geestelijke zwaartekracht van de Eeuwige Zoon vormt het inherente geheim van de opklimming van overlevende mensenzielen naar het Paradijs[3]. Alle echte geest-waarden en alle authentieke vergeestelijkte individuen worden vastgehouden in de onfeilbare greep van de geestelijke zwaartekracht van de Eeuwige Zoon. Het bewustzijn van de sterveling, bijvoorbeeld, vangt zijn loopbaan aan als een materieel mechanisme en wordt uiteindelijk in het Korps der Volkomenheid opgenomen als een welhaast vervolmaakte geest-bestaansvorm, waarbij het steeds minder onderhevig wordt aan de materiële zwaartekracht en dienovereenkomstig meer gaat reageren op de aantrekkende impuls der geest-zwaartekracht, waardoor dit bewustzijn gedurende deze gehele ervaring naar binnen wordt getrokken. Het circuit der geest-zwaartekracht trekt de ziel van de mens letterlijk naar het Paradijs.
1955 7:3.3 The spirit-gravity circuit is the basic channel for transmitting the genuine prayers of the believing human heart from the level of human consciousness to the actual consciousness of Deity. That which represents true spiritual value in your petitions will be seized by the universal circuit of spirit gravity and will pass immediately and simultaneously to all divine personalities concerned. Each will occupy himself with that which belongs to his personal province. Therefore, in your practical religious experience, it is immaterial whether, in addressing your supplications, you visualize the Creator Son of your local universe or the Eternal Son at the center of all things.
1997 7:3.3 Het circuit der geest-zwaartekracht is het voornaamste kanaal waardoor de echte gebeden van het gelovige hart worden overgebracht van het niveau van de menselijke bewustheid naar de actuele bewustheid van de Godheid. Dat wat in uw beden ware geestelijke waarde vertegenwoordigt, zal ogenblikkelijk door het universele circuit van de geestelijke zwaartekracht worden gegrepen en zal onmiddellijk en gelijktijdig worden doorgegeven aan alle betrokken goddelijke persoonlijkheden. Ieder van hen zal zich bezighouden met wat tot zijn persoonlijke terrein behoort. Daarom is het in de praktijk van uw religieuze ervaring niet van wezenlijk belang of ge u bij uw gebeden de Schepper-Zoon van uw plaatselijk universum voor ogen stelt, dan wel de Eeuwige Zoon in het centrum van alle dingen.
1955 7:3.4 The discriminative operation of the spirit-gravity circuit might possibly be compared to the functions of the neural circuits in the material human body: Sensations travel inward over the neural paths; some are detained and responded to by the lower automatic spinal centers; others pass on to the less automatic but habit-trained centers of the lower brain, while the most important and vital incoming messages flash by these subordinate centers and are immediately registered in the highest levels of human consciousness.
1997 7:3.4 De differentiële werking van het circuit der geest-zwaartekracht zou wellicht vergeleken kunnen worden met de functies van de neurale circuits in het materiële lichaam van de mens. Gewaarwordingen komen binnen via de zenuwbanen; sommige worden geblokkeerd en roepen reacties op in de lagere automatische centra in het ruggemerg; andere gaan verder naar de minder automatische, maar door gewoonte geoefende centra der lagere hersenen, terwijl de belangrijkste, vitaalste binnenkomende boodschappen aan deze ondergeschikte centra voorbijschieten en rechtstreeks geregistreerd worden op de hoogste niveaus van het menselijke bewustzijn.
1955 7:3.5 But how much more perfect is the superb technique of the spiritual world! If anything originates in your consciousness that is fraught with supreme spiritual value, when once you give it expression, no power in the universe can prevent its flashing directly to the Absolute Spirit Personality of all creation.
1997 7:3.5 Maar de magnifieke techniek van de geestelijke wereld is wel zeer veel volmaakter! Indien er iets in uw bewustzijn ontstaat wat van allerhoogste geestelijke waarde is, en ge dit eenmaal tot uitdrukking brengt, dan kan geen kracht in het universum verhinderen dat het rechtstreeks naar de Absolute Geest-Persoonlijkheid der ganse schepping flitst.
1955 7:3.6 Conversely, if your supplications are purely material and wholly self-centered, there exists no plan whereby such unworthy prayers can find lodgment in the spirit circuit of the Eternal Son. The content of any petition which is not “spirit indited” can find no place in the universal spiritual circuit; such purely selfish and material requests fall dead; they do not ascend in the circuits of true spirit values. Such words are as “sounding brass and a tinkling cymbal.”
1997 7:3.6 Omgekeerd bestaat er geen methode om, indien uw smeekbeden zuiver materieel gericht en geheel egocentrisch zijn, zulke onwaardige gebeden toegang te doen vinden tot het geest-circuit van de Eeuwige Zoon. De inhoud van geen enkel gebed dat niet ‘door de geest ingegeven’ is, kan een plaats vinden in het universele geestelijke circuit: zulke zuiver zelfzuchtige en materiële verzoeken vallen krachteloos neer, ze stijgen niet op in de circuits van ware geestelijke waarden[4]. Zulke woorden zijn als ‘schallend koper of een rinkelende cimbaal’.
1955 7:3.7 It is the motivating thought, the spiritual content, that validates the mortal supplication. Words are valueless.
1997 7:3.7 Het is de motiverende gedachte, de geestelijke inhoud, die waarde verleent aan de bede van de sterveling. Woorden zijn zonder waarde.
4. THE DIVINE PERFECTION PLANS
4. DE GODDELIJKE PLANNEN TOT VOLMAAKTHEID
1955 7:4.1 The Eternal Son is in everlasting liaison with the Father in the successful prosecution of the divine plan of progress: the universal plan for the creation, evolution, ascension, and perfection of will creatures. And, in divine faithfulness, the Son is the eternal equal of the Father.
1997 7:4.1 De Eeuwige Zoon werkt in een eeuwigdurend verband samen met de Vader bij de succesvolle uitvoering van het goddelijke plan van vooruitgang; het universele plan voor de schepping, evolutie, opklimming en volmaking van wilsschepselen. En in goddelijke getrouwheid is de Zoon de eeuwige gelijke van de Vader.
1955 7:4.2 The Father and his Son are as one in the formulation and prosecution of this gigantic attainment plan for advancing the material beings of time to the perfection of eternity. This project for the spiritual elevation of the ascendant souls of space is a joint creation of the Father and the Son, and they are, with the co-operation of the Infinite Spirit, engaged in associative execution of their divine purpose.
1997 7:4.2 De Vader en zijn Zoon zijn als één in de formulering en uitvoering van dit gigantische verwervingsplan om de materiële wezens uit de tijd, de volmaaktheid van de eeuwigheid te doen bereiken. Dit project voor de geestelijke verheffing van de opklimmende zielen uit de ruimte is een gezamenlijke schepping van de Vader en de Zoon, en zij zijn met de medewerking van de Oneindige Geest gezamenlijk bezig met de uitvoering van hun goddelijk voornemen.
1955 7:4.3 This divine plan of perfection attainment embraces three unique, though marvelously correlated, enterprises of universal adventure:
1997 7:4.3 Dit goddelijke plan voor het bereiken van volmaaktheid omvat drie unieke, ofschoon prachtig gecorreleerde ondernemingen van avontuur in het universum:
1955 7:4.4 1. The Plan of Progressive Attainment. This is the Universal Father’s plan of evolutionary ascension, a program unreservedly accepted by the Eternal Son when he concurred in the Father’s proposal, “Let us make mortal creatures in our own image.” This provision for upstepping the creatures of time involves the Father’s bestowal of the Thought Adjusters and the endowing of material creatures with the prerogatives of personality.
1997 7:4.4 1. Het plan van het progressieve verwerven van volmaaktheid. Dit is het plan van de Universele Vader voor de evolutionaire opklimming, een programma dat zonder voorbehoud werd aanvaard door de Eeuwige Zoon, toen deze instemde met het voorstel van de Vader, ‘Laat ons sterfelijke schepselen maken naar ons eigen beeld[5].’ Deze voorziening om de schepselen in de tijd op een hoger plan te brengen, sluit de schenking van Gedachtenrichters door de Vader in, en de begiftiging van materiële schepselen met de prerogatieven van persoonlijkheid.
1955 7:4.5 2. The Bestowal Plan. The next universal plan is the great Father-revelation enterprise of the Eternal Son and his co-ordinate Sons. This is the proposal of the Eternal Son and consists of his bestowal of the Sons of God upon the evolutionary creations, there to personalize and factualize, to incarnate and make real, the love of the Father and the mercy of the Son to the creatures of all universes. Inherent in the bestowal plan, and as a provisional feature of this ministration of love, the Paradise Sons act as rehabilitators of that which misguided creature will has placed in spiritual jeopardy. Whenever and wherever there occurs a delay in the functioning of the attainment plan, if rebellion, perchance, should mar or complicate this enterprise, then do the emergency provisions of the bestowal plan become active forthwith. The Paradise Sons stand pledged and ready to function as retrievers, to go into the very realms of rebellion and there restore the spiritual status of the spheres. And such a heroic service a co-ordinate Creator Son did perform on Urantia in connection with his experiential bestowal career of sovereignty acquirement.
1997 7:4.5 2. Het zelfschenkingsplan. Het volgende universele plan is de grootse onderneming van de Eeuwige Zoon en diens mede-Zonen om de Vader te openbaren. Dit plan is een voorstel van de Eeuwige Zoon en bestaat uit zijn schenking van de Zonen van God aan de evolutionaire scheppingen, om daar de liefde van de Vader en de barmhartigheid van de Zoon te personaliseren en tot feit te maken, te incarneren en reëel te maken voor de schepselen van alle universa. Het is een onlosmakelijk onderdeel van het zelfschenkingsplan, en een voorlopig kenmerk van deze liefdesbijstand, dat de Paradijs-Zonen optreden om te rehabiliteren wat geestelijk in gevaar is gekomen door de verdwaasde menselijke wil. Wanneer er waar dan ook een vertraging optreedt in het functioneren van het verwervingsplan, indien deze onderneming toevalligerwijs door rebellie in de war gestuurd wordt of complicaties ondervindt, dan worden daar meteen de noodvoorzieningen van het zelfschenkingsplan in werking gesteld. De Paradijs-Zonen hebben zich verbonden om op te treden als redders en staan gereed om zelfs de domeinen waar rebellie heerst binnen te gaan en daar de geestelijke status van de werelden te herstellen. Zulk een heldhaftige dienst heeft een mede-Schepper-Zoon ook op Urantia verricht in samenhang met zijn experiëntiële zelfschenkingsloopbaan ter verkrijging van de soevereiniteit.
1955 7:4.6 3. The Plan of Mercy Ministry. When the attainment plan and the bestowal plan had been formulated and proclaimed, alone and of himself, the Infinite Spirit projected and put in operation the tremendous and universal enterprise of mercy ministry. This is the service so essential to the practical and effective operation of both the attainment and the bestowal undertakings, and the spiritual personalities of the Third Source and Center all partake of the spirit of mercy ministry which is so much a part of the nature of the Third Person of Deity. Not only in creation but also in administration, the Infinite Spirit functions truly and literally as the conjoint executive of the Father and the Son.
1997 7:4.6 3. Het plan van de dienst der barmhartigheid. Toen het verwervingsplan en het zelfschenkingsplan waren geformuleerd en afgekondigd, nam de Oneindige Geest alleen en uit zichzelf het initiatief tot de geweldige, universele activiteit van de dienst der barmhartigheid en stelde hij deze in werking. Dit is de dienst die zo essentieel is voor de praktische, doeltreffende werking van zowel het verwervingsplan als het zelfschenkingsplan, en de geestelijke persoonlijkheden van de Derde Bron en Centrum hebben allen iets van de geest van de dienst der barmhartigheid die zo onlosmakelijk is van de natuur van de Derde Persoon der Godheid. Niet alleen in het scheppen, maar ook in het bestuur, functioneert de Oneindige Geest waarlijk en letterlijk als de uitvoerende instantie van de Vader en de Zoon gezamenlijk.
1955 7:4.7 The Eternal Son is the personal trustee, the divine custodian, of the Father’s universal plan of creature ascension. Having promulgated the universal mandate, “Be you perfect, even as I am perfect,” the Father intrusted the execution of this tremendous undertaking to the Eternal Son; and the Eternal Son shares the fostering of this supernal enterprise with his divine co-ordinate, the Infinite Spirit. Thus do the Deities effectively co-operate in the work of creation, control, evolution, revelation, and ministration—and if required, in restoration and rehabilitation.
1997 7:4.7 De Eeuwige Zoon is de persoonlijke behoeder, de goddelijke beheerder van het universele plan van de Vader voor de opklimming van schepselen. Toen de Vader de universele opdracht ‘Weest volmaakt, evenals ik volmaakt ben,’ had uitgevaardigd, heeft hij de uitvoering van deze geweldige onderneming toevertrouwd aan de Eeuwige Zoon, en de Eeuwige Zoon deelt de zorg voor deze verheven onderneming met zijn goddelijke gelijke, de Oneindige Geest[6]. Aldus arbeiden de Godheden doeltreffend samen in het werk van schepping, beheersing, evolutie, openbaring en bijstand — en indien nodig, in het werk van herstel en rehabilitatie.
5. THE SPIRIT OF BESTOWAL
5. DE GEEST VAN ZELFSCHENKING
1955 7:5.1 The Eternal Son without reservation joined with the Universal Father in broadcasting that tremendous injunction to all creation: “Be you perfect, even as your Father in Havona is perfect.” And ever since, that invitation-command has motivated all the survival plans and the bestowal projects of the Eternal Son and his vast family of co-ordinate and associated Sons. And in these very bestowals the Sons of God have become to all evolutionary creatures “the way, the truth, and the life.”
1997 7:5.1 De Eeuwige Zoon sloot zich zonder voorbehoud bij de Universele Vader aan, toen aan de ganse schepping de geweldige opdracht werd uitgezonden: ‘Weest volmaakt, evenals uw Vader in Havona volmaakt is[7].’ Sindsdien is deze uitnodiging-opdracht steeds de drijfveer geweest van alle overlevingsplannen en zelfschenkingsprojecten van de Eeuwige Zoon en zijn enorme familie van Zonen die zijn gelijken zijn en Zonen die met hem zijn geassocieerd. En juist in deze schenkingen van zichzelf zijn de Zonen van God voor alle schepselen in evolutie ‘de weg, de waarheid en het leven’ geworden[8].
1955 7:5.2 The Eternal Son cannot contact directly with human beings as does the Father through the gift of the prepersonal Thought Adjusters, but the Eternal Son does draw near to created personalities by a series of downstepping gradations of divine sonship until he is enabled to stand in man’s presence and, at times, as man himself.
1997 7:5.2 De Eeuwige Zoon kan niet rechtstreeks in verbinding treden met mensen, zoals de Vader dit doet door het geschenk van de voorpersoonlijke Gedachtenrichters, maar de Eeuwige Zoon komt geschapen persoonlijkheden wel nabij door een reeks trapsgewijs afdalende goddelijke zonen, totdat het hem mogelijk is om voor de mens te staan, soms zelfs als een mens.
1955 7:5.3 The purely personal nature of the Eternal Son is incapable of fragmentation. The Eternal Son ministers as a spiritual influence or as a person, never otherwise. The Son finds it impossible to become a part of creature experience in the sense that the Father-Adjuster participates therein, but the Eternal Son compensates this limitation by the technique of bestowal. What the experience of fragmented entities means to the Universal Father, the incarnation experiences of the Paradise Sons mean to the Eternal Son.
1997 7:5.3 De zuiver persoonlijke natuur van de Eeuwige Zoon kan niet gefragmenteerd worden. De Eeuwige Zoon dient als een geestelijke invloed of als een persoon, nooit anders. Voor de Zoon is het onmogelijk deel te nemen in de ervaring van de mens, zoals de Vader-Richter deelneemt in deze ervaring, maar de Eeuwige Zoon compenseert deze beperking door de techniek van de zelfschenking. Wat de ervaring van gefragmenteerde entiteiten betekent voor de Universele Vader, betekenen de incarnatie-ervaringen van de Paradijs-Zonen voor de Eeuwige Zoon.
1955 7:5.4 The Eternal Son comes not to mortal man as the divine will, the Thought Adjuster indwelling the human mind, but the Eternal Son did come to mortal man on Urantia when the divine personality of his Son, Michael of Nebadon, incarnated in the human nature of Jesus of Nazareth. To share the experience of created personalities, the Paradise Sons of God must assume the very natures of such creatures and incarnate their divine personalities as the actual creatures themselves. Incarnation, the secret of Sonarington, is the technique of the Son’s escape from the otherwise all-encompassing fetters of personality absolutism.
1997 7:5.4 De Eeuwige Zoon komt niet tot de sterfelijke mens als de goddelijke wil, de Gedachtenrichter die in het bewustzijn van de mens woont, maar de Eeuwige Zoon is wel tot de sterfelijke mens op Urantia gekomen toen de goddelijke persoonlijkheid van zijn Zoon, Michael van Nebadon, incarneerde in de menselijke natuur van Jezus van Nazaret. Om te kunnen delen in de ervaring van geschapen persoonlijkheden moeten de Paradijs-Zonen van God werkelijk de natuur van deze schepselen aannemen, en hun goddelijke persoonlijkheden daadwerkelijk incarneren als deze schepselen zelf. Incarnatie, het geheim van Sonarington, is de techniek waardoor de Zoon ontkomt aan de kluisters van persoonlijkheidsabsolutisme, die hem anders geheel zouden omsluiten.
1955 7:5.5 Long, long ago the Eternal Son bestowed himself upon each of the circuits of the central creation for the enlightenment and advancement of all the inhabitants and pilgrims of Havona, including the ascending pilgrims of time. On none of these seven bestowals did he function as either an ascender or a Havoner. He existed as himself. His experience was unique; it was not with or as a human or other pilgrim but in some way associative in the superpersonal sense.
1997 7:5.5 Zeer lang geleden heeft de Eeuwige Zoon zichzelf aan elk der circuits van de centrale schepping geschonken, ten behoeve van de verlichting en vooruitgang van alle inwoners en pelgrims van Havona, waaronder ook de opklimmende pelgrims uit de tijd. Bij geen van deze zeven zelfschenkingen functioneerde hij als een opklimmende of als een inwoner van Havona. Hij bestond als zichzelf. Zijn ervaring was uniek — niet met of als een menselijke of andersoortige pelgrim, maar op een bepaalde manier associatief in de bovenpersoonlijke zin des woords.
1955 7:5.6 Neither did he pass through the rest that intervenes between the inner Havona circuit and the shores of Paradise. It is not possible for him, an absolute being, to suspend consciousness of personality, for in him center all lines of spiritual gravity. And during the times of these bestowals the central Paradise lodgment of spiritual luminosity was undimmed, and the Son’s grasp of universal spirit gravity was undiminished.
1997 7:5.6 Hij onderging ook niet de rustperiode tussen het binnenste circuit van Havona en de kusten van het Paradijs. Voor hem, een absoluut wezen, is het niet mogelijk zijn persoonlijkheidsbewustzijn buiten werking te stellen, want in hem komen alle lijnen van de geestelijke zwaartekracht samen. Gedurende de perioden van deze zelfschenkingen bleef het centrale Paradijs-kwartier van de geestelijke lichtglans dan ook even helder schijnen, en bleef de greep van de Zoon op de universele geestelijke zwaartekracht onverminderd.
1955 7:5.7 The bestowals of the Eternal Son in Havona are not within the scope of human imagination; they were transcendental. He added to the experience of all Havona then and subsequently, but we do not know whether he added to the supposed experiential capacity of his existential nature. That would fall within the bestowal mystery of the Paradise Sons. We do, however, believe that whatever the Eternal Son acquired on these bestowal missions, he has ever since retained; but we do not know what it is.
1997 7:5.7 De zelfschenkingen van de Eeuwige Zoon in Havona liggen buiten het bereik van de menselijke verbeeldingskracht: zij waren transcendent. Toen en daarna heeft hij de ervaring van geheel Havona verrijkt, maar wij weten niet of hij ook het veronderstelde experiëntiële vermogen van zijn existentiële natuur heeft verrijkt. Dit zou binnen het zelfschenkingsmysterie van de Paradijs-Zonen vallen. Wij geloven echter wel dat de Eeuwige Zoon altijd behouden heeft wat hij in deze zelfschenkingsmissies verworven moge hebben, maar wij weten niet wat het is.
1955 7:5.8 Whatever our difficulty in comprehending the bestowals of the Second Person of Deity, we do comprehend the Havona bestowal of a Son of the Eternal Son, who literally passed through the circuits of the central universe and actually shared those experiences which constitute an ascender’s preparation for Deity attainment. This was the original Michael, the first-born Creator Son, and he passed through the life experiences of the ascending pilgrims from circuit to circuit, personally journeying a stage of each circle with them in the days of Grandfanda, the first of all mortals to attain Havona.
1997 7:5.8 Hoe moeilijk wij het ook mogen vinden om de zelfschenkingen van de Tweede Persoon der Godheid te begrijpen, wij begrijpen wel de Havona-zelfschenking van een Zoon van de Eeuwige Zoon, die letterlijk de circuits van het centrale universum heeft doorlopen en daadwerkelijk heeft deelgenomen in die ervaringen die een opklimmende persoonlijkheid moeten voorbereiden op het bereiken der Godheid. Dit was de oorspronkelijke Michael, de eerstgeboren Schepper-Zoon, die de levenservaringen van de opklimmende pelgrims van circuit tot circuit onderging, door persoonlijk een etappe van iedere cirkelgang met hen mee te reizen in de dagen van Grandfanda, de allereerste sterveling die Havona heeft bereikt.
1955 7:5.9 Whatever else this original Michael revealed, he made the transcendent bestowal of the Original Mother Son real to the creatures of Havona. So real, that forevermore each pilgrim of time who labors in the adventure of making the Havona circuits is cheered and strengthened by the certain knowledge that the Eternal Son of God seven times abdicated the power and glory of Paradise to participate in the experiences of the time-space pilgrims on the seven circuits of progressive Havona attainment.
1997 7:5.9 Wat deze oorspronkelijke Michael verder ook geopenbaard moge hebben, hij heeft de transcendente zelfschenking van de Oorspronkelijke Moeder-Zoon reëel gemaakt voor de schepselen van Havona. Zo reëel, dat sindsdien iedere pelgrim uit de tijd die zich inspant om het avontuur van het doorlopen van de Havona-circuits tot een goed einde te brengen, zich immer opgebeurd en gesterkt voelt door de zekere wetenschap dat de Eeuwige Zoon van God zevenmaal afstand heeft gedaan van de macht en heerlijkheid van het Paradijs, om deel te nemen in de ervaringen van de pelgrims uit tijd en ruimte in de zeven circuits waardoor Havona progressief wordt bereikt.
1955 7:5.10 The Eternal Son is the exemplary inspiration for all the Sons of God in their ministrations of bestowal throughout the universes of time and space. The co-ordinate Creator Sons and the associate Magisterial Sons, together with other unrevealed orders of sonship, all partake of this wonderful willingness to bestow themselves upon the varied orders of creature life and as the creatures themselves. Therefore, in spirit and because of kinship of nature as well as fact of origin, it becomes true that in the bestowal of each Son of God upon the worlds of space, in and through and by these bestowals, the Eternal Son has bestowed himself upon the intelligent will creatures of the universes.
1997 7:5.10 De Eeuwige Zoon is het voorbeeld dat alle Zonen van God inspireert bij hun zelfschenkingsbijstand in alle universa in tijd en ruimte. De Schepper-Zonen die van gelijke orde zijn als hij, en de met hem geassocieerde Magistraat-Zonen vertonen samen met nog andere niet geopenbaarde orden van zoonschap, allen deze wonderbare bereidheid om zichzelf te schenken aan de schepselen van de verschillende bestaansorden, en wel door zelf een schepsel te worden. Daarom wordt het, in geest en wegens de verwantschap van hun natuur, en wegens het feit van hun afkomst, waar dat in de zelfschenkingen van iedere Zoon van God aan de werelden in de ruimte, de Eeuwige Zoon zichzelf in en door middel van deze zelfschenkingen heeft geschonken aan de intelligente wilsschepselen van de universa.
1955 7:5.11 In spirit and nature, if not in all attributes, each Paradise Son is a divinely perfect portraiture of the Original Son. It is literally true, whosoever has seen a Paradise Son has seen the Eternal Son of God.
1997 7:5.11 Iedere Paradijs-Zoon is in geest en natuur, zoal niet in al zijn eigenschappen, een goddelijk volmaakte uitbeelding van de Oorspronkelijke Zoon. Het is letterlijk waar dat wie een Paradijs-Zoon heeft gezien, de Eeuwige Zoon van God heeft gezien.
6. THE PARADISE SONS OF GOD
6. DE PARADIJS-ZONEN VAN GOD
1955 7:6.1 The lack of a knowledge of the multiple Sons of God is a source of great confusion on Urantia. And this ignorance persists in the face of such statements as the record of a conclave of these divine personalities: “When the Sons of God proclaimed joy, and all of the Morning Stars sang together.” Every millennium of sector standard time the various orders of the divine Sons forgather for their periodic conclaves.
1997 7:6.1 Het gebrek aan kennis omtrent de diverse Zonen van God is een bron van grote verwarring op Urantia. Deze onwetendheid bestaat nog steeds, in weerwil van zulke verklaringen als het verslag van een conclaaf van deze goddelijke persoonlijkheden: ‘Toen de Zonen van God vreugde verkondigden en alle Morgensterren tezamen zongen[9].’ Iedere duizend jaar sector-standaardtijd komen de goddelijke Zonen van de verschillende orden bijeen voor hun periodieke conclaven.
1955 7:6.2 The Eternal Son is the personal source of the adorable attributes of mercy and service which so abundantly characterize all orders of the descending Sons of God as they function throughout creation. All the divine nature, if not all the infinity of attributes, the Eternal Son unfailingly transmits to the Paradise Sons who go out from the eternal Isle to reveal his divine character to the universe of universes.
1997 7:6.2 De Eeuwige Zoon is de persoonlijke bron van de aanbiddelijke eigenschappen van barmhartigheid en dienstbaarheid die de afdalende Zonen van God van alle orden zo overvloedig kenmerken bij hun arbeid overal in de schepping. De Eeuwige Zoon draagt zijn ganse goddelijke natuur, zoal niet de ganse oneindigheid van zijn eigenschappen, onveranderlijk over aan de Paradijs-Zonen die van het eeuwige Eiland uitgaan om zijn goddelijke karakter te openbaren aan het universum van universa.
1955 7:6.3 The Original and Eternal Son is the offspring-person of the “first” completed and infinite thought of the Universal Father. Every time the Universal Father and the Eternal Son jointly project a new, original, identical, unique, and absolute personal thought, that very instant this creative idea is perfectly and finally personalized in the being and personality of a new and original Creator Son. In spirit nature, divine wisdom, and co-ordinate creative power, these Creator Sons are potentially equal with God the Father and God the Son.
1997 7:6.3 De Oorspronkelijke, Eeuwige Zoon is de nakomeling-persoon van de ‘eerste’ voltooide, oneindige gedachte van de Universele Vader. Telkens wanneer de Universele Vader en de Eeuwige Zoon gezamenlijk een nieuwe, oorspronkelijke, identieke, unieke en absolute persoonlijke gedachte voortbrengen, wordt deze scheppende idee op hetzelfde moment volmaakt en finaal gepersonaliseerd in het wezen en de persoonlijkheid van een nieuwe, oorspronkelijke Schepper-Zoon. In geestelijke natuur, goddelijke wijsheid en coördinatieve scheppingskracht zijn deze Schepper-Zonen potentieel gelijk aan God de Vader en God de Zoon.
1955 7:6.4 The Creator Sons go out from Paradise into the universes of time and, with the co-operation of the controlling and creative agencies of the Third Source and Center, complete the organization of the local universes of progressive evolution. These Sons are not attached to, nor are they concerned with, the central and universal controls of matter, mind, and spirit. Hence are they limited in their creative acts by the pre-existence, priority, and primacy of the First Source and Center and his co-ordinate Absolutes. These Sons are able to administer only that which they bring into existence. Absolute administration is inherent in priority of existence and is inseparable from eternity of presence. The Father remains primal in the universes.
1997 7:6.4 De Schepper-Zonen gaan van het Paradijs uit naar de universa in de tijd, en met medewerking van de beheersende en scheppende instanties van de Derde Bron en Centrum, voltooien zij de organisatie van de plaatselijke universa waar voortgaande evolutie plaatsvindt. Deze Zonen zijn niet verbonden met de centrale, universele beheersingsmechanismen van materie, bewustzijn en geest, en houden zich daar ook niet mee bezig. Vandaar dat zij in hun scheppingsdaden beperkt zijn door de preëxistentie, de prioriteit en het primaat van de Eerste Bron en Centrum en zijn Absolute gelijken. Deze Zonen zijn alleen in staat om datgene te besturen waaraan zij bestaan verlenen. Absoluut bestuur is inherent aan prioriteit van bestaan en valt niet te scheiden van eeuwige aanwezigheid. De Vader blijft primair in de universa.
1955 7:6.5 Much as the Creator Sons are personalized by the Father and the Son, so are the Magisterial Sons personalized by the Son and the Spirit. These are the Sons who, in the experiences of creature incarnation, earn the right to serve as the judges of survival in the creations of time and space.
1997 7:6.5 Op vrijwel dezelfde wijze waarop de Schepper-Zonen gepersonaliseerd worden door de Vader en de Zoon, worden de Magistraat-Zonen gepersonaliseerd door de Zoon en de Geest. Dit zijn de Zonen die in hun ervaringen van incarnatie als schepselen het recht verwerven om als rechters op te treden inzake de overleving in de scheppingen in tijd en ruimte.
1955 7:6.6 The Father, Son, and Spirit also unite to personalize the versatile Trinity Teacher Sons, who range the grand universe as the supernal teachers of all personalities, human and divine. And there are numerous other orders of Paradise sonship that have not been brought to the attention of Urantia mortals.
1997 7:6.6 De Vader, de Zoon en de Geest verenigen zich ook ten behoeve van het personaliseren van de veelzijdige Leraar-Zonen van de Triniteit, die het groot universum doorkruisen als de verheven leraren van alle persoonlijkheden, menselijke zowel als goddelijke. En er zijn nog talrijke andere orden Paradijs-Zonen die niet onder de aandacht van de stervelingen van Urantia zijn gebracht.
1955 7:6.7 Between the Original Mother Son and these hosts of Paradise Sons scattered throughout all creation, there is a direct and exclusive channel of communication, a channel whose function is inherent in the quality of spiritual kinship which unites them in bonds of near-absolute spiritual association. This intersonship circuit is entirely different from the universal circuit of spirit gravity, which also centers in the person of the Second Source and Center. All Sons of God who take origin in the persons of the Paradise Deities are in direct and constant communication with the Eternal Mother Son. And such communication is instantaneous; it is independent of time though sometimes conditioned by space.
1997 7:6.7 Tussen de Oorspronkelijke Moeder-Zoon en deze grote scharen Paradijs-Zonen die door de ganse schepping verspreid zijn, bestaat een rechtstreeks communicatiekanaal dat uitsluitend voor hen is bestemd, een kanaal waarvan de functie inherent is in de eigenschap van geestelijke verwantschap, waardoor zij zijn verenigd in de verbondenheid van een bijna-absolute geestelijke associatie. Dit circuit tussen de zonen is geheel anders dan het universele circuit der geest-zwaartekracht, dat ook zijn centrum heeft in de persoon van de Tweede Bron en Centrum. Alle Zonen van God die hun oorsprong hebben in de personen van de Paradijs-Godheden staan in rechtstreekse, constante communicatie met de Eeuwige Moeder-Zoon. En deze communicatie werkt ogenblikkelijk: zij is onafhankelijk van de tijd, ofschoon soms wel bepaald door de ruimte.
1955 7:6.8 The Eternal Son not only has at all times perfect knowledge concerning the status, thoughts, and manifold activities of all orders of Paradise sonship, but he also has perfection of knowledge at all times regarding everything of spiritual value which exists in the hearts of all creatures in the primary central creation of eternity and in the secondary time creations of the co-ordinate Creator Sons.
1997 7:6.8 De Eeuwige Zoon draagt niet alleen te allen tijde volmaakte kennis van de status, gedachten en veelvuldige activiteiten van alle orden der Paradijs-Zonen, maar hij draagt ook te allen tijde volmaakt kennis van alles van geestelijke waarde wat leeft in het hart van alle schepselen in de primaire centrale schepping in de eeuwigheid, en in de secundaire scheppingen in de tijd van de Schepper-Zonen die zijn gelijken zijn.
7. THE SUPREME REVELATION OF THE FATHER
7. DE ALLERHOOGSTE OPENBARING VAN DE VADER
1955 7:7.1 The Eternal Son is a complete, exclusive, universal, and final revelation of the spirit and the personality of the Universal Father. All knowledge of, and information concerning, the Father must come from the Eternal Son and his Paradise Sons. The Eternal Son is from eternity and is wholly and without spiritual qualification one with the Father. In divine personality they are co-ordinate; in spiritual nature they are equal; in divinity they are identical.
1997 7:7.1 De Eeuwige Zoon is een volledige, exclusieve, universele en finale openbaring van de geest en de persoonlijkheid van de Universele Vader. Alle kennis van en informatie omtrent de Vader moet van de Eeuwige Zoon en diens Paradijs-Zonen komen. De Eeuwige Zoon is sinds de eeuwigheid, en is geheel en zonder geestelijke beperking één met de Vader. Wat goddelijke persoonlijkheid betreft zijn zij van dezelfde orde; in geestelijke natuur zijn zij gelijk; in goddelijkheid zijn zij identiek.
1955 7:7.2 The character of God could not possibly be intrinsically improved upon in the person of the Son, for the divine Father is infinitely perfect, but that character and personality are amplified, by divestment of the nonpersonal and nonspiritual, for revelation to creature beings. The First Source and Center is much more than a personality, but all of the spirit qualities of the father personality of the First Source and Center are spiritually present in the absolute personality of the Eternal Son.
1997 7:7.2 Het karakter van God zou onmogelijk intrinsiek verbeterd kunnen worden in de persoon van de Zoon, want de goddelijke Vader is oneindig volmaakt, maar dit karakter en deze persoonlijkheid worden ten bate van de openbaring aan geschapen wezens in de Zoon versterkt en verduidelijkt, doordat het niet-persoonlijke en niet-geestelijke eraan ontnomen is. De Eerste Bron en Centrum is veel meer dan een persoonlijkheid, maar alle geest-kwaliteiten van de vader-persoonlijkheid van de Eerste Bron en Centrum zijn geestelijk aanwezig in de absolute persoonlijkheid van de Eeuwige Zoon.
1955 7:7.3 The primal Son and his Sons are engaged in making a universal revelation of the spiritual and personal nature of the Father to all creation. In the central universe, the superuniverses, the local universes, or on the inhabited planets, it is a Paradise Son who reveals the Universal Father to men and angels. The Eternal Son and his Sons reveal the avenue of creature approach to the Universal Father. And even we of high origin understand the Father much more fully as we study the revelation of his character and personality in the Eternal Son and in the Sons of the Eternal Son.
1997 7:7.3 De oorspronkelijke Zoon en diens Zonen hebben de taak op zich genomen om aan de ganse schepping een universele openbaring te schenken van de geestelijke en persoonlijke natuur van de Vader. In het centrale universum, de superuniversa, de plaatselijke universa en op de bewoonde planeten, is het steeds een Paradijs-Zoon die de Universele Vader aan mensen en engelen openbaart. De Eeuwige Zoon en zijn Zonen openbaren de weg waarlangs het schepsel de Universele Vader kan benaderen[10]. En zelfs wij die van hoge oorsprong zijn, begrijpen de Vader veel vollediger, wanneer wij de openbaring van zijn karakter en persoonlijkheid bestuderen in de Eeuwige Zoon en in de Zonen van de Eeuwige Zoon.
1955 7:7.4 The Father comes down to you as a personality only through the divine Sons of the Eternal Son. And you attain the Father by this same living way; you ascend to the Father by the guidance of this group of divine Sons. And this remains true notwithstanding that your very personality is a direct bestowal of the Universal Father.
1997 7:7.4 De Vader daalt als persoonlijkheid alleen tot u neer door de goddelijke Zonen van de Eeuwige Zoon. En gij bereikt de Vader langs dezelfde levende weg: ge klimt op tot de Vader onder geleide van deze groep goddelijke Zonen. Dit blijft waar, niettegenstaande het feit dat uw eigen persoonlijkheid een rechtstreekse schenking van de Universele Vader is.
1955 7:7.5 In all these widespread activities of the far-flung spiritual administration of the Eternal Son, do not forget that the Son is a person just as truly and actually as the Father is a person. Indeed, to beings of the onetime human order the Eternal Son will be more easy to approach than the Universal Father. In the progress of the pilgrims of time through the circuits of Havona, you will be competent to attain the Son long before you are prepared to discern the Father.
1997 7:7.5 Vergeet bij al deze wijdverbreide activiteiten van het omvangrijke geestelijke bestuur van de Eeuwige Zoon niet, dat hij even waarlijk en actueel een persoon is als de Vader. Voor wezens die eens tot de orde der mensen hebben behoord, zal het inderdaad gemakkelijker zijn om de Eeuwige Zoon te benaderen dan de Universele Vader. In de voortgang van de pelgrims uit de tijd door de circuits van Havona zult ge competent zijn om de Zoon te bereiken lang voordat ge klaar zijt om de Vader te ontwaren.
1955 7:7.6 More of the character and merciful nature of the Eternal Son of mercy you should comprehend as you meditate on the revelation of these divine attributes which was made in loving service by your own Creator Son, onetime Son of Man on earth, now the exalted sovereign of your local universe—the Son of Man and the Son of God.
1997 7:7.6 Ge zult meer van het karakter en de genadevolle natuur van de Eeuwige Zoon van barmhartigheid kunnen begrijpen wanneer ge de openbaring overdenkt van deze goddelijke eigenschappen, die in liefdevolle dienstbaarheid werd gedaan door uw eigen Schepper-Zoon, eens de Zoon des Mensen op aarde, nu de verheven soeverein van uw plaatselijk universum — de Zoon des Mensen en de Zoon van God.
1955 7:7.7 [Indited by a Divine Counselor assigned to formulate this statement depicting the Eternal Son of Paradise.]
1997 7:7.7 [Op schrift gesteld door een Goddelijk Raadsman die is aangewezen om deze verklaring, waarin de Eeuwige Zoon van het Paradijs wordt beschreven, te formuleren.]