Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 71. De ontwikkeling van de staat |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 73. De Hof van Eden |
GOVERNMENT ON A NEIGHBORING PLANET
STAATSBESTUUR OP EEN NABURIGE PLANEET
1955 72:0.1 BY PERMISSION of Lanaforge and with the approval of the Most Highs of Edentia, I am authorized to narrate something of the social, moral, and political life of the most advanced human race living on a not far-distant planet belonging to the Satania system.
1997 72:0.1 MET TOESTEMMING van Lanaforge en instemming der Allerhoogsten van Edentia ben ik gemachtigd u iets te vertellen over het sociale, morele en politieke leven van het meest ontwikkelde volk dat woont op een niet zo veraf gelegen planeet die tot het Satania-stelsel behoort.
1955 72:0.2 Of all the Satania worlds which became isolated because of participation in the Lucifer rebellion, this planet has experienced a history most like that of Urantia. The similarity of the two spheres undoubtedly explains why permission to make this extraordinary presentation was granted, for it is most unusual for the system rulers to consent to the narration on one planet of the affairs of another.
1997 72:0.2 Van alle werelden van Satania die geïsoleerd raakten wegens hun deelname aan de opstand van Lucifer, lijkt deze planeet in haar geschiedenis het meest op Urantia. De vergelijkbaarheid van de twee werelden vormt ongetwijfeld de verklaring waarom toestemming voor deze uitzonderlijke beschrijving werd verleend, want het is zeer ongebruikelijk dat de bestuurders van het stelsel toestaan dat op de ene planeet de zaken van een andere planeet worden verhaald.
1955 72:0.3 This planet, like Urantia, was led astray by the disloyalty of its Planetary Prince in connection with the Lucifer rebellion. It received a Material Son shortly after Adam came to Urantia, and this Son also defaulted, leaving the sphere isolated, since a Magisterial Son has never been bestowed upon its mortal races.
1997 72:0.3 Deze planeet werd evenals Urantia op een dwaalspoor gebracht door de trouweloosheid van haar Planetaire Vorst in verband met de rebellie van Lucifer. De planeet ontving een Materiële Zoon kort nadat Adam naar Urantia was gekomen, en deze Zoon was eveneens nalatig en liet deze wereld in afzondering achter, aangezien er nooit een Magistraat-Zoon aan haar volkeren is geschonken.
1. THE CONTINENTAL NATION
1. DE CONTINENTALE NATIE
1955 72:1.1 Notwithstanding all these planetary handicaps a very superior civilization is evolving on an isolated continent about the size of Australia. This nation numbers about 140 million. Its people are a mixed race, predominantly blue and yellow, having a slightly greater proportion of violet than the so-called white race of Urantia. These different races are not yet fully blended, but they fraternize and socialize very acceptably. The average length of life on this continent is now ninety years, fifteen per cent higher than that of any other people on the planet.
1997 72:1.1 Ondanks al deze planetaire handicaps ontwikkelt zich een zeer hoge beschaving op een afgezonderd continent dat ongeveer zo groot is als Australië. Deze natie telt ongeveer 140 miljoen zielen. De bevolking is van gemengd ras, overwegend blauw en geel, met meer violet dan het zogenaamde blanke ras van Urantia. Deze verschillende rassen zijn nog niet geheel vermengd, maar zij verbroederen zich voorspoedig en gaan goed met elkaar om. De gemiddelde levensduur op dit continent is thans negentig jaar, vijftien procent hoger dan bij enig ander volk op de planeet.
1955 72:1.2 The industrial mechanism of this nation enjoys a certain great advantage derived from the unique topography of the continent. The high mountains, on which heavy rains fall eight months in the year, are situated at the very center of the country. This natural arrangement favors the utilization of water power and greatly facilitates the irrigation of the more arid western quarter of the continent.
1997 72:1.2 Het industriële proces van deze natie ondervindt zekere grote voordelen ten gevolge van de unieke topografie van het continent. De hoge bergen waar gedurende acht maanden van het jaar zware regens vallen, liggen precies in het midden van het land. Deze natuurlijke schikking begunstigt het gebruik van waterkracht en vergemakkelijkt ten zeerste de irrigatie van het droge westelijke deel van het continent.
1955 72:1.3 These people are self-sustaining, that is, they can live indefinitely without importing anything from the surrounding nations. Their natural resources are replete, and by scientific techniques they have learned how to compensate for their deficiencies in the essentials of life. They enjoy a brisk domestic commerce but have little foreign trade owing to the universal hostility of their less progressive neighbors.
1997 72:1.3 Deze mensen kunnen in eigen behoeften voorzien, dat wil zeggen dat zij voor onbeperkte tijd kunnen leven zonder iets uit de hen omringende naties in te voeren. Zij beschikken over overvloedige natuurlijke hulpbronnen en hebben door wetenschappelijke methoden geleerd de tekorten in hun noodzakelijke levensbehoeften te compenseren. Zij bedrijven een levendige binnenlandse handel, doch weinig handel met het buitenland vanwege de algemene vijandigheid van hun minder progressieve buren.
1955 72:1.4 This continental nation, in general, followed the evolutionary trend of the planet: The development from the tribal stage to the appearance of strong rulers and kings occupied thousands of years. The unconditional monarchs were succeeded by many different orders of government—abortive republics, communal states, and dictators came and went in endless profusion. This growth continued until about five hundred years ago when, during a politically fermenting period, one of the nation’s powerful dictator-triumvirs had a change of heart. He volunteered to abdicate upon condition that one of the other rulers, the baser of the remaining two, also vacate his dictatorship. Thus was the sovereignty of the continent placed in the hands of one ruler. The unified state progressed under strong monarchial rule for over one hundred years, during which there evolved a masterful charter of liberty.
1997 72:1.4 Deze continentale natie volgde in het algemeen de evolutionaire richting van de planeet: de ontwikkeling van het tribale stadium tot het optreden van krachtige heersers en koningen besloeg duizenden jaren. De absolute vorsten werden opgevolgd door vele verschillende vormen van bestuur — mislukte republieken, gemeenschapsstaten en dictators kwamen en gingen in eindeloze overvloed. Deze ontwikkeling zette zich voort tot ongeveer vijfhonderd jaar geleden, toen gedurende een politiek woelige periode, één lid van het machtige dictatoriale driemanschap dat over de natie heerste, innerlijk veranderde. Hij bood aan af te treden op voorwaarde dat een van de andere heersers, de laagste in rang van de twee overblijvenden, ook zijn dictatorschap zou neerleggen. En zo werd de soevereiniteit over het continent in de handen van één heerser gelegd. De tot eenheid gebrachte staat boekte onder een krachtig monarchaal bewind gedurende meer dan honderd jaar grote vooruitgang, en in deze periode ontwikkelde zich een meesterlijk vrijheidshandvest.
1955 72:1.5 The subsequent transition from monarchy to a representative form of government was gradual, the kings remaining as mere social or sentimental figureheads, finally disappearing when the male line of descent ran out. The present republic has now been in existence just two hundred years, during which time there has been a continuous progression toward the governmental techniques about to be narrated, the last developments in industrial and political realms having been made within the past decade.
1997 72:1.5 De hierop volgende overgang van een monarchie naar een representatieve regeringsvorm voltrok zich geleidelijk, waarbij de koningen als zuiver sociale of gevoelsmatige boegbeelden aanbleven en ten slotte verdwenen toen de mannelijke afstammelingen uitstorven. De huidige republiek bestaat nu precies tweehonderd jaar en in deze tijd heeft er een doorlopende ontwikkeling plaatsgevonden in de richting van de bestuursmethoden welke hierna zullen worden beschreven en waarvan de laatste ontwikkelingen op industrieel en politiek gebied in de afgelopen tien jaar hebben plaatsgevonden.
2. POLITICAL ORGANIZATION
2. DE POLITIEKE ORGANISATIE
1955 72:2.1 This continental nation now has a representative government with a centrally located national capital. The central government consists of a strong federation of one hundred comparatively free states. These states elect their governors and legislators for ten years, and none are eligible for re-election. State judges are appointed for life by the governors and confirmed by their legislatures, which consist of one representative for each one hundred thousand citizens.
1997 72:2.1 Deze continentale natie heeft thans een representatief bestuur en een centraal gelegen nationale hoofdstad. De centrale regering bestaat uit een krachtige federatie van honderd betrekkelijk onafhankelijke staten. Deze staten kiezen hun gouverneurs en wetgevers voor tien jaar en dezen zijn geen van allen herkiesbaar. De staatsrechters worden door de gouverneurs voor het leven benoemd; deze benoemingen worden bevestigd door de wetgevende vergaderingen die bestaan uit één vertegenwoordiger voor iedere honderdduizend burgers.
1955 72:2.2 There are five different types of metropolitan government, depending on the size of the city, but no city is permitted to have more than one million inhabitants. On the whole, these municipal governing schemes are very simple, direct, and economical. The few offices of city administration are keenly sought by the highest types of citizens.
1997 72:2.2 Er zijn vijf verschillende soorten stedelijk bestuur, afhankelijk van de grootte van de stad, maar geen enkele stad mag meer dan één miljoen inwoners hebben. In het algemeen zijn deze gemeentelijke bestuursstelsels zeer eenvoudig, direct en economisch. De weinige functies van het stadsbestuur worden vurig begeerd door de hoogste typen burgers.
1955 72:2.3 The federal government embraces three co-ordinate divisions: executive, legislative, and judicial. The federal chief executive is elected every six years by universal territorial suffrage. He is not eligible for re-election except upon the petition of at least seventy-five state legislatures concurred in by the respective state governors, and then but for one term. He is advised by a supercabinet composed of all living ex-chief executives.
1997 72:2.3 De federale overheid omvat drie gelijkwaardige afdelingen: de uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke macht. De president van de federatie wordt iedere zes jaar gekozen via algemene verkiezingen in het gehele grondgebied. Hij is niet herkiesbaar, tenzij tenminste vijfenzeventig wetgevende lichamen van de staten, met instemming van de gouverneurs van die staten, hierom verzoeken en dan slechts voor één termijn. Hij wordt geadviseerd door een superkabinet, samengesteld uit alle voormalige presidenten die nog in leven zijn.
1955 72:2.4 The legislative division embraces three houses:
1997 72:2.4 De wetgevende macht omvat drie huizen:
1955 72:2.5 1. The upper house is elected by industrial, professional, agricultural, and other groups of workers, balloting in accordance with economic function.
1997 72:2.5 1. Het hogerhuis wordt gekozen door burgers die werkzaam zijn in de industrie, de vrije beroepen, de landbouw en door andere groepen werknemers die overeenkomstig hun economische functie stemmen.
1955 72:2.6 2. The lower house is elected by certain organizations of society embracing the social, political, and philosophic groups not included in industry or the professions. All citizens in good standing participate in the election of both classes of representatives, but they are differently grouped, depending on whether the election pertains to the upper or lower house.
1997 72:2.6 2. Het lagerhuis wordt gekozen door bepaalde organisaties in de samenleving die de sociale, politieke en filosofische groepen omvatten welke niet tot de industrie of de vrije beroepen behoren. Alle burgers van goede naam nemen deel aan de verkiezing van beide soorten vertegenwoordigers. Zij worden evenwel verschillend ingedeeld, afhankelijk van de omstandigheid of de verkiezing betrekking heeft op het hogerhuis of het lagerhuis.
1955 72:2.7 3. The third house—the elder statesmen—embraces the veterans of civic service and includes many distinguished persons nominated by the chief executive, by the regional (subfederal) executives, by the chief of the supreme tribunal, and by the presiding officers of either of the other legislative houses. This group is limited to one hundred, and its members are elected by the majority action of the elder statesmen themselves. Membership is for life, and when vacancies occur, the person receiving the largest ballot among the list of nominees is thereby duly elected. The scope of this body is purely advisory, but it is a mighty regulator of public opinion and exerts a powerful influence upon all branches of the government.
1997 72:2.7 3. Het derde huis — de senatoren onder de staatslieden — omvat de veteranen uit de staatsdienst en vele eminente personen die worden voorgedragen door de president, de regionale (subfederale) gouverneurs, door het hoofd van het hoogste gerechtshof en door de voorzitters der beide wetgevende huizen. Deze groep is beperkt tot honderd leden en wordt gekozen door een meerderheid der senatoren zelf. Het lidmaatschap is voor het leven en wanneer er vacatures zijn wordt de kandidaat die het grootste aantal stemmen krijgt daardoor onmiddellijk verkozen verklaard. De taak van dit lichaam is zuiver adviserend, doch het beïnvloedt in sterke mate de publieke opinie en oefent een krachtige invloed uit op alle takken van bestuur.
1955 72:2.8 Very much of the federal administrative work is carried on by the ten regional (subfederal) authorities, each consisting of the association of ten states. These regional divisions are wholly executive and administrative, having neither legislative nor judicial functions. The ten regional executives are the personal appointees of the federal chief executive, and their term of office is concurrent with his—six years. The federal supreme tribunal approves the appointment of these ten regional executives, and while they may not be reappointed, the retiring executive automatically becomes the associate and adviser of his successor. Otherwise, these regional chiefs choose their own cabinets of administrative officials.
1997 72:2.8 Zeer veel van het federale bestuurswerk wordt uitgevoerd door de tien regionale (subfederale) overheden, ieder gebied bestaand uit een associatie van tien staten. Deze regionale afdelingen hebben uitsluitend uitvoerende en administratieve taken en geen wetgevende of rechterlijke functies. De tien regionale gouverneurs worden persoonlijk door de president benoemd en hun ambtstermijn valt samen met de zijne — zes jaar. Het federale hooggerechtshof keurt de benoeming van deze tien regionale gouverneurs goed, en hoewel zij niet opnieuw kunnen worden benoemd, wordt een aftredende gouverneur automatisch ambtgenoot en adviseur van zijn opvolger. Voor het overige kiezen deze regionale gouverneurs hun eigen kabinet van bestuursfunctionarissen.
1955 72:2.9 This nation is adjudicated by two major court systems—the law courts and the socioeconomic courts. The law courts function on the following three levels:
1997 72:2.9 De rechtspleging in deze staat geschiedt door twee belangrijke stelsels van rechtscolleges — de rechtbanken en de sociaal-economische hoven. De rechtbanken functioneren op de volgende drie niveaus:
1955 72:2.10 1. Minor courts of municipal and local jurisdiction, whose decisions may be appealed to the high state tribunals.
1997 72:2.10 1. lagere rechtbanken voor de gemeentelijke en plaatselijke rechtspraak, tegen wier uitspraken in beroep kan worden gegaan bij de hoge rechtscolleges van de staat;
1955 72:2.11 2. State supreme courts, whose decisions are final in all matters not involving the federal government or jeopardy of citizenship rights and liberties. The regional executives are empowered to bring any case at once to the bar of the federal supreme court.
1997 72:2.11 2. hoge gerechtshoven der staten, wier uitspraken bindend zijn in alle zaken waarbij de federale overheid niet betrokken is of waarbij geen burgerlijke rechten en vrijheden in het geding zijn;
1955 72:2.12 3. Federal supreme court—the high tribunal for the adjudication of national contentions and the appellate cases coming up from the state courts. This supreme tribunal consists of twelve men over forty and under seventy-five years of age who have served two or more years on some state tribunal, and who have been appointed to this high position by the chief executive with the majority approval of the supercabinet and the third house of the legislative assembly. All decisions of this supreme judicial body are by at least a two-thirds vote.
1997 72:2.12 3. de federale hoge raad — de hoogste rechtbank voor de beslechting van nationale geschillen en de appèlzaken die van de staatsrechtbanken komen. Dit hoogste rechtscollege bestaat uit twaalf mannen, ouder dan veertig jaar en jonger dan vijfenzeventig, die twee of meer jaren hebben gediend bij een staatsrechtbank en op deze hoge post worden benoemd door de president met instemming van de meerderheid van zowel het superkabinet als van het derde huis van de wetgevende vergadering. Alle beslissingen van deze hoogste rechterlijke instantie worden genomen met een meerderheid van tenminste tweederden van de stemmen.
1955 72:2.13 The socioeconomic courts function in the following three divisions:
1997 72:2.13 De sociaal-economische gerechtshoven kennen de volgende drie afdelingen:
1955 72:2.14 1. Parental courts, associated with the legislative and executive divisions of the home and social system.
1997 72:2.14 1. ouderlijke hoven, verbonden aan de wetgevende en uitvoerende afdelingen van het gezins- en sociale stelsel;
1955 72:2.15 2. Educational courts—the juridical bodies connected with the state and regional school systems and associated with the executive and legislative branches of the educational administrative mechanism.
1997 72:2.15 2. onderwijshoven — de gerechtelijke lichamen die zijn verbonden met de staats- en regionale schoolsystemen en geassocieerd met de uitvoerende en wetgevende takken van de bestuursinstellingen voor het onderwijs;
1955 72:2.16 3. Industrial courts—the jurisdictional tribunals vested with full authority for the settlement of all economic misunderstandings.
1997 72:2.16 3. industriële hoven — de regionale rechtbanken met volle bevoegdheden voor de beslechting van alle economische geschillen.
1955 72:2.17 The federal supreme court does not pass upon socioeconomic cases except upon the three-quarters vote of the third legislative branch of the national government, the house of elder statesmen. Otherwise, all decisions of the parental, educational, and industrial high courts are final.
1997 72:2.17 De federale hoge raad doet geen uitspraken over sociaal-economische zaken, behalve indien het derde huis der wetgevende macht, dat der senatoren, zulks met driekwart der stemmen verlangt. Voor het overige zijn alle beslissingen van de ouderlijke, onderwijs- en industriële hoven definitief.
3. THE HOME LIFE
3. HET GEZINSLEVEN
1955 72:3.1 On this continent it is against the law for two families to live under the same roof. And since group dwellings have been outlawed, most of the tenement type of buildings have been demolished. But the unmarried still live in clubs, hotels, and other group dwellings. The smallest homesite permitted must provide fifty thousand square feet of land. All land and other property used for home purposes are free from taxation up to ten times the minimum homesite allotment.
1997 72:3.1 Op dit continent is het bij de wet verboden dat twee gezinnen onder één dak leven. En aangezien groepswoningen bij de wet zijn verboden, zijn de meeste gebouwen met apartementen afgebroken. De ongehuwden leven nog gezamenlijk in clubs, hotels en andere groepswoningen. De kleinst toegestane bouwterreinen voor huizen zijn ongeveer vierduizend zeshonderd vierkante meter groot. Alle land en andere eigendom dat wordt gebruikt voor bewoning is vrij van belasting tot tien maal het kleinst toegestane bouwperceel.
1955 72:3.2 The home life of this people has greatly improved during the last century. Attendance of parents, both fathers and mothers, at the parental schools of child culture is compulsory. Even the agriculturists who reside in small country settlements carry on this work by correspondence, going to the near-by centers for oral instruction once in ten days—every two weeks, for they maintain a five-day week.
1997 72:3.2 Het gezinsleven van deze mensen is gedurende de laatste eeuw sterk verbeterd. De deelname van ouders aan de cursussen voor kinderopvoeding die in de scholen voor ouders worden gegeven, is verplicht, zowel voor vaders als voor moeders. Zelfs de boeren die in kleine nederzettingen op het land leven, volgen deze cursussen schriftelijk; eens in de tien dagen bezoeken zij nabijgelegen centra voor mondeling onderricht — iedere twee weken, want zij hebben een week van vijf dagen.
1955 72:3.3 The average number of children in each family is five, and they are under the full control of their parents or, in case of the demise of one or both, under that of the guardians designated by the parental courts. It is considered a great honor for any family to be awarded the guardianship of a full orphan. Competitive examinations are held among parents, and the orphan is awarded to the home of those displaying the best parental qualifications.
1997 72:3.3 Het gemiddelde aantal kinderen per gezin is vijf, en de kinderen staan geheel onder toezicht van hun ouders en in geval van overlijden van één of van beiden, onder toezicht van voogden, die worden aangewezen door de ouderlijke hoven. Een gezin beschouwt het als een grote eer als het de voogdij over een volle wees krijgt toegewezen. Er worden vergelijkende examens gehouden onder ouderparen, en de wees wordt toegewezen aan het gezin waarvan de ouders de beste kwalificaties blijken te bezitten.
1955 72:3.4 These people regard the home as the basic institution of their civilization. It is expected that the most valuable part of a child’s education and character training will be secured from his parents and at home, and fathers devote almost as much attention to child culture as do mothers.
1997 72:3.4 Deze mensen beschouwen het gezin als de fundamentele instelling van hun civilisatie. Men gaat ervan uit dat een kind het meest waardevolle deel van zijn of haar opvoeding en karaktervorming van de ouders en thuis ontvangt, en vaders wijden bijna evenveel aandacht aan de ontwikkeling van de kinderen als moeders.
1955 72:3.5 All sex instruction is administered in the home by parents or by legal guardians. Moral instruction is offered by teachers during the rest periods in the school shops, but not so with religious training, which is deemed to be the exclusive privilege of parents, religion being looked upon as an integral part of home life. Purely religious instruction is given publicly only in the temples of philosophy, no such exclusively religious institutions as the Urantia churches having developed among this people. In their philosophy, religion is the striving to know God and to manifest love for one’s fellows through service for them, but this is not typical of the religious status of the other nations on this planet. Religion is so entirely a family matter among these people that there are no public places devoted exclusively to religious assembly. Politically, church and state, as Urantians are wont to say, are entirely separate, but there is a strange overlapping of religion and philosophy.
1997 72:3.5 Alle seksuele voorlichting wordt in het gezin door de ouders of door wettige voogden gegeven. Moreel onderricht wordt tijdens de rustpauzen in de school-werkplaatsen door de leraren gegeven, doch dit is niet het geval met de religieuze opvoeding die geacht wordt het uitsluitend voorrecht van de ouders te zijn, aangezien de religie als een integraal deel van het gezinsleven wordt beschouwd. Zuiver religieus onderricht wordt in het openbaar alleen gegeven in de tempels der wijsbegeerte, want exclusief godsdienstige instellingen, zoals de kerken van Urantia, zijn bij dit volk niet tot ontwikkeling gekomen. In hun levensbeschouwing is religie het streven naar het kennen van God en het betonen van liefde aan de medemens door hem te dienen, maar dit is niet kenmerkend voor de godsdienstige status van de andere naties op deze planeet. De religie is bij deze mensen zo geheel en al een zaak van het gezin, dat er geen openbare plaatsen zijn die uitsluitend voor godsdienstige samenkomsten zijn bestemd. Kerk en staat zijn, politiek gezien, zoals Urantianen plegen te zeggen, volledig gescheiden, maar religie en filosofie overlappen elkaar op een merkwaardige wijze.
1955 72:3.6 Until twenty years ago the spiritual teachers (comparable to Urantia pastors), who visit each family periodically to examine the children to ascertain if they have been properly instructed by their parents, were under governmental supervision. These spiritual advisers and examiners are now under the direction of the newly created Foundation of Spiritual Progress, an institution supported by voluntary contributions. Possibly this institution may not further evolve until after the arrival of a Paradise Magisterial Son.
1997 72:3.6 Tot twintig jaar geleden stonden de geestelijke leraren (te vergelijken met de pastores op Urantia) die ieder gezin periodiek bezoeken om bij de kinderen na te gaan of zij naar behoren door hun ouders zijn onderricht, onder toezicht van de regering. Deze geestelijke adviseurs en inspecteurs staan nu onder leiding van de kortelings gevormde Stichting voor Geestelijke Vooruitgang, een instelling die wordt ondersteund uit vrijwillige bijdragen. Mogelijk zal deze instelling zich niet verder ontwikkelen tot na de komst van een Magistraat-Zoon uit het Paradijs.
1955 72:3.7 Children remain legally subject to their parents until they are fifteen, when the first initiation into civic responsibility is held. Thereafter, every five years for five successive periods similar public exercises are held for such age groups at which their obligations to parents are lessened, while new civic and social responsibilities to the state are assumed. Suffrage is conferred at twenty, the right to marry without parental consent is not bestowed until twenty-five, and children must leave home on reaching the age of thirty.
1997 72:3.7 Kinderen blijven volgens de wet ondergeschikt aan hun ouders totdat zij vijftien jaar zijn, wanneer zij voor het eerst worden ingewijd in de verantwoordelijkheden die zij als burgers hebben. Daarna worden er iedere vijf jaar, gedurende vijf opeenvolgende perioden, voor deze leeftijdsgroepen soortgelijke openbare oefeningen gehouden, waarbij hun verplichtingen ten opzichte van hun ouders minder worden naargelang zij nieuwe burgerlijke en sociale verantwoordelijkheden ten opzichte van de staat op zich nemen. Het stemrecht wordt verleend op de leeftijd van twintig jaar, het recht om zonder toestemming van de ouders te huwen wordt niet verleend voor het vijfentwintigste jaar en de kinderen moeten het ouderlijk huis verlaten bij het bereiken van de leeftijd van dertig jaar.
1955 72:3.8 Marriage and divorce laws are uniform throughout the nation. Marriage before twenty—the age of civil enfranchisement—is not permitted. Permission to marry is only granted after one year’s notice of intention, and after both bride and groom present certificates showing that they have been duly instructed in the parental schools regarding the responsibilities of married life.
1997 72:3.8 De wetten inzake huwelijk en echtscheiding zijn in de gehele natie gelijk. Een huwelijk vóór het twintigste levensjaar — de leeftijd waarop men stemrecht krijgt — is niet toegestaan. De toestemming om te trouwen wordt pas gegeven als het voornemen hiertoe een jaar tevoren is aangekondigd en wanneer de bruid en bruidegom getuigschriften overleggen dat zij naar behoren in de scholen voor het ouderschap zijn onderricht inzake de verantwoordelijkheden van het huwelijksleven.
1955 72:3.9 Divorce regulations are somewhat lax, but decrees of separation, issued by the parental courts, may not be had until one year after application therefor has been recorded, and the year on this planet is considerably longer than on Urantia. Notwithstanding their easy divorce laws, the present rate of divorces is only one tenth that of the civilized races of Urantia.
1997 72:3.9 De wettelijke voorschriften betreffende echtscheiding zijn nogal soepel, maar de ouderlijke hoven spreken pas één jaar nadat de aanvraag daartoe is vastgelegd echtscheidingen uit, en het jaar is op deze planeet aanmerkelijk langer dan op Urantia. Ondanks hun soepele echtscheidingswetten is het huidige aantal echtscheidingen slechts een tiende van dat van de geciviliseerde volken op Urantia.
4. THE EDUCATIONAL SYSTEM
4. HET ONDERWIJSSTELSEL
1955 72:4.1 The educational system of this nation is compulsory and coeducational in the precollege schools that the student attends from the ages of five to eighteen. These schools are vastly different from those of Urantia. There are no classrooms, only one study is pursued at a time, and after the first three years all pupils become assistant teachers, instructing those below them. Books are used only to secure information that will assist in solving the problems arising in the school shops and on the school farms. Much of the furniture used on the continent and the many mechanical contrivances—this is a great age of invention and mechanization—are produced in these shops. Adjacent to each shop is a working library where the student may consult the necessary reference books. Agriculture and horticulture are also taught throughout the entire educational period on the extensive farms adjoining every local school.
1997 72:4.1 Het onderwijs is bij deze natie verplicht en jongens en meisjes gaan samen naar de lagere scholen die zij volgen van hun vijfde tot hun achttiende jaar. Deze scholen verschillen enorm van de in- stellingen op Urantia. Er zijn geen klaslokalen, er wordt slechts één studievak tegelijk gevolgd en na de eerste drie jaar worden alle leerlingen assistent-onderwijzers die de leerlingen die jonger zijn dan zijzelf lesgeven. Boeken worden alleen maar gebruikt om informatie te krijgen die behulpzaam zal zijn om de vraagstukken die zich voordoen in de schoolwerkplaatsen en op de schoolboerderijen op te lossen. Veel meubelen die op het continent worden gebruikt en de vele mechanische apparaten — dit is de grote eeuw van uitvindingen en mechanisatie — worden in deze werkplaatsen gemaakt. Naast iedere werkplaats ligt een werkbibliotheek waar de leerling de noodzakelijke naslagwerken kan raadplegen. Land- en tuinbouw worden eveneens gedurende de gehele onderwijsperiode onderwezen op de uitgestrekte boerderijen die aan iedere plaatselijke school grenzen.
1955 72:4.2 The feeble-minded are trained only in agriculture and animal husbandry, and are committed for life to special custodial colonies where they are segregated by sex to prevent parenthood, which is denied all subnormals. These restrictive measures have been in operation for seventy-five years; the commitment decrees are handed down by the parental courts.
1997 72:4.2 Zwakzinnige kinderen worden alleen opgeleid voor landbouw en veeteelt en worden voor het leven toevertrouwd aan speciale voogdij-kolonies waar zij naar geslacht worden gescheiden ter voorkoming van ouderschap, hetgeen alle subnormale personen wordt ontzegd. Deze beperkende maatregelen worden reeds vijfenzeventig jaar toegepast; beslissingen tot opneming worden genomen door de ouderlijke hoven.
1955 72:4.3 Everyone takes one month’s vacation each year. The precollege schools are conducted for nine months out of the year of ten, the vacation being spent with parents or friends in travel. This travel is a part of the adult-education program and is continued throughout a lifetime, the funds for meeting such expenses being accumulated by the same methods as those employed in old-age insurance.
1997 72:4.3 Iedereen neemt elk jaar één maand vakantie. De lagere scholen zijn gedurende negen van de tien maanden van het jaar geopend, terwijl de vakantie reizend wordt doorgebracht met ouders of vrienden. Dit reizen vormt een onderdeel van het onderwijsprogramma voor volwassenen en wordt gedurende het gehele leven voortgezet; de fondsen voor deze uitgaven worden langs dezelfde wegen vergaard als die voor de ouderdomsverzekering.
1955 72:4.4 One quarter of the school time is devoted to play—competitive athletics—the pupils progressing in these contests from the local, through the state and regional, and on to the national trials of skill and prowess. Likewise, the oratorical and musical contests, as well as those in science and philosophy, occupy the attention of students from the lower social divisions on up to the contests for national honors.
1997 72:4.4 Een kwart van de schooltijd wordt gewijd aan spel — atletiekwedstrijden — waarbij de leerlingen na de plaatselijke wedstrijden, via landelijke en regionale krachtmetingen, doorgaan naar de nationale wedstrijden in behendigheid en dapperheid. Op dezelfde wijze vragen de welsprekendheid- en muziekwedstrijden en de krachtmetingen op het gebied van de natuurwetenschap en de filosofie de aandacht van studenten van de lagere sociale afdelingen tot en met de concoursen om nationale huldeblijken.
1955 72:4.5 The school government is a replica of the national government with its three correlated branches, the teaching staff functioning as the third or advisory legislative division. The chief object of education on this continent is to make every pupil a self-supporting citizen.
1997 72:4.5 Het bestuur van de school is een evenbeeld van het nationale bestuur, met drie onderling verbonden afdelingen waarbij de onderwijsstaf functioneert als de derde of adviserende, wetgevende afdeling. Het voornaamste doel van het onderwijs op dit continent is elke leerling tot een zelfstandig burger te maken.
1955 72:4.6 Every child graduating from the precollege school system at eighteen is a skilled artisan. Then begins the study of books and the pursuit of special knowledge, either in the adult schools or in the colleges. When a brilliant student completes his work ahead of schedule, he is granted an award of time and means wherewith he may execute some pet project of his own devising. The entire educational system is designed to adequately train the individual.
1997 72:4.6 Ieder kind dat op zijn achttiende jaar het diploma van de lagere school behaalt, is een geschoold vakman. Vervolgens begint de boekenstudie en het verwerven van speciale kennis, ofwel in de scholen voor volwassenen, ofwel in de academies. Wanneer een talentvolle leerling zijn werk binnen de gestelde termijn afmaakt, wordt hem een beloning toegekend in de vorm van tijd en middelen waarmee hij een of ander favoriet studieproject naar eigen keuze kan uit- voeren. Het gehele onderwijssysteem is opgezet om het individu op adequate wijze op te leiden.
5. INDUSTRIAL ORGANIZATION
5. INDUSTRIËLE ORGANISATIE
1955 72:5.1 The industrial situation among this people is far from their ideals; capital and labor still have their troubles, but both are becoming adjusted to the plan of sincere co-operation. On this unique continent the workers are increasingly becoming shareholders in all industrial concerns; every intelligent laborer is slowly becoming a small capitalist.
1997 72:5.1 De industriële situatie bij dit volk is nog ver van hun idealen; kapitaal en arbeid leveren nog steeds problemen op, maar beide worden geleidelijk aangepast aan het plan tot oprechte samenwerking. Op dit unieke continent worden de arbeiders in toenemende mate aandeelhouders in alle industriële ondernemingen; iedere intelligente arbeider wordt langzamerhand een kleine kapitalist.
1955 72:5.2 Social antagonisms are lessening, and good will is growing apace. No grave economic problems have arisen out of the abolition of slavery (over one hundred years ago) since this adjustment was effected gradually by the liberation of two per cent each year. Those slaves who satisfactorily passed mental, moral, and physical tests were granted citizenship; many of these superior slaves were war captives or children of such captives. Some fifty years ago they deported the last of their inferior slaves, and still more recently they are addressing themselves to the task of reducing the numbers of their degenerate and vicious classes.
1997 72:5.2 De sociale tegenstellingen nemen af en de goede wil neemt snel toe. Er zijn geen ernstige economische problemen ontstaan bij het afschaffen van de slavernij (meer dan honderd jaar geleden) aangezien deze regeling geleidelijk werd uitgevoerd door per jaar twee procent vrij te laten. De slaven die slaagden voor geestelijke, zedelijke en lichamelijke proeven werd burgerschap verleend; velen van deze ontwikkelde slaven waren krijgsgevangenen of kinderen van krijgsgevangenen. Ongeveer vijftig jaar geleden deporteerden zij de laatsten van hun zwakkere slaven en nog recenter hebben zij zich tot taak gesteld het aantal van hun gedegenereerde en verdorven klassen te verminderen.
1955 72:5.3 These people have recently developed new techniques for the adjustment of industrial misunderstandings and for the correction of economic abuses which are marked improvements over their older methods of settling such problems. Violence has been outlawed as a procedure in adjusting either personal or industrial differences. Wages, profits, and other economic problems are not rigidly regulated, but they are in general controlled by the industrial legislatures, while all disputes arising out of industry are passed upon by the industrial courts.
1997 72:5.3 Deze mensen hebben kortgeleden nieuwe methoden ontwikkeld om industriële geschillen te regelen en economische wantoestanden te corrigeren en dit zijn opmerkelijke verbeteringen ten opzichte van hun eerdere methoden om zulke problemen op te lossen. Geweld als methode om persoonlijke of industriële geschillen te beslechten is verboden. Lonen, winsten en andere economische vraagstukken zijn niet star geregeld, maar worden in het algemeen beheerst door de industriële wetgevende machten, terwijl alle geschillen die zich op industrieel gebied voordoen, worden berecht door de industriële hoven.
1955 72:5.4 The industrial courts are only thirty years old but are functioning very satisfactorily. The most recent development provides that hereafter the industrial courts shall recognize legal compensation as falling in three divisions:
1997 72:5.4 De industriële gerechtshoven bestaan nog maar dertig jaar, maar zij functioneren zeer bevredigend. Door de jongste ontwikkeling stellen de industriële hoven voortaan wettelijke compensaties vast die in drie delen uiteenvallen:
1955 72:5.5 1. Legal rates of interest on invested capital.
1997 72:5.5 1. wettelijk toegestane rentetarieven voor geïnvesteerd kapitaal;
1955 72:5.6 2. Reasonable salary for skill employed in industrial operations.
1997 72:5.6 2. redelijke salarissen voor in de industrie aangewende vakkundigheid;
1997 72:5.7 3. behoorlijke en billijke arbeidslonen.
1955 72:5.8 These shall first be met in accordance with contract, or in the face of decreased earnings they shall share proportionally in transient reduction. And thereafter all earnings in excess of these fixed charges shall be regarded as dividends and shall be prorated to all three divisions: capital, skill, and labor.
1997 72:5.8 In eerste instantie zullen deze worden voldaan volgens contracten; in geval van verminderde verdiensten zullen zij tijdelijk proportioneel worden gereduceerd. Bovendien zullen daarna alle verdiensten boven deze vaste lasten als dividend worden beschouwd dat evenredig zal worden verdeeld over alle drie de afdelingen: kapitaal, vakkundigheid en arbeid.
1955 72:5.9 Every ten years the regional executives adjust and decree the lawful hours of daily gainful toil. Industry now operates on a five-day week, working four and playing one. These people labor six hours each working day and, like students, nine months in the year of ten. Vacation is usually spent in travel, and new methods of transportation having been so recently developed, the whole nation is travel bent. The climate favors travel about eight months in the year, and they are making the most of their opportunities.
1997 72:5.9 Iedere tien jaar worden door de regionale bewindslieden de wettelijke dagelijkse uren voor betaalde arbeid aangepast en vastgesteld. De industrie heeft thans een vijfdaagse week, waarbij op vier dagen wordt gewerkt en één dag vrijaf wordt gegeven. Deze mensen werken zes uur per werkdag en, evenals de studenten, negen van de tien maanden die het jaar telt. De vakantie wordt meestal doorgebracht met reizen en door de recente ontwikkeling van nieuwe vervoersmethoden raakt de gehele natie ingesteld op reizen. Ongeveer acht maanden per jaar is het klimaat prettig om te reizen en deze gunstige omstandigheid wordt maximaal benut.
1955 72:5.10 Two hundred years ago the profit motive was wholly dominant in industry, but today it is being rapidly displaced by other and higher driving forces. Competition is keen on this continent, but much of it has been transferred from industry to play, skill, scientific achievement, and intellectual attainment. It is most active in social service and governmental loyalty. Among this people public service is rapidly becoming the chief goal of ambition. The richest man on the continent works six hours a day in the office of his machine shop and then hastens over to the local branch of the school of statesmanship, where he seeks to qualify for public service.
1997 72:5.10 Tweehonderd jaar geleden was het winstmotief volkomen overheersend in de industrie, maar thans maakt het snel plaats voor andere, hogere stuwende krachten. Op dit continent heerst felle concurrentie, maar veel van deze wedijver is van de industrie overgeheveld naar sport en spel, vakkundigheid, wetenschappelijke prestaties en naar intellectuele verworvenheden. De competitie speelt haar actiefste rol in de sociale dienstbaarheid en in loyaliteit aan de overheid. Bij deze mensen worden overheidsfuncties thans snel het belangrijkste doel van hun ambitie. De rijkste man op het continent werkt zes uur per dag in het kantoor van zijn machinefabriek, waarna hij zich naar de plaatselijke afdeling van de school voor staatkunde spoedt, waar hij zich tracht te bekwamen voor een overheidsambt.
1955 72:5.11 Labor is becoming more honorable on this continent, and all able-bodied citizens over eighteen work either at home and on farms, at some recognized industry, on the public works where the temporarily unemployed are absorbed, or else in the corps of compulsory laborers in the mines.
1997 72:5.11 De arbeid krijgt steeds meer aanzien op dit continent en alle burgers boven de achttien jaar die daartoe lichamelijk in staat zijn, werken thuis of op boerderijen, in een bepaalde, erkende bedrijfstak, bij publieke werken waar de tijdelijk werklozen worden opgenomen, of anders in het korps dwangarbeiders in de mijnen.
1955 72:5.12 These people are also beginning to foster a new form of social disgust—disgust for both idleness and unearned wealth. Slowly but certainly they are conquering their machines. Once they, too, struggled for political liberty and subsequently for economic freedom. Now are they entering upon the enjoyment of both while in addition they are beginning to appreciate their well-earned leisure, which can be devoted to increased self-realization.
1997 72:5.12 Deze mensen beginnen ook een nieuwe vorm van sociale afkeer te ontwikkelen — een afkeer van nietsdoen en ook van onverdiende rijkdom. Langzaam maar zeker worden zij hun machines de baas. Eens streden ook zij voor politieke vrijheid en daarna voor economische vrijheid. Nu gaan ze van beide de vruchten plukken, terwijl zij bovendien hun welverdiende vrije tijd beginnen te waarderen, welke voor meer zelfverwerkelijking kan worden aangewend.
6. OLD-AGE INSURANCE
6. OUDERDOMSVERZEKERING
1955 72:6.1 This nation is making a determined effort to replace the self-respect-destroying type of charity by dignified government-insurance guarantees of security in old age. This nation provides every child an education and every man a job; therefore can it successfully carry out such an insurance scheme for the protection of the infirm and aged.
1997 72:6.1 Deze natie spant zich vastberaden in om het soort liefdadigheid dat het zelfrespect ondermijnt, te vervangen door waardige, door de overheid gegarandeerde verzekeringen voor de oude dag. Deze natie verschaft ieder kind een opleiding en iedere volwassene een werkkring; daarom kan deze natie zo’n verzekeringsstelsel ter bescherming van de lichamelijk zwakken en bejaarden met goed gevolg uitvoeren.
1955 72:6.2 Among this people all persons must retire from gainful pursuit at sixty-five unless they secure a permit from the state labor commissioner which will entitle them to remain at work until the age of seventy. This age limit does not apply to government servants or philosophers. The physically disabled or permanently crippled can be placed on the retired list at any age by court order countersigned by the pension commissioner of the regional government.
1997 72:6.2 Bij dit volk moeten alle personen met betaalde werkzaamheden zich op hun vijfenzestigste jaar terugtrekken, tenzij zij een vergunning van de staatscommissaris voor de arbeid verkrijgen, welke hun het recht geeft tot hun zeventigste jaar te blijven werken. Deze leeftijdsgrens geldt niet voor overheidsfunctionarissen en filosofen. Degenen die arbeidsongeschikt of blijvend invalide zijn, kunnen op iedere leeftijd door een gerechtelijke uitspraak, bekrachtigd door de commissaris voor de pensioenen van de regionale overheid, op de lijst van gepensioneerden worden geplaatst.
1955 72:6.3 The funds for old-age pensions are derived from four sources:
1997 72:6.3 De fondsen voor ouderdomspensioenen worden uit vier bronnen verkregen:
1955 72:6.4 1. One day’s earnings each month are requisitioned by the federal government for this purpose, and in this country everybody works.
1997 72:6.4 1. per maand worden de inkomsten van één dag door de federale overheid voor dit doel als belasting geheven, en in dit land werkt iedereen;
1955 72:6.5 2. Bequests—many wealthy citizens leave funds for this purpose.
1997 72:6.5 2. erflatingen — vele rijke burgers laten voor dit doel fondsen na;
1955 72:6.6 3. The earnings of compulsory labor in the state mines. After the conscript workers support themselves and set aside their own retirement contributions, all excess profits on their labor are turned over to this pension fund.
1997 72:6.6 3. de opbrengsten van dwangarbeid in de staatsmijnen. Na aftrek van wat de dienstplichtigen voor eigen onderhoud behoeven en hun eigen bijdragen voor hun pensioen, worden alle opbrengsten van hun arbeid overgedragen aan dit pensioenfonds;
1955 72:6.7 4. The income from natural resources. All natural wealth on the continent is held as a social trust by the federal government, and the income therefrom is utilized for social purposes, such as disease prevention, education of geniuses, and expenses of especially promising individuals in the statesmanship schools. One half of the income from natural resources goes to the old-age pension fund.
1997 72:6.7 4. inkomsten uit natuurlijke bronnen. Alle natuurlijke rijkdom op het continent is in handen van de federale overheid en de inkomsten daaruit worden voor sociale doeleinden gebruikt, zoals de preventie van ziekten, opleidingen voor geniale leerlingen en de uitgaven voor veelbelovende personen in de scholen voor staatkunde. De helft van de inkomsten uit natuurlijke bronnen wordt in het fonds voor ouderdomspensioenen gestort.
1955 72:6.8 Although state and regional actuarial foundations supply many forms of protective insurance, old-age pensions are solely administered by the federal government through the ten regional departments.
1997 72:6.8 Ofschoon de verzekeringsinstellingen van de staat en van de regio’s voorzien in vele vormen van beschermende verzekeringen, worden de ouderdomspensioenen uitsluitend door de federale overheid beheerd, middels de tien regionale departementen.
1955 72:6.9 These government funds have long been honestly administered. Next to treason and murder, the heaviest penalties meted out by the courts are attached to betrayal of public trust. Social and political disloyalty are now looked upon as being the most heinous of all crimes.
1997 72:6.9 Deze overheidsfondsen worden sinds lange tijd op eerlijke wijze beheerd. Naast hoogverraad en moord hebben de zwaarste straffen die de gerechtshoven opleggen, betrekking op schending van publiek vertrouwen. Sociale en politieke trouweloosheid worden thans beschouwd als de afschuwelijkste van alle misdaden.
7. TAXATION
7. HET BELASTINGSTELSEL
1955 72:7.1 The federal government is paternalistic only in the administration of old-age pensions and in the fostering of genius and creative originality; the state governments are slightly more concerned with the individual citizen, while the local governments are much more paternalistic or socialistic. The city (or some subdivision thereof) concerns itself with such matters as health, sanitation, building regulations, beautification, water supply, lighting, heating, recreation, music, and communication.
1997 72:7.1 De federale overheid is uitsluitend paternalistisch in het beheer van de ouderdomspensioenen en het cultiveren van begaafdheid en creatieve oorspronkelijkheid; de regeringen van de staten houden zich iets meer bezig met de individuele burger, terwijl de plaatselijke overheden veel meer paternalistisch of socialistisch zijn. De stad (of een onderdeel daarvan) bemoeit zich met zaken als gezondheid, hygiëne, bouwverordeningen, verfraaiingen, de watervoorziening, verlichting, verwarming, recreatie, muziek en communicatie.
1955 72:7.2 In all industry first attention is paid to health; certain phases of physical well-being are regarded as industrial and community prerogatives, but individual and family health problems are matters of personal concern only. In medicine, as in all other purely personal matters, it is increasingly the plan of government to refrain from interfering.
1997 72:7.2 In de gehele industrie wordt vóór alles aandacht geschonken aan de gezondheid; bepaalde aspecten van het lichamelijk welzijn worden beschouwd als prerogatieven van de industrie en de gemeenschap, doch de persoonlijke gezondheidsproblemen en die van het gezin zijn uitsluitend persoonlijke zaken. In de geneeskunde, evenals in alle andere zuiver persoonlijke aangelegenheden, is het steeds meer het voornemen van de overheid om zich van inmenging te onthouden.
1955 72:7.3 Cities have no taxing power, neither can they go in debt. They receive per capita allowances from the state treasury and must supplement such revenue from the earnings of their socialistic enterprises and by licensing various commercial activities.
1997 72:7.3 Steden zijn niet bevoegd belasting te heffen, en evenmin kunnen zij schulden aangaan. Zij ontvangen per hoofd van hun bevolking toelagen uit de staatskas en moeten deze inkomsten aanvullen uit de opbrengsten van hun socialistische ondernemingen en van de vergunningen voor verschillende commerciële activiteiten.
1955 72:7.4 The rapid-transit facilities, which make it practical greatly to extend the city boundaries, are under municipal control. The city fire departments are supported by the fire-prevention and insurance foundations, and all buildings, in city or country, are fireproof—have been for over seventy-five years.
1997 72:7.4 De lokale voorzieningen voor snel vervoer, die het in de praktijk mogelijk maken de grenzen van de stad ver uit te breiden, staan onder toezicht van de gemeente. De stedelijke brandweerafdelingen worden in stand gehouden door de stichtingen voor de preventie van en verzekering tegen brandschade en alle gebouwen in de stad of op het platteland zijn reeds meer dan vijfenzeventig jaar brandvrij.
1955 72:7.5 There are no municipally appointed peace officers; the police forces are maintained by the state governments. This department is recruited almost entirely from the unmarried men between twenty-five and fifty. Most of the states assess a rather heavy bachelor tax, which is remitted to all men joining the state police. In the average state the police force is now only one tenth as large as it was fifty years ago.
1997 72:7.5 Er zijn geen gemeentelijke ordebewaarders; de politiemacht wordt in stand gehouden door de overheden van de staten. Dit korps wordt bijna in zijn geheel gerekruteerd uit de ongetrouwde mannen tussen vijfentwintig en vijftig jaar. De meeste staten heffen een vrij hoge vrijgezellenbelasting welke wordt kwijtgescholden aan alle mannen die dienstnemen bij de staatspolitie. De staten hebben een politiemacht die thans gemiddeld slechts een tiende is van die van vijftig jaar geleden.
1955 72:7.6 There is little or no uniformity among the taxation schemes of the one hundred comparatively free and sovereign states as economic and other conditions vary greatly in different sections of the continent. Every state has ten basic constitutional provisions which cannot be modified except by consent of the federal supreme court, and one of these articles prevents levying a tax of more than one per cent on the value of any property in any one year, homesites, whether in city or country, being exempted.
1997 72:7.6 Er is weinig of geen uniformiteit in de belastingstelsels van de honderd betrekkelijk vrije en soevereine staten, aangezien de economische en overige omstandigheden in de verschillende delen van het continent sterk variëren. Iedere staat heeft tien fundamentele grondwettelijke bepalingen die niet kunnen worden gewijzigd zonder toestemming van het federale hoge gerechtshof, en een van deze artikelen verbiedt het heffen van een belasting van meer dan één procent van de waarde van enig eigendom per jaar; woonerven, zowel in de stad als op het platteland, zijn hiervan vrijgesteld.
1955 72:7.7 The federal government cannot go in debt, and a three-fourths referendum is required before any state can borrow except for purposes of war. Since the federal government cannot incur debt, in the event of war the National Council of Defense is empowered to assess the states for money, as well as for men and materials, as it may be required. But no debt may run for more than twenty-five years.
1997 72:7.7 De federale overheid kan geen schulden aangaan, en een referendum met een meerderheid van driekwart der stemmen is vereist voordat een staat een lening kan sluiten, behalve voor oorlogsdoeleinden. Aangezien de federale overheid geen schuld kan aangaan, is in het geval van oorlog de Nationale Raad voor de Defensie gemachtigd de staten naar behoefte aan te slaan voor geld, manschappen en materiaal. Doch geen enkele schuld mag een langere looptijd hebben dan vijfentwintig jaar.
1955 72:7.8 Income to support the federal government is derived from the following five sources:
1997 72:7.8 Het inkomen om voor de instandhouding van de federale overheid wordt uit de volgende vijf bronnen verkregen:
1955 72:7.9 1. Import duties. All imports are subject to a tariff designed to protect the standard of living on this continent, which is far above that of any other nation on the planet. These tariffs are set by the highest industrial court after both houses of the industrial congress have ratified the recommendations of the chief executive of economic affairs, who is the joint appointee of these two legislative bodies. The upper industrial house is elected by labor, the lower by capital.
1997 72:7.9 1. Invoerrechten. Alle importen zijn onderhevig aan invoerrechten die ten doel hebben de levensstandaard van dit continent, die veel hoger ligt dan van iedere andere natie op de planeet, te beschermen. Deze invoerrechten worden vastgesteld door het hoogste industriële hof nadat beide huizen van het industriële congres de aanbevelingen hebben goedgekeurd van de president van economische zaken, die door deze twee wetgevende organen gezamenlijk wordt aangesteld. Het hogerhuis voor het bedrijfsleven wordt gekozen door de werkers, het lagerhuis door de vertegenwoordigers van het kapitaal.
1955 72:7.10 2. Royalties. The federal government encourages invention and original creations in the ten regional laboratories, assisting all types of geniuses—artists, authors, and scientists—and protecting their patents. In return the government takes one half the profits realized from all such inventions and creations, whether pertaining to machines, books, artistry, plants, or animals.
1997 72:7.10 2. Aandelen in opbrengsten. De federale overheid bevordert uitvindingen en oorspronkelijke creaties in de tien regionale laboratoria, waarbij hulp wordt geboden aan alle soorten begaafde personen — kunstenaars, schrijvers en wetenschapsbeoefenaars — en hun patenten worden beschermd. In ruil daarvoor krijgt de overheid de helft van de opbrengsten die voortvloeien uit al dergelijke uitvindingen en scheppingen, ongeacht of het machines, boeken, kunstbeoefening, planten of dieren betreft.
1955 72:7.11 3. Inheritance tax. The federal government levies a graduated inheritance tax ranging from one to fifty per cent, depending on the size of an estate as well as on other conditions.
1997 72:7.11 3. Successierechten. De federale overheid heft progressieve successierechten van één tot vijf- tig procent, afhankelijk van de omvang van de nalatenschap alsook van andere omstandigheden.
1955 72:7.12 4. Military equipment. The government earns a considerable sum from the leasing of military and naval equipment for commercial and recreational usages.
1997 72:7.12 4. Militaire uitrusting. De regering verwerft een belangrijke som gelds uit het verpachten van leger- en marine-uitrustingen voor commercieel en recreatief gebruik.
1955 72:7.13 5. Natural resources. The income from natural resources, when not fully required for the specific purposes designated in the charter of federal statehood, is turned into the national treasury.
1997 72:7.13 5. Natuurlijke hulpbronnen. De inkomsten uit natuurlijke hulpbronnen worden gestort in de nationale schatkist, indien zij niet geheel nodig zijn voor speciale doeleinden zoals aangegeven in het handvest van het federale staatsbestel.
1955 72:7.14 Federal appropriations, except war funds assessed by the National Council of Defense, are originated in the upper legislative house, concurred in by the lower house, approved by the chief executive, and finally validated by the federal budget commission of one hundred. The members of this commission are nominated by the state governors and elected by the state legislatures to serve for twenty-four years, one quarter being elected every six years. Every six years this body, by a three-fourths ballot, chooses one of its number as chief, and he thereby becomes director-controller of the federal treasury.
1997 72:7.14 Federale bestedingen, behalve de oorlogsfondsen die worden vastgesteld door de Nationale Raad van Defensie, worden eerst voorgesteld door het wetgevende hogerhuis, daarna moet het lagerhuis zijn instemming geven, en vervolgens worden zij goedgekeurd door de president en ten slotte bekrachtigd door de federale commissie van honderd voor de begroting. De leden van deze commissie worden voorgedragen door de gouverneurs van de staten en gekozen door de wetgevende vergaderingen der staten voor een periode van vierentwintig jaar, waarbij elke zes jaar een vierde deel van hen wordt gekozen. Iedere zes jaar kiest dit lichaam door een stemming met driekwart meerderheid één uit hun midden tot hoofd, en deze wordt hierdoor thesaurier-generaal van de federale schatkist.
8. THE SPECIAL COLLEGES
8. DE SPECIALE ACADEMIES
1955 72:8.1 In addition to the basic compulsory education program extending from the ages of five to eighteen, special schools are maintained as follows:
1997 72:8.1 Naast het programma voor het verplichte basisonderwijs dat van de leeftijden van vijf tot achttien jaar wordt gegeven, bestaan er de volgende speciale scholen:
1955 72:8.2 1. Statesmanship schools. These schools are of three classes: national, regional, and state. The public offices of the nation are grouped in four divisions. The first division of public trust pertains principally to the national administration, and all officeholders of this group must be graduates of both regional and national schools of statesmanship. Individuals may accept political, elective, or appointive office in the second division upon graduating from any one of the ten regional schools of statesmanship; their trusts concern responsibilities in the regional administration and the state governments. Division three includes state responsibilities, and such officials are only required to have state degrees of statesmanship. The fourth and last division of officeholders are not required to hold statesmanship degrees, such offices being wholly appointive. They represent minor positions of assistantship, secretaryships, and technical trusts which are discharged by the various learned professions functioning in governmental administrative capacities.
1997 72:8.2 1. Academies voor staatkunde. Deze scholen kennen drie categorieën: nationale, regionale en staatsacademies. De overheidsdiensten van de natie zijn verdeeld in vier afdelingen. De eerste afdeling van publike verantwoordelijkheid behoort hoofdzakelijk tot de nationale regering en alle functionarissen van deze groep moeten afgestudeerden zijn van zowel de regionale als de nationale scholen voor staatkunde. In de tweede afdeling kunnen individuele personen politieke functies aanvaarden of voor functies worden gekozen of benoemd, wanneer zij zijn afgestudeerd aan een der tien regionale scholen voor staatkunde; hun taken behelzen verantwoordelijkheden in het regionale bestuur of bij de regeringen der staten. De derde afdeling omvat verantwoordelijkheden in de staten en van zulke beambten wordt alleen verlangd dat zij afgestudeerd zijn aan de staatsscholen voor staatkunde. De ambtenaren van de vierde en laatste afdeling behoeven geen graad in de staatkunde te hebben, aangezien men in deze functies uitsluitend wordt benoemd. Zij vervullen de minder belangrijke functies van assistenten en secretarissen, en voeren technische opdrachten uit voor de verschillende geleerde ambtsdragers in het bestuursapparaat der overheid.
1955 72:8.3 Judges of the minor and state courts hold degrees from the state schools of statesmanship. Judges of the jurisdictional tribunals of social, educational, and industrial matters hold degrees from the regional schools. Judges of the federal supreme court must hold degrees from all these schools of statesmanship.
1997 72:8.3 Rechters in de lagere en in de staatsrechtbanken zijn afgestudeerd aan de staatsscholen voor staatkunde. Rechters in de regionale rechtscolleges voor sociale zaken, het onderwijs en industriële zaken hebben de regionale scholen doorlopen. Rechters in het federale hooggerechtshof moeten al deze scholen voor staatkunde hebben doorlopen.
1955 72:8.4 2. Schools of philosophy. These schools are affiliated with the temples of philosophy and are more or less associated with religion as a public function.
1997 72:8.4 2. Academies voor filosofie. Deze scholen zijn verbonden met de tempels der wijsbegeerte en min of meer geassocieerd met de religie als openbare functie.
1955 72:8.5 3. Institutions of science. These technical schools are co-ordinated with industry rather than with the educational system and are administered under fifteen divisions.
1997 72:8.5 3. Wetenschappelijke instellingen. Deze technische scholen werken meer in coördinatie met de industrie dan met het onderwijsstelsel, en zijn bestuurlijk onderverdeeld in vijftien afdelingen.
1955 72:8.6 4. Professional training schools. These special institutions provide the technical training for the various learned professions, twelve in number.
1997 72:8.6 4. Academies voor beroepsopleidingen. Deze speciale instellingen voorzien in de technische opleiding voor de verschillende geleerde beroepen, twaalf in getal.
1955 72:8.7 5. Military and naval schools. Near the national headquarters and at the twenty-five coastal military centers are maintained those institutions devoted to the military training of volunteer citizens from eighteen to thirty years of age. Parental consent is required before twenty-five in order to gain entrance to these schools.
1997 72:8.7 5. Leger- en marine-academies. In de buurt van de nationale hoofdkwartieren en in de vijfentwintig militaire centra aan de kust worden instituten in stand gehouden die zich wijden aan de militaire opleiding van vrijwilligers van achttien tot dertig jaar. Tot het vijfentwintigste jaar is toestemming der ouders vereist om tot deze scholen te worden toegelaten.
9. THE PLAN OF UNIVERSAL SUFFRAGE
9. HET STELSEL VAN ALGEMEEN KIESRECHT
1955 72:9.1 Although candidates for all public offices are restricted to graduates of the state, regional, or federal schools of statesmanship, the progressive leaders of this nation discovered a serious weakness in their plan of universal suffrage and about fifty years ago made constitutional provision for a modified scheme of voting which embraces the following features:
1997 72:9.1 Ofschoon de kandidaten voor alle openbare functies moeten zijn afgestudeerd aan de academies voor staatkunde van de staten, de regio’s of van de federatie, hebben de vooruitstrevende leiders van deze natie een ernstige zwakte ontdekt in hun stelsel van algemeen kiesrecht en ongeveer vijftig jaar geleden wettelijke voorzieningen getroffen voor een gemodificeerd kiesstelsel met de volgende kenmerken:
1955 72:9.2 1. Every man and woman of twenty years and over has one vote. Upon attaining this age, all citizens must accept membership in two voting groups: They will join the first in accordance with their economic function—industrial, professional, agricultural, or trade; they will enter the second group according to their political, philosophic, and social inclinations. All workers thus belong to some economic franchise group, and these guilds, like the noneconomic associations, are regulated much as is the national government with its threefold division of powers. Registration in these groups cannot be changed for twelve years.
1997 72:9.2 1. Iedere man en vrouw van twintig jaar en ouder mag één stem uitbrengen. Bij het bereiken van deze leeftijd moeten alle burgers het lidmaatschap aanvaarden van twee kiezersgroepen: zij moeten zich bij de eerste groep voegen overeenkomstig hun economische functie — industrieel, ambachtelijk, agrarisch, of de handel; zij worden opgenomen in de tweede groep overeenkomstig hun politieke, filosofische en sociale gezindheid. Alle werkenden behoren op deze wijze tot een economische groep burgers met stemrecht en deze gilden zijn, evenals de niet-economische associaties, grotendeels ingericht zoals de nationale overheid, met haar drievoudige verdeling der staatsmacht. De registratie in deze groepen kan twaalf jaar lang niet worden gewijzigd.
1955 72:9.3 2. Upon nomination by the state governors or by the regional executives and by the mandate of the regional supreme councils, individuals who have rendered great service to society, or who have demonstrated extraordinary wisdom in government service, may have additional votes conferred upon them not oftener than every five years and not to exceed nine such superfranchises. The maximum suffrage of any multiple voter is ten. Scientists, inventors, teachers, philosophers, and spiritual leaders are also thus recognized and honored with augmented political power. These advanced civic privileges are conferred by the state and regional supreme councils much as degrees are bestowed by the special colleges, and the recipients are proud to attach the symbols of such civic recognition, along with their other degrees, to their lists of personal achievements.
1997 72:9.3 2. Op voordracht van de gouverneurs der staten of van de regionale bewindslieden en in opdracht van de hoge regionale raden, kunnen aan personen die zich buitengwoon verdienstelijk hebben gemaakt voor de samenleving, of die buitengewone wijsheid aan de dag hebben gelegd in overheidsdienst, extra stemmen worden toegekend; echter niet vaker dan iedere vijf jaar en niet meer dan negen van dergelijke extra stemmen. Het hoogste aantal stemmen dat iedere kiezer met meer stemmen mag uitbrengen is tien. Beoefenaars der wetenschap, uitvinders, leraren, filosofen en geestelijke leiders worden ook op deze wijze erkend en geëerd met grotere politieke invloed. Deze hogere burgerlijke voorrechten worden door de staat en door de hoge regionale raden op ongeveer dezelfde wijze verleend als de graden die worden toegekend door de speciale academies, en zij die de symbolen van deze burgerlijke erkenning ontvangen, zijn er trots op deze toe te voegen aan de lijst van hun persoonlijke verworvenheden, naast hun andere titels.
1955 72:9.4 3. All individuals sentenced to compulsory labor in the mines and all governmental servants supported by tax funds are, for the periods of such services, disenfranchised. This does not apply to aged persons who may be retired on pensions at sixty-five.
1997 72:9.4 3. Personen die veroordeeld zijn tot dwangarbeid in de mijnen en overheidsdienaren die worden onderhouden uit de belastingfondsen, kunnen gedurende hun diensttijd geen stemrecht uitoefenen. Dit geldt niet voor oudere personen die op vijfenzestigjarige leeftijd met pensioen kunnen gaan.
1955 72:9.5 4. There are five brackets of suffrage reflecting the average yearly taxes paid for each half-decade period. Heavy taxpayers are permitted extra votes up to five. This grant is independent of all other recognition, but in no case can any person cast over ten ballots.
1997 72:9.5 4. Er zijn vijf klassen van stemgerechtigden overeenkomstig de gemiddelde jaarlijkse belasting die in een periode van vijf jaar is betaald. Mensen die veel belasting betalen, krijgen maximaal vijf extra stemmen. Deze toekenning staat los van iedere andere erkenning, doch in geen geval kan iemand meer dan tien stemmen uitbrengen.
1955 72:9.6 5. At the time this franchise plan was adopted, the territorial method of voting was abandoned in favor of the economic or functional system. All citizens now vote as members of industrial, social, or professional groups, regardless of their residence. Thus the electorate consists of solidified, unified, and intelligent groups who elect only their best members to positions of governmental trust and responsibility. There is one exception to this scheme of functional or group suffrage: The election of a federal chief executive every six years is by nation-wide ballot, and no citizen casts over one vote.
1997 72:9.6 5. Toen dit kiesstelsel werd aangenomen, werd de verkiezing per territorium afgeschaft ten gunste van het economische of functionele stelsel. Alle burgers stemmen nu als leden van industriële, sociale of wetenschappelijke groepen, ongeacht hun woonplaats. Zodoende bestaat het electoraat uit geconsolideerde, saamhorige en intelligente groepen die slechts hun beste leden kiezen voor bestuurlijke taken en verantwoordelijkheden. Er bestaat één uitzondering in dit stelsel van functioneel of groepsstemrecht: de verkiezing van een federale president iedere zes jaar door middel van nationale verkiezingen, waarbij geen enkele burger meer dan één stem uitbrengt.
1955 72:9.7 Thus, except in the election of the chief executive, suffrage is exercised by economic, professional, intellectual, and social groupings of the citizenry. The ideal state is organic, and every free and intelligent group of citizens represents a vital and functioning organ within the larger governmental organism.
1997 72:9.7 Op deze wijze wordt, behalve bij de verkiezing van de president, het stemrecht uitgeoefend door economische, professionele, intellectuele en sociale groeperingen van de bevolking. De ideale staat is organisch opgebouwd en iedere vrije, intelligente groep burgers vertegenwoordigt een levend, functionerend orgaan binnen het grotere bestuursorganisme.
1955 72:9.8 The schools of statesmanship have power to start proceedings in the state courts looking toward the disenfranchisement of any defective, idle, indifferent, or criminal individual. These people recognize that, when fifty per cent of a nation is inferior or defective and possesses the ballot, such a nation is doomed. They believe the dominance of mediocrity spells the downfall of any nation. Voting is compulsory, heavy fines being assessed against all who fail to cast their ballots.
1997 72:9.8 De scholen voor staatkunde hebben de bevoegdheid stappen te ondernemen bij de staatsrechtbanken die er toe kunnen leiden dat het kiesrecht wordt ontnomen aan ieder zwakzinnig, werkeloos, onverschillig of misdadig individu. Deze mensen zien in dat, wanneer vijftig procent van een natie inferieur of zwakzinnig is en stemrecht heeft, zo’n natie ten ondergang is gedoemd. Zij geloven dat de overheersing van middelmatige mensen tot de ondergang van iedere natie voert. Stemmen is verplicht en er worden zware boetes opgelegd aan allen die nalaten hun stem uit te brengen.
10. DEALING WITH CRIME
10. HET OPTREDEN TEGEN CRIMINALITEIT
1955 72:10.1 The methods of this people in dealing with crime, insanity, and degeneracy, while in some ways pleasing, will, no doubt, in others prove shocking to most Urantians. Ordinary criminals and the defectives are placed, by sexes, in different agricultural colonies and are more than self-supporting. The more serious habitual criminals and the incurably insane are sentenced to death in the lethal gas chambers by the courts. Numerous crimes aside from murder, including betrayal of governmental trust, also carry the death penalty, and the visitation of justice is sure and swift.
1997 72:10.1 De wijze waarop dit volk tegen criminaliteit, krankzinnigheid en degeneratie optreedt, zal ofschoon zij de meeste Urantianen in sommige opzichten welgevallig zal zijn, anderen ongetwijfeld blijken tegen de borst te stuiten. Gewone misdadigers en de zwakzinnigen worden, naar geslacht, in verschillende landbouwkolonies ondergebracht en kunnen ruimschoots in eigen behoeften voorzien. De ernstige gevallen van recidivisme en de ongeneeslijk krankzinnigen worden door de rechtbanken veroordeeld tot de dood in gaskamers. Naast moord worden talrijke misdaden, waaronder schending van door de overheid geschonken vertrouwen, met de dood gestraft en de gerechtelijke bestraffing is zeker en snel.
1955 72:10.2 These people are passing out of the negative into the positive era of law. Recently they have gone so far as to attempt the prevention of crime by sentencing those who are believed to be potential murderers and major criminals to life service in the detention colonies. If such convicts subsequently demonstrate that they have become more normal, they may be either paroled or pardoned. The homicide rate on this continent is only one per cent of that among the other nations.
1997 72:10.2 Deze mensen gaan van de negatieve era van het recht over naar de positieve. Kortgeleden zijn zij zelfs zover gegaan, dat zij trachten misdaad te voorkomen door degenen van wie wordt aangenomen dat zij potentiële moordenaars en zware misdadigers zijn, te veroordelen tot levenslange dienstplicht in de strafkolonies. Wanneer dergelijke veroordeelden later aantonen dat zij normaler zijn geworden, kunnen zij voorwaardelijk worden vrijgelaten of kan hun gratie worden verleend. Het percentage moorden op dit continent bedraagt slechts één procent van dat bij de overige naties.
1955 72:10.3 Efforts to prevent the breeding of criminals and defectives were begun over one hundred years ago and have already yielded gratifying results. There are no prisons or hospitals for the insane. For one reason, there are only about ten per cent as many of these groups as are found on Urantia.
1997 72:10.3 Inspanningen om de voortplanting van misdadigers en zwakzinnigen te voorkomen, zijn meer dan honderd jaar geleden begonnen en hebben reeds bevredigende resultaten opgeleverd. Er zijn geen gevangenissen of krankzinnigeninrichtingen. Dit komt alleen al doordat de grootte van deze groepen slechts een tiende is van vergelijkbare groepen op Urantia.
11. MILITARY PREPAREDNESS
11. MILITAIRE PARAATHEID
1955 72:11.1 Graduates of the federal military schools may be commissioned as “guardians of civilization” in seven ranks, in accordance with ability and experience, by the president of the National Council of Defense. This council consists of twenty-five members, nominated by the highest parental, educational, and industrial tribunals, confirmed by the federal supreme court, and presided over ex officio by the chief of staff of co-ordinated military affairs. Such members serve until they are seventy years of age.
1997 72:11.1 Afgestudeerden van de federale militaire academies kunnen door de voorzitter van de Nationale Raad van Defensie in zeven rangen worden aangesteld als ‘bewakers van de civilisatie,’ overeenkomstig hun bekwaamheid en ervaring. Deze raad bestaat uit vijfen- twintig leden, voorgedragen door de hoogste ouderlijke, onderwijs- en industriële gerechtshoven, bekrachtigd door het federale hoge gerechtshof, en wordt ambtshalve voorgezeten door de stafchef van gecoördineerde militaire zaken. De leden doen dienst tot hun zeventigste jaar.
1955 72:11.2 The courses pursued by such commissioned officers are four years in length and are invariably correlated with the mastery of some trade or profession. Military training is never given without this associated industrial, scientific, or professional schooling. When military training is finished, the individual has, during his four years’ course, received one half of the education imparted in any of the special schools where the courses are likewise four years in length. In this way the creation of a professional military class is avoided by providing this opportunity for a large number of men to support themselves while securing the first half of a technical or professional training.
1997 72:11.2 De cursussen die deze officieren volgen, duren vier jaar en gaan steeds gepaard met het zich bekwamen in een vak of beroep. Er wordt nooit een militaire opleiding gegeven zonder dat deze industriële, wetenschappelijke of professionele scholing daaraan wordt verbonden. Wanneer de militaire opleiding klaar is, heeft de persoon gedurende zijn vierjarige cursus de helft van het onderwijs genoten dat in elk van de speciale academies wordt gegeven, waar de cursussen eveneens vier jaar duren. Op deze wijze wordt het ontstaan van een klasse van beroepsmilitairen vermeden, doordat een groot aantal mannen deze mogelijkheid krijgt om zichzelf te onderhouden terwijl zij reeds de eerste helft van een technische of professionele opleiding krijgt.
1955 72:11.3 Military service during peacetime is purely voluntary, and the enlistments in all branches of the service are for four years, during which every man pursues some special line of study in addition to the mastery of military tactics. Training in music is one of the chief pursuits of the central military schools and of the twenty-five training camps distributed about the periphery of the continent. During periods of industrial slackness many thousands of unemployed are automatically utilized in upbuilding the military defenses of the continent on land and sea and in the air.
1997 72:11.3 De militaire dienst in vredestijd is geheel vrijwillig en men neemt in alle takken dienst voor vier jaar, tijdens welke iedere man een of andere speciale studierichting kiest naast de beheersing van de krijgskunst. De opleiding in muziek is een van de voornaamste bezigheden van de centrale militaire scholen en van de vijfentwintig oefenkampen die verspreid liggen in de periferie van het continent. In tijden van industriële slapte worden vele duizenden werklozen automatisch ingezet bij de opbouw van militaire verdedigingswerken van het continent ter land, ter zee en in de lucht.
1955 72:11.4 Although these people maintain a powerful war establishment as a defense against invasion by the surrounding hostile peoples, it may be recorded to their credit that they have not in over one hundred years employed these military resources in an offensive war. They have become civilized to that point where they can vigorously defend civilization without yielding to the temptation to utilize their war powers in aggression. There have been no civil wars since the establishment of the united continental state, but during the last two centuries these people have been called upon to wage nine fierce defensive conflicts, three of which were against mighty confederations of world powers. Although this nation maintains adequate defense against attack by hostile neighbors, it pays far more attention to the training of statesmen, scientists, and philosophers.
1997 72:11.4 Hoewel deze mensen een krachtige defensie in stand houden als verdediging tegen aanvallen door omringende vijandige volken, moet tot hun eer gezegd worden dat deze militaire middelen meer dan honderd jaar lang niet in een aanvalsoorlog zijn gebruikt. Zij zijn zo geciviliseerd, dat zij de civilisatie krachtig kunnen verdedigen zonder toe te geven aan de verleiding hun krijgsmacht agressief te gebruiken. Er zijn geen burgeroorlogen geweest sinds de stichting van de verenigde continentale staat, doch gedurende de laatste twee eeuwen zijn deze mensen genoodzaakt geweest om op te treden in negen hevige verdedigingsoorlogen, waarvan er drie gericht waren tegen machtige federaties van wereldmachten. Ofschoon deze natie een adequate verdediging tegen aanvallen van vijandige buren in stand houdt, schenkt ze veel meer aandacht aan de opleiding van staatslieden, wetenschapsbeoefenaren en filosofen.
1955 72:11.5 When at peace with the world, all mobile defense mechanisms are quite fully employed in trade, commerce, and recreation. When war is declared, the entire nation is mobilized. Throughout the period of hostilities military pay obtains in all industries, and the chiefs of all military departments become members of the chief executive’s cabinet.
1997 72:11.5 Wanneer zij vrede hebben met de wereld, worden alle mobiele verdedigingswerktuigen vrijwel geheel gebruikt ten behoeve van de nijverheid, de handel en de recreatie. Wanneer de oorlog wordt verklaard, wordt de gehele natie gemobiliseerd. Gedurende de periode van vijandelijkheden gelden de militaire lonen voor de gehele industrie en worden de chefs van alle militaire afdelingen lid van het presidentiële kabinet.
12. THE OTHER NATIONS
12. DE ANDERE NATIES
1955 72:12.1 Although the society and government of this unique people are in many respects superior to those of the Urantia nations, it should be stated that on the other continents (there are eleven on this planet) the governments are decidedly inferior to the more advanced nations of Urantia.
1997 72:12.1 Hoewel de samenleving en het bestuur van dit uitzonderlijke volk in vele opzichten superieur zijn aan die van de naties op Urantia, moet wel worden gezegd dat op andere continenten (er zijn er elf op deze planeet) de overheden bepaald inferieur zijn aan die van de meer ontwikkelde naties op Urantia.
1955 72:12.2 Just now this superior government is planning to establish ambassadorial relations with the inferior peoples, and for the first time a great religious leader has arisen who advocates the sending of missionaries to these surrounding nations. We fear they are about to make the mistake that so many others have made when they have endeavored to force a superior culture and religion upon other races. What a wonderful thing could be done on this world if this continental nation of advanced culture would only go out and bring to itself the best of the neighboring peoples and then, after educating them, send them back as emissaries of culture to their benighted brethren! Of course, if a Magisterial Son should soon come to this advanced nation, great things could quickly happen on this world.
1997 72:12.2 Juist nu is deze superieure regering voornemens door middel van ambassadeurs betrekkingen aan te gaan met de minder ontwikkelde volken en voor het eerst is er een groot religieus leider opgestaan die pleit voor het zenden van missionarissen naar de omliggende naties. Wij vrezen dat zij op het punt staan dezelfde fout te begaan die zo vele anderen hebben gemaakt wanneer zij hebben getracht een hogere cultuur en religie op te leggen aan andere rassen. Wat zou er niet voor prachtigs gedaan kunnen worden op deze wereld indien deze continentale natie er toe zou overgaan om de besten uit de naburige volken naar zich toe te trekken en dezen, na hen te hebben onderricht, als cultuurboden naar hun onwetende broeders terug te zenden! Natuurlijk is het zo dat indien er spoedig een Magistraat-Zoon naar deze ontwikkelde natie zou komen, er op deze wereld snel grote dingen zouden kunnen gebeuren.
1955 72:12.3 This recital of the affairs of a neighboring planet is made by special permission with the intent of advancing civilization and augmenting governmental evolution on Urantia. Much more could be narrated that would no doubt interest and intrigue Urantians, but this disclosure covers the limits of our permissive mandate.
1997 72:12.3 Dit relaas over de aangelegenheden van een naburige planeet wordt u met speciale toestemming gedaan, met de bedoeling om de civilisatie te bevorderen, en de evolutie van het staatsbestuur te versterken. Wij zouden veel meer kunnen vertellen dat Urantianen ongetwijfeld zou interesseeren en intrigeren, maar deze onthulling is het uiterste waartoe wij volgens ons mandaat mogen gaan.
1955 72:12.4 Urantians should, however, take note that their sister sphere in the Satania family has benefited by neither magisterial nor bestowal missions of the Paradise Sons. Neither are the various peoples of Urantia set off from each other by such disparity of culture as separates the continental nation from its planetary fellows.
1997 72:12.4 Urantianen moeten evenwel bedenken dat hun zusterplaneet in de Satania-familie niet het voordeel heeft gehad van magistraats- of zelfschenkingsmissies van de Paradijs-Zonen. Evenmin zijn de diverse volken van Urantia zo verschillend van elkaar door ongelijkheid van cultuur, als de continentale natie van haar planetaire soortgenoten.
1955 72:12.5 The pouring out of the Spirit of Truth provides the spiritual foundation for the realization of great achievements in the interests of the human race of the bestowal world. Urantia is therefore far better prepared for the more immediate realization of a planetary government with its laws, mechanisms, symbols, conventions, and language—all of which could contribute so mightily to the establishment of world-wide peace under law and could lead to the sometime dawning of a real age of spiritual striving; and such an age is the planetary threshold to the utopian ages of light and life.
1997 72:12.5 De uitstorting van de Geest van Waarheid legt de geestelijke grondslag voor de verwezenlijking van grote prestaties ten behoeve van het menselijk ras op de wereld der zelfschenking. Daarom is Urantia veel beter voorbereid voor een meer onmiddellijke verwerkelijking van een planetaire regering, met alle wetten, mechanismen, symbolen, conventies en taal die daarbij horen. Dit alles nu zou in zeer sterke mate kunnen bijdragen tot het stichten van een wereldomvattende, wettelijk geregelde vrede en zou ertoe kunnen leiden dat er te eniger tijd een echt tijdperk van geestelijke inspanning aanbreekt; zo’n tijdperk nu is de planetaire drempel naar de utopische tijdperken van licht en leven.
1955 72:12.6 [Presented by a Melchizedek of Nebadon.]
1997 72:12.6 [Aangeboden door een Melchizedek van Nebadon.]
Verhandeling 71. De ontwikkeling van de staat |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 73. De Hof van Eden |