Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 62. De dageraad-rassen van de vroege mens |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 64. De evolutionaire gekleurde rassen |
THE FIRST HUMAN FAMILY
DE EERSTE MENSELIJKE FAMILIE
1955 63:0.1 URANTIA was registered as an inhabited world when the first two human beings—the twins—were eleven years old, and before they had become the parents of the first-born of the second generation of actual human beings. And the archangel message from Salvington, on this occasion of formal planetary recognition, closed with these words:
1997 63:0.1 URANTIA werd geregistreerd als een bewoonde wereld toen de eerste twee menselijke wezens — de tweeling — elf jaar oud waren, nog voordat zij de ouders waren geworden van de eerstgeborene van de tweede generatie echte mensen. De boodschap uit Salvington van de aartsengel bij de gelegenheid van deze formele erkenning van de planeet, eindigde met de volgende woorden:
1955 63:0.2 “Man-mind has appeared on 606 of Satania, and these parents of the new race shall be called Andon and Fonta. And all archangels pray that these creatures may speedily be endowed with the personal indwelling of the gift of the spirit of the Universal Father.”
1997 63:0.2 ‘Er is menselijk bewustzijn op 606 van Satania verschenen, en deze ouders van het nieuwe ras zullen Andon en Fonta worden genoemd. En alle aartsengelen bidden dat deze schepselen spoedig begiftigd mogen worden met de persoonlijke inwoning van de gave van de geest van de Universele Vader.’
1955 63:0.3 Andon is the Nebadon name which signifies “the first Fatherlike creature to exhibit human perfection hunger.” Fonta signifies “the first Sonlike creature to exhibit human perfection hunger.” Andon and Fonta never knew these names until they were bestowed upon them at the time of fusion with their Thought Adjusters. Throughout their mortal sojourn on Urantia they called each other Sonta-an and Sonta-en, Sonta-an meaning “loved by mother,” Sonta-en signifying “loved by father.” They gave themselves these names, and the meanings are significant of their mutual regard and affection.
1997 63:0.3 Andon is de Nebadon-naam die betekent ‘het eerste op de Vader gelijkende schepsel dat een menselijke hunkering naar volmaaktheid vertoont.’ Fonta betekent ‘het eerste op de Zoon gelijkende schepsel dat menselijke hunkering naar volmaaktheid vertoont.’ Andon en Fonta hebben deze namen nooit gekend totdat deze hun werden gegeven ten tijde van de fusie met hun Gedachtenrichters. Gedurende hun hele verblijf als stervelingen op Urantia noemden zij elkaar Sonta-an en Sonta-en. Sonta-an betekende ‘bemind door moeder’ en Sonta-en ‘bemind door vader’. Zij gaven zichzelf deze namen, en de betekenis ervan is tekenend voor hun wederzijdse achting en genegenheid.
1. ANDON AND FONTA
1. ANDON EN FONTA
1955 63:1.1 In many respects, Andon and Fonta were the most remarkable pair of human beings that have ever lived on the face of the earth. This wonderful pair, the actual parents of all mankind, were in every way superior to many of their immediate descendants, and they were radically different from all of their ancestors, both immediate and remote.
1997 63:1.1 In vele opzichten waren Andon en Fonta het meest opmerkelijke mensenpaar dat ooit op aarde heeft geleefd. Dit wonderbaarlijke paar, de feitelijke ouders van het hele mensdom, was in ieder opzicht superieur aan velen van hun directe afstammelingen, en zij verschilden radicaal van zowel hun onmiddellijke als verre voorouders.
1955 63:1.2 The parents of this first human couple were apparently little different from the average of their tribe, though they were among its more intelligent members, that group which first learned to throw stones and to use clubs in fighting. They also made use of sharp spicules of stone, flint, and bone.
1997 63:1.2 De ouders van dit eerste menselijke paar verschilden ogenschijnlijk maar weinig van de doorsnee van hun stam, hoewel ze behoorden tot de intelligentere leden, de groep die het eerst met stenen leerde gooien en knotsen leerde gebruiken bij het vechten. Ze gebruikten ook scherpe naalden van steen, vuursteen en been.
1955 63:1.3 While still living with his parents, Andon had fastened a sharp piece of flint on the end of a club, using animal tendons for this purpose, and on no less than a dozen occasions he made good use of such a weapon in saving both his own life and that of his equally adventurous and inquisitive sister, who unfailingly accompanied him on all of his tours of exploration.
1997 63:1.3 Toen Andon nog bij zijn ouders woonde, had hij een scherp stuk vuursteen aan het einde van een knots vastgemaakt, waarbij hij gebruik maakte van pezen van dieren. Bij wel twaalf gelegenheden maakte hij een nuttig gebruik van dit wapen zowel om zijn eigen leven te redden, als dat van zijn even avontuurlijke en weetgierige zuster die hem op al zijn onderzoekingstochten steevast vergezelde.
1955 63:1.4 The decision of Andon and Fonta to flee from the Primates tribes implies a quality of mind far above the baser intelligence which characterized so many of their later descendants who stooped to mate with their retarded cousins of the simian tribes. But their vague feeling of being something more than mere animals was due to the possession of personality and was augmented by the indwelling presence of the Thought Adjusters.
1997 63:1.4 Het besluit van Andon en Fonta om de Primaatstammen te ontvluchten, impliceert een verstandelijk peil dat ver uitstak boven de lagere intelligentie die kenmerkend was voor zeer velen van hun latere nakomelingen, die zich verlaagden door met hun achtergebleven nichten en neven van de stammen der mensapen te paren. Maar hun vage gevoel dat ze iets meer waren dan alleen maar dieren werd veroorzaakt door het feit dat ze persoonlijkheid bezaten, en werd nog versterkt door de inwonende aanwezigheid van de Gedachtenrichters.
2. THE FLIGHT OF THE TWINS
2. DE VLUCHT VAN DE TWEELING
1955 63:2.1 After Andon and Fonta had decided to flee northward, they succumbed to their fears for a time, especially the fear of displeasing their father and immediate family. They envisaged being set upon by hostile relatives and thus recognized the possibility of meeting death at the hands of their already jealous tribesmen. As youngsters, the twins had spent most of their time in each other’s company and for this reason had never been overly popular with their animal cousins of the Primates tribe. Nor had they improved their standing in the tribe by building a separate, and a very superior, tree home.
1997 63:2.1 Nadat Andon en Fonta het besluit hadden genomen om naar het noorden te vluchten, werden ze een tijdlang overweldigd door angst, vooral door de vrees om hun vader en naaste familieleden onwelgevallig te zijn. Zij stelden zich voor hoe ze door vijandige verwanten zouden worden aangevallen, en onderkenden aldus de mogelijkheid dat ze door hun stamgenoten, die al jaloers waren, gedood zouden worden. Als jonge kinderen had de tweeling het grootste deel van de tijd in elkaars gezelschap doorgebracht en daardoor waren ze nooit bijzonder populair geweest bij hun dierlijke verwanten van de stam der Primaten. Ze hadden hun positie bij de stam er ook niet beter op gemaakt toen ze een afzonderlijke, zeer superieure boomwoning bouwden.
1955 63:2.2 And it was in this new home among the treetops, one night after they had been awakened by a violent storm, and as they held each other in fearful and fond embrace, that they finally and fully made up their minds to flee from the tribal habitat and the home treetops.
1997 63:2.2 In dit nieuwe huis in de boomtoppen namen ze ten slotte op een nacht toen ze door een hevig onweer wakker waren geworden en elkaar vol angst en innigheid omhelsd hielden, het definitieve besluit om weg te vluchten uit het woongebied van hun stam en de huizen in de boomtoppen.
1955 63:2.3 They had already prepared a crude treetop retreat some half-day’s journey to the north. This was their secret and safe hiding place for the first day away from the home forests. Notwithstanding that the twins shared the Primates’ deathly fear of being on the ground at nighttime, they sallied forth shortly before nightfall on their northern trek. While it required unusual courage for them to undertake this night journey, even with a full moon, they correctly concluded that they were less likely to be missed and pursued by their tribesmen and relatives. And they safely made their previously prepared rendezvous shortly after midnight.
1997 63:2.3 Ze hadden reeds een primitieve schuilplaats in de boomtoppen gemaakt op ongeveer een halve dagreis afstand naar het noorden. Dit was hun geheime, veilige schuilplaats gedurende de eerste dag dat ze weg waren uit de wouden die hun thuis waren geweest. Ondanks het feit dat de tweelingen even dodelijk bevreesd waren als de Primaten om ’s nachts op de grond te verkeren, trokken ze er kort voor de nacht viel op uit voor hun lange tocht naar het noorden. Het eiste ongewone moed om deze nachtelijke reis te ondernemen, zelfs bij volle maan, maar ze waren terecht tot de conclusie gekomen dat ze zo minder kans liepen door hun stamgenoten en verwanten gemist en achtervolgd te worden. En kort na middernacht bereikten ze dan ook veilig hun van te voren gereedgemaakte schuilplaats.
1955 63:2.4 On their northward journey they discovered an exposed flint deposit and, finding many stones suitably shaped for various uses, gathered up a supply for the future. In attempting to chip these flints so that they would be better adapted for certain purposes, Andon discovered their sparking quality and conceived the idea of building fire. But the notion did not take firm hold of him at the time as the climate was still salubrious and there was little need of fire.
1997 63:2.4 Op hun reis naar het noorden ontdekten zij een blootliggende laag vuursteen, en omdat ze daar veel stenen aantroffen met een vorm die goed van pas kon komen voor allerlei gebruik, verzamelden ze een voorraad voor de toekomst. Toen Andon probeerde deze stukken vuursteen af te splinteren zodat ze beter geschikt zouden zijn voor bepaalde doeleinden, ontdekte hij dat ze konden vonken, en kreeg hij het idee om vuur te maken. Dit denkbeeld nam op dat ogenblik echter nog geen vaste vorm aan, aangezien het klimaat nog steeds weldadig was en er weinig behoefte bestond aan vuur.
1955 63:2.5 But the autumn sun was getting lower in the sky, and as they journeyed northward, the nights grew cooler and cooler. Already they had been forced to make use of animal skins for warmth. Before they had been away from home one moon, Andon signified to his mate that he thought he could make fire with the flint. They tried for two months to utilize the flint spark for kindling a fire but only met with failure. Each day this couple would strike the flints and endeavor to ignite the wood. Finally, one evening about the time of the setting of the sun, the secret of the technique was unraveled when it occurred to Fonta to climb a near-by tree to secure an abandoned bird’s nest. The nest was dry and highly inflammable and consequently flared right up into a full blaze the moment the spark fell upon it. They were so surprised and startled at their success that they almost lost the fire, but they saved it by the addition of suitable fuel, and then began the first search for firewood by the parents of all mankind.
1997 63:2.5 Maar de herfstzon kwam steeds lager aan de hemel te staan, en naarmate ze verder naar het noorden trokken, werden de nachten steeds kouder. Ze hadden zich al gedwongen gezien om gebruik te maken van dierenhuiden om warm te blijven. Voordat ze een maand van huis weg waren, gaf Andon aan zijn gezellin te kennen dat hij dacht dat hij vuur kon maken met de vuursteen. Twee maanden lang probeerden ze de vonk van de vuursteen te benutten om een vuur te ontsteken, maar het lukte hun niet. Iedere dag sloeg dit paar de vuurstenen tegen elkaar om te proberen het hout vlam te doen vatten. Op een avond, tegen zonsondergang, werd het geheim van de techniek eindelijk ontsluierd, doordat Fonta het idee kreeg in een nabije boom te klimmen en een verlaten vogelnest te bemachtigen. Het nest was droog en uiterst brandbaar, en daardoor stond het meteen in lichterlaaie zodra er een vonk op terecht kwam. Ze waren zo verbaasd en verschrikt door hun succes, dat ze het vuur bijna uit lieten gaan, maar ze redden het door er geschikte brandstof op te doen, en zo begon het eerste zoeken van brandhout door de ouders van de gehele mensheid.
1955 63:2.6 This was one of the most joyous moments in their short but eventful lives. All night long they sat up watching their fire burn, vaguely realizing that they had made a discovery which would make it possible for them to defy climate and thus forever to be independent of their animal relatives of the southern lands. After three days’ rest and enjoyment of the fire, they journeyed on.
1997 63:2.6 Dit was een van de meest vreugdevolle ogenblikken in hun korte, maar bewogen leven. De hele nacht bleven ze op om naar het branden van hun vuur te kijken, in het vage besef dat ze een ontdekking hadden gedaan die het hun mogelijk zou maken het klimaat te trotseren, en zo voorgoed onafhankelijk te zijn van hun dierlijke verwanten in de zuidelijke landstreken. Na drie dagen waarin ze uitrustten en van het vuur genoten, trokken ze verder.
1955 63:2.7 The Primates ancestors of Andon had often replenished fire which had been kindled by lightning, but never before had the creatures of earth possessed a method of starting fire at will. But it was a long time before the twins learned that dry moss and other materials would kindle fire just as well as birds’ nests.
1997 63:2.7 De Primaten-voorouders van Andon hadden dikwijls vuur dat door blikseminslag was ontstoken aan de gang gehouden, maar de schepselen op aarde hadden nog nimmer tevoren een methode gehad om vuur te maken wanneer ze maar wilden. Het duurde evenwel lange tijd voordat de tweeling had geleerd dat met droog mos en andere materialen net zo goed vuur gemaakt kon worden als met vogelnesten.
3. ANDON’S FAMILY
3. DE FAMILIE VAN ANDON
1955 63:3.1 It was almost two years from the night of the twins’ departure from home before their first child was born. They named him Sontad; and Sontad was the first creature to be born on Urantia who was wrapped in protective coverings at the time of birth. The human race had begun, and with this new evolution there appeared the instinct properly to care for the increasingly enfeebled infants which would characterize the progressive development of mind of the intellectual order as contrasted with the more purely animal type.
1997 63:3.1 Pas bijna twee jaar na de nacht dat de tweeling van huis was gegaan, werd hun eerste kind geboren. Ze noemden hem Sontad, en Sontad was het eerste op Urantia geboren schepsel dat bij zijn geboorte in een beschermend omhulsel werd gewikkeld. Het menselijk ras was ontstaan, en samen met deze nieuwe ontwikkeling, verscheen ook het instinct om goed te zorgen voor de steeds hulpbehoevender zuigelingen, die kenmerkend waren voor de verdergaande ontwikkeling van bewustzijn van de verstandelijke orde, in tegenstelling tot het zuiverder dierlijke type.
1955 63:3.2 Andon and Fonta had nineteen children in all, and they lived to enjoy the association of almost half a hundred grandchildren and half a dozen great-grandchildren. The family was domiciled in four adjoining rock shelters, or semicaves, three of which were interconnected by hallways which had been excavated in the soft limestone with flint tools devised by Andon’s children.
1997 63:3.2 Andon en Fonta kregen in het geheel negentien kinderen, en ze leefden lang genoeg om zich te kunnen verheugen in de omgang met bijna vijftig kleinkinderen en zes achterkleinkinderen. De familie was gehuisvest in vier aaneengrenzende schuilplaatsen in de rotsen, halve spelonken, waarvan er drie met elkaar waren verbonden door gangen die in de zachte kalksteen waren uitgehouwen met gereedschap van vuursteen dat door de kinderen van Andon was bedacht.
1955 63:3.3 These early Andonites evinced a very marked clannish spirit; they hunted in groups and never strayed very far from the homesite. They seemed to realize that they were an isolated and unique group of living beings and should therefore avoid becoming separated. This feeling of intimate kinship was undoubtedly due to the enhanced mind ministry of the adjutant spirits.
1997 63:3.3 Deze eerste Andonieten vertoonden een zeer opmerkelijke stamgeest; ze jaagden in groepen en dwaalden nooit erg ver van huis. Ze schenen te beseffen dat ze een afzonderlijke, unieke groep levende wezens waren en daarom moesten zorgen dat ze niet van elkaar gescheiden raakten. Dit gevoel van nauwe verwantschap was ongetwijfeld te danken aan het toegenomen dienstbetoon aan hun bewustzijn door de assistent-geesten.
1955 63:3.4 Andon and Fonta labored incessantly for the nurture and uplift of the clan. They lived to the age of forty-two, when both were killed at the time of an earthquake by the falling of an overhanging rock. Five of their children and eleven grandchildren perished with them, and almost a score of their descendants suffered serious injuries.
1997 63:3.4 Andon en Fonta werkten zonder ophouden voor de verzorging en verheffing van de clan. Zij werden tweeënveertig jaar oud, en stierven beiden door het neerstorten van een overhangende rots tijdens een aardbeving. Vijf van hun kinderen en elf kleinkinderen kwamen met hen om, en ongeveer twintig van hun afstammelingen werden ernstig gewond.
1955 63:3.5 Upon the death of his parents, Sontad, despite a seriously injured foot, immediately assumed the leadership of the clan and was ably assisted by his wife, his eldest sister. Their first task was to roll up stones to effectively entomb their dead parents, brothers, sisters, and children. Undue significance should not attach to this act of burial. Their ideas of survival after death were very vague and indefinite, being largely derived from their fantastic and variegated dream life.
1997 63:3.5 Ondanks een ernstig gewonde voet, nam Sontad na de dood van zijn ouders onmmiddelijk het leiderschap van de clan op zich, waarbij hij bekwaam werd bijgestaan door zijn vrouw, zijn oudste zuster. Hun eerste taak bestond uit het verzamelen van stenen om hun dode ouders, broers, zusters en kinderen zo goed mogelijk te begraven. Aan deze begrafenishandeling moet niet te veel betekenis worden toegekend. Hun ideeën over een leven na de dood waren zeer vaag en onbestemd, omdat deze grotendeels waren ontleend aan hun grillige en bont geschakeerde droomleven.
1955 63:3.6 This family of Andon and Fonta held together until the twentieth generation, when combined food competition and social friction brought about the beginning of dispersion.
1997 63:3.6 Deze familie van Andon en Fonta bleef bijeen tot de twintigste generatie, toen een combinatie van strijd om voedsel en sociale wrijving de verstrooiing op gang bracht.
4. THE ANDONIC CLANS
4. DE ANDONISCHE CLANS
1955 63:4.1 Primitive man—the Andonites—had black eyes and a swarthy complexion, something of a cross between yellow and red. Melanin is a coloring substance which is found in the skins of all human beings. It is the original Andonic skin pigment. In general appearance and skin color these early Andonites more nearly resembled the present-day Eskimo than any other type of living human beings. They were the first creatures to use the skins of animals as a protection against cold; they had little more hair on their bodies than present-day humans.
1997 63:4.1 De primitieve mensen — de Andonieten — hadden zwarte ogen en een donkere huidskleur, een soort mengeling van geel en rood. Melanine, een kleurstof die in de huid van alle mensen wordt aangetroffen, is het oorspronkelijke Andonische huidpigment. In hun algemene voorkomen en huidskleur leken deze vroege Andonieten meer op de huidige Eskimo’s dan op enig andere nog levende mensensoort. Zij waren de eerste schepselen die dierenhuiden gebruikten ter bescherming tegen de koude; ze waren slechts iets meer behaard dan de huidige mens.
1955 63:4.2 The tribal life of the animal ancestors of these early men had foreshadowed the beginnings of numerous social conventions, and with the expanding emotions and augmented brain powers of these beings, there was an immediate development in social organization and a new division of clan labor. They were exceedingly imitative, but the play instinct was only slightly developed, and the sense of humor was almost entirely absent. Primitive man smiled occasionally, but he never indulged in hearty laughter. Humor was the legacy of the later Adamic race. These early human beings were not so sensitive to pain nor so reactive to unpleasant situations as were many of the later evolving mortals. Childbirth was not a painful or distressing ordeal to Fonta and her immediate progeny.
1997 63:4.2 Het stamleven van de dierlijke voorouders van deze vroege mensen was al de voorbode geweest van het ontstaan van talrijke sociale gebruiken, en nu hun gevoelsleven zich ontplooide en de capaciteit van hun hersenen groter was geworden, ontwikkelden deze wezens onmiddellijk een sociale organisatie en een nieuwe verdeling van het werk van de clan. Ze hadden een buitengewoon sterke neiging tot nabootsing, maar hun spelinstinct was nog maar weinig ontwikkeld en gevoel voor humor hadden ze bijna in het geheel niet. De primitieve mens glimlachte van tijd tot tijd, maar hij kon zich nooit laten gaan in een hartelijk lachen. Humor was de erfenis van het latere Adamische ras. Deze vroege mensen waren niet zo gevoelig voor pijn en reageerden niet zo sterk op onaangename situaties als velen van de stervelingen die later tot ontwikkeling kwamen. Voor Fonta en haar directe nakomelingen was het baren van kinderen geen pijnlijke of beangstigende beproeving.
1955 63:4.3 They were a wonderful tribe. The males would fight heroically for the safety of their mates and their offspring; the females were affectionately devoted to their children. But their patriotism was wholly limited to the immediate clan. They were very loyal to their families; they would die without question in defense of their children, but they were not able to grasp the idea of trying to make the world a better place for their grandchildren. Altruism was as yet unborn in the human heart, notwithstanding that all of the emotions essential to the birth of religion were already present in these Urantia aborigines.
1997 63:4.3 Het was een wonderbaarlijke stam. De mannen vochten heldhaftig voor de veiligheid van hun levensgezellinnen en hun nakomelingen, en de vrouwen vertoonden liefdevolle toewijding aan hun kinderen. Maar hun gemeenschapszin was volstrekt beperkt tot de leden van de eigen clan. Ze waren zeer loyaal aan hun gezin, en verdedigden hun kinderen zonder enige aarzeling met hun eigen leven, maar het idee om te proberen de wereld een betere plaats voor hun kleinkinderen te maken, lag buiten hun gezichtsveld. Vooralsnog was er nog geen altruïsme in het menselijk hart ontsprongen, niettegenstaande het feit dat alle emoties die essentieel zijn voor de geboorte van religie reeds in deze oorspronkelijke mensen van Urantia aanwezig waren.
1955 63:4.4 These early men possessed a touching affection for their comrades and certainly had a real, although crude, idea of friendship. It was a common sight in later times, during their constantly recurring battles with the inferior tribes, to see one of these primitive men valiantly fighting with one hand while he struggled on, trying to protect and save an injured fellow warrior. Many of the most noble and highly human traits of subsequent evolutionary development were touchingly foreshadowed in these primitive peoples.
1997 63:4.4 Deze eerste mensen voelden een roerende genegenheid voor hun kameraden en hadden beslist een echt idee van vriendschap, hoe primitief dan ook. In latere tijden kon men vaak aanschouwen hoe zo’n primitieve man tijdens de voortdurend terugkerende gevechten met de primitieve stammen, moedig met één hand doorvocht, terwijl hij tegelijkertijd een gewonde medestrijder probeerde te beschermen en te redden. Veel van de edelste en hoogste menselijke trekken die later door evolutie tot ontwikkeling kwamen, kondigden zich reeds op ontroerende wijze in deze primitieve volkeren aan.
1955 63:4.5 The original Andonic clan maintained an unbroken line of leadership until the twenty-seventh generation, when, no male offspring appearing among Sontad’s direct descendants, two rival would-be rulers of the clan fell to fighting for supremacy.
1997 63:4.5 Het leiderschap van de oorspronkelijke clan van de Andonieten ging in een ononderbroken lijn door tot aan de zevenentwintigste generatie, maar toen er geen mannelijke nakomeling voorhanden was onder de directe afstammelingen van Sontad, begonnen twee rivaliserende aspirant-heersers van de clan te vechten om de macht.
1955 63:4.6 Before the extensive dispersion of the Andonic clans a well-developed language had evolved from their early efforts to intercommunicate. This language continued to grow, and almost daily additions were made to it because of the new inventions and adaptations to environment which were developed by these active, restless, and curious people. And this language became the word of Urantia, the tongue of the early human family, until the later appearance of the colored races.
1997 63:4.6 Vóór de grote verspreiding van de Andonische clans was er een goedontwikkelde taal ontstaan uit hun eerdere pogingen om met elkaar te communiceren. Deze taal groeide steeds verder uit, en bijna dagelijks werden er woorden en begrippen aan toegevoegd vanwege de nieuwe uitvindingen en aanpassingen aan de omgeving die door deze actieve, rusteloze en nieuwsgierige mensen werden ontwikkeld. En deze taal werd de spraak van Urantia, de taal van de eerste menselijke familie, totdat later de gekleurde rassen verschenen.
1955 63:4.7 As time passed, the Andonic clans grew in number, and the contact of the expanding families developed friction and misunderstandings. Only two things came to occupy the minds of these peoples: hunting to obtain food and fighting to avenge themselves against some real or supposed injustice or insult at the hands of the neighboring tribes.
1997 63:4.7 Met het verstrijken der tijd groeiden de Andonische clans in aantal, en door het contact tussen de zich uitbreidende families ontwikkelden zich wrijving en misverstanden. De gedachten van deze volken werden gaandeweg slechts door twee zaken in beslag genomen: de jacht om voedsel te bemachtigen, en gevechten om zich te wreken voor werkelijke of vermeende onrechtvaardigheden of beledigingen van de zijde van de naburige stammen.
1955 63:4.8 Family feuds increased, tribal wars broke out, and serious losses were sustained among the very best elements of the more able and advanced groups. Some of these losses were irreparable; some of the most valuable strains of ability and intelligence were forever lost to the world. This early race and its primitive civilization were threatened with extinction by this incessant warfare of the clans.
1997 63:4.8 Er ontstonden meer familieveten, er braken stammenoorlogen uit en onder de allerbeste elementen van de bekwaamste en verst gevorderde groepen werden ernstige verliezen geleden. Een aantal van deze verliezen was onherstelbaar: enkele van de meest waardevolle elementen van bekwaamheid en intelligentie gingen voor altijd voor de wereld verloren. Dit eerste ras en zijn primitieve beschaving dreigden door deze niet aflatende oorlogen tussen de clans te worden uitgeroeid.
1955 63:4.9 It is impossible to induce such primitive beings long to live together in peace. Man is the descendant of fighting animals, and when closely associated, uncultured people irritate and offend each other. The Life Carriers know this tendency among evolutionary creatures and accordingly make provision for the eventual separation of developing human beings into at least three, and more often six, distinct and separate races.
1997 63:4.9 Het is onmogelijk zulke primitieve wezens ertoe te brengen lang in vrede samen te leven. De mens stamt van vechtlustige dieren af, en indien ongecultiveerde mensen nauw bij el- kaar zijn betrokken, irriteren en ergeren zij elkaar. De Levendragers kennen deze neiging van evolutionaire schepselen en zorgen er daarom voor dat zich ontwikkelende mensen ten slot- te in ten minste drie, en nog vaker zes, verschillende, afzonderlijke rassen worden geschei- den.
5. DISPERSION OF THE ANDONITES
5. DE VERSPREIDING VAN DE ANDONIETEN
1955 63:5.1 The early Andon races did not penetrate very far into Asia, and they did not at first enter Africa. The geography of those times pointed them north, and farther and farther north these people journeyed until they were hindered by the slowly advancing ice of the third glacier.
1997 63:5.1 De vroege Andon-rassen drongen niet heel ver in Azië door, en aanvankelijk gingen zij niet naar Afrika. De geografie van die tijden wees hen in noordelijke richting, en deze volken reisden steeds verder naar het noorden, totdat zij werden tegengehouden door het langzaam oprukkende ijs van de derde ijstijd.
1955 63:5.2 Before this extensive ice sheet reached France and the British Isles, the descendants of Andon and Fonta had pushed on westward over Europe and had established more than one thousand separate settlements along the great rivers leading to the then warm waters of the North Sea.
1997 63:5.2 Voordat deze uitgestrekte ijslaag Frankrijk en de Britse Eilanden had bereikt, waren de afstammelingen van Andon en Fonta in westelijke richting door Europa getrokken en hadden ze meer dan duizend afzonderlijke nederzettingen gevestigd langs de grote rivieren, die naar de toen warme wateren van de Noordzee leidden.
1955 63:5.3 These Andonic tribes were the early river dwellers of France; they lived along the river Somme for tens of thousands of years. The Somme is the one river unchanged by the glaciers, running down to the sea in those days much as it does today. And that explains why so much evidence of the Andonic descendants is found along the course of this river valley.
1997 63:5.3 Deze Andonische stammen waren de vroege bewoners van de streken langs de Franse rivieren; tienduizenden jaren woonden ze langs de rivier de Somme. De Somme is de enige rivier waarvan de loop niet door de gletsjers is veranderd, en zij liep destijds ongeveer net zo naar zee als nu. Dit verklaart waarom zoveel sporen van de Andonische afstammelingen langs dit rivierdal worden gevonden.
1955 63:5.4 These aborigines of Urantia were not tree dwellers, though in emergencies they still betook themselves to the treetops. They regularly dwelt under the shelter of overhanging cliffs along the rivers and in hillside grottoes which afforded a good view of the approaches and sheltered them from the elements. They could thus enjoy the comfort of their fires without being too much inconvenienced by the smoke. They were not really cave dwellers either, though in subsequent times the later ice sheets came farther south and drove their descendants to the caves. They preferred to camp near the edge of a forest and beside a stream.
1997 63:5.4 Deze oorspronkelijke bewoners van Urantia waren geen boombewoners, hoewel zij in geval van nood wel in de boomtoppen klommen. Ze woonden gewoonlijk onder de beschutting van overhangende rotsen langs de rivieren en in grotten in de hellingen van de heuvels, die een goed uitzicht boden op de toegangswegen en beschutting gaven tegen de elementen. Zo konden ze genieten van het gerief van hun vuren, zonder teveel last te hebben van de rook. Toch waren het ook geen echte holbewoners, hoewel hun afstammelingen de holen in werden gedreven toen in daarop volgende tijden de latere ijslagen verder naar het zuiden schoven. Ze sloegen het liefst hun kamp op aan de rand van een woud, naast een rivier.
1955 63:5.5 They very early became remarkably clever in disguising their partially sheltered abodes and showed great skill in constructing stone sleeping chambers, dome-shaped stone huts, into which they crawled at night. The entrance to such a hut was closed by rolling a stone in front of it, a large stone which had been placed inside for this purpose before the roof stones were finally put in place.
1997 63:5.5 Al heel vroeg werden ze opvallend knap in het camoufleren van hun gedeeltelijk beschutte woonplaatsen en vertoonden ze grote vaardigheid in het bouwen van stenen slaapkamers, koepelvormige stenen hutten, waar ze ’s avonds inkropen. De toegang tot zo’n hut werd afgesloten door er een steen voor te rollen, een grote steen die voor dit doel binnen de hut werd geplaatst voordat de dakstenen definitief werden aangebracht.
1955 63:5.6 The Andonites were fearless and successful hunters and, with the exception of wild berries and certain fruits of the trees, lived exclusively on flesh. As Andon had invented the stone ax, so his descendants early discovered and made effective use of the throwing stick and the harpoon. At last a tool-creating mind was functioning in conjunction with an implement-using hand, and these early humans became highly skillful in the fashioning of flint tools. They traveled far and wide in search of flint, much as present-day humans journey to the ends of the earth in quest of gold, platinum, and diamonds.
1997 63:5.6 De Andonieten waren onverschrokken, succesrijke jagers en voedden zich, behalve met wilde bessen en bepaalde boomvruchten, alleen met vlees. Zoals Andon de stenen bijl had uitgevonden, zo ontdekten zijn afstammelingen reeds vroeg de werpspeer en de harpoen, en maakten van beide een nuttig gebruik. Eindelijk werkte het verstandelijk vermogen dat werktuigen kon ontwerpen samen met een hand die gereedschappen kon hanteren, en deze eerste mensen werden zeer vaardig in het maken van werktuigen van vuursteen. Zij reisden heinde en ver op zoek naar vuursteen, vrijwel zoals de hedendaagse mens naar de einden der aarde trekt op zoek naar goud, platina en diamant.
1955 63:5.7 And in many other ways these Andon tribes manifested a degree of intelligence which their retrogressing descendants did not attain in half a million years, though they did again and again rediscover various methods of kindling fire.
1997 63:5.7 Ook in vele andere opzichten legden deze Andonische stammen een mate van intelligentie aan de dag die hun nakomelingen die een regressie ondergingen, zelfs na een half miljoen jaar niet bereikten, hoewel ze steeds weer opnieuw verschillende methoden ontdekten om vuur te maken.
6. ONAGAR—THE FIRST TRUTH TEACHER
6. ONAGAR — DE EERSTE LERAAR VAN WAARHEID
1955 63:6.1 As the Andonic dispersion extended, the cultural and spiritual status of the clans retrogressed for nearly ten thousand years until the days of Onagar, who assumed the leadership of these tribes, brought peace among them, and for the first time, led all of them in the worship of the “Breath Giver to men and animals.”
1997 63:6.1 Naargelang de verstrooiing der Andonieten verder ging, ging de culturele en geestelijke staat van de clans gedurende bijna tienduizend jaar achteruit, tot de dagen van Onagar, die het leiderschap van deze stammen op zich nam, vrede onder hen stichtte en hen voor het eerst voorging in de verering van de ‘Ademgever aan mensen en dieren[1].’
1955 63:6.2 Andon’s philosophy had been most confused; he had barely escaped becoming a fire worshiper because of the great comfort derived from his accidental discovery of fire. Reason, however, directed him from his own discovery to the sun as a superior and more awe-inspiring source of heat and light, but it was too remote, and so he failed to become a sun worshiper.
1997 63:6.2 Andon had er een zeer verwarde filosofie op na gehouden; het had maar weinig gescheeld of hij was een vuuraanbidder geworden, vanwege het grote gerief dat hij ondervond van zijn toevallige ontdekking van het vuur. Zijn redenerend verstand leidde hem evenwel van zijn eigen ontdekking naar de zon, als een hogere en meer ontzag inboezemende bron van hitte en licht, maar de zon was te ver weg, en daarom werd hij geen zonaanbidder.
1955 63:6.3 The Andonites early developed a fear of the elements—thunder, lightning, rain, snow, hail, and ice. But hunger was the constantly recurring urge of these early days, and since they largely subsisted on animals, they eventually evolved a form of animal worship. To Andon, the larger food animals were symbols of creative might and sustaining power. From time to time it became the custom to designate various of these larger animals as objects of worship. During the vogue of a particular animal, crude outlines of it would be drawn on the walls of the caves, and later on, as continued progress was made in the arts, such an animal god was engraved on various ornaments.
1997 63:6.3 De Andonieten ontwikkelden al vroeg angst voor de elementen — donder, bliksem, regen, sneeuw, hagel en ijs. Maar honger was de voortdurend weerkerende prikkel in deze eerste tijden, en daar zij hoofdzakelijk van dieren leefden, ontwikkelden zij uiteindelijk een vorm van dierenverering. Voor Andon waren de grotere eetbare dieren symbolen van creatieve macht en voedende kracht. Nu en dan werd het de gewoonte om verschillende van deze grotere dieren aan te wijzen als voorwerpen van aanbidding. Als een bepaald dier in zwang was, was het de gewoonte om er ruwe schetsen van te maken op de wanden van de holen, en later, toen er steeds meer vooruitgang werd geboekt in de kunsten, werd zo’n diergod op verscheidene ornamenten gegraveerd.
1955 63:6.4 Very early the Andonic peoples formed the habit of refraining from eating the flesh of the animal of tribal veneration. Presently, in order more suitably to impress the minds of their youths, they evolved a ceremony of reverence which was carried out about the body of one of these venerated animals; and still later on, this primitive performance developed into the more elaborate sacrificial ceremonies of their descendants. And this is the origin of sacrifices as a part of worship. This idea was elaborated by Moses in the Hebrew ritual and was preserved, in principle, by the Apostle Paul as the doctrine of atonement for sin by “the shedding of blood.”
1997 63:6.4 Reeds heel vroeg ontwikkelden de Andonitische volken de gewoonte om het vlees van het dier dat door de stam werd vereerd, niet te eten. Om het denken van hun jongeren op meer geschikte wijze te beïnvloeden, ontwikkelden zij weldra een ceremonie van eerbetoon, die rond het lichaam van een van deze vereerde dieren werd uitgevoerd. Nog weer later ontwikkelde deze primitieve handeling zich tot de meer uitvoerige offer-ceremoniën van hun nakomelingen. Dit nu is de oorsprong van offeranden als onderdeel der godsverering[2][3]. Dit idee werd door Mozes in het Hebreeuwse ritueel verder ontwikkeld, en werd in beginsel door de Apostel Paulus in stand gehouden als het leerstuk van de verzoening der zonden door ‘het vergieten van bloed.’
1955 63:6.5 That food was the all-important thing in the lives of these primitive human beings is shown by the prayer taught these simple folks by Onagar, their great teacher. And this prayer was:
1997 63:6.5 Dat voedsel het allerbelangrijkste was in het leven van deze primitieve mensen, wordt aangetoond door het gebed dat Onagar, hun grote leraar, deze eenvoudige mensen leerde. Dit gebed luidde:
1955 63:6.6 “O Breath of Life, give us this day our daily food, deliver us from the curse of the ice, save us from our forest enemies, and with mercy receive us into the Great Beyond.”
1997 63:6.6 ‘O Adem van Leven, geef ons heden ons dagelijks voedsel, verlos ons van de vloek van het ijs, red ons van onze vijanden in het woud, en ontvang ons genadig in het Grote Hiernamaals.’
1955 63:6.7 Onagar maintained headquarters on the northern shores of the ancient Mediterranean in the region of the present Caspian Sea at a settlement called Oban, the tarrying place on the westward turning of the travel trail leading up northward from the Mesopotamian southland. From Oban he sent out teachers to the remote settlements to spread his new doctrines of one Deity and his concept of the hereafter, which he called the Great Beyond. These emissaries of Onagar were the world’s first missionaries; they were also the first human beings to cook meat, the first regularly to use fire in the preparation of food. They cooked flesh on the ends of sticks and also on hot stones; later on they roasted large pieces in the fire, but their descendants almost entirely reverted to the use of raw flesh.
1997 63:6.7 Onagar had zijn hoofdkwartier aan de noordkust van de oude Middellandse Zee, in het gebied van de huidige Kaspische Zee, in een nederzetting die Oban heette, een pleisterplaats bij de westelijke afbuiging van de reisroute die vanuit het zuiden van Mesopotamië naar het noorden leidde. Vanuit Oban zond hij leraren naar de vergelegen nederzettingen om zijn nieuwe leer over de ene Godheid en zijn denkbeeld over het hiernamaals, dat hij het Grote Hiernamaals noemde, te verbreiden. Deze afgezanten van Onagar waren de eerste zendelingen ter wereld. Zij waren ook de eerste menselijke wezens die vlees kookten, de eersten die regelmatig vuur gebruikten bij het bereiden van voedsel. Ze kookten vlees op het uiteinde van stokken, en ook op hete stenen; later roosterden ze grote stukken in het vuur, maar hun nakomelingen keerden bijna geheel terug tot het gebruik van rauw vlees.
1955 63:6.8 Onagar was born 983,323 years ago (from A.D. 1934), and he lived to be sixty-nine years of age. The record of the achievements of this master mind and spiritual leader of the pre-Planetary Prince days is a thrilling recital of the organization of these primitive peoples into a real society. He instituted an efficient tribal government, the like of which was not attained by succeeding generations in many millenniums. Never again, until the arrival of the Planetary Prince, was there such a high spiritual civilization on earth. These simple people had a real though primitive religion, but it was subsequently lost to their deteriorating descendants.
1997 63:6.8 Onagar werd 983.323 jaar geleden geboren (gerekend vanaf 1934 a.d. ) en hij werd negenenzestig jaar oud. Het verslag van wat dit intellectuele genie en deze geestelijke leider uit de dagen vóór de komst van de Planetaire Vorst tot stand bracht, is een aangrijpend relaas over het organiseren van deze primitieve volkeren tot een werkelijke samenleving. Hij stelde een doelmatig stambestuur in, dat vele duizenden jaren onder latere generaties niet zou worden geëvenaard. Tot de komst van de Planetaire Vorst was er nooit weer zo’n hoge geestelijke beschaving op aarde. Deze eenvoudige mensen hadden een echte, hoewel primitieve religie, maar deze ging onder hun degenererende afstammelingen weer verloren.
1955 63:6.9 Although both Andon and Fonta had received Thought Adjusters, as had many of their descendants, it was not until the days of Onagar that the Adjusters and guardian seraphim came in great numbers to Urantia. This was, indeed, the golden age of primitive man.
1997 63:6.9 Alhoewel zowel Andon als Fonta Gedachtenrichters hadden ontvangen, zoals ook velen van hun nakomelingen, kwamen pas in de dagen van Onagar de Richters en beschermserafijnen in groten getale naar Urantia. Dit was inderdaad de gouden eeuw van de primitieve mens.
7. THE SURVIVAL OF ANDON AND FONTA
7. DE OVERLEVING VAN ANDON EN FONTA
1955 63:7.1 Andon and Fonta, the splendid founders of the human race, received recognition at the time of the adjudication of Urantia upon the arrival of the Planetary Prince, and in due time they emerged from the regime of the mansion worlds with citizenship status on Jerusem. Although they have never been permitted to return to Urantia, they are cognizant of the history of the race they founded. They grieved over the Caligastia betrayal, sorrowed because of the Adamic failure, but rejoiced exceedingly when announcement was received that Michael had selected their world as the theater for his final bestowal.
1997 63:7.1 Andon en Fonta, de roemrijke grondleggers van het menselijk ras, ontvingen blijken van erkentelijkheid tijdens de beoordeling van Urantia na de aankomst van de Planetaire Vorst, en toen de tijd daarvoor was aangebroken gingen zij van het regime der woningwerelden over naar Jerusem, waar zij de status van burger verkregen. Hoewel zij nooit toestemming hebben gekregen om terug te keren naar Urantia, zijn zij wel op de hoogte van de geschiedenis van het ras dat zij hebben gesticht. Zij hebben getreurd over het verraad van Caligastia en zijn bedroefd geweest over het mislukken van de zending van Adam, maar waren buitengewoon verheugd toen zij de aankondiging ontvingen dat Michael hun wereld had uitgekozen als het toneel van zijn laatste zelfschenking.
1955 63:7.2 On Jerusem both Andon and Fonta were fused with their Thought Adjusters, as also were several of their children, including Sontad, but the majority of even their immediate descendants only achieved Spirit fusion.
1997 63:7.2 Op Jerusem werden zowel Andon als Fonta gefuseerd met hun Gedachtenrichter, evenals een aantal van hun kinderen, waaronder Sontad, maar de meesten, zelfs van hun onmiddellijke nakomelingen, bereikten slechts fusie met de Geest.
1955 63:7.3 Andon and Fonta, shortly after their arrival on Jerusem, received permission from the System Sovereign to return to the first mansion world to serve with the morontia personalities who welcome the pilgrims of time from Urantia to the heavenly spheres. And they have been assigned indefinitely to this service. They sought to send greetings to Urantia in connection with these revelations, but this request was wisely denied them.
1997 63:7.3 Kort na hun aankomst op Jerusem ontvingen Andon en Fonta toestemming van de Soeverein van het Stelsel om terug te keren naar de eerste woningwereld, en daar dienst te doen samen met de morontia-persoonlijkheden die de pelgrims uit de tijd van Urantia verwelkomen in de hemelse sferen. Zij zijn voor onbepaalde tijd bij deze dienst ingedeeld. In verband met deze openbaringen vroegen zij toestemming om groeten te zenden naar Urantia, maar dit verzoek werd hun wijselijk geweigerd.
1955 63:7.4 And this is the recital of the most heroic and fascinating chapter in all the history of Urantia, the story of the evolution, life struggles, death, and eternal survival of the unique parents of all mankind.
1997 63:7.4 Dit nu is het relaas van het heldhaftigste en boeiendste hoofdstuk in de hele geschiedenis van Urantia, het verhaal van de evolutie, de strijd om het bestaan, de dood en de eeuwige overleving van de uitzonderlijke ouders van de ganse mensheid.
1997 63:7.5 [Aangeboden door een Levendrager die op Urantia verblijf houdt.]
Verhandeling 62. De dageraad-rassen van de vroege mens |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 64. De evolutionaire gekleurde rassen |