Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 75. De nalatigheid van Adam en Eva |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 77. De Middenwezens |
THE SECOND GARDEN
DE TWEEDE HOF
1955 76:0.1 WHEN Adam elected to leave the first garden to the Nodites unopposed, he and his followers could not go west, for the Edenites had no boats suitable for such a marine adventure. They could not go north; the northern Nodites were already on the march toward Eden. They feared to go south; the hills of that region were infested with hostile tribes. The only way open was to the east, and so they journeyed eastward toward the then pleasant regions between the Tigris and Euphrates rivers. And many of those who were left behind later journeyed eastward to join the Adamites in their new valley home.
1997 76:0.1 TOEN Adam verkoos de eerste Hof zonder verzet aan de Nodieten te laten, konden hij en zijn volgelingen niet naar het westen trekken, want de Edenieten hadden geen schepen die geschikt waren voor zo’n avontuur op zee. Zij konden niet naar het noorden, want de noordelijke Nodieten marcheerden reeds op naar Eden. Zij waren bang om naar het zuiden te gaan: de heuvels van dat gebied werden geteisterd door vijandige stammen. De enige weg die openlag was die naar het oosten, en dus trokken zij in oostelijke richting naar de toen aangename streken tussen de rivieren de Tigris en de Eufraat. Velen van degenen die werden achtergelaten, trokken later ook naar het oosten teneinde zich aan te sluiten bij de Adamieten in hun nieuwe woonplaats in de vallei[1].
1955 76:0.2 Cain and Sansa were both born before the Adamic caravan had reached its destination between the rivers in Mesopotamia. Laotta, the mother of Sansa, perished at the birth of her daughter; Eve suffered much but survived, owing to superior strength. Eve took Sansa, the child of Laotta, to her bosom, and she was reared along with Cain. Sansa grew up to be a woman of great ability. She became the wife of Sargan, the chief of the northern blue races, and contributed to the advancement of the blue men of those times.
1997 76:0.2 Kaïn en Sansa werden beiden geboren voordat de Adamische karavaan zijn bestemming tussen de rivieren in Mesopotamië had bereikt. Laotta, de moeder van Sansa, stierf bij de geboorte van haar dochter; Eva leed zeer, maar bleef in leven dankzij haar grotere kracht. Eva ontfermde zich over Sansa, het kind van Laotta, en Sansa werd samen met Ka ï n opgevoed. Sansa groeide op tot een vrouw met grote gaven. Zij werd de vrouw van Sargan, de leider van de noordelijke blauwe rassen, en droeg bij tot de vooruitgang van de blauwe mensen uit die tijd.
1. THE EDENITES ENTER MESOPOTAMIA
1. DE EDENIETEN TREKKEN MESOPOTAMIË BINNEN
1955 76:1.1 It required almost a full year for the caravan of Adam to reach the Euphrates River. Finding it in flood tide, they remained camped on the plains west of the stream almost six weeks before they made their way across to the land between the rivers which was to become the second garden.
1997 76:1.1 Het duurde bijna een heel jaar voordat de karavaan van Adam de de rivier de Eufraat had bereikt. Omdat zij de rivier bij hoge waterstand aantroffen, bleven ze bijna zes weken kamperen op de vlakten ten westen van de rivier, voordat zij konden oversteken naar het land tusssen de rivieren dat de tweede hof zou worden.
1955 76:1.2 When word had reached the dwellers in the land of the second garden that the king and high priest of the Garden of Eden was marching on them, they had fled in haste to the eastern mountains. Adam found all of the desired territory vacated when he arrived. And here in this new location Adam and his helpers set themselves to work to build new homes and establish a new center of culture and religion.
1997 76:1.2 Toen de inwoners in het land van de tweede hof hoorden dat de koning en hogepriester van de Hof van Eden tegen hen oprukten, waren zij haastig naar de bergen in het oosten gevlucht. Adam trof het gehele door hem gewenste gebied ontruimd aan toen hij arriveerde. En hier, op deze nieuwe plek, gingen Adam en zijn helpers aan het werk om nieuwe huizen te bouwen en een nieuw centrum van cultuur en religie te stichten.
1955 76:1.3 This site was known to Adam as one of the three original selections of the committee assigned to choose possible locations for the Garden proposed by Van and Amadon. The two rivers themselves were a good natural defense in those days, and a short way north of the second garden the Euphrates and Tigris came close together so that a defense wall extending fifty-six miles could be built for the protection of the territory to the south and between the rivers.
1997 76:1.3 Deze plek was Adam bekend als een van de drie oorspronkelijke keuzen van de commissie die mogelijke plaatsen had moeten zoeken voor de Hof die Van en Amadon hadden voorgesteld te bouwen. De twee rivieren zelf vormden een goede natuurlijke verdediging in die dagen, en niet ver ten noorden van de tweede hof kwamen de Eufraat en Tigris dicht bij elkaar, zodat er een verdedigingsmuur van negentig kilometer kon worden gebouw om het territorium ten zuiden daarvan en tussen de rivieren te beschermen.
1955 76:1.4 After getting settled in the new Eden, it became necessary to adopt crude methods of living; it seemed entirely true that the ground had been cursed. Nature was once again taking its course. Now were the Adamites compelled to wrest a living from unprepared soil and to cope with the realities of life in the face of the natural hostilities and incompatibilities of mortal existence. They found the first garden partially prepared for them, but the second had to be created by the labor of their own hands and in the “sweat of their faces.”
1997 76:1.4 Toen men zich in het nieuwe Eden had gevestigd, werd het noodzakelijk om primitieve leefgewoonten aan te nemen: het leek volkomen waar dat de aarde was vervloekt. De natuur volgde opnieuw haar loop. Nu werden de Adamieten gedwongen hun brood te ontworstelen aan een onvoorbereide bodem en het hoofd te bieden aan de realiteiten van het leven in een confrontatie met de natuurlijke vijandigheden en strijdigheden in het sterfelijke bestaan. De eerste hof werd ten dele voor hen in gereedheid gebracht, maar de tweede moest worden aangelegd door de arbeid van hun eigen handen en in het ‘zweet huns aanschijns[2].’
2. CAIN AND ABEL
2. KAÏN EN ABEL
1955 76:2.2 Now, in those days it was customary to make offerings to the priesthood of the things at hand. Herders would bring of their flocks, farmers of the fruits of the fields; and in accordance with this custom, Cain and Abel likewise made periodic offerings to the priests. The two boys had many times argued about the relative merits of their vocations, and Abel was not slow to note that preference was shown for his animal sacrifices. In vain did Cain appeal to the traditions of the first Eden, to the former preference for the fruits of the fields. But this Abel would not allow, and he taunted his older brother in his discomfiture.
1997 76:2.2 Nu was het in die dagen gebruikelijk offergaven aan de priesters aan te bieden van de zaken die voorhandig waren[5]. Zo gaven herders van hun kudden en landbouwers van de vruchten des velds, en overeenkomstig deze gewoonte boden Ka ï n en Abel eveneens regelmatig offergaven aan de priesters aan. De twee jongens hadden al vaak getwist over de relatieve verdienstelijkheid van hun beroepen en Abel merkte heel goed dat zijn dierlijke offeranden de voorkeur genoten. Tevergeefs beriep Ka ï n zich op de tradities van het eerste Eden, op de voormalige voorkeur voor de vruchten des velds. Maar dit wilde Abel niet toegeven en hij bespotte zijn oudere broer in diens teleurstelling.
1955 76:2.3 In the days of the first Eden, Adam had indeed sought to discourage the offering of animal sacrifice so that Cain had a justifiable precedent for his contentions. It was, however, difficult to organize the religious life of the second Eden. Adam was burdened with a thousand and one details associated with the work of building, defense, and agriculture. Being much depressed spiritually, he intrusted the organization of worship and education to those of Nodite extraction who had served in these capacities in the first garden; and in even so short a time the officiating Nodite priests were reverting to the standards and rulings of pre-Adamic times.
1997 76:2.3 In de dagen van het eerste Eden had Adam inderdaad getracht het offeren van dieren tegen te gaan, zodat Ka ï n een verdedigbaar precedent had voor zijn beweringen. Het was echter moeilijk om het religieuze leven in het tweede Eden te organiseren. Adam was belast met duizend en één details van het werk van de opbouw, de verdediging en de landbouw. Omdat hij geestelijk zeer terneergeslagen was, vertrouwde hij de organisatie van de godsverering en het onderwijs toe aan de afstammelingen van de Nodieten die in de eerste hof deze functies ook hadden vervuld; zelfs in deze korte tijd keerden de officiërende Noditische priesters reeds terug naar de gebruiken en regels van de pre-Adamische periode.
1955 76:2.4 The two boys never got along well, and this matter of sacrifices further contributed to the growing hatred between them. Abel knew he was the son of both Adam and Eve and never failed to impress upon Cain that Adam was not his father. Cain was not pure violet as his father was of the Nodite race later admixed with the blue and the red man and with the aboriginal Andonic stock. And all of this, with Cain’s natural bellicose inheritance, caused him to nourish an ever-increasing hatred for his younger brother.
1997 76:2.4 De twee jongens hadden het nooit goed met elkaar kunnen vinden, en deze zaak van de offeranden droeg verder bij tot de toenemende haat tussen hen. Abel wist dat hij de zoon was van zowel Adam als Eva, en liet geen gelegenheid voorbijgaan om Ka ï n erop te wijzen dat Adam niet zijn vader was. Kaïn was niet zuiver violet, aangezien zijn vader van het ras der Nodieten was, dat later was vermengd met de blauwe en rode mens en met het oorspronkelijke Andonische ras. En dit alles, bij Ka ï ns natuurlijke, overgeërfde, strijdlustige natuur, maakte dat hij een steeds grotere haat ging koesteren voor zijn jongere broer.
1955 76:2.6 The observation of Abel’s conduct establishes the value of environment and education as factors in character development. Abel had an ideal inheritance, and heredity lies at the bottom of all character; but the influence of an inferior environment virtually neutralized this magnificent inheritance. Abel, especially during his younger years, was greatly influenced by his unfavorable surroundings. He would have become an entirely different person had he lived to be twenty-five or thirty; his superb inheritance would then have shown itself. While a good environment cannot contribute much toward really overcoming the character handicaps of a base heredity, a bad environment can very effectively spoil an excellent inheritance, at least during the younger years of life. Good social environment and proper education are indispensable soil and atmosphere for getting the most out of a good inheritance.
1997 76:2.6 De observatie van Abels gedrag toont de waarde aan van de omgeving en de opvoeding als factoren in de ontwikkeling van het karakter. Abel had ideale eigenschappen meegekregen en erfelijkheid ligt ten grondslag aan ieder karakter; de invloed echter van een inferieure omgeving neutraliseerde deze schitterende erfenis zo goed als geheel. Abel werd vooral in zijn jonge jaren sterk beïnvloed door zijn ongunstige omgeving. Hij zou een totaal andere persoonlijkheid zijn geworden, indien hij vijfentwintig of dertig jaar oud zou zijn geworden: zijn voortreffelijke geërfde trekken zouden dan naar voren zijn gekomen. Terwijl een goede omgeving niet veel kan doen om de handicaps voor de karaktervorming van lage overgeërfde trekken werkelijk te overwinnen, kan een slechte omgeving uitstekende erffactoren zeer afdoende bederven, althans gedurende de jongere levensjaren. Een goede sociale omgeving en een goede opvoeding zijn de onontbeerlijke voedingsbodem en atmosfeer om het beste uit goede erffactoren te halen.
1955 76:2.7 The death of Abel became known to his parents when his dogs brought the flocks home without their master. To Adam and Eve, Cain was fast becoming the grim reminder of their folly, and they encouraged him in his decision to leave the garden.
1997 76:2.7 Abels ouders wisten dat hij dood was toen zijn honden de kudden thuisbrachten zonder hun meester. Voor Adam en Eva werd Kaïn snel de wrede herinnering aan hun dwaasheid en zij moedigden hem aan toen hij besloot de hof te verlaten.
1955 76:2.8 Cain’s life in Mesopotamia had not been exactly happy since he was in such a peculiar way symbolic of the default. It was not that his associates were unkind to him, but he had not been unaware of their subconscious resentment of his presence. But Cain knew that, since he bore no tribal mark, he would be killed by the first neighboring tribesmen who might chance to meet him. Fear, and some remorse, led him to repent. Cain had never been indwelt by an Adjuster, had always been defiant of the family discipline and disdainful of his father’s religion. But he now went to Eve, his mother, and asked for spiritual help and guidance, and when he honestly sought divine assistance, an Adjuster indwelt him. And this Adjuster, dwelling within and looking out, gave Cain a distinct advantage of superiority which classed him with the greatly feared tribe of Adam.
1997 76:2.8 Kaïns leven in Mesopotamië was niet bepaald gelukkig geweest omdat hij op zo’n eigen wijze de nalatigheid symboliseerde. Zijn gezellen waren niet onvriendelijk voor hem, maar hun onderbewuste hekel aan zijn tegenwoordigheid was niet onopgemerkt aan hem voorbijgegaan. Kaïn wist echter wel dat bij zou worden gedood door de eerste de beste der naburige stammen die hem toevallig zou tegenkomen, omdat hij geen stamteken droeg[7]. Vrees en enige wroeging brachten hem tot berouw. Bij Kaïn had nooit een Richter ingewoond, hij had zich altijd verzet tegen de disciplice van het gezin en de religie van zijn vader geminacht. Nu ging hij echter naar Eva, zijn moeder, en vroeg haar om geestelijke hulp en leiding, en toen hij oprecht goddelijke bijstand zocht, kwam er een Richter in hem wonen. En deze Richter, die in hem woonde en door zijn ogen naar buiten keek, gaf Kaïn een duidelijk voordeel van superioriteit, waardoor hij werd onderkend als behorend tot de zeer gevreesde stam van Adam[8].
1955 76:2.9 And so Cain departed for the land of Nod, east of the second Eden. He became a great leader among one group of his father’s people and did, to a certain degree, fulfill the predictions of Serapatatia, for he did promote peace between this division of the Nodites and the Adamites throughout his lifetime. Cain married Remona, his distant cousin, and their first son, Enoch, became the head of the Elamite Nodites. And for hundreds of years the Elamites and the Adamites continued to be at peace.
1997 76:2.9 En zo vertrok Kaïn naar het land van Nod, ten oosten van het tweede Eden[9]. Hij werd een groot leider bij één groep van het volk van zijn vader, en vervulde tot op zekere hoogte inderdaad de voorspellingen van Serapatatia, want zijn leven lang bevorderde hij de vrede tussen deze groep der Nodieten en de Adamieten. Kaïn huwde Remona, zijn verre nicht, en hun eerste zoon, Henoch, werd de leider van de Elamitische Nodieten[10]. En honderden jaren lang bleven de Elamieten en Adamieten in vrede met elkaar leven.
3. LIFE IN MESOPOTAMIA
3. HET LEVEN IN MESOPOTAMIË
1955 76:3.1 As time passed in the second garden, the consequences of default became increasingly apparent. Adam and Eve greatly missed their former home of beauty and tranquillity as well as their children who had been deported to Edentia. It was indeed pathetic to observe this magnificent couple reduced to the status of the common flesh of the realm; but they bore their diminished estate with grace and fortitude.
1997 76:3.1 Met het verstrijken der tijd in de tweede hof werden de gevolgen van het verzuim steeds duidelijker zichtbaar. Adam en Eva misten hun vroegere huis met zijn schoonheid en rust zeer, en ook hun kinderen die naar Edentia waren gedeporteerd. Het was inderdaad deerniswekkend te zien hoe dit prachtige paar was teruggebracht tot de status van gewone mensen van dit gebied, maar zij verdroegen hun lagere staat met gratie en standvastigheid.
1955 76:3.2 Adam wisely spent most of the time training his children and their associates in civil administration, educational methods, and religious devotions. Had it not been for this foresight, pandemonium would have broken loose upon his death. As it was, the death of Adam made little difference in the conduct of the affairs of his people. But long before Adam and Eve passed away, they recognized that their children and followers had gradually learned to forget the days of their glory in Eden. And it was better for the majority of their followers that they did forget the grandeur of Eden; they were not so likely to experience undue dissatisfaction with their less fortunate environment.
1997 76:3.2 Zeer verstandig bracht Adam de meeste tijd door met het onderrichten van zijn kinderen en hun metgezellen in het burgerlijk bestuur, in onderwijsmethoden en religieuze praktijken. Zonder zijn vooruitziende blik, zou er na zijn dood volstrekte chaos zijn ontstaan. Nu bracht de dood van Adam in feite slechts weinig verschil in het bestuur van de zaken van zijn volk. Voordat Adam en Eva stierven, zagen zij dat hun kinderen en volgelingen langzamerhand hadden geleerd de dagen van hun heerlijkheid in Eden te vergeten. En het was beter voor de meerderheid van hun volgelingen dat zij de grootsheid van Eden inderdaad vergaten — zo liepen zij minder kans om al te ontevreden te zijn met hun minder gelukkige omgeving.
1955 76:3.3 The civil rulers of the Adamites were derived hereditarily from the sons of the first garden. Adam’s first son, Adamson (Adam ben Adam), founded a secondary center of the violet race to the north of the second Eden. Adam’s second son, Eveson, became a masterly leader and administrator; he was the great helper of his father. Eveson lived not quite so long as Adam, and his eldest son, Jansad, became the successor of Adam as the head of the Adamite tribes.
1997 76:3.3 De burgerlijke regeerders van de Adamieten kwamen langs erfelijke weg voort uit de zonen van de eerste hof. Adams eerste zoon, Adamszoon (Adam ben Adam), stichtte een tweede centrum van het violette ras ten noorden van het tweede Eden. Adams tweede zoon, Evaszoon, werd een meesterlijk leider en bestuurder: hij was de grote steun van zijn vader. Evaszoon leefde iets korter dan Adam, en zijn oudste zoon, Jansad, volgde Adam op als leider der Adamitische stammen.
1955 76:3.4 The religious rulers, or priesthood, originated with Seth, the eldest surviving son of Adam and Eve born in the second garden. He was born one hundred and twenty-nine years after Adam’s arrival on Urantia. Seth became absorbed in the work of improving the spiritual status of his father’s people, becoming the head of the new priesthood of the second garden. His son, Enos, founded the new order of worship, and his grandson, Kenan, instituted the foreign missionary service to the surrounding tribes, near and far.
1997 76:3.4 De eerste der religieuze regeerders, of priesters, was Set, de oudste in leven gebleven zoon van Adam en Eva die in de tweede hof werd geboren[11]. Hij werd honderdnegenentwintig jaar na Adams komst op Urantia geboren. Set raakte verdiept in het werk van de verhoging van de geestelijke status van het volk van zijn vader, en werd het hoofd van de nieuwe priesters van de tweede hof. Zijn zoon, Enos, stichtte de nieuwe orde van godsverering, en zijn kleinzoon, Kenan, stelde de buitenlandse dienst in van zendelingen naar de nabije en afgelegen stammen in hun omgeving[12][13].
1955 76:3.5 The Sethite priesthood was a threefold undertaking, embracing religion, health, and education. The priests of this order were trained to officiate at religious ceremonies, to serve as physicians and sanitary inspectors, and to act as teachers in the schools of the garden.
1997 76:3.5 Het Setitische priesterdom was een drievoudige onderneming en omvatte de religie, de gezondheidszorg en het onderwijs. De priesters van deze orde werden opgeleid om te officiëren bij religieuze ceremoniën, om te dienen als artsen en gezondheidsinspecteurs, en om op te treden als leraren aan de scholen van de hof.
1955 76:3.6 Adam’s caravan had carried the seeds and bulbs of hundreds of plants and cereals of the first garden with them to the land between the rivers; they also had brought along extensive herds and some of all the domesticated animals. Because of this they possessed great advantages over the surrounding tribes. They enjoyed many of the benefits of the previous culture of the original Garden.
1997 76:3.6 De karavaan van Adam had de zaden en bollen van honderden planten en kruiden uit de eerste hof meegebracht naar het land tussen de rivieren; zij hadden eveneens uitgebreide kudden meegevoerd en een aantal van alle gedomesticeerde dieren. Hierdoor hadden zij een grote voorsprong op de omliggende stammen. Zij hadden nog veel van de voordelen van de voormalige cultuur van de oorspronkelijke Hof.
1955 76:3.7 Up to the time of leaving the first garden, Adam and his family had always subsisted on fruits, cereals, and nuts. On the way to Mesopotamia they had, for the first time, partaken of herbs and vegetables. The eating of meat was early introduced into the second garden, but Adam and Eve never partook of flesh as a part of their regular diet. Neither did Adamson nor Eveson nor the other children of the first generation of the first garden become flesh eaters.
1997 76:3.7 Tot het tijdstip dat zij de eerste hof verlieten, hadden Adam en zijn familie altijd geleefd van vruchten, granen en noten. Onderweg naar Mesopotamië hadden zij voor het eerst kruiden en groenten gegeten. Het eten van vlees werd al vroeg ingevoerd in de tweede hof, maar Adam en Eva aten nooit vlees onderdeel van hun normale voeding. Evenmin werden Adamszoon, Evaszoon of de andere kinderen van de eerste generatie uit de eerste hof vleeseters.
1955 76:3.8 The Adamites greatly excelled the surrounding peoples in cultural achievement and intellectual development. They produced the third alphabet and otherwise laid the foundations for much that was the forerunner of modern art, science, and literature. Here in the lands between the Tigris and Euphrates they maintained the arts of writing, metalworking, pottery making, and weaving and produced a type of architecture that was not excelled in thousands of years.
1997 76:3.8 De Adamieten overtroffen de omliggende volken verre in hun culturele prestaties en intellectuele ontwikkeling. Zij maakten het derde alfabet, en legden ook anderszins de grondslagen voor vele voorlopers van de hedendaagse kunst, wetenschap en literatuur. Hier in de landstreken tussen de Tigris en Eufraat hielden zij de kunst van het schrijven in stand, evenals de metaalbewerking, de pottenbakkerij en de weefkunst, en brachten zij een soort architectuur voort die in duizenden jaren niet werd overtroffen.
1955 76:3.9 The home life of the violet peoples was, for their day and age, ideal. Children were subjected to courses of training in agriculture, craftsmanship, and animal husbandry or else were educated to perform the threefold duty of a Sethite: to be priest, physician, and teacher.
1997 76:3.9 Het familieleven van de violette volken was voor die tijd ideaal. De kinderen moesten opleidingen volgen in landbouw, handvaardigheid en veeteelt, of werden anders onderricht in de uitoefening van de drievoudige plichten van een Setiet: om priester, arts en leraar te zijn.
1955 76:3.10 And when thinking of the Sethite priesthood, do not confuse those high-minded and noble teachers of health and religion, those true educators, with the debased and commercial priesthoods of the later tribes and surrounding nations. Their religious concepts of Deity and the universe were advanced and more or less accurate, their health provisions were, for their time, excellent, and their methods of education have never since been surpassed.
1997 76:3.10 En wanneer ge u het Setitische priesterdom voorstelt, verwart dan die hoogstaande, edele leraren der gezondheidszorg en religie, deze ware opvoeders, niet met de lage, commerciële priesters van de latere stammen en omringende volken. Hun religieuze opvattingen over de Godheid en het universum waren vooruitstrevend en min of meer accuraat, hun voorzieningen waren voor die tijd voortreffelijk, en hun onderwijsmethoden zijn later nooit meer overtroffen.
4. THE VIOLET RACE
4. HET VIOLETTE RAS
1955 76:4.1 Adam and Eve were the founders of the violet race of men, the ninth human race to appear on Urantia. Adam and his offspring had blue eyes, and the violet peoples were characterized by fair complexions and light hair color—yellow, red, and brown.
1997 76:4.1 Adam en Eva waren de grondleggers van het violette mensenras, het negende ras dat op Urantia verscheen. Adam en zijn nakomelingen hadden blauwe ogen, en de violette volken werden gekenmerkt door een blanke huidkleur en lichte haarkleur — goudgeel, rood en bruin.
1955 76:4.2 Eve did not suffer pain in childbirth; neither did the early evolutionary races. Only the mixed races produced by the union of evolutionary man with the Nodites and later with the Adamites suffered the severe pangs of childbirth.
1997 76:4.2 Eva leed geen pijn bij het baren, evenmin als de eerste evolutionaire rassen. Alleen de gemengde rassen die ontstonden uit de vereniging van de evolutionaire mens met de Nodieten en later met de Adamieten, ondergingen hevige barensweeën.
1955 76:4.3 Adam and Eve, like their brethren on Jerusem, were energized by dual nutrition, subsisting on both food and light, supplemented by certain superphysical energies unrevealed on Urantia. Their Urantia offspring did not inherit the parental endowment of energy intake and light circulation. They had a single circulation, the human type of blood sustenance. They were designedly mortal though long-lived, albeit longevity gravitated toward the human norm with each succeeding generation.
1997 76:4.3 Evenals hun broeders op Jerusem, werden Adam en Eva van energie voorzien door middel van tweevoudige voeding, want zij leefden zowel van voedsel als van licht, aangevuld met bepaalde superfysische energieën die op Urantia niet zijn geopenbaard. Hun nageslacht op Urantia erfde niet de eigenschap van hun ouders waardoor dezen energie konden opnemen en een lichtcirculatie konden hebben. Het nageslacht had een enkelvoudige circulatie, het menselijke type levensonderhoud via het bloed. Zij waren met opzet sterfelijk, ofschoon zij lang leefden, maar deze lange levensduur kwam met iedere volgende generatie dichter bij de menselijke norm.
1955 76:4.4 Adam and Eve and their first generation of children did not use the flesh of animals for food. They subsisted wholly upon “the fruits of the trees.” After the first generation all of the descendants of Adam began to partake of dairy products, but many of them continued to follow a nonflesh diet. Many of the southern tribes with whom they later united were also nonflesh eaters. Later on, most of these vegetarian tribes migrated to the east and survived as now admixed in the peoples of India.
1997 76:4.4 Adam en Eva en hun kinderen van de eerste generatie aten geen dierlijk voedsel. Zij leefden geheel van ‘de vruchten der bomen[14].’ Na de eerste generatie begonnen alle nakomelingen van Adam zuivelproducten te gebruiken, maar velen van hen bleven een vleesloos dieet volgen. Veel van de zuidelijke stammen met wie zij zich later vermengden, aten evenmin vlees. Later migreerden de meeste van deze vegetarische stammen naar het oosten waar zij thans nog voort leven, vermengd met de volken van India.
1955 76:4.5 Both the physical and spiritual visions of Adam and Eve were far superior to those of the present-day peoples. Their special senses were much more acute, and they were able to see the midwayers and the angelic hosts, the Melchizedeks, and the fallen Prince Caligastia, who several times came to confer with his noble successor. They retained the ability to see these celestial beings for over one hundred years after the default. These special senses were not so acutely present in their children and tended to diminish with each succeeding generation.
1997 76:4.5 Zowel het fysieke als het geestelijke gezichtsvermogen van Adam en Eva was veel beter dan dat van de huidige volkeren. Hun speciale zintuigen waren veel scherper en zij konden de middenwezens en de engelenscharen, de Melchizedeks en de gevallen Vorst Caligastia zien; de laaste kwam verscheidene malen overleggen met zijn edele opvolger. Het vermogen om deze hemelse wezens te zien, behielden Adam en Eva meer dan honderd jaar na hun nalatigheid. Deze speciale zintuigen waren bij hun kinderen niet zo sterk aanwezig en namen over het algemeen bij iedere volgende generatie verder af.
1955 76:4.6 The Adamic children were usually Adjuster indwelt since they all possessed undoubted survival capacity. These superior offspring were not so subject to fear as the children of evolution. So much of fear persists in the present-day races of Urantia because your ancestors received so little of Adam’s life plasm, owing to the early miscarriage of the plans for racial physical uplift.
1997 76:4.6 De Adamische kinderen hadden als regel een inwonende Richter, aangezien zij allen ontwijfelbare capaciteit hadden tot overleving. Deze superieure nakomelingen waren niet zo onderhevig aan angst als de kinderen der evolutie. Dat de huidige rassen op Urantia nog zoveel vrees kennen, komt doordat uw voorvaderen zeer weinig van het levensplasma van Adam hebben ontvangen door de vroege mislukking van de plannen voor de fysieke verheffing der rassen.
1955 76:4.7 The body cells of the Material Sons and their progeny are far more resistant to disease than are those of the evolutionary beings indigenous to the planet. The body cells of the native races are akin to the living disease-producing microscopic and ultramicroscopic organisms of the realm. These facts explain why the Urantia peoples must do so much by way of scientific effort to withstand so many physical disorders. You would be far more disease resistant if your races carried more of the Adamic life.
1997 76:4.7 De lichaamscellen van de Materiële Zonen en hun kinderen hebben veel meer weerstand tegen ziekten dan de cellen van de evolutionaire wezens die op de planeet zijn ontstaan. De lichaamscellen van de inheemse rassen zijn verwant aan de levende, ziekteverwekkende microscopische en ultra-microscopische organismen van dit gebied. Deze feiten verklaren waarom de volken van Urantia zich zoveel wetenschappelijke inspanningen moeten getroosten om weerstand te kunnen bieden aan de vele lichamelijke ziekten. Ge zoudt veel meer weerstand tegen ziekten hebben indien uw rassen meer van het Adamische leven in zich droegen.
1955 76:4.8 After becoming established in the second garden on the Euphrates, Adam elected to leave behind as much of his life plasm as possible to benefit the world after his death. Accordingly, Eve was made the head of a commission of twelve on race improvement, and before Adam died this commission had selected 1,682 of the highest type of women on Urantia, and these women were impregnated with the Adamic life plasm. Their children all grew up to maturity except 112, so that the world, in this way, was benefited by the addition of 1,570 superior men and women. Though these candidate mothers were selected from all the surrounding tribes and represented most of the races on earth, the majority were chosen from the highest strains of the Nodites, and they constituted the early beginnings of the mighty Andite race. These children were born and reared in the tribal surroundings of their respective mothers.
1997 76:4.8 Toen hij in de tweede hof aan de Eufraat geworteld was geraakt, besloot Adam zoveel mogelijk van zijn levensplasma achter te laten, om na zijn dood de wereld ten goede te doen komen. Dienovereenkomstig werd Eva aan het hoofd gesteld van een commissie van twaalf voor de verbetering van de rassen, en voordat Adam stierf had deze commissie 1682 vrouwen geselecteerd van het hoogste type van Urantia, en deze vrouwen werden bevrucht met het levensplasma van Adam. Op 112 na, werden al hun kinderen volwassen, zodat er langs deze weg 1570 additionele superieure mannen en vrouwen ten goede kwamen aan de wereld. Ofschoon deze kandidaat-moeders werden uitgekozen uit alle omringende stammen en de meeste rassen op aarde vertegenwoordigden, werd de meerderheid toch gekozen uit de beste families der Nodieten, en dezen vormden het prille begin van het machtige ras der Andieten. Deze kinderen werden geboren en opgevoed in de tribale omgeving van hun respectieve moeders.[15]
5. DEATH OF ADAM AND EVE
5. DE DOOD VAN ADAM EN EVA
1955 76:5.1 Not long after the establishment of the second Eden, Adam and Eve were duly informed that their repentance was acceptable, and that, while they were doomed to suffer the fate of the mortals of their world, they should certainly become eligible for admission to the ranks of the sleeping survivors of Urantia. They fully believed this gospel of resurrection and rehabilitation which the Melchizedeks so touchingly proclaimed to them. Their transgression had been an error of judgment and not the sin of conscious and deliberate rebellion.
1997 76:5.1 Niet lang na de stichting van het tweede Eden werd Adam en Eva naar behoren meegedeeld dat hun berouw was aanvaard, en dat zij, ofschoon zij gedoemd waren het lot van de stervelingen van hun wereld te ondergaan, zeker in aanmerking kwamen om te worden toegelaten tot de gelederen van de slapende overlevenden van Urantia. Dit evangelie van opstanding en eerherstel dat de Melchizedeks hun op een zeer ontroerende wijze verkondigden, geloofden zij volkomen. Hun overtreding was een beoordelingsfout geweest, en niet de zonde van bewuste, weloverwogen rebellie.
1955 76:5.2 Adam and Eve did not, as citizens of Jerusem, have Thought Adjusters, nor were they Adjuster indwelt when they functioned on Urantia in the first garden. But shortly after their reduction to mortal status they became conscious of a new presence within them and awakened to the realization that human status coupled with sincere repentance had made it possible for Adjusters to indwell them. It was this knowledge of being Adjuster indwelt that greatly heartened Adam and Eve throughout the remainder of their lives; they knew that they had failed as Material Sons of Satania, but they also knew that the Paradise career was still open to them as ascending sons of the universe.
1997 76:5.2 Toen zij burgers van Jerusem waren, hadden Adam en Eva geen Gedachtenrichters, en evenmin woonden er Richters bij hen in toen zij op Urantia werkzaam waren in de eerste hof. Maar kort nadat zij verlaagd waren tot de status van sterveling, werden zij zich bewust van een nieuwe geest in hun innerlijk, en gingen zij beseffen dat de menselijke status, gepaard met oprecht berouw, het Richters mogelijk had gemaakt in hen te komen wonen. Door de wetenschap dat er Richters in hen woonden, werden Adam en Eva gedurende de rest van hun leven zeer bemoedigd; zij wisten dat zij als Materiële Zonen van Satania hadden gefaald, maar zij wisten ook dat de loopbaan naar het Paradijs nog steeds voor hen openstond als opklimmende zonen van het universum.
1955 76:5.3 Adam knew about the dispensational resurrection which occurred simultaneously with his arrival on the planet, and he believed that he and his companion would probably be repersonalized in connection with the advent of the next order of sonship. He did not know that Michael, the sovereign of this universe, was so soon to appear on Urantia; he expected that the next Son to arrive would be of the Avonal order. Even so, it was always a comfort to Adam and Eve, as well as something difficult for them to understand, to ponder the only personal message they ever received from Michael. This message, among other expressions of friendship and comfort, said: “I have given consideration to the circumstances of your default, I have remembered the desire of your hearts ever to be loyal to my Father’s will, and you will be called from the embrace of mortal slumber when I come to Urantia if the subordinate Sons of my realm do not send for you before that time.”
1997 76:5.3 Adam wist van de dispensationele opstanding die gelijktijdig met zijn aankomst op de planeet had plaatsgevonden, en hij geloofde dat hij en zijn gezellin waarschijnlijk zouden worden gerepersonaliseerd in verband met de komst van een zoon van de volgende orde. Hij wist niet dat Michael, de soeverein van dit universum, zeer spoedig op Urantia zou verschijnen: hij verwachtte dat de volgende Zoon die zou komen, zou behoren tot de orde der Avonals. Toch was het steeds een troost voor Adam en Eva om na te denken over de enige persoonlijke boodschap die zij ooit van Michael ontvingen, ook al vonden zij deze moeilijk te begrijpen. Naast andere verklaringen van vriendschap en woorden van vertroosting bevatte deze boodschap ook deze: ‘Ik heb de omstandigheden van uw nalatigheid overwogen, ik heb de wens van uw hart om immer trouw te zijn aan de wil van mijn Vader niet vergeten, en ge zult worden opgeroepen uit de omhelzing van de slaap des dood wanneer ik naar Urantia kom, indien de ondergeschikte Zonen van mijn gebied u niet reeds vóór die tijd ontbieden.’
1955 76:5.4 And this was a great mystery to Adam and Eve. They could comprehend the veiled promise of a possible special resurrection in this message, and such a possibility greatly cheered them, but they could not grasp the meaning of the intimation that they might rest until the time of a resurrection associated with Michael’s personal appearance on Urantia. And so the Edenic pair always proclaimed that a Son of God would sometime come, and they communicated to their loved ones the belief, at least the longing hope, that the world of their blunders and sorrows might possibly be the realm whereon the ruler of this universe would elect to function as the Paradise bestowal Son. It seemed too good to be true, but Adam did entertain the thought that strife-torn Urantia might, after all, turn out to be the most fortunate world in the system of Satania, the envied planet of all Nebadon.
1997 76:5.4 Dit was een groot mysterie voor Adam en Eva. Zij konden de versluierde belofte van een mogelijke speciale opstanding in deze boodschap wel begrijpen, en deze mogelijkheid bemoedigde hen zeer, maar zij konden niet begrijpen wat de aanzegging betekende dat zij zouden mogen rusten tot aan het tijdstip van een opstanding die in verband zou staan met Michaels persoonlijke verschijnen op Urantia. En dus verkondigde het paar van Eden altijd dat er te eniger een Zoon van God zou komen, en gaven zij het geloof, althans de verlangende hoop door aan hun beminden, dat de wereld van hun blunders en smarten wellicht het gebied zou zijn waar de regeerder van dit universum zou verkiezen op te treden als de zelfschenking-Zoon van het Paradijs. Het leek te mooi om waar te zijn, maar Adam koesterde inderdaad de gedachte dat het door strijd verscheurde Urantia, tegen alle verwachtingen in, de fortuinlijkste wereld in het Satania-stelsel zou blijken te zijn, de planeet die door heel Nebadon zou worden benijd.
1955 76:5.5 Adam lived for 530 years; he died of what might be termed old age. His physical mechanism simply wore out; the process of disintegration gradually gained on the process of repair, and the inevitable end came. Eve had died nineteen years previously of a weakened heart. They were both buried in the center of the temple of divine service which had been built in accordance with their plans soon after the wall of the colony had been completed. And this was the origin of the practice of burying noted and pious men and women under the floors of the places of worship.
1997 76:5.5 Adam leefde 530 jaar, hij stierf aan wat men ouderdom zou kunnen noemen[16]. Zijn fysieke organisme versleet eenvoudig: het proces van verval kreeg geleidelijk de overhand over de krachten tot herstel en het einde was onvermijdelijk. Eva was negentien jaar tevoren gestorven aan een verzwakt hart. Zij werden beiden begraven in het midden van de tempel voor de erediensten die volgens hun ontwerp was gebouwd spoedig nadat de muur van de kolonie klaar was. Dit nu was de oorsprong van het gebruik om vooraanstaande en vrome mannen en vrouwen te begraven onder de vloer van bedehuizen.
1955 76:5.6 The supermaterial government of Urantia, under the direction of the Melchizedeks, continued, but direct physical contact with the evolutionary races had been severed. From the distant days of the arrival of the corporeal staff of the Planetary Prince, down through the times of Van and Amadon to the arrival of Adam and Eve, physical representatives of the universe government had been stationed on the planet. But with the Adamic default this regime, extending over a period of more than four hundred and fifty thousand years, came to an end. In the spiritual spheres, angelic helpers continued to struggle in conjunction with the Thought Adjusters, both working heroically for the salvage of the individual; but no comprehensive plan for far-reaching world welfare was promulgated to the mortals of earth until the arrival of Machiventa Melchizedek, in the times of Abraham, who, with the power, patience, and authority of a Son of God, did lay the foundations for the further uplift and spiritual rehabilitation of unfortunate Urantia.
1997 76:5.6 Het bovenmateriële bestuur van Urantia, bleef onder leiding van de Melchizedeks aan, maar het rechtstreekse fysieke contact met de evolutionaire rassen was verbroken. Sinds de lang vervlogen dagen van de komst van de lichamelijke staf van de Planetaire Vorst, tijdens de perioden van Van en Amadon tot en met de komst van Adam en Eva, waren er aldoor lichamelijke vertegenwoordigers van de regering van het universum op de planeet gestationeerd geweest. Met de nalatigheid van Adam kwam er een einde aan dit regime dat een periode van ruim vierhonderdvijftigduizend jaar had beslagen. In de geestelijke sferen zetten helpende engelen de strijd samen met de Gedachtenrichters voort, waarbij beide groepen heldhaftig arbeidden voor de redding van de individuele mens; aan de stervelingen op aarde werd echter geen alomvattend plan voor het welzijn van de wereld op lange termijn bekendgemaakt tot de tijd van Abraham, toen Machiventa Melchizedek arriveerde en met de kracht, het geduld en de autoriteit van een Zoon van God de grondslagen legde voor de verdere verheffing en geestelijke rehabilitatie van het onfortuinlijke Urantia.
1955 76:5.7 Misfortune has not, however, been the sole lot of Urantia; this planet has also been the most fortunate in the local universe of Nebadon. Urantians should count it all gain if the blunders of their ancestors and the mistakes of their early world rulers so plunged the planet into such a hopeless state of confusion, all the more confounded by evil and sin, that this very background of darkness should so appeal to Michael of Nebadon that he selected this world as the arena wherein to reveal the loving personality of the Father in heaven. It is not that Urantia needed a Creator Son to set its tangled affairs in order; it is rather that the evil and sin on Urantia afforded the Creator Son a more striking background against which to reveal the matchless love, mercy, and patience of the Paradise Father.
1997 76:5.7 Maar niet alleen tegenspoed is Urantia ten deel gevallen: deze planeet is ook de fortuinlijkste geweest in het plaatselijk universum Nebadon. Urantianen dienen het als louter winst te beschouwen dat de blunders van hun voorvaderen en de fouten van hun vroege wereldheersers de planeet in een zo hopeloze staat van verwarring stortten — een verwarring die nog is versterkt door kwaad en zonde —, dat juist deze achtergrond van duisternis zulk een beroep deed op Michael van Nebadon, dat hij deze wereld verkoos als het strijdperk waar hij de liefdevolle persoonlijkheid van de Vader in de hemel wilde openbaren. Urantia had geen Schepper-Zoon nodig om haar gecompliceerde zaken op orde te stellen; het is veeleer zo dat het kwaad en de zonde op Urantia de Schepper-Zoon een treffender achtergrond verschaften om de onvergelijkelijke liefde en barmhartigheid en het geduld van de Paradijs-Vader te openbaren.
6. SURVIVAL OF ADAM AND EVE
6. DE OVERLEVING VAN ADAM EN EVA
1955 76:6.1 Adam and Eve went to their mortal rest with strong faith in the promises made to them by the Melchizedeks that they would sometime awake from the sleep of death to resume life on the mansion worlds, worlds all so familiar to them in the days preceding their mission in the material flesh of the violet race on Urantia.
1997 76:6.1 Adam en Eva ontsliepen als stervelingen, met een sterk geloof in de beloften die de Melchizedeks hun hadden gedaan dat zij eens uit de doodslaap zouden ontwaken en hun leven zouden hervatten op de woningwerelden, werelden die hun zo vertrouwd waren geweest in de tijd vóór hun missie op Urantia in het materiële vlees van het violette ras.
1955 76:6.2 They did not long rest in the oblivion of the unconscious sleep of the mortals of the realm. On the third day after Adam’s death, the second following his reverent burial, the orders of Lanaforge, sustained by the acting Most High of Edentia and concurred in by the Union of Days on Salvington, acting for Michael, were placed in Gabriel’s hands, directing the special roll call of the distinguished survivors of the Adamic default on Urantia. And in accordance with this mandate of special resurrection, number twenty-six of the Urantia series, Adam and Eve were repersonalized and reassembled in the resurrection halls of the mansion worlds of Satania together with 1,316 of their associates in the experience of the first garden. Many other loyal souls had already been translated at the time of Adam’s arrival, which was attended by a dispensational adjudication of both the sleeping survivors and of the living qualified ascenders.
1997 76:6.2 Zij rustten niet lang in de vergetelheid van de onbewuste slaap van de stervelingen van dit gebied. Op de derde dag na de dood van Adam, de tweede na zijn eerbiedige begrafenis, werden aan Gabriël opdrachten overhandigd van Lanaforge, bevestigd door de Meest Verhevene van Edentia van dat moment, met instemming van de Eenheid der Dagen op Salvington, die voor Michael optrad, waarbij aanwijzingen werden gegeven om het speciale appèl van de eminente overlevenden van de Adamische nalatigheid op Urantia te houden. In overeenstemming met deze opdracht tot een speciale opstanding, nummer zesentwintig van de Urantia-reeks, werden Adam en Eva gerepersonaliseerd en opnieuw samengesteld in de opstandingszalen van de woningwerelden van Satania, samen met 1316 van hun medewerkers die de ervaring van de eerste hof met hen hadden gedeeld. Vele andere getrouwe zielen waren reeds overgebracht ten tijde van de aankomst van Adam, die gepaard was gegaan met een dispensationele berechting van zowel de slapende overlevenden als de levende opklimmenden die daartoe gerechtigd waren.
1955 76:6.3 Adam and Eve quickly passed through the worlds of progressive ascension until they attained citizenship on Jerusem, once again to be residents of the planet of their origin but this time as members of a different order of universe personalities. They left Jerusem as permanent citizens—Sons of God; they returned as ascendant citizens—sons of man. They were immediately attached to the Urantia service on the system capital, later being assigned membership among the four and twenty counselors who constitute the present advisory-control body of Urantia.
1997 76:6.3 Adam en Eva doorliepen de werelden van progressieve opklimming snel, tot zij het burgerschap van Jerusem verwierven en opnieuw ingezetenen werden van de planeet waar zij vandaan kwamen, maar ditmaal als leden van een andere orde van universum-persoonlijkheid. Zij hadden Jerusem als permanente burgers verlaten — als Zonen van God; zij kwamen terug als opklimmende burgers — zonen der mensen. Zij werden onmiddellijk verbonden aan de dienst van Urantia op de hoofdwereld van het stelsel, terwijl zij later werden aangesteld als leden van de raad van vierentwintig die het huidige adviserende en toezichthoudende lichaam van Urantia vormt.
1955 76:6.4 And thus ends the story of the Planetary Adam and Eve of Urantia, a story of trial, tragedy, and triumph, at least personal triumph for your well-meaning but deluded Material Son and Daughter and undoubtedly, in the end, a story of ultimate triumph for their world and its rebellion-tossed and evil-harassed inhabitants. When all is summed up, Adam and Eve made a mighty contribution to the speedy civilization and accelerated biologic progress of the human race. They left a great culture on earth, but it was not possible for such an advanced civilization to survive in the face of the early dilution and the eventual submergence of the Adamic inheritance. It is the people who make a civilization; civilization does not make the people.
1997 76:6.4 En zo eindigt het verhaal van de Planetaire Adam en Eva van Urantia, een verhaal van beproeving, tragedie en triomf, althans persoonlijke triomf voor uw goedbedoelende doch misleide Materiële Zoon en Dochter, en tenslotte zonder twijfel een verhaal van uiteindelijke triomf voor hun wereld en haar door rebellie getroffen en door kwaad gekwelde bewoners. Alles bijeengenomen, hebben Adam en Eva een machtige bijdrage geleverd aan de snelle civilisering der mensheid en het tempo van de biologische vooruitgang van het menselijke ras opgevoerd. Zij lieten een grote cultuur na op aarde, maar het was voor zo’n vooruitstrevende civilisatie onmogelijk stand te houden toen de Adamische erfenis snel verwaterde en uiteindelijk onderging. Het zijn de mensen die een civilisatie maken; de civilisatie maakt niet de mensen.
1997 76:6.5 [Aangeboden door Solonia, de serafijnse ‘stem in de Hof.’]
Verhandeling 75. De nalatigheid van Adam en Eva |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 77. De Middenwezens |