Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 79. De expansie der Andieten in het Oosten |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 81. De ontwikkeling van de moderne civilisatie |
ANDITE EXPANSION IN THE OCCIDENT
DE EXPANSIE DER ANDIETEN IN HET WESTEN
1955 80:0.1 ALTHOUGH the European blue man did not of himself achieve a great cultural civilization, he did supply the biologic foundation which, when its Adamized strains were blended with the later Andite invaders, produced one of the most potent stocks for the attainment of aggressive civilization ever to appear on Urantia since the times of the violet race and their Andite successors.
1997 80:0.1 OFSCHOON de Europese blauwe mens zelf geen grote culturele civilisatie tot stand bracht, verschafte hij wel de biologische grondslag waaruit, toen zijn ge-Adamiseerde erfelijk materiaal vermengd raakte met de latere Anditische invallers, een van de krachtigste geslachten ontstond voor het bereiken van een militante civilisatie, die sinds de dagen van het violette ras en hun Anditische opvolgers, ooit op Urantia zijn verschenen.
1955 80:0.2 The modern white peoples incorporate the surviving strains of the Adamic stock which became admixed with the Sangik races, some red and yellow but more especially the blue. There is a considerable percentage of the original Andonite stock in all the white races and still more of the early Nodite strains.
1997 80:0.2 De huidige blanke volken verenigen in zich het overlevende erfelijk materiaal van het Adamische geslacht dat vermengd raakte met de Sangik-rassen, een zekere hoeveelheid van het rode en gele ras, maar vooral van het blauwe. Alle blanke rassen hebben een aanzienlijk percentage van het oorspronkelijke Andonische geslacht in zich, en nog meer van het vroege Noditische erfelijk materiaal.
1. THE ADAMITES ENTER EUROPE
1. DE ADAMIETEN TREKKEN EUROPA BINNEN
1955 80:1.1 Before the last Andites were driven out of the Euphrates valley, many of their brethren had entered Europe as adventurers, teachers, traders, and warriors. During the earlier days of the violet race the Mediterranean trough was protected by the Gibraltar isthmus and the Sicilian land bridge. Some of man’s very early maritime commerce was established on these inland lakes, where blue men from the north and the Saharans from the south met Nodites and Adamites from the east.
1997 80:1.1 Voordat de laatste Andieten uit de vallei van de Eufraat werden verdreven, waren velen van hun broeders reeds als gelukzoekers, leraren, handelaars en krijgslieden Europa binnengedrongen. Gedurende de vroege periode van het violette ras werd het Middellandse Zee-bekken afgeschermd door de landengte van Gibraltar en de Siciliaanse landbrug. Een deel van de zeer vroege maritieme handel van de mens ontstond op deze binnenzeeën, waar de blanke mensen uit het noorden en de bewoners van de Sahara uit het zuiden, Nodieten en Adamieten uit het oosten ontmoetten.
1955 80:1.2 In the eastern trough of the Mediterranean the Nodites had established one of their most extensive cultures and from these centers had penetrated somewhat into southern Europe but more especially into northern Africa. The broad-headed Nodite-Andonite Syrians very early introduced pottery and agriculture in connection with their settlements on the slowly rising Nile delta. They also imported sheep, goats, cattle, and other domesticated animals and brought in greatly improved methods of metalworking, Syria then being the center of that industry.
1997 80:1.2 In het oostelijke bekken van de Middellandse Zee hadden de Nodieten een van hun meest uitgebreide culturen gevestigd en vanuit deze centra waren zij al enigszins tot in zuidelijk Europa doch vooral tot in Noord-Afrika doorgedrongen. De breedhoofdige Noditisch-Andonitische Syriërs voerden al heel vroeg de pottenbakkerij en landbouw in, in verband met hun nederzettingen in de langzaam omhoogkomende Nijldelta. Zij importeerden ook schapen, geiten, rundvee en andere gedomesticeerde dieren, en introduceerden sterk verbeterde methoden voor de metaalbewerking, want Syrië was toen het centrum van die nijverheid.
1955 80:1.3 For more than thirty thousand years Egypt received a steady stream of Mesopotamians, who brought along their art and culture to enrich that of the Nile valley. But the ingress of large numbers of the Sahara peoples greatly deteriorated the early civilization along the Nile so that Egypt reached its lowest cultural level some fifteen thousand years ago.
1997 80:1.3 Meer dan dertigduizend jaar lang nam Egypte een gestage stroom Mesopotamiërs op die hun kunst en cultuur meebrachten en daarmee die van het Nijldal verrijkten. Maar de binnenkomst van grote aantallen Saharabewoners deed de oude beschaving langs de Nijl ernstig achteruitgaan, zodat Egypte, ongeveer vijftienduizend jaar geleden, op zijn laagste culturele niveau belandde.
1955 80:1.4 But during earlier times there was little to hinder the westward migration of the Adamites. The Sahara was an open grazing land overspread by herders and agriculturists. These Saharans never engaged in manufacture, nor were they city builders. They were an indigo-black group which carried extensive strains of the extinct green and orange races. But they received a very limited amount of the violet inheritance before the upthrust of land and the shifting water-laden winds dispersed the remnants of this prosperous and peaceful civilization.
1997 80:1.4 Maar in vroegere tijden werd de migratie der Adamieten naar het westen door weinig in de weg gestaan. De Sahara was open grasland, bewoond door vele herders en landbouwers. Deze Saharabewoners legden zich nooit toe op handarbeid en bouwden geen steden. Zij waren een indigo-zwarte groep die vele elementen van de uitgestorven groene en oranje rassen in zich had. Zij ontvingen echter slechts een zeer beperkte hoeveelheid van de violette erfenis voordat de resten van deze welvarende, vredige beschaving door bodemverheffing en het draaien der regenwinden werden verstrooid.
1955 80:1.5 Adam’s blood has been shared with most of the human races, but some secured more than others. The mixed races of India and the darker peoples of Africa were not attractive to the Adamites. They would have mixed freely with the red man had he not been far removed in the Americas, and they were kindly disposed toward the yellow man, but he was likewise difficult of access in faraway Asia. Therefore, when actuated by either adventure or altruism, or when driven out of the Euphrates valley, they very naturally chose union with the blue races of Europe.
1997 80:1.5 Het bloed van Adam is de meeste menselijke rassen ten deel gevallen, doch sommige hebben meer dan andere verworven. De gemengde rassen van India en de donkere volken van Afrika waren niet aantrekkelijk voor de Adamieten. De laatsten zouden zich vrijelijk met de rode mens hebben vermengd, indien hij niet zo ver van hen verwijderd was geweest in de beide Amerika’s, en zij stonden welwillend tegenover de gele mens, maar deze was in het verre Azië eveneens moeilijk bereikbaar. Wanneer zij door lust tot avontuur of altruïsme werden aangezet, of toen zij uit de vallei van de Eufraat werden verdreven, kozen zij daarom als vanzelfsprekend voor vereniging met de blauwe rassen van Europa.
1955 80:1.6 The blue men, then dominant in Europe, had no religious practices which were repulsive to the earlier migrating Adamites, and there was great sex attraction between the violet and the blue races. The best of the blue men deemed it a high honor to be permitted to mate with the Adamites. Every blue man entertained the ambition of becoming so skillful and artistic as to win the affection of some Adamite woman, and it was the highest aspiration of a superior blue woman to receive the attentions of an Adamite.
1997 80:1.6 De blauwe mensen, toen dominant in Europa, hadden geen godsdienstige gewoonten die afstotelijk waren in de ogen van de eerste migrerende Adamieten en er was een grote seksuele aantrekkingskracht tussen het violette en het blauwe ras. De beste blauwe mensen beschouwden het als een grote eer om te mogen paren met de Adamieten. Iedere blauwe man streefde ernaar zo bekwaam en kunstzinnig te worden, dat hij de genegenheid van een Adamische vrouw kon winnen, en het was het grootste verlangen van een hoogstaande blauwe vrouw om de attenties van een Adamiet te ontvangen.
1955 80:1.7 Slowly these migrating sons of Eden united with the higher types of the blue race, invigorating their cultural practices while ruthlessly exterminating the lingering strains of Neanderthal stock. This technique of race blending, combined with the elimination of inferior strains, produced a dozen or more virile and progressive groups of superior blue men, one of which you have denominated the Cro-Magnons.
1997 80:1.7 Geleidelijk verenigden deze migrerende kinderen uit Eden zich met de betere typen van het blauwe ras, waarbij zij hun culturele gebruiken stimuleerden en meedogenloos het nog overgebleven erfelijk materiaal van het geslacht der Neanderthalers uitroeiden. Deze wijze van rassenvermenging, gecombineerd met het elimineren van inferieur erfelijk materiaal, bracht een dozijn of meer krachtige, progressieve groepen superieure blauwe mensen voort, waarvan ge één de Cro-Magnon-mens hebt genoemd.
1955 80:1.8 For these and other reasons, not the least of which was more favorable paths of migration, the early waves of Mesopotamian culture made their way almost exclusively to Europe. And it was these circumstances that determined the antecedents of modern European civilization.
1997 80:1.8 Door deze en andere oorzaken, vooral door gunstiger routes voor de migratie, trokken de eerste golven van de Mesopotamische cultuur vrijwel uitsluitend naar Europa. Deze omstandigheden nu bepaalden de antecedenten van de moderne Europese beschaving.
2. CLIMATIC AND GEOLOGIC CHANGES
2. KLIMATOLOGISCHE EN GEOLOGISCHE VERANDERINGEN
1955 80:2.1 The early expansion of the violet race into Europe was cut short by certain rather sudden climatic and geologic changes. With the retreat of the northern ice fields the water-laden winds from the west shifted to the north, gradually turning the great open pasture regions of Sahara into a barren desert. This drought dispersed the smaller-statured brunets, dark-eyed but long-headed dwellers of the great Sahara plateau.
1997 80:2.1 De vroege expansie van het violette ras in Europa werd tot staan gebracht door bepaalde tamelijk plotselinge klimatologische en geologische veranderingen. Toen de noordelijke ijsvelden zich terugtrokken, draaiden de regen-aanvoerende winden van het westen naar het noorden, waardoor de grote open graslanden van de Sahara langzaam aan een kale woestijn werden. Deze droogte joeg de kleingebouwde, donkerogige, maar langhoofdige, bruinharige bewoners van het grote Saharaplateau uiteen.
1955 80:2.2 The purer indigo elements moved southward to the forests of central Africa, where they have ever since remained. The more mixed groups spread out in three directions: The superior tribes to the west migrated to Spain and thence to adjacent parts of Europe, forming the nucleus of the later Mediterranean long-headed brunet races. The least progressive division to the east of the Sahara plateau migrated to Arabia and thence through northern Mesopotamia and India to faraway Ceylon. The central group moved north and east to the Nile valley and into Palestine.
1997 80:2.2 De zuiverder indigo-elementen trokken naar het zuiden, naar de wouden van centraal Afrika waar zij sindsdien altijd zijn gebleven. De meer vermengde groepen verspreidden zich in drie richtingen: de hoger ontwikkelde stammen in het westen trokken naar Spanje en vandaar naar de aangrenzende delen van Europa, waar zij de kern van de latere langhoofdige donkerharige volken van het Middellandse Zee-gebied werden. Het minst progressieve deel ten oosten van het Saharaplateau trok naar Arabië en vandaar, door noordelijk Mesopotamië en India, naar het ver gelegen Ceylon. De centrale groep trok naar het noorden en oosten, naar het Nijldal en Palestina.
1955 80:2.3 It is this secondary Sangik substratum that suggests a certain degree of kinship among the modern peoples scattered from the Deccan through Iran, Mesopotamia, and along both shores of the Mediterranean Sea.
1997 80:2.3 Het is dit secundaire Sangik-substratum dat een zekere verwantschap suggereert tussen de moderne volken die van de Dekan tot in Iran en Mesopotamië, en langs de beide kusten van de Middellandse Zee ver uiteen leven.
1955 80:2.4 About the time of these climatic changes in Africa, England separated from the continent, and Denmark arose from the sea, while the isthmus of Gibraltar, protecting the western basin of the Mediterranean, gave way as the result of an earthquake, quickly raising this inland lake to the level of the Atlantic Ocean. Presently the Sicilian land bridge submerged, creating one sea of the Mediterranean and connecting it with the Atlantic Ocean. This cataclysm of nature flooded scores of human settlements and occasioned the greatest loss of life by flood in all the world’s history.
1997 80:2.4 Rond de tijd van deze klimatologische veranderingen in Afrika raakte Engeland los van het continent en rees Denemarken op uit de zee, terwijl de landengte van Gibraltar, die het westelijk bekken van de Middellandse Zee beschermde, door een aardbeving bezweek, waardoor deze binnenzee snel rees tot het niveau van de Atlantische Oceaan. Weldra verzonk de Siciliaanse landbrug, waardoor de Middellandse Zee één water werd en met de Atlantische Oceaan verbonden raakte. Door deze geweldige natuurramp raakten tientallen menselijke nederzettingen overstroomd en werd het grootste verlies geleden aan mensenlevens in de gehele geschiedenis van uw wereld.
1955 80:2.5 This engulfment of the Mediterranean basin immediately curtailed the westward movements of the Adamites, while the great influx of Saharans led them to seek outlets for their increasing numbers to the north and east of Eden. As the descendants of Adam journeyed northward from the valleys of the Tigris and Euphrates, they encountered mountainous barriers and the then expanded Caspian Sea. And for many generations the Adamites hunted, herded, and tilled the soil around their settlements scattered throughout Turkestan. Slowly this magnificent people extended their territory into Europe. But now the Adamites enter Europe from the east and find the culture of the blue man thousands of years behind that of Asia since this region has been almost entirely out of touch with Mesopotamia.
1997 80:2.5 Deze overstroming van het Middellandse Zee-bekken sneed onmiddellijk de westwaartse bewegingen van de Adamieten af, terwijl de grote toevloed van Saharabewoners hen er toe leidde uitwegen te zoeken voor hun groeiende aantallen ten noorden en oosten van Eden. Toen de afstammelingen van Adam vanuit de valleien van de Tigris en de Eufraat naar het noorden trokken, stootten zij op de bergen en de toen vergrote Kaspische Zee. Vele generaties lang jaagden de Adamieten, hoedden zij hun kudden en bewerkten zij de grond rond hun nederzettingen die over geheel Turkestan verspreid raakten. Geleidelijk breidden deze prachtige mensen hun gebied uit tot in Europa. Maar nu trekken de Adamieten Europa vanuit het oosten binnen, en treffen daar de cultuur van de blauwe mens aan die duizenden jaren achterligt op die van Azië, aangezien deze streek bijna geheel zonder contact met Mesopotamië is geweest.
3. THE CRO-MAGNOID BLUE MAN
3. DE CRO-MAGNON BLAUWE MENS
1955 80:3.1 The ancient centers of the culture of the blue man were located along all the rivers of Europe, but only the Somme now flows in the same channel which it followed during preglacial times.
1997 80:3.1 De oude beschavingscentra van de blauwe mens lagen langs alle rivieren van Europa, doch alleen de Somme stroomt nu nog in dezelfde bedding als vóór de ijstijden.
1955 80:3.2 While we speak of the blue man as pervading the European continent, there were scores of racial types. Even thirty-five thousand years ago the European blue races were already a highly blended people carrying strains of both red and yellow, while on the Atlantic coastlands and in the regions of present-day Russia they had absorbed a considerable amount of Andonite blood and to the south were in contact with the Saharan peoples. But it would be fruitless to attempt to enumerate the many racial groups.
1997 80:3.2 Hoewel wij over de blauwe mens spreken als over het gehele Europese continent verbreid, bestonden er in feite tientallen raciale typen. Zelfs vijfendertigduizend jaar geleden waren de Europese blauwe volken reeds sterk gemengd en hadden zij erfelijk materiaal van zowel de rode als de gele mens in zich, terwijl zij in de landen langs de Atlantische kusten en in de gebieden van het huidige Rusland een aanzienlijke hoeveelheid Andonitisch bloed hadden geabsorbeerd, en in het zuiden in aanraking waren gekomen met de Saharabewoners. Maar het zou nutteloos zijn te trachten de vele raciale groepen op te sommen.
1955 80:3.3 The European civilization of this early post-Adamic period was a unique blend of the vigor and art of the blue men with the creative imagination of the Adamites. The blue men were a race of great vigor, but they greatly deteriorated the cultural and spiritual status of the Adamites. It was very difficult for the latter to impress their religion upon the Cro-Magnoids because of the tendency of so many to cheat and to debauch the maidens. For ten thousand years religion in Europe was at a low ebb as compared with the developments in India and Egypt.
1997 80:3.3 De Europese civilisatie was in deze eerste post-Adamische periode een unieke mengeling van de vitaliteit en kunstvaardigheid der blauwe mensen en de creatieve verbeeldingskracht der Adamieten. De blauwe mensen waren een zeer krachtig ras, maar de culturele en geestelijke status van de Adamieten werd door hen zeer verlaagd. Het was uiterst moeilijk voor de laatsten om hun religie over te dragen aan de Cro-Magnon-mensen, daar zeer velen de neiging hadden om jonge vrouwen te bedriegen en te verleiden. Tienduizend jaar lang stond de godsdienst in Europa op een laag peil vergeleken met de ontwikkelingen in India en Egypte.
1955 80:3.4 The blue men were perfectly honest in all their dealings and were wholly free from the sexual vices of the mixed Adamites. They respected maidenhood, only practicing polygamy when war produced a shortage of males.
1997 80:3.4 De blauwe mensen waren volkomen eerlijk in al hun doen en laten en waren geheel vrij van de seksuele ondeugden van de gemengde Adamieten. Zij respecteerden jonge maagden, en bedreven alleen polygamie wanneer er door oorlog een tekort aan mannen ontstond.
1955 80:3.5 These Cro-Magnon peoples were a brave and farseeing race. They maintained an efficient system of child culture. Both parents participated in these labors, and the services of the older children were fully utilized. Each child was carefully trained in the care of the caves, in art, and in flint making. At an early age the women were well versed in the domestic arts and in crude agriculture, while the men were skilled hunters and courageous warriors.
1997 80:3.5 Deze Cro-Magnon-mensen waren dappere en vooruitziende volkeren. Zij hadden een doelmatig systeem voor de opvoeding van hun kinderen. Beide ouders namen deel aan dit werk, en de hulp van de oudere kinderen werd ook ten volle benut. Ieder kind werd met zorg onderwezen in het verzorgen van de holen, in de kunstnijverheid en in het bewerken van vuursteen. Op jonge leeftijd waren de vrouwen reeds goed bedreven in huishoudelijke vaardigheden en primitieve landbouw, terwijl de mannen bekwame jagers waren en dappere strijders.
1955 80:3.6 The blue men were hunters, fishers, and food gatherers; they were expert boatbuilders. They made stone axes, cut down trees, erected log huts, partly below ground and roofed with hides. And there are peoples who still build similar huts in Siberia. The southern Cro-Magnons generally lived in caves and grottoes.
1997 80:3.6 De blauwe mensen waren jagers, vissers en verzamelaars van voedsel; zij waren zeer bedreven in het bouwen van boten. Zij maakten bijlen van steen, hakten bomen om, en bouwden blokhutten, die gedeeltelijk onder de grond lagen en daken van huiden hadden. Er zijn trouwens volken in Siberië die nog steeds soortgelijke hutten bouwen. De Cro-Magnons in het zuiden leefden over het algemeen in holen en grotten.
1955 80:3.7 It was not uncommon during the rigors of winter for their sentinels standing on night guard at cave entrances to freeze to death. They had courage, but above all they were artists; the Adamic mixture suddenly accelerated creative imagination. The height of the blue man’s art was about fifteen thousand years ago, before the days when the darker-skinned races came north from Africa through Spain.
1997 80:3.7 Het was niet ongewoon dat de wachters die ’s nachts de ingangen van de grot bewaakten, in de strenge winters doodvroren. Zij waren moedig, maar vooral kunstzinnig; de vermenging met de Adamieten deed de scheppende verbeeldingskracht plotseling snel toenemen. Het hoogtepunt van de kunst van de blauwe mens werd ongeveer vijftienduizend jaar geleden bereikt, vóór de dagen toen de donkerder volken uit Afrika via Spanje naar het noorden kwamen.
1955 80:3.8 About fifteen thousand years ago the Alpine forests were spreading extensively. The European hunters were being driven to the river valleys and to the seashores by the same climatic coercion that had turned the world’s happy hunting grounds into dry and barren deserts. As the rain winds shifted to the north, the great open grazing lands of Europe became covered by forests. These great and relatively sudden climatic modifications drove the races of Europe to change from open-space hunters to herders, and in some measure to fishers and tillers of the soil.
1997 80:3.8 Ongeveer vijftienduizend jaar geleden breidden de wouden in de Alpen zich op grote schaal uit. De Europese jagers werden naar de riviervalleien en zeekusten gedreven onder dezelfde klimaatsdwang welke ’s werelds blijde jachtvelden veranderd had in droge, kale woestijnen. Toen de regenwinden naar het noorden draaiden, raakten de grote open graslanden van Europa bedekt door wouden. Deze grote en betrekkelijk plotselinge klimatologische modificaties brachten de volken van Europa ertoe om in plaats van jagers in de vrije natuur, veehouders te worden, en in mindere mate, vissers en landbouwers.
1955 80:3.9 These changes, while resulting in cultural advances, produced certain biologic retrogressions. During the previous hunting era the superior tribes had intermarried with the higher types of war captives and had unvaryingly destroyed those whom they deemed inferior. But as they commenced to establish settlements and engage in agriculture and commerce, they began to save many of the mediocre captives as slaves. And it was the progeny of these slaves that subsequently so greatly deteriorated the whole Cro-Magnon type. This retrogression of culture continued until it received a fresh impetus from the east when the final and en masse invasion of the Mesopotamians swept over Europe, quickly absorbing the Cro-Magnon type and culture and initiating the civilization of the white races.
1997 80:3.9 Hoewel deze veranderingen tot culturele vooruitgang leidden, veroorzaakten zij ook bepaalde biologische vormen van achteruitgang. In het voorgaande jagerstijdvak hadden de superieure stammen zich door huwelijken vermengd met de meer ontwikkelde krijgsgevangenen, en hadden zij onveranderlijk degenen gedood die zij als minderwaardig beschouwden. Toen zij echter begonnen nederzettingen te stichten en zich bezig te houden met landbouw en handel, gingen zij ertoe over vele middelmatige gevangenen in leven te houden als slaven. Het was door het nageslacht nu van deze slaven dat het gehele Cro-Magnon-type later degenereerde. Deze terugval van de cultuur duurde voort tot deze een nieuwe impuls kreeg vanuit het oosten, toen de laatste, massale inval van de Mesopotamiërs over Europa spoelde, waarbij de Cro-Magnon-mensen en hun cultuur snel werden geabsorbeerd, en de aanzet werd gegeven tot de civilisatie van de blanke rassen.
4. THE ANDITE INVASIONS OF EUROPE
4. DE INVALLEN DER ANDIETEN IN EUROPA
1955 80:4.1 While the Andites poured into Europe in a steady stream, there were seven major invasions, the last arrivals coming on horseback in three great waves. Some entered Europe by way of the islands of the Aegean and up the Danube valley, but the majority of the earlier and purer strains migrated to northwestern Europe by the northern route across the grazing lands of the Volga and the Don.
1997 80:4.1 Hoewel de Andieten Europa in een gestage stroom binnentrokken, waren er zeven grote invasies, waarbij de laatsten in drie grote golven te paard aankwamen. Sommigen drongen Europa binnen via de eilanden in de Egeïsche Zee en stroomopwaarts door de Donauvallei, maar de eerste, zuiverder families trokken voor het merendeel langs de noordelijke route, over de weidegebieden van de Wolga en de Don, naar het noordwesten van Europa.
1955 80:4.2 Between the third and fourth invasions a horde of Andonites entered Europe from the north, having come from Siberia by way of the Russian rivers and the Baltic. They were immediately assimilated by the northern Andite tribes.
1997 80:4.2 Tussen de derde en vierde invasies drong een horde Andonieten Europa binnen vanuit het noorden, waarbij zij uit Siberië, langs de Russische rivieren en de Baltische Golf kwamen. Zij werden onmiddellijk geassimileerd door de noordelijke Andietenstammen.
1955 80:4.3 The earlier expansions of the purer violet race were far more pacific than were those of their later semimilitary and conquest-loving Andite descendants. The Adamites were pacific; the Nodites were belligerent. The union of these stocks, as later mingled with the Sangik races, produced the able, aggressive Andites who made actual military conquests.
1997 80:4.3 De eerdere expansiegolven van het zuiverder violette ras waren veel vreedzamer dan die van hun latere, halfmilitaire en op verovering beluste Anditische nakomelingen. De Adamieten waren vredelievend, de Nodieten strijdlustig. De vereniging van deze geslachten, zoals deze zich later vermengden met de Sangik-rassen, bracht de bekwame, agressieve Andieten voort, die echte militaire veroveringen maakten.
1955 80:4.4 But the horse was the evolutionary factor which determined the dominance of the Andites in the Occident. The horse gave the dispersing Andites the hitherto nonexistent advantage of mobility, enabling the last groups of Andite cavalrymen to progress quickly around the Caspian Sea to overrun all of Europe. All previous waves of Andites had moved so slowly that they tended to disintegrate at any great distance from Mesopotamia. But these later waves moved so rapidly that they reached Europe as coherent groups, still retaining some measure of higher culture.
1997 80:4.4 Het paard was evenwel de evolutionaire factor die de overheersing van de Andieten in het Westen bepaalde. Het paard gaf de zich verspreidende Andieten het tot dusver nog niet bestaande voordeel van de beweeglijkheid, hetgeen de laatste groepen Anditische ruiters in staat stelde snel om de Kaspische Zee heen te trekken en geheel Europa onder de voet te lopen. Alle voorgaande golven Andieten hadden zich zo langzaam voortbewogen, dat zij, als zij op een grote afstand van Mesopotamië waren, altijd de neiging hadden uiteen te vallen. Maar deze latere golven bewogen zich zo snel, dat zij Europa als samenhangende groepen bereikten, die nog een zekere mate van hun hogere cultuur hadden behouden.
1955 80:4.5 The whole inhabited world, outside of China and the Euphrates region, had made very limited cultural progress for ten thousand years when the hard-riding Andite horsemen made their appearance in the sixth and seventh millenniums before Christ. As they moved westward across the Russian plains, absorbing the best of the blue man and exterminating the worst, they became blended into one people. These were the ancestors of the so-called Nordic races, the forefathers of the Scandinavian, German, and Anglo-Saxon peoples.
1997 80:4.5 De gehele bewoonde wereld, behalve China en het gebied van de Eufraat, had tienduizend jaar lang maar een zeer beperkte culturele vooruitgang gemaakt, totdat de galopperende Anditische ruiters in het zesde en zevende millennium voor Christus ten tonele verschenen. Op hun tocht door de Russische vlakten naar het westen, waarbij zij de beste blauwe mensen absorbeerden en de slechtsten uitroeiden, vermengden zij zich tot één volk. Dit waren de voorzaten van de zogenaamde noordse volken, de voorvaderen van de Scandinavische, Germaanse en Angelsaksische volken.
1955 80:4.6 It was not long before the superior blue strains had been fully absorbed by the Andites throughout all northern Europe. Only in Lapland (and to a certain extent in Brittany) did the older Andonites retain even a semblance of identity.
1997 80:4.6 Het duurde niet lang of de superieure blauwe takken waren in geheel noordelijk Europa volkomen geabsorbeerd door de Andieten. Alleen in Lapland (en tot op zekere hoogte Bretagne) behielden de oudere Andonieten nog een schijn van eigen identiteit.
5. THE ANDITE CONQUEST OF NORTHERN EUROPE
5. DE ANDITISCHE VEROVERING VAN NOORD-EUROPA
1955 80:5.1 The tribes of northern Europe were being continuously reinforced and upstepped by the steady stream of migrants from Mesopotamia through the Turkestan-south Russian regions, and when the last waves of Andite cavalry swept over Europe, there were already more men with Andite inheritance in that region than were to be found in all the rest of the world.
1997 80:5.1 De stammen van Noord-Europa werden voortdurend versterkt en verbeterd door de gestage stroom migranten die via de Turkestaans-Zuid-Russische gebieden uit Mesopotamië kwamen, en toen de laatste golven der Anditische ruiters over Europa snelden, leefden er in dat gebied reeds meer mensen met Anditisch erfelijk materiaal dan in de rest van de gehele wereld kon worden aangetroffen.
1955 80:5.2 For three thousand years the military headquarters of the northern Andites was in Denmark. From this central point there went forth the successive waves of conquest, which grew decreasingly Andite and increasingly white as the passing centuries witnessed the final blending of the Mesopotamian conquerors with the conquered peoples.
1997 80:5.2 Drieduizend jaar lang bevond zich het militaire hoofdkwartier van de noordelijke Andieten in Denemarken. Vanuit dit centrale punt vertrokken de opeenvolgende golven veroveraars, die steeds minder Anditisch en in toenemende mate blank werden naarmate de eeuwen verstreken en de definitieve vermenging van de Mesopotamische veroveraars met de overwonnen volken plaatsvond.
1955 80:5.3 While the blue man had been absorbed in the north and eventually succumbed to the white cavalry raiders who penetrated the south, the advancing tribes of the mixed white race met with stubborn and protracted resistance from the Cro-Magnons, but superior intelligence and ever-augmenting biologic reserves enabled them to wipe the older race out of existence.
1997 80:5.3 Terwijl de blauwe mens in het noorden was geabsorbeerd en tenslotte bezweek voor de blanke overvallers die te paard het zuiden binnendrongen, stootten de oprukkende stammen van het gemengde blanke ras op hardnekkige, aanhoudende tegenstand van de Cro-Magnons, maar hun hogere intelligentie en hun steeds toenemende biologische reserves stelden hen in staat het oudere ras uit te roeien.
1955 80:5.4 The decisive struggles between the white man and the blue man were fought out in the valley of the Somme. Here, the flower of the blue race bitterly contested the southward-moving Andites, and for over five hundred years these Cro-Magnoids successfully defended their territories before succumbing to the superior military strategy of the white invaders. Thor, the victorious commander of the armies of the north in the final battle of the Somme, became the hero of the northern white tribes and later on was revered as a god by some of them.
1997 80:5.4 De beslissende strijd tussen de blanke en de blauwe mens werd uitgevochten in de vallei van de Somme. Hier leverde de bloem van het blauwe ras verbitterd strijd met de naar het zuiden trekkende Andieten, en meer dan vijfhonderd jaar lang verdedigden deze Cro-Magnons met succes hun grondgebied voordat zij bezweken voor de superieure militaire strategie van de blanke indringers. Thor, de zegevierende aanvoerder van de noordelijke legers in de oorlog aan de Somme, werd de held van de noordelijke blanke stammen en werd later door sommigen dezer als god vereerd.
1955 80:5.5 The strongholds of the blue man which persisted longest were in southern France, but the last great military resistance was overcome along the Somme. The later conquest progressed by commercial penetration, population pressure along the rivers, and by continued intermarriage with the superiors, coupled with the ruthless extermination of the inferiors.
1997 80:5.5 De sterktes waar de blauwe mens het langst standhield, lagen in het zuiden van Frankrijk, maar de laatste grote militaire tegenstand werd gebroken langs de Somme. De latere veroveringen kwamen tot stand door penetratie via de handel, door bevolkingsdruk langs de rivieren en door voortdurende onderlinge huwelijken met de superieure elementen, gekoppeld aan de uitroeiing van de zwakkere elementen.
1955 80:5.6 When the tribal council of the Andite elders had adjudged an inferior captive to be unfit, he was, by elaborate ceremony, committed to the shaman priests, who escorted him to the river and administered the rites of initiation to the “happy hunting grounds”—lethal submergence. In this way the white invaders of Europe exterminated all peoples encountered who were not quickly absorbed into their own ranks, and thus did the blue man come to an end—and quickly.
1997 80:5.6 Wanneer de raad van Anditische stamoudsten had beschikt dat een zwakkere gevangene ongezond was, werd hij, volgens een omstandig ceremoniëel, overgedragen aan de sjamanen die hem naar de rivier begeleidden en daar de riten uitvoerden voor zijn intrede in de ‘eeuwige jachtvelden’ — dodelijke onderdompeling. Op deze wijze roeiden de blanke invallers van Europa alle volken uit die op hun weg kwamen en niet snel in hun eigen gelederen werden opgenomen; zo kwam de blauwe mens aan zijn einde, en snel ook.
1955 80:5.7 The Cro-Magnoid blue man constituted the biologic foundation for the modern European races, but they have survived only as absorbed by the later and virile conquerors of their homelands. The blue strain contributed many sturdy traits and much physical vigor to the white races of Europe, but the humor and imagination of the blended European peoples were derived from the Andites. This Andite-blue union, resulting in the northern white races, produced an immediate lapse of Andite civilization, a retardation of a transient nature. Eventually, the latent superiority of these northern barbarians manifested itself and culminated in present-day European civilization.
1997 80:5.7 De blauwe Cro-Magnon-mensen vormden de biologische grondslag voor de huidige Europese volken, doch zij zijn slechts blijven voortleven voorzover zij geabsorbeerd zijn door de latere, manhaftige veroveraars van hun geboortelanden. Het blauwe element heeft aan de blanke rassen van Europa vele energieke eigenschappen en lichamelijke kracht gegeven, maar hun humor en verbeeldingskracht ontlenen de gemengde Europese volken aan de Andieten. Deze vereniging van de Andieten en de blauwe mens, waaruit de noordelijke blanke rassen zijn ontstaan, leverde een onmiddellijke terugval op van de civilisatie der Andieten, een vertraging evenwel van voorbijgaande aard. Uiteindelijk manifesteerde zich de latente superioriteit van deze noordelijke barbaren en culmineerde zij in de hedendaagse Europese beschaving.
1955 80:5.8 By 5000 B.C. the evolving white races were dominant throughout all of northern Europe, including northern Germany, northern France, and the British Isles. Central Europe was for some time controlled by the blue man and the round-headed Andonites. The latter were mainly situated in the Danube valley and were never entirely displaced by the Andites.
1997 80:5.8 Tegen 5000 v. Chr. overheersten de evoluerende ontwikkelende blanke rassen het gehele noorden van Europa, inclusief het noorden van Duitsland en Frankrijk en de Britse eilanden. Centraal Europa werd gedurende enige tijd beheerst door de blauwe mens en de rondhoofdige Andonieten. De laatsten leefden hoofdzakelijk in de vallei van de Donau en werden nooit geheel verdrongen door de Andieten.
6. THE ANDITES ALONG THE NILE
6. DE ANDIETEN LANGS DE NIJL
1955 80:6.1 From the times of the terminal Andite migrations, culture declined in the Euphrates valley, and the immediate center of civilization shifted to the valley of the Nile. Egypt became the successor of Mesopotamia as the headquarters of the most advanced group on earth.
1997 80:6.1 Vanaf de tijden der laatste Anditische migraties ging de cultuur in de vallei van de Eufraat achteruit, en het directe centrum der civilisatie verplaatste zich naar het Nijldal. Egypte volgde Mesopotamië op als hoofdkwartier van de meest ontwikkelde groep op aarde.
1955 80:6.2 The Nile valley began to suffer from floods shortly before the Mesopotamian valleys but fared much better. This early setback was more than compensated by the continuing stream of Andite immigrants, so that the culture of Egypt, though really derived from the Euphrates region, seemed to forge ahead. But in 5000 B.C., during the flood period in Mesopotamia, there were seven distinct groups of human beings in Egypt; all of them, save one, came from Mesopotamia.
1997 80:6.2 Het Nijldal begon onder overstromingen te lijden kort voordat dit de valleien in Mesopotamië overkwam, maar voer daarbij veel beter. Deze vroege tegenslag werd meer dan goedgemaakt door de aanhoudende stroom Anditische immigranten, zodat het leek of de cultuur van Egypte, hoewel in feite afkomstig uit het gebied van de Eufraat, gestaag vorderingen maakte. In 5000 v Chr., ten tijde van de overstromingen in Mesopotamië, leefden er in Egypte evenwel onderscheiden groepen mensen, en op één na kwamen deze allen uit Mesopotamië.
1955 80:6.3 When the last exodus from the Euphrates valley occurred, Egypt was fortunate in gaining so many of the most skillful artists and artisans. These Andite artisans found themselves quite at home in that they were thoroughly familiar with river life, its floods, irrigations, and dry seasons. They enjoyed the sheltered position of the Nile valley; they were there much less subject to hostile raids and attacks than along the Euphrates. And they added greatly to the metalworking skill of the Egyptians. Here they worked iron ores coming from Mount Sinai instead of from the Black Sea regions.
1997 80:6.3 Toen de laatste uittocht uit de vallei van de Eufraat plaatsvond, had Egypte het geluk zeer veel van de bekwaamste kunstenaars en handwerkslieden binnen te krijgen. Deze Anditische handwerkslieden voelden zich geheel thuis omdat zij terdege vertrouwd waren met het leven in een riviergebied, aan de overstromingen, de bevloeiingen en de droge seizoenen. Zij vonden de beschutte positie van het Nijldal prettig; hier stonden zij veel minder bloot aan vijandelijke rooftochten en aanvallen dan langs de Eufraat. En zij droegen veel bij tot de Egyptische vaardigheid in het bewerken van metalen. Hier bewerkten zij het ijzererts dat van de berg Sinaï kwam, in plaats van dat uit de streken rond de Zwarte Zee.
1955 80:6.4 The Egyptians very early assembled their municipal deities into an elaborate national system of gods. They developed an extensive theology and had an equally extensive but burdensome priesthood. Several different leaders sought to revive the remnants of the early religious teachings of the Sethites, but these endeavors were short-lived. The Andites built the first stone structures in Egypt. The first and most exquisite of the stone pyramids was erected by Imhotep, an Andite architectural genius, while serving as prime minister. Previous buildings had been constructed of brick, and while many stone structures had been erected in different parts of the world, this was the first in Egypt. But the art of building steadily declined from the days of this great architect.
1997 80:6.4 De Egyptenaren voegden reeds zeer vroeg hun stadsgoden samen tot een ingewikkeld nationaal godenstelsel. Zij ontwikkelden een uitgebreide theologie en hadden een even uitgebreide, maar zwaar drukkende geestelijkheid. Verschillende leiders trachtten de resten van de oude godsdienstige onderrichtingen van de Setieten te doen herleven, maar deze pogingen waren van korte duur. De Andieten bouwden de eerste stenen bouwwerken in Egypte. De eerste, meest verfijnde stenen pyramide werd opgericht door Imhotep, een geniale Anditische architect, toen hij het ambt van eerste minister bekleedde. Eerdere bouwwerken waren van baksteen geweest, en hoewel er vele stenen bouwwerken in verschillende delen van de wereld waren opgericht, was dit het eerste in Egypte. De bouwkunst verviel na de dagen van deze grote architect evenwel gestaag.
1955 80:6.5 This brilliant epoch of culture was cut short by internal warfare along the Nile, and the country was soon overrun, as Mesopotamia had been, by the inferior tribes from inhospitable Arabia and by the blacks from the south. As a result, social progress steadily declined for more than five hundred years.
1997 80:6.5 Dit schitterende culturele tijdvak werd bekort door de binnenlandse oorlogen langs de Nijl, en het land werd, zoals ook Mesopotamië was gebeurd, spoedig onder de voet gelopen door de inferieure stammen uit het onherbergzame Arabië en door de zwarten uit het zuiden. Het gevolg hiervan was dat de sociale ontwikkeling, meer dan vijfhonderd jaar lang, gestadig achteruit ging.
7. ANDITES OF THE MEDITERRANEAN ISLES
7. DE ANDIETEN VAN DE EILANDEN IN DE MIDDELLANDSE ZEE
1955 80:7.1 During the decline of culture in Mesopotamia there persisted for some time a superior civilization on the islands of the eastern Mediterranean.
1997 80:7.1 Gedurende het verval van de cultuur in Mesopotamië hield een superieure beschaving enige tijd stand op de eilanden in het oosten van de Middellandse Zee.
1955 80:7.2 About 12,000 B.C. a brilliant tribe of Andites migrated to Crete. This was the only island settled so early by such a superior group, and it was almost two thousand years before the descendants of these mariners spread to the neighboring isles. This group were the narrow-headed, smaller-statured Andites who had intermarried with the Vanite division of the northern Nodites. They were all under six feet in height and had been literally driven off the mainland by their larger and inferior fellows. These emigrants to Crete were highly skilled in textiles, metals, pottery, plumbing, and the use of stone for building material. They engaged in writing and carried on as herders and agriculturists.
1997 80:7.2 Omstreeks 12.000 v. Chr. migreerde een briljante Andietenstam naar Kreta. Dit was het enige eiland waarop zich zo vroeg reeds zulk een superieure groep vestigde, en bovendien duurde het bijna tweeduizend jaar voordat de nazaten van deze zeelieden zich over de naburige eilanden verspreidden. Deze groep bestond uit smalhoofdige, kleingebouwde Andieten die zich hadden vermengd met de Vanitische tak van de noordelijke Nodieten. Zij waren allen nog geen honderdtachtig centimeter lang, en waren door hun grotere, inferieure medemensen letterlijk van het vasteland verdreven. Deze emigranten naar Kreta waren zeer bedreven in de weefkunst, metaalbewerking, pottenbakkerij, loodgieterij en het gebruik van steen als bouwmateriaal. Zij beoefenden de schrijfkunst en leefden als herders en landbouwers.
1955 80:7.3 Almost two thousand years after the settlement of Crete a group of the tall descendants of Adamson made their way over the northern islands to Greece, coming almost directly from their highland home north of Mesopotamia. These progenitors of the Greeks were led westward by Sato, a direct descendant of Adamson and Ratta.
1997 80:7.3 Bijna tweeduizend jaren na de kolonisatie van Kreta kwam een groep der lange afstammelingen van Adamszoon via de noordelijke eilanden naar Griekenland, vrijwel regelrecht van hun geboortegrond in het hoogland ten noorden van Mesopotamië. Deze voorzaten van de Grieken werden door Sato, een directe afstammeling van Adamszoon en Ratta, naar het westen geleid.
1955 80:7.4 The group which finally settled in Greece consisted of three hundred and seventy-five of the selected and superior people comprising the end of the second civilization of the Adamsonites. These later sons of Adamson carried the then most valuable strains of the emerging white races. They were of a high intellectual order and, physically regarded, the most beautiful of men since the days of the first Eden.
1997 80:7.4 De groep die zich tenslotte in Griekenland vestigde, bestond uit driehonderdvijfenzeventig der uitgelezen, superieure mensen die het einde vormden van de tweede civilisatie van de Adamszonieten. Deze latere zonen van Adamszoon droegen de toen meest waardevolle erfelijkheidsfactoren in zich van de opkomende blanke rassen. Zij hadden een hoog intellectueel niveau en waren, lichamelijk gezien, de prachtigste mensen sinds de dagen van het eerste Eden.
1955 80:7.5 Presently Greece and the Aegean Islands region succeeded Mesopotamia and Egypt as the Occidental center of trade, art, and culture. But as it was in Egypt, so again practically all of the art and science of the Aegean world was derived from Mesopotamia except for the culture of the Adamsonite forerunners of the Greeks. All the art and genius of these latter people is a direct legacy of the posterity of Adamson, the first son of Adam and Eve, and his extraordinary second wife, a daughter descended in an unbroken line from the pure Nodite staff of Prince Caligastia. No wonder the Greeks had mythological traditions that they were directly descended from gods and superhuman beings.
1997 80:7.5 Weldra volgden Griekenland en de Egeïsche eilanden Mesopotamië en Egypte op als het westelijke centrum van handel, kunst en cultuur. Maar evenals in Egypte, was opnieuw vrijwel alle kunst en wetenschap van de Egeïsche wereld afkomstig uit Mesopotamië, behalve de cultuur van de Adamszonitische voorlopers van de Grieken. Alle kunst en genialiteit van de Grieken is een regelrechte erfenis van het nageslacht van Adamszoon, de eerste zoon van Adam en Eva, en zijn uitzonderlijke tweede vrouw, een dochter die in ononderbroken lijn afstamde van de zuiver Noditische staf van Vorst Caligastia. Het is geen wonder dat de Grieken mythologische overleveringen hadden volgens welke zij rechtstreeks afstamden van goden en bovenmenselijke wezens.
1955 80:7.6 The Aegean region passed through five distinct cultural stages, each less spiritual than the preceding, and erelong the last glorious era of art perished beneath the weight of the rapidly multiplying mediocre descendants of the Danubian slaves who had been imported by the later generations of Greeks.
1997 80:7.6 Het Egeïsche gebied doorliep vijf onderscheiden culturele fasen die steeds minder geestelijk werden, en weldra bezweek het laatste glorieuze tijdperk der kunsten onder het gewicht van de zich snel vermenigvuldigende middelmatige nazaten van de Donau-slaven die door de latere Griekse generaties waren ingevoerd.
1955 80:7.7 It was during this age in Crete that the mother cult of the descendants of Cain attained its greatest vogue. This cult glorified Eve in the worship of the “great mother.” Images of Eve were everywhere. Thousands of public shrines were erected throughout Crete and Asia Minor. And this mother cult persisted on down to the times of Christ, becoming later incorporated in the early Christian religion under the guise of the glorification and worship of Mary the earth mother of Jesus.
1997 80:7.7 In deze tijd nu kwam op Kreta de moedercultus van de afstammelingen van Kaïn het sterkst in zwang. Deze cultus verheerlijkte Eva in de verering van de ‘grote moeder[1].’ Overal waren er afbeeldingen van Eva. Duizenden openbare heiligdommen werden er overal op Kreta en in Klein-Azië opgericht. Deze moedercultus duurde voort tot de dagen van Christus, en werd later in de vorm van de verheerlijking en verering van Maria, de aardse moeder van Jezus, ingelijfd in de vroeg-Christelijke godsdienst.
1955 80:7.8 By about 6500 B.C. there had occurred a great decline in the spiritual heritage of the Andites. The descendants of Adam were widespreadly dispersed and had been virtually swallowed up in the older and more numerous human races. And this decadence of Andite civilization, together with the disappearance of their religious standards, left the spiritually impoverished races of the world in a deplorable condition.
1997 80:7.8 Tegen ongeveer 6500 v. Chr. had er een groot verval in de geestelijke erfenis der Andieten plaatsgevonden. De afstammelingen van Adam waren wijd en zijd verstrooid en praktisch door de oudere, talrijkere menselijke rassen verzwolgen. Deze neergang van de Anditische beschaving, alsmede het verdwijnen van hun godsdienstige normen, liet de geestelijk verarmde volken van de wereld in een jammerlijke toestand achter.
1955 80:7.9 By 5000 B.C. the three purest strains of Adam’s descendants were in Sumeria, northern Europe, and Greece. The whole of Mesopotamia was being slowly deteriorated by the stream of mixed and darker races which filtered in from Arabia. And the coming of these inferior peoples contributed further to the scattering abroad of the biologic and cultural residue of the Andites. From all over the fertile crescent the more adventurous peoples poured westward to the islands. These migrants cultivated both grain and vegetables, and they brought domesticated animals with them.
1997 80:7.9 Tegen 5000 v. Chr. bevonden de drie zuiverste takken van Adams nazaten zich in Sumerië, het noorden van Europa en in Griekenland. Geheel Mesopotamië ging langzamerhand achteruit door de stroom gemengde en donkere volken die langzaam vanuit Arabië binnendrongen. De komst van deze inferieure volken droeg bovendien verder bij tot de verstrooiing van de biologische en culturele restanten der Andieten. Uit de gehele vruchtbare halvemaanvormige strook stroomden de meer avontuurlijke mensen in westelijke richting naar de eilanden. Deze volksverhuizers verbouwden zowel graan als groenten en voerden gedomesticeerde dieren met zich mee.
1955 80:7.10 About 5000 B.C. a mighty host of progressive Mesopotamians moved out of the Euphrates valley and settled upon the island of Cyprus; this civilization was wiped out about two thousand years subsequently by the barbarian hordes from the north.
1997 80:7.10 Omstreeks 5000 v. Chr. vertrok er een enorme menigte vooruitstrevende Mesopotamiërs uit de vallei van de Eufraat en vestigde zich op het eiland Cyprus; deze civilisatie werd ongeveer tweeduizend jaren daarna door de barbaarse horden uit het noorden uitgeroeid.
1955 80:7.11 Another great colony settled on the Mediterranean near the later site of Carthage. And from north Africa large numbers of Andites entered Spain and later mingled in Switzerland with their brethren who had earlier come to Italy from the Aegean Islands.
1997 80:7.11 Een andere grote kolonie vestigde zich aan de Middellandse Zee, dichtbij het latere Carthago. En vanuit Noord-Afrika drongen grote aantallen Andieten Spanje binnen, om zich later in Zwitserland te vermengen met hun verwanten die vanaf de Egeïsche eilanden eerder naar Italië waren gekomen.
1955 80:7.12 When Egypt followed Mesopotamia in cultural decline, many of the more able and advanced families fled to Crete, thus greatly augmenting this already advanced civilization. And when the arrival of inferior groups from Egypt later threatened the civilization of Crete, the more cultured families moved on west to Greece.
1997 80:7.12 Toen na Mesopotamië, ook Egypte in cultureel verval geraakte, vluchtten vele van de meer bekwame en vooruitstrevende families naar Kreta, waardoor deze reeds ontwikkelde civilisatie nog sterker werd. En toen de latere komst van inferieure groepen uit Egypte de beschaving van Kreta bedreigde, trokken de meer ontwikkelde families verder naar het westen, naar Griekenland.
1955 80:7.13 The Greeks were not only great teachers and artists, they were also the world’s greatest traders and colonizers. Before succumbing to the flood of inferiority which eventually engulfed their art and commerce, they succeeded in planting so many outposts of culture to the west that a great many of the advances in early Greek civilization persisted in the later peoples of southern Europe, and many of the mixed descendants of these Adamsonites became incorporated in the tribes of the adjacent mainlands.
1997 80:7.13 De Grieken waren niet alleen zeer goede leraren en kunstenaars, zij waren ook ’s werelds beste handelaren en kolonisators. Voordat zij bezweken onder de vloedgolf van inferioriteit die tenslotte hun kunst en handel overspoelde, slaagden zij erin zoveel culturele buitenposten in het westen te vestigen, dat een groot deel van de vooruitgang der vroege Griekse beschaving standhield onder de latere Zuid-Europese volken, en vele gemengde afstammelingen van deze Adamszonieten werden opgenomen door de stammen van het naburige vasteland.
8. THE DANUBIAN ANDONITES
8. DE DONAU-ANDONIETEN
1955 80:8.1 The Andite peoples of the Euphrates valley migrated north to Europe to mingle with the blue men and west into the Mediterranean regions to mix with the remnants of the commingled Saharans and the southern blue men. And these two branches of the white race were, and now are, widely separated by the broad-headed mountain survivors of the earlier Andonite tribes which had long inhabited these central regions.
1997 80:8.1 De Anditische volken uit de vallei van de Eufraat trokken in noordelijke richting naar Europa, waar zij zich met de blauwe mens vermengden, en in westelijke richting naar de gebieden rond de Middellandse Zee, waar zij zich vermengden met de resten van de gemengde Saharabewoners en de zuidelijke blauwe mensen. Deze twee takken van het blanke ras werden ver van elkaar gescheiden door de in de bergen gevestigde breedhoofdige overlevenden van de vroegere Andonieten-stammen die deze centrale streken reeds lang bewoonden, en zijn dat nu nog.
1955 80:8.2 These descendants of Andon were dispersed through most of the mountainous regions of central and southeastern Europe. They were often reinforced by arrivals from Asia Minor, which region they occupied in considerable strength. The ancient Hittites stemmed directly from the Andonite stock; their pale skins and broad heads were typical of that race. This strain was carried in Abraham’s ancestry and contributed much to the characteristic facial appearance of his later Jewish descendants who, while having a culture and religion derived from the Andites, spoke a very different language. Their tongue was distinctly Andonite.
1997 80:8.2 Deze afstammelingen van Andon waren over het grootste deel van de bergachtige gebieden van centraal en zuidoost Europa verbreid. Zij werden vaak versterkt door nieuwkomers uit Klein-Azië, een gebied dat zij met aanzienlijke mankracht bezet hielden. De oude Hittieten stamden rechtstreeks af van het Andonitische geslacht; hun bleke huid en brede hoofden waren typerend voor dat volk. Deze kenmerken werden ook gedragen door het voorgeslacht van Abraham en droegen veel bij tot de karakteristieke gelaatstrekken van zijn latere Joodse afstammelingen, die hoewel zij een cultuur en godsdienst bezaten die van de Andieten afkomstig was, een geheel andere taal spraken. Hun taal was onmiskenbaar Andonitisch.
1955 80:8.3 The tribes that dwelt in houses erected on piles or log piers over the lakes of Italy, Switzerland, and southern Europe were the expanding fringes of the African, Aegean, and, more especially, the Danubian migrations.
1997 80:8.3 De stammen die huizen bewoonden op palen of op houten pieren waren gebouwd boven de meren van Italië, Zwitserland en zuidelijk Europa, waren de zich uitbreidende uitlopers van de migraties uit Afrika, de eilanden in de Egeïsche Zee, en vooral de Donaustreken.
1955 80:8.4 The Danubians were Andonites, farmers and herders who had entered Europe through the Balkan peninsula and were moving slowly northward by way of the Danube valley. They made pottery and tilled the land, preferring to live in the valleys. The most northerly settlement of the Danubians was at Liege in Belgium. These tribes deteriorated rapidly as they moved away from the center and source of their culture. The best pottery is the product of the earlier settlements.
1997 80:8.4 De inwoners van de Donaustreken waren Andonieten, landbouwers en veehouders die Europa waren binnengekomen via het Balkan-schiereiland en langzaam door de Donauvallei naar het noorden trokken. Zij maakten aardewerk en bebouwden het land, en gaven er de voorkeur aan in de valleien te leven. De noordelijkste vestiging van de Donaumensen lag bij Luik in België. Deze stammen gingen snel achteruit naarmate zij zich verder van het centrum en de bron van hun cultuur verwijderden. Het beste aardewerk werd gemaakt in de oudste nederzettingen.
1955 80:8.5 The Danubians became mother worshipers as the result of the work of the missionaries from Crete. These tribes later amalgamated with groups of Andonite sailors who came by boats from the coast of Asia Minor, and who were also mother worshipers. Much of central Europe was thus early settled by these mixed types of the broad-headed white races which practiced mother worship and the religious rite of cremating the dead, for it was the custom of the mother cultists to burn their dead in stone huts.
1997 80:8.5 De Donau-Andieten werden aanbidders der moedergodin tengevolge van de inspanningen van de zendelingen uit Kreta. Deze stammen vermengden zich later met groepen Andonische zeelieden die per schip van de kust van Klein-Azië kwamen en eveneens de moedergodin aanbaden. Een groot deel van centraal Europa werd zo reeds vroeg gekoloniseerd door deze gemengde typen der breedhoofdige, blanke rassen, die de moedergodin vereerden en hun doden in een godsdienstige rite cremeerden, want het was de gewoonte der aanhangers van de cultus van de moedergodin om hun gestorvenen in stenen hutten te verbranden.
9. THE THREE WHITE RACES
9. DE DRIE BLANKE RASSEN
1955 80:9.1 The racial blends in Europe toward the close of the Andite migrations became generalized into the three white races as follows:
1997 80:9.1 De gemengde rassen in Europa ten tijde van het einde van de Anditische migraties verbreidden zich als volgt als de drie blanke rassen:
1955 80:9.2 1. The northern white race. This so-called Nordic race consisted primarily of the blue man plus the Andite but also contained a considerable amount of Andonite blood, together with smaller amounts of the red and yellow Sangik. The northern white race thus encompassed these four most desirable human stocks. But the largest inheritance was from the blue man. The typical early Nordic was long-headed, tall, and blond. But long ago this race became thoroughly mixed with all of the branches of the white peoples.
1997 80:9.2 1. Het noordelijke blanke ras. Dit zogenaamde Noordse ras bestond voornamelijk uit de blauwe mens plus de Andieten, maar bevatte ook een aanzienlijke hoeveelheid Andonisch bloed, alsmede kleinere hoeveelheden rood en geel Sangik-bloed. Het noordelijke blanke ras omvatte aldus deze vier meest wenselijke menselijke elementen. De blauwe mens leverde echter het grootste deel van het erfelijk materiaal. De typische vroege Noordse mens was langhoofdig, lang en blond. Maar reeds lang geleden raakte dit ras geheel vermengd met alle takken van de blanke volken.
1955 80:9.3 The primitive culture of Europe, which was encountered by the invading Nordics, was that of the retrograding Danubians blended with the blue man. The Nordic-Danish and the Danubian-Andonite cultures met and mingled on the Rhine as is witnessed by the existence of two racial groups in Germany today.
1997 80:9.3 De primitieve cultuur van Europa, waarop de invallende Noordse mensen stootten, was de cultuur van de terugvallende Donau-mensen, gemengd met de blauwe mens. De Noords-Deense en de Donau-Andonische culturen troffen elkaar en vermengden zich bij de Rijn, hetgeen blijkt uit het bestaan van twee raciale groepen in het hedendaagse Duitsland.
1955 80:9.4 The Nordics continued the trade in amber from the Baltic coast, building up a great commerce with the broadheads of the Danube valley via the Brenner Pass. This extended contact with the Danubians led these northerners into mother worship, and for several thousands of years cremation of the dead was almost universal throughout Scandinavia. This explains why remains of the earlier white races, although buried all over Europe, are not to be found—only their ashes in stone and clay urns. These white men also built dwellings; they never lived in caves. And again this explains why there are so few evidences of the white man’s early culture, although the preceding Cro-Magnon type is well preserved where it has been securely sealed up in caves and grottoes. As it were, one day in northern Europe there is a primitive culture of the retrogressing Danubians and the blue man and the next that of a suddenly appearing and vastly superior white man.
1997 80:9.4 De Noordse mensen gingen door met de handel in barnsteen vanuit de Baltische kust, waarbij zij, via de Brenner Pas, omvangrijke handelsbetrekkingen opbouwden met de breedhoofdigen in de Donauvallei. Dit uitgebreide contact met de Donau-mensen bracht deze noorderlingen tot verering der moedergodin, en verscheidene duizenden jaren lang was de crematie van gestorvenen een welhaast algemeen gebruik in geheel Scandinavië. Dit verklaart waarom de overblijfselen van eerdere blanke rassen, hoewel deze in geheel Europa werden begraven, daar niet worden aangetroffen — alleen hun as in stenen en lemen urnen. Deze blanke mensen bouwden ook woningen; zij hebben nooit in holen gewoond. Dit verklaart opnieuw waarom er zo weinig sporen zijn van de vroege cultuur van de blanke mens, hoewel het voorafgaande Cro-Magnon-type, daar waar het veilig was opgeborgen in holen en grotten, goed bewaard is gebleven. De ene dag bestond er als het ware in Noord-Europa een primitieve cultuur van de in verval rakende Donau-mensen en de blauwe mens, terwijl de volgende dag de verreweg superieure blanke mens plotseling verscheen.
1955 80:9.5 2. The central white race. While this group includes strains of blue, yellow, and Andite, it is predominantly Andonite. These people are broad-headed, swarthy, and stocky. They are driven like a wedge between the Nordic and Mediterranean races, with the broad base resting in Asia and the apex penetrating eastern France.
1997 80:9.5 2. Het centrale blanke ras. Hoewel deze groep ook blauwe, gele en Anditische erfelijkheidsfactoren bevat, is zij toch overheersend Andonitisch. Deze mensen zijn breedhoofdig, donker, en gedrongen. Zij zijn als een wig tussen de Noordse en Mediterrane volken, met de brede basis in Azië, terwijl de top het oosten van Frankrijk binnendringt.
1955 80:9.6 For almost twenty thousand years the Andonites had been pushed farther and farther to the north of central Asia by the Andites. By 3000 B.C. increasing aridity was driving these Andonites back into Turkestan. This Andonite push southward continued for over a thousand years and, splitting around the Caspian and Black seas, penetrated Europe by way of both the Balkans and the Ukraine. This invasion included the remaining groups of Adamson’s descendants and, during the latter half of the invasion period, carried with it considerable numbers of the Iranian Andites as well as many of the descendants of the Sethite priests.
1997 80:9.6 Bijna twintigduizend jaar lang waren de Andonieten door de Andieten steeds verder naar het noorden van Centraal-Azië gedrongen. Tegen 3000 v. Chr. dreef een toenemende droogte deze Andonieten terug naar Turkestan. Dit Andonitische offensief naar het zuiden duurde meer dan duizend jaar en zich splitsend rond de Kaspische en de Zwarte Zee, drong het zowel via de Balkan als de Oekraïne in Europa door. Aan deze invasie deden de overgebleven groepen afstammelingen van Adamszoon mee, en tijdens de tweede helft grote aantallen Andieten uit Iran, evenals vele nakomelingen van de Setitische priesters.
1955 80:9.7 By 2500 B.C. the westward thrust of the Andonites reached Europe. And this overrunning of all Mesopotamia, Asia Minor, and the Danube basin by the barbarians of the hills of Turkestan constituted the most serious and lasting of all cultural setbacks up to that time. These invaders definitely Andonized the character of the central European races, which have ever since remained characteristically Alpine.
1997 80:9.7 Tegen 2500 v. Chr. bereikte de naar het westen gerichte uitval der Andonieten Europa. Deze verovering van geheel Mesopotamië, Klein-Azië en het stroomgebied van de Donau door de barbaren uit de heuvels van Turkestan vormde de ernstigste en langdurigste culturele terugval tot die tijd. Deze indringers gaven de volken in centraal Europa een ondubbelzinnig Andonitisch karakter, waardoor zij sindsdien ook typisch Alpinisch zijn gebleven.
1955 80:9.8 3. The southern white race. This brunet Mediterranean race consisted of a blend of the Andite and the blue man, with a smaller Andonite strain than in the north. This group also absorbed a considerable amount of secondary Sangik blood through the Saharans. In later times this southern division of the white race was infused by strong Andite elements from the eastern Mediterranean.
1997 80:9.8 3. Het zuidelijke blanke ras. Dit bruinharige Mediterrane volk bestond uit een vermenging van de Anditische en de blauwe mens, met minder Anditische elementen dan in het noorden. Deze groep nam door de Saharabewoners ook een aanzienlijke hoeveelheid bloed op van secundaire Sangiks. In latere tijden werden aan dit zuidelijke deel van het blanke ras sterke Anditische elementen uit de gebieden rond de oostelijke Middellandse Zee toegevoegd.
1955 80:9.9 The Mediterranean coastlands did not, however, become permeated by the Andites until the times of the great nomadic invasions of 2500 B.C. Land traffic and trade were nearly suspended during these centuries when the nomads invaded the eastern Mediterranean districts. This interference with land travel brought about the great expansion of sea traffic and trade; Mediterranean sea-borne commerce was in full swing about forty-five hundred years ago. And this development of marine traffic resulted in the sudden expansion of the descendants of the Andites throughout the entire coastal territory of the Mediterranean basin.
1997 80:9.9 In de Mediterrane kustgebieden drongen de Andieten pas goed door ten tijde van de grote invasie der nomaden van 2500 v.Chr. Het verkeer en de handel over land waren in deze eeuwen, toen de nomaden de oostelijke Mediterrane gebieden binnenvielen, bijna geheel stilgelegd. De verstoring van het verkeer over land had een grote uitbreiding van het vervoer en de handel over zee tot gevolg; ongeveer vijfenveertighonderd jaar geleden was de Mediterrane zeehandel in volle gang. De ontwikkeling van de zeevaart had de plotselinge verspreiding van de afstammelingen der Andieten over alle kustgebieden van de Middellandse Zee tot gevolg.
1955 80:9.10 These racial mixtures laid the foundations for the southern European race, the most highly mixed of all. And since these days this race has undergone still further admixture, notably with the blue-yellow-Andite peoples of Arabia. This Mediterranean race is, in fact, so freely admixed with the surrounding peoples as to be virtually indiscernible as a separate type, but in general its members are short, long-headed, and brunet.
1997 80:9.10 Deze raciale vermengingen legden de grondslag voor het Zuid-Europese ras, het meest gemengde van alle rassen. Sinds deze tijd heeft dit ras zich nog verder vermengd, vooral met de blauw-gele Anditische volken van Arabië. Dit Mediterrane ras is in feite zo sterk met de rondom wonende volken vermengd, dat het praktisch niet als een apart soort valt te onderscheiden, maar deze mensen zijn in het algemeen klein, langhoofdig en bruinharig.
1955 80:9.11 In the north the Andites, through warfare and marriage, obliterated the blue men, but in the south they survived in greater numbers. The Basques and the Berbers represent the survival of two branches of this race, but even these peoples have been thoroughly admixed with the Saharans.
1997 80:9.11 In het noorden wisten de Andieten, door oorlogen en huwelijken, de blauwe mens uit, maar in het zuiden bleven zij in grote aantallen bestaan. De Basken en de Berbers zijn nog overlevenden van twee takken van dit ras, maar zelfs deze volken zijn grondig vermengd met de Saharabewoners.
1955 80:9.12 This was the picture of race mixture presented in central Europe about 3000 B.C. In spite of the partial Adamic default, the higher types did blend.
1997 80:9.12 Dit was, ongeveer 3000 v. Chr. het beeld van de vermenging der rassen in centraal Europa. Ondanks het gedeeltelijk falen van de zending van Adam, vermengden zich toch de hogere typen der mensen.
1955 80:9.13 These were the times of the New Stone Age overlapping the oncoming Bronze Age. In Scandinavia it was the Bronze Age associated with mother worship. In southern France and Spain it was the New Stone Age associated with sun worship. This was the time of the building of the circular and roofless sun temples. The European white races were energetic builders, delighting to set up great stones as tokens to the sun, much as did their later-day descendants at Stonehenge. The vogue of sun worship indicates that this was a great period of agriculture in southern Europe.
1997 80:9.13 Dit waren de tijden van het Nieuwe Stenen Tijdperk, hetwelk gedeeltelijk samenviel met het naderende Bronzen Tijdperk. In Scandinavië was dit het Bronzen Tijdperk, dat nauw verbonden was met de verering der moedergodin. In het zuiden van Frankrijk en in Spanje was dit het Nieuwe Stenen Tijdperk, en ging het samen met de aanbidding der zon. Dit was de tijd dat er ronde zonnetempels zonder daken werden gebouwd. De Europese blanke volken waren energieke bouwers, die er behagen in schepten grote stenen op te richten ter verering van de zon, evenals hun latere afstammelingen dat deden in Stonehenge. De gewoonte om de zon te aanbidden wijst erop, dat dit in het zuiden van Europa een belangrijke tijd was voor de landbouw.
1955 80:9.14 The superstitions of this comparatively recent sun-worshiping era even now persist in the folkways of Brittany. Although Christianized for over fifteen hundred years, these Bretons still retain charms of the New Stone Age for warding off the evil eye. They still keep thunderstones in the chimney as protection against lightning. The Bretons never mingled with the Scandinavian Nordics. They are survivors of the original Andonite inhabitants of western Europe, mixed with the Mediterranean stock.
1997 80:9.14 De vormen van bijgeloof van dit betrekkelijk recente tijdvak der zonaanbidding bestaan zelfs nu nog in de traditionele gebruiken van Bretagne. Ofschoon zij meer dan vijftienhonderd jaar gekerstend zijn, houden deze Bretons nog steeds vast aan de magische middelen uit het Nieuwe Stenen Tijdperk om het boze oog af te weren. Zij houden nog steeds donderstenen in de schoorsteen, als bescherming tegen de bliksem. De Bretons hebben zich nooit vermengd met de Noord-Europeanen uit Scandinavië. Zij zijn restanten van de oorspronkelijke Andonitische bewoners van West-Europa, gemengd met de Mediterrane geslachten.
1955 80:9.15 But it is a fallacy to presume to classify the white peoples as Nordic, Alpine, and Mediterranean. There has been altogether too much blending to permit such a grouping. At one time there was a fairly well-defined division of the white race into such classes, but widespread intermingling has since occurred, and it is no longer possible to identify these distinctions with any clarity. Even in 3000 B.C. the ancient social groups were no more of one race than are the present inhabitants of North America.
1997 80:9.15 Het is echter een misvatting te veronderstellen dat de blanke volken kunnen worden ingedeeld als Noords, Alpinisch en Mediterraan. Er heeft veel te veel vermenging plaatsgevonden dan dat zo’n indeling gepermitteerd zou zijn. Eens heeft er een tamelijk duidelijk omlijnde indeling van het blanke ras in zulke groepen bestaan, maar sindsdien heeft er een wijdverspreide onderlinge vermenging plaatsgevonden, en het is niet langer mogelijk deze verschillen met enige duidelijkheid vast te stellen. Al in 3000 v. Chr. behoorden de oude sociale groeperingen even weinig tot één ras als de huidige bewoners van Noord-Amerika.
1955 80:9.16 This European culture for five thousand years continued to grow and to some extent intermingle. But the barrier of language prevented the full reciprocation of the various Occidental nations. During the past century this culture has been experiencing its best opportunity for blending in the cosmopolitan population of North America; and the future of that continent will be determined by the quality of the racial factors which are permitted to enter into its present and future populations, as well as by the level of the social culture which is maintained.
1997 80:9.16 Deze Europese beschaving bleef zich gedurende vijfduizend jaar ontwikkelen en zich enigermate onderling vermengen. Doch de taalbarrière stond een volledige uitwisseling tussen de verschillende westerse naties in de weg. In de afgelopen eeuw heeft deze cultuur haar gunstigste gelegenheid tot vermenging gehad in de kosmopolitische bevolking van Noord-Amerika; de toekomst van dit continent zal worden bepaald door de kwaliteit van de raciale factoren die het, thans en in de toekomst, zal worden toegestaan deel uit te maken van de bevolking, alsook door het niveau van de sociale cultuur die in stand wordt gehouden.
1997 80:9.17 [Aangeboden door een Aartsengel van Nebadon.]
Verhandeling 79. De expansie der Andieten in het Oosten |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 81. De ontwikkeling van de moderne civilisatie |