Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 33. Het bestuur van het Plaatselijk Universum |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 35. De Zonen van God in het Plaatselijk Universum |
THE LOCAL UNIVERSE MOTHER SPIRIT
DE MOEDER-GEEST VAN HET PLAATSELIJK UNIVERSUM
1955 34:0.1 WHEN a Creator Son is personalized by the Universal Father and the Eternal Son, then does the Infinite Spirit individualize a new and unique representation of himself to accompany this Creator Son to the realms of space, there to be his companion, first, in physical organization and, later, in creation and ministry to the creatures of the newly projected universe.
1997 34:0.1 WANNEER er een Schepper-Zoon wordt gepersonaliseerd door de Universele Vader en de Eeuwige Zoon, dan individualiseert de Oneindige Geest ook een nieuwe, unieke vertegenwoordiging van zichzelf om met deze Schepper-Zoon mee te gaan naar de gebieden in de ruimte en daar zijn metgezel te zijn, eerst bij de fysische organisatie en later bij de schepping van en het dienstbetoon aan de schepselen van dit nieuw geprojecteerde universum.
1955 34:0.2 A Creative Spirit reacts to both physical and spiritual realities; so does a Creator Son; and thus are they co-ordinate and associate in the administration of a local universe of time and space.
1997 34:0.2 Een Scheppende Geest reageert op zowel fysische als geestelijke realiteiten en hetzelfde geldt voor een Schepper-Zoon; aldus zijn zij dan ook van dezelfde rang en elkaars partners in het bestuur van een plaatselijk universum in tijd en ruimte.
1955 34:0.3 These Daughter Spirits are of the essence of the Infinite Spirit, but they cannot function in the work of physical creation and spiritual ministry simultaneously. In physical creation the Universe Son provides the pattern while the Universe Spirit initiates the materialization of physical realities. The Son operates in the power designs, but the Spirit transforms these energy creations into physical substances. Although it is somewhat difficult to portray this early universe presence of the Infinite Spirit as a person, nevertheless, to the Creator Son the Spirit associate is personal and has always functioned as a distinct individual.
1997 34:0.3 Deze Dochter-Geesten delen in het wezen van de Oneindige Geest, doch kunnen niet gelijktijdig functioneren in het werk van fysische schepping en in geestelijk dienstbetoon. In de fysische schepping verschaft de Universum-Zoon het patroon, terwijl de Universum-Geest de aanzet geeft tot de materialisatie van fysische werkelijkheden. De Zoon is werkzaam in de krachtontwerpen, doch de Geest transformeert deze energiescheppingen tot fysische substanties. Ofschoon het wat moeilijk is om deze vroege universum-tegenwoordigheid van de Oneindige Geest als een persoon af te schilderen, is de Geest-partner niettemin persoonlijk voor de Schepper-Zoon en heeft zij altijd gefunctioneerd als een onmiskenbaar individueel wezen.
1. PERSONALIZATION OF THE CREATIVE SPIRIT
1. DE PERSONALISATIE VAN DE SCHEPPENDE GEEST
1955 34:1.1 After the completion of the physical organization of a starry and planetary cluster and the establishment of the energy circuits by the superuniverse power centers, subsequent to this preliminary work of creation by the agencies of the Infinite Spirit, operating through, and under the direction of, his local universe creative focalization, there goes forth the proclamation of the Michael Son that life is next to be projected in the newly organized universe. Upon the Paradise recognition of this declaration of intention, there occurs a reaction of approval in the Paradise Trinity, followed by the disappearance in the spiritual shining of the Deities of the Master Spirit in whose superuniverse this new creation is organizing. Meanwhile the other Master Spirits draw near this central lodgment of the Paradise Deities, and subsequently, when the Deity-embraced Master Spirit emerges to the recognition of his fellows, there occurs what is known as a “primary eruption.” This is a tremendous spiritual flash, a phenomenon clearly discernible as far away as the headquarters of the superuniverse concerned; and simultaneously with this little-understood Trinity manifestation there occurs a marked change in the nature of the creative spirit presence and power of the Infinite Spirit resident in the local universe concerned. In response to these Paradise phenomena there immediately personalizes, in the very presence of the Creator Son, a new personal representation of the Infinite Spirit. This is the Divine Minister. The individualized Creative Spirit helper of the Creator Son has become his personal creative associate, the local universe Mother Spirit.
1997 34:1.1 Nadat de fysische organisatie van een cluster van sterren en planeten voltooid is en de energiecircuits door de krachtcentra van het superuniversum tot stand zijn gebracht, na al dit voorbereidende scheppingswerk door de instanties van de Oneindige Geest, werkend door, en onder leiding van, zijn scheppende focalisering in het plaatselijk universum, gaat van de Michael-Zoon de proclamatie uit dat thans het leven geprojecteerd gaat worden in dit nieuw georganiseerde universum. Nadat het Paradijs deze intentieverklaring heeft erkend, vindt er in de Paradijs-Triniteit een reactie van goedkeuring plaats, die wordt gevolgd door het verdwijnen, in het geestelijk schijnsel van de Godheden, van de Meester-Geest in wiens superuniversum deze nieuwe schepping wordt georganiseerd. Ondertussen komen de andere Meester-Geesten dicht naar dit centrale verblijf van de Paradijs-Godheden toe en wanneer vervolgens de door de Godheid omhelsde Meester-Geest opnieuw tevoorschijn komt, zodat hij door zijn collega’s kan worden herkend, vindt er iets plaats wat bekend staat als een ‘primaire eruptie.’ Dit is een geweldige geestelijke flits, een verschijnsel dat duidelijk kan worden waargenomen zelfs vanuit het verre hoofdkwartier van het betrokken superuniversum; tegelijk met deze grotendeels onbegrepen manifestatie van de Triniteit vindt er een duidelijke verandering plaats in de natuur van de scheppende geest-tegenwoordigheid en kracht van de Oneindige Geest die in het betreffende plaatselijk universum resideert. In respons op deze Paradijs-verschijnselen personaliseert er ogenblikkelijk, in de tegenwoordigheid van de Schepper-Zoon zelve, een nieuwe persoonlijke vertegenwoordiging van de Oneindige Geest. Dit is de Goddelijke Hulp en Bij- stand. De geïndividualiseerde Scheppende Geest, de helper van de Schepper-Zoon, is zijn per- soonlijke scheppende deelgenote geworden, de Moeder-Geest van het plaatselijk universum.
1955 34:1.2 From and through this new personal segregation of the Conjoint Creator there proceed the established currents and the ordained circuits of spirit power and spiritual influence destined to pervade all the worlds and beings of that local universe. In reality, this new and personal presence is but a transformation of the pre-existent and less personal associate of the Son in his earlier work of physical universe organization.
1997 34:1.2 Uit en door deze nieuwe persoonlijke afsplitsing van de Vereende Schepper komen de ingestelde stromen en verordineerde circuits van geest-kracht en geestelijke invloed voort, die bestemd zijn om alle werelden en wezens van dat plaatselijk universum te doordringen. In werkelijkheid is deze nieuwe, persoonlijke tegenwoordigheid slechts een transformatie van de preëxistente, minder persoonlijke deelgenote van de Zoon bij zijn eerdere arbeid van de fysische organisatie van het universum.
1955 34:1.3 This is the relation of a stupendous drama in few words, but it represents about all that can be told regarding these momentous transactions. They are instantaneous, inscrutable, and incomprehensible; the secret of the technique and procedure resides in the bosom of the Paradise Trinity. Of only one thing are we certain: The Spirit presence in the local universe during the time of purely physical creation or organization was incompletely differentiated from the spirit of the Paradise Infinite Spirit; whereas, after the reappearance of the supervising Master Spirit from the secret embrace of the Gods and following the flash of spiritual energy, the local universe manifestation of the Infinite Spirit suddenly and completely changes to the personal likeness of that Master Spirit who was in transmuting liaison with the Infinite Spirit. The local universe Mother Spirit thus acquires a personal nature tinged by that of the Master Spirit of the superuniverse of astronomic jurisdiction.
1997 34:1.3 Dit ontzagwekkende gebeuren wordt hier in slechts enkele woorden weergegeven, maar dit is ongeveer alles wat u verteld kan worden aangaande deze gewichtige verrichtingen. Zij vinden in een ogenblik plaats, ze zijn onnaspeurlijk en onbegrijpelijk; het geheim van hun techniek en procedure berust in de boezem van de Triniteit op het Paradijs. Van slechts één ding zijn wij zeker: de Geest-tegenwoordigheid in het plaatselijk universum was gedurende de tijd van de zuiver fysische schepping of organisatie onvolledig gedifferentieerd van de Oneindige Geest van het Paradijs, terwijl de manifestatie van de Oneindige Geest in het plaatselijk universum na de herverschijning van de toezichthoudende Meester-Geest uit de geheime omhelzing van de Goden en na de flits van geestelijke energie, plotseling volledig verandert in de persoonlijke gelijkenis van de Meester-Geest die in transmuterende verbinding heeft gestaan met de Oneindige Geest. De Moeder-Geest van het plaatselijk universum verkrijgt alzo een persoonlijke natuur die is getint door de natuur van de Meester-Geest van het superuniversum tot welks astronomisch rechtsgebied zij behoort.
1955 34:1.4 This personalized presence of the Infinite Spirit, the Creative Mother Spirit of the local universe, is known in Satania as the Divine Minister. To all practical intents and spiritual purposes this manifestation of Deity is a divine individual, a spirit person. And she is so recognized and regarded by the Creator Son. It is through this localization and personalization of the Third Source and Center in our local universe that the Spirit could subsequently become so fully subject to the Creator Son that of this Son it was truly said, “All power in heaven and on earth has been intrusted to him.”
1997 34:1.4 Deze gepersonaliseerde tegenwoordigheid van de Oneindige Geest, de Scheppende Moeder-Geest van het plaatselijk universum, wordt in Satania de Goddelijke Hulp en Bijstand genoemd. In ieder praktisch en geestelijk opzicht is deze manifestatie van de Godheid een goddelijk individu, een geest-persoon. Zo wordt zij dan ook erkend en gezien door de Schepper-Zoon. En door deze localisatie en personalisatie van de Derde Bron en Centrum in ons plaatselijk universum nu kon de Geest zich vervolgens zo volledig onderwerpen aan de Schepper-Zoon, dat van deze Zoon naar waarheid gezegd werd: ‘Alle macht in hemel en op aarde zijn aan hem toevertrouwd[1].’
2. NATURE OF THE DIVINE MINISTER
2. DE NATUUR VAN DE GODDELIJKE HULP EN BIJSTAND
1955 34:2.1 Having undergone marked personality metamorphosis at the time of life creation, the Divine Minister thereafter functions as a person and co-operates in a very personal manner with the Creator Son in the planning and management of the extensive affairs of their local creation. To many universe types of being, even this representation of the Infinite Spirit may not appear to be wholly personal during the ages preceding the final Michael bestowal; but subsequent to the elevation of the Creator Son to the sovereign authority of a Master Son, the Creative Mother Spirit becomes so augmented in personal qualities as to be personally recognized by all contacting individuals.
1997 34:2.1 Na de duidelijke persoonlijkheidsmetamorfose die de Goddelijke Hulp en Bijstand ondergaat ten tijde van de schepping van leven, functioneert zij vervolgens als een persoon en werkt zij op zeer persoonlijke wijze samen met de Schepper-Zoon bij de planning en het regelen van de veelomvattende aangelegenheden van hun plaatselijke schepping. Vele typen universumwezens lijkt zelfs deze vertegenwoordiging van de Oneindige Geest soms niet geheel persoonlijk toe in de tijdperken die voorafgaan aan de laatste zelfschenking van de Michael, doch wanneer de Schepper-Zoon is verheven tot het soevereine gezag van een Meester-Zoon, nemen de persoonlijke kwaliteiten van de Scheppende Moeder-Geest zodanig toe, dat zij als persoonlijk wordt herkend door alle wezens die met haar in aanraking komen.
1955 34:2.2 From the earliest association with the Creator Son the Universe Spirit possesses all the physical-control attributes of the Infinite Spirit, including the full endowment of antigravity. Upon the attainment of personal status the Universe Spirit exerts just as full and complete control of mind gravity, in the local universe, as would the Infinite Spirit if personally present.
1997 34:2.2 Vanaf het begin van haar associatie met de Schepper-Zoon bezit de Universum-Geest alle attributen van fysische controle van de Oneindige Geest, waarbij inbegrepen de volle begiftiging met anti-zwaartekracht. Wanneer de Universum-Geest de status van persoonlijkheid heeft bereikt, oefent zij in het plaatselijk universum een even volledige en sterke controle uit op de bewustzijnszwaartekracht, als de Oneindige Geest zou uitoefenen indien deze persoonlijk aanwezig zou zijn.
1955 34:2.3 In each local universe the Divine Minister functions in accordance with the nature and inherent characteristics of the Infinite Spirit as embodied in one of the Seven Master Spirits of Paradise. While there is a basic uniformity of character in all Universe Spirits, there is also a diversity of function, determined by their origin through one of the Seven Master Spirits. This differential of origin accounts for the diverse techniques in the function of the local universe Mother Spirits in different superuniverses. But in all essential spiritual attributes these Spirits are identical, equally spiritual and wholly divine, irrespective of superuniverse differentiation.
1997 34:2.3 In ieder plaatselijk universum functioneert de Goddelijke Hulp en Bijstand overeenkomstig de natuur en inherente kenmerken van de Oneindige Geest, zoals belichaamd in een der Zeven Meester-Geesten van het Paradijs. Hoewel er een fundamentele uniformiteit van karakter bestaat bij alle Universum-Geesten, is er ook een verscheidenheid in hun functioneren, bepaald door de Meester-Geest door welke zij zijn ontstaan. Dit verschil in oorsprong vormt een verklaring voor de uiteenlopende technieken in het functioneren van de Moeder-Geesten van de plaatselijke universa in de verschillende superuniversa. Doch in alle wezenlijke geestelijke eigenschappen zijn deze Geesten identiek, even geestelijk en geheel goddelijk, ongeacht de verschillen tussen de superuniversa.
1955 34:2.4 The Creative Spirit is coresponsible with the Creator Son in producing the creatures of the worlds and never fails the Son in all efforts to uphold and conserve these creations. Life is ministered and maintained through the agency of the Creative Spirit. “You send forth your Spirit, and they are created. You renew the face of the earth.”
1997 34:2.4 De Scheppende Geest is samen met de Schepper-Zoon verantwoordelijk voor het voortbrengen van de schepselen van de werelden en staat de Zoon immer bij in al zijn inspanningen om deze scheppingen te schragen en te bewaren. Het leven wordt geschonken en in stand gehouden door de werkzaamheid van de Scheppende Geest. ‘Zendt Gij uw Geest uit, zij worden geschapen. Gij vernieuwt het gelaat van de aardbodem[2].’
1955 34:2.5 In the creation of a universe of intelligent creatures the Creative Mother Spirit functions first in the sphere of universe perfection, collaborating with the Son in the production of the Bright and Morning Star. Subsequently the offspring of the Spirit increasingly approach the order of created beings on the planets, even as the Sons grade downward from the Melchizedeks to the Material Sons, who actually contact with the mortals of the realms. In the later evolution of mortal creatures the Life Carrier Sons provide the physical body, fabricated out of the existing organized material of the realm, while the Universe Spirit contributes the “breath of life.”
1997 34:2.5 Bij de schepping van een universum met intelligente schepselen functioneert de Scheppende Moeder-Geest eerst in de sfeer van universum-volmaaktheid en werkt zij samen met de Schepper-Zoon om de Blinkende Morgenster voort te brengen[3]. In het verdere verloop benaderen de afstammelingen van de Geest steeds meer de orde van geschapen wezens op de planeten, net zoals de Zonen een afdalende reeks vormen van de Melchizedeks tot de Materiële Zonen, die daadwerkelijk contact maken met de stervelingen van hun gebieden. Bij de latere evolutie van de sterfelijke schepselen verschaffen de Zonen van de orde der Leven-Dragers het fysieke lichaam, dat vervaardigd wordt uit het bestaande organische materiaal van het betreffende gebied, terwijl de Universum-Geest de ‘adem des levens’ bijdraagt[4].
1955 34:2.6 While the seventh segment of the grand universe may, in many respects, be tardy in development, thoughtful students of our problems look forward to the evolution of an extraordinarily well-balanced creation in the ages to come. We predict this high degree of symmetry in Orvonton because the presiding Spirit of this superuniverse is the chief of the Master Spirits on high, being a spirit intelligence embodying the balanced union and perfect co-ordination of the traits and character of all three of the eternal Deities. We are tardy and backward in comparison with other sectors, but there undoubtedly awaits us a transcendent development and an unprecedented achievement sometime in the eternal ages of the future.
1997 34:2.6 Ook al loopt het zevende segment van het groot universum in vele opzichten enigszin achter in ontwikkeling, toch zien aandachtige kenners van onze problemen de evolutie tegemoet van een buitengewoon evenwichtige schepping in de komende eeuwen. Wij voorspellen deze hoge mate van symmetrie in Orvonton gezien het feit dat de leidinggevende Geest van dit super-universum het hoofd is van de Meester-Geesten in den hoge, omdat hij een geest-verstandelijk wezen is dat de uitgebalanceerde eenheid en volmaakte coördinatie belichaamt van de eigenschappen en het karakter van alledrie de eeuwige Godheden. Wij zijn traag en achtergebleven in vergelijking met andere sectoren, maar er wacht ons in de eeuwige tijdperken van de toekomstige eeuwen ongetwijfeld een transcendente ontwikkeling en een ongekend niveau van verworvenheden, dat bereikt zal worden.
3. THE SON AND SPIRIT IN TIME AND SPACE
3. DE ZOON EN DE GEEST IN TIJD EN RUIMTE
1955 34:3.1 Neither the Eternal Son nor the Infinite Spirit is limited or conditioned by either time or space, but most of their offspring are.
1997 34:3.1 Noch de Eeuwige Zoon, noch de Oneindige Geest, zijn door de tijd of door de ruimte beperkt of bepaald, doch de meesten van hun afstammelingen zijn dit wel.
1955 34:3.2 The Infinite Spirit pervades all space and indwells the circle of eternity. Still, in their personal contact with the children of time, the personalities of the Infinite Spirit must often reckon with temporal elements, though not so much with space. Many mind ministries ignore space but suffer a time lag in effecting co-ordination of diverse levels of universe reality. A Solitary Messenger is virtually independent of space except that time is actually required in traveling from one location to another; and there are similar entities unknown to you.
1997 34:3.2 De Oneindige Geest doordringt alle ruimte en bewoont de cirkel der eeuwigheid. Toch moeten de persoonlijkheden van de Oneindige Geest in hun persoonlijke contact met de kinderen in de tijd dikwijls rekening houden met tijdsfactoren, ofschoon niet zeer vaak met de ruimte. Vele vormen van bewustzijnsdienstbetoon negeren de ruimte, doch ondervinden een tijdsverloop bij het coördineren van uiteenlopende niveaus van universum-werkelijkheid. Een Solitaire Boodschapper is bijna geheel onafhankelijk van de ruimte, behalve dat er daadwerkelijk tijd nodig is om van de ene locatie naar de volgende te reizen. En er bestaan nog andere gelijksoortige wezens die u onbekend zijn.
1955 34:3.3 In personal prerogatives a Creative Spirit is wholly and entirely independent of space, but not of time. There is no specialized personal presence of such a Universe Spirit on either the constellation or system headquarters. She is equally and diffusely present throughout her entire local universe and is, therefore, just as literally and personally present on one world as on any other.
1997 34:3.3 Met betrekking tot haar persoonlijke prerogatieven is een Scheppende Geest geheel en al onafhankelijk van de ruimte, maar niet van de tijd. Er bevindt zich geen gespecialiseerde persoonlijke vertegenwoordiging van zulk een Universum-Geest op de hoofdkwartieren van de constellaties of op die der stelsels. Zij is overal in gelijke mate diffuus aanwezig in haar ganse plaatselijk universum en is daarom even letterlijk en persoonlijk aanwezig op één wereld als op iedere andere.
1955 34:3.4 Only as regards the element of time is a Creative Spirit ever limited in her universe ministrations. A Creator Son acts instantaneously throughout his universe; but the Creative Spirit must reckon with time in the ministration of the universal mind except as she consciously and designedly avails herself of the personal prerogatives of the Universe Son. In pure-spirit function the Creative Spirit also acts independently of time as well as in her collaboration with the mysterious function of universe reflectivity.
1997 34:3.4 Alleen met betrekking tot het tijdselement is een Scheppende Geest steeds beperkt in haar dienstbetoon in het universum. Een Schepper-Zoon handelt overal in zijn universum ogenblikkelijk, maar de Scheppende Geest dient rekening te houden met de tijd bij haar toediening van het universeel bewustzijn, behalve voorzover zij zich bewust en opzettelijk bedient van de persoonlijke prerogatieven van de Universum-Zoon. In haar zuivere-geest-functie handelt de Scheppende Geest eveneens onafhankelijk van de tijd, en evenzo in haar samenwerking met de mysterieuze functie der universum-reflectiviteit.
1955 34:3.5 Though the spirit-gravity circuit of the Eternal Son operates independently of both time and space, all functions of the Creator Sons are not exempt from space limitations. If the transactions of the evolutionary worlds are excepted, these Michael Sons seem to be able to operate relatively independent of time. A Creator Son is not handicapped by time, but he is conditioned by space; he cannot personally be in two places at the same time. Michael of Nebadon acts timelessly within his own universe and by reflectivity practically so in the superuniverse. He communicates timelessly with the Eternal Son directly.
1997 34:3.5 Ofschoon het geest-zwaartekrachtcircuit van de Eeuwige Zoon onafhankelijk werkt van zowel tijd als ruimte, zijn niet alle functies van de Schepper-Zonen vrij van ruimtebeperkingen. Als wij een uitzondering maken voor hun verrichtingen op de evolutionaire werelden, lijken deze Michael-Zonen in staat om betrekkelijk onafhankelijk van de tijd te werken. Een Schepper-Zoon wordt niet belemmerd door de tijd, doch hij is niet onafhankelijk van de ruimte: hij kan niet persoonlijk op twee plaatsen tegelijk zijn. Michael van Nebadon handelt tijdloos binnen zijn eigen universum, en via de reflectiviteit praktisch ook in het superuniversum. Hij communiceert tijdloos en direct met de Eeuwige Zoon.
1955 34:3.6 The Divine Minister is the understanding helper of the Creator Son, enabling him to overcome and atone for his inherent limitations regarding space, for when these two function in administrative union, they are practically independent of time and space within the confines of their local creation. Therefore, as practically observed throughout a local universe, the Creator Son and the Creative Spirit usually function independently of both time and space since there is always available to each the time and the space liberation of the other.
1997 34:3.6 De Goddelijke Hulp en Bijstand is de begripvolle helpster van de Schepper-Zoon, en stelt hem in staat zijn inherente beperkingen met betrekking tot de ruimte te overwinnen en goed te maken, want wanneer deze twee als een bestuurlijke eenheid functioneren, zijn zij praktisch onafhankelijk van tijd en ruimte binnen de grenzen van hun plaatselijke schepping. De Schepper-Zoon en de Scheppende Geest functioneren derhalve onafhankelijk van tijd en ruimte zoals overal in een plaatselijk universum in de praktijk wordt waargenomen, aangezien ieder van hen altijd beschikt over de tijd- en ruimte-vrijheid van de ander.
1955 34:3.7 Only absolute beings are independent of time and space in the absolute sense. The majority of the subordinate persons of both the Eternal Son and the Infinite Spirit are subject to both time and space.
1997 34:3.7 Alleen absolute wezens zijn onafhankelijk van tijd en ruimte in de absolute zin. De ondergeschikte personen van zowel de Eeuwige Zoon als de Oneindige Geest zijn in meerderheid onderworpen aan tijd en ruimte.
1955 34:3.8 When a Creative Spirit becomes “space conscious,” she is preparing to recognize a circumscribed “space domain” as hers, a realm in which to be space free in contradistinction to all other space by which she would be conditioned. One is free to choose and act only within the realm of one’s consciousness.
1997 34:3.8 Wanneer een Scheppende Geest ‘ruimte-bewust’ wordt, is zij bezig zich op te maken om een gespecificeerd ‘ruimte-domein’ te erkennen als het hare, een gebied waar zij vrij van de ruimte zal zijn, in tegenstelling tot alle andere ruimte waardoor zij beperkt zou zijn. Men is slechts vrij om te kiezen en te handelen binnen het gebied van zijn bewustheid.
4. THE LOCAL UNIVERSE CIRCUITS
4. DE CIRCUITS VAN HET PLAATSELIJK UNIVERSUM
1997 34:4.1 Er zijn drie duidelijk onderscheiden geest-circuits in het plaatselijk universum Nebadon:
1955 34:4.2 1. The bestowal spirit of the Creator Son, the Comforter, the Spirit of Truth.
1955 34:4.3 2. The spirit circuit of the Divine Minister, the Holy Spirit.
1955 34:4.4 3. The intelligence-ministry circuit, including the more or less unified activities but diverse functioning of the seven adjutant mind-spirits.
1997 34:4.4 3. het circuit van intelligentie-toediening, waaronder de min of meer geünificeerde activiteiten maar het verschillend functioneren van de zeven assistent-bewustzijnsgeesten.
1955 34:4.5 The Creator Sons are endowed with a spirit of universe presence in many ways analogous to that of the Seven Master Spirits of Paradise. This is the Spirit of Truth which is poured out upon a world by a bestowal Son after he receives spiritual title to such a sphere. This bestowed Comforter is the spiritual force which ever draws all truth seekers towards Him who is the personification of truth in the local universe. This spirit is an inherent endowment of the Creator Son, emerging from his divine nature just as the master circuits of the grand universe are derived from the personality presences of the Paradise Deities.
1997 34:4.5 De Schepper-Zonen zijn begiftigd met een geest van universum-presentie die in vele opzichten analoog is aan die der Zeven Meester-Geesten van het Paradijs. Dit is de Geest van Waarheid, die door een zelfschenking-Zoon over een wereld wordt uitgestort wanneer hij het geestelijk eigendomsrecht van die wereld heeft ontvangen. Deze geschonken Trooster is de geestelijke kracht waardoor alle zoekers naar waarheid immer worden aangetrokken tot Hem die de verpersoonlijking van waarheid is in het plaatselijk universum[7]. Deze geest is een intrinsieke kwaliteit van de Schepper-Zoon, zij komt voort uit zijn goddelijke natuur precies zoals de hoofdcircuits van het groot universum voortkomen uit de persoonlijke tegenwoordigheid van de Paradijs-Godheden.
1955 34:4.6 The Creator Son may come and go; his personal presence may be in the local universe or elsewhere; yet the Spirit of Truth functions undisturbed, for this divine presence, while derived from the personality of the Creator Son, is functionally centered in the person of the Divine Minister.
1997 34:4.6 De Schepper-Zoon kan komen en gaan, zijn persoonlijke tegenwoordigheid kan in het plaatselijk universum zijn of elders; toch functioneert de Geest van Waarheid ongestoord, want ofschoon deze goddelijke presentie voortkomt uit de persoonlijkheid van de Schepper-Zoon, is zij functioneel geconcentreerd in de persoon van de Goddelijke Hulp en Bijstand.
1955 34:4.7 The Universe Mother Spirit, however, never leaves the local universe headquarters world. The spirit of the Creator Son may and does function independently of the personal presence of the Son, but not so with her personal spirit. The Holy Spirit of the Divine Minister would become nonfunctional if her personal presence should be removed from Salvington. Her spirit presence seems to be fixed on the universe headquarters world, and it is this very fact that enables the spirit of the Creator Son to function independently of the whereabouts of the Son. The Universe Mother Spirit acts as the universe focus and center of the Spirit of Truth as well as of her own personal influence, the Holy Spirit.
1997 34:4.7 De Moeder-Geest van het Universum verlaat echter nimmer de hoofdkwartierwereld van het plaatselijk universum. De geest van de Schepper-Zoon kan onafhankelijk van de persoonlijke aanwezigheid van de Zoon functioneren, en doet dit, doch dit is niet het geval met haar persoonlijke geest. De Heilige Geest van de Goddelijke Hulp en Bijstand zou niet-functioneel worden indien haar persoonlijke tegenwoordigheid van Salvington zou worden verwijderd. Haar geest-tegenwoordigheid lijkt verankerd te zijn op de hoofdkwartierwereld van het universum, en juist dit feit stelt de geest van de Schepper-Zoon in staat om onafhankelijk te functioneren van de verblijfplaats van de Zoon. De Moeder-Geest van het Universum treedt op als focus en centrum zowel van de Geest van Waarheid in het universum, als van haar eigen persoonlijke invloed, de Heilige Geest.
1955 34:4.8 The Creator Father-Son and the Creative Mother Spirit both contribute variously to the mind endowment of their local universe children. But the Creative Spirit does not bestow mind until she is endowed with personal prerogatives.
1997 34:4.8 De Schepper-Vader-Zoon en de Scheppende Moeder-Geest dragen beiden op verschillende wijze bij aan het bewustzijn waarmee hun kinderen in het plaatselijk universum worden begiftigd. De Scheppende Geest verleent echter pas bewustzijn nadat zij persoonlijke prerogatieven heeft ontvangen.
1955 34:4.9 The superevolutionary orders of personality in a local universe are endowed with the local universe type of the superuniverse pattern of mind. The human and the subhuman orders of evolutionary life are endowed with the adjutant spirit types of mind ministration.
1997 34:4.9 De super-evolutionaire orden van persoonlijkheid in een plaatselijk universum worden begiftigd met het superuniversum-patroon van bewustzijn van het type van dat plaatselijk universum. De menselijke en submenselijke orden van evolutionair leven ontvangen de soorten bewustzijnsbijstand die door assistent-geesten worden verleend.
1955 34:4.10 The seven adjutant mind-spirits are the creation of the Divine Minister of a local universe. These mind-spirits are similar in character but diverse in power, and all partake alike of the nature of the Universe Spirit, although they are hardly regarded as personalities apart from their Mother Creator. The seven adjutants have been given the following names: the spirit of wisdom, the spirit of worship, the spirit of counsel, the spirit of knowledge, the spirit of courage, the spirit of understanding, the spirit of intuition—of quick perception.
1997 34:4.10 De zeven assistent-bewustzijnsgeesten zijn de schepping van de Goddelijke Hulp en Bijstand van een plaatselijk universum[8]. Deze bewustzijnsgeesten lijken op elkaar in karakter, maar zijn verschillend in kracht, en allen hebben gelijkelijk deel aan de natuur van de Universum-Geest, ofschoon zij los van hun Moeder-Schepper eigenlijk niet als persoonlijkheden worden gezien. De zeven assistenten hebben de volgende namen gekregen: de geest van wijsheid, de geest van godsverering, de geest van overleg, de geest van kennis, de geest van moed, de geest van begrip, de geest van intuïtie — van snelle waarneming.
1955 34:4.11 These are the “seven spirits of God,” “like lamps burning before the throne,” which the prophet saw in the symbols of vision. But he did not see the seats of the four and twenty sentinels about these seven adjutant mind-spirits. This record represents the confusion of two presentations, one pertaining to the universe headquarters and the other to the system capital. The seats of the four and twenty elders are on Jerusem, the headquarters of your local system of inhabited worlds.
1997 34:4.11 Dit zijn de ‘zeven geesten van God,’ ‘als lampen brandende voor de troon,’ die de profeet zag in visionaire symbolen[9]. Hij zag echter niet de zetels van de vierentwintig wachters rond deze zeven assistent-bewustzijnsgeesten[10]. Dit verslag geeft twee voorstellingen weer die met elkaar zijn verward, één die betrekking heeft op het hoofdkwartier van het universum, en de andere op de hoofdwereld van het stelsel. De zetels van de vierentwintig oudsten zijn op Jerusem, het hoofdkwartier van uw plaatselijk stelsel van bewoonde werelden.
1955 34:4.12 But it was of Salvington that John wrote: “And out of the throne proceeded lightnings and thunderings and voices”—the universe broadcasts to the local systems. He also envisaged the directional control creatures of the local universe, the living compasses of the headquarters world. This directional control in Nebadon is maintained by the four control creatures of Salvington, who operate over the universe currents and are ably assisted by the first functioning mind-spirit, the adjutant of intuition, the spirit of “quick understanding.” But the description of these four creatures—called beasts—has been sadly marred; they are of unparalleled beauty and exquisite form.
1997 34:4.12 Maar het was over Salvington dat Johannes schreef: ‘En uit de troon kwamen voort bliksemstralen, donderslagen, en stemmen’ — de uitzendingen van het universum naar de plaatselijke stelsels[11]. Hij zag ook de richtinggevende controleschepselen van het plaatselijk universum, het levende kompas van de hoofdkwartierwereld. Deze richtinggevende controle in Nebadon wordt gehandhaafd door de vier controleschepselen van Salvington, die opereren via de universum-stromen en bekwaam worden bijgestaan door de eerste functionerende bewustzijnsgeest, de assistent van intuïtie, de geest van ‘snel begrip[12].’ De beschrijving van deze vier schepselen — die dieren genoemd worden — is echter treurig ontsierd; zij zijn van een weergaloze schoonheid en hebben een verfijnde lichaamsvorm[13].
1955 34:4.13 The four points of the compass are universal and inherent in the life of Nebadon. All living creatures possess bodily units which are sensitive and responsive to these directional currents. These creature creations are duplicated on down through the universe to the individual planets and, in conjunction with the magnetic forces of the worlds, so activate the hosts of microscopic bodies in the animal organism that these direction cells ever point north and south. Thus is the sense of orientation forever fixed in the living beings of the universe. This sense is not wholly wanting as a conscious possession by mankind. These bodies were first observed on Urantia about the time of this narration.
1997 34:4.13 De vier streken van het kompas zijn universeel en inherent in het leven in Nebadon. Alle levende schepselen bezitten lichaamseenheden die gevoelig zijn voor en responsief op deze richtinggevende stromen. Deze scheppingen van schepselen worden door het universum heen verder gedupliceerd tot naar de individuele planeten, en in combinatie met de magnetische krachten van de werelden, activeren zij de talloze microscopisch kleine lichaampjes in het dierlijke organisme zodanig, dat deze richtingcellen steeds naar het noorden en zuiden wijzen. Op deze wijze ligt het oriënteringsvermogen voorgoed vast in de levende wezens van het universum. Het mensdom is niet geheel verstoken van dit gevoel, als een bewust besef. Deze cellen werden voor het eerst op Urantia waargenomen rond de tijd van deze verhandeling.
5. THE MINISTRY OF THE SPIRIT
5. HET DIENSTBETOON VAN DE GEEST
1955 34:5.1 The Divine Minister co-operates with the Creator Son in the formulation of life and the creation of new orders of beings up to the time of his seventh bestowal and, subsequently, after his elevation to the full sovereignty of the universe, continues to collaborate with the Son and the Son’s bestowed spirit in the further work of world ministry and planetary progression.
1997 34:5.1 De Goddelijke Hulp en Bijstand werkt samen met de Schepper-Zoon bij het ontwerpen van leven en de schepping van wezens van nieuwe orden tot aan de tijd van zijn zevende zelfschenking, en blijft vervolgens, na diens verheffing tot de volle soevereiniteit over het universum, met de Zoon en met de uitgestorte geest van de Zoon samenwerken in de verdere arbeid van dienstbetoon aan de werelden en de ontwikkeling der planeten.
1955 34:5.2 On the inhabited worlds the Spirit begins the work of evolutionary progression, starting with the lifeless material of the realm, first endowing vegetable life, then the animal organisms, then the first orders of human existence; and each succeeding impartation contributes to the further unfolding of the evolutionary potential of planetary life from the initial and primitive stages to the appearance of will creatures. This labor of the Spirit is largely effected through the seven adjutants, the spirits of promise, the unifying and co-ordinating spirit-mind of the evolving planets, ever and unitedly leading the races of men towards higher ideas and spiritual ideals.
1997 34:5.2 Op de bewoonde werelden begint de Geest, uitgaande van het levenloze materiaal van het gebied, het werk der evolutionaire vooruitgang met de schenking van eerst het plantaardige leven, dan de dierlijke organismen, en vervolgens de eerste orden der menselijke levensvormen; iedere volgende verlening draagt bij tot de verdere ontvouwing van het evolutionaire potentieel van planetaire levensvormen, van de eerste primitieve stadia tot het verschijnen van wilsschepselen. Deze arbeid van de Geest wordt grotendeels bewerkstelligd door de zeven assistenten, de geesten van belofte, het unificerende en coördinerende geest-bewustzijn van de evoluerende planeten, die de geslachten der mensen immer eendrachtig tot hogere ideeën en geestelijke idealen brengen.
1955 34:5.3 Mortal man first experiences the ministry of the Spirit in conjunction with mind when the purely animal mind of evolutionary creatures develops reception capacity for the adjutants of worship and of wisdom. This ministry of the sixth and seventh adjutants indicates mind evolution crossing the threshold of spiritual ministry. And immediately are such minds of worship- and wisdom-function included in the spiritual circuits of the Divine Minister.
1997 34:5.3 De sterfelijke mens ervaart het dienstbetoon van de Geest in combinatie met bewustzijn voor het eerst wanneer het zuiver dierlijke bewustzijn van evolutionaire schepselen het vermogen ontwikkelt om ontvankelijk te zijn voor de assistenten van godsverering en wijsheid. Dit dienstbetoon van de zesde en zevende assistent geeft aan dat de evolutie van het bewustzijn de drempel naar geestelijk dienstbetoon overschrijdt. Zo’n bewustzijn waarin godsverering en wijsheid functioneren, wordt dan ook onmiddellijk opgenomen in de geestelijke circuits van de Goddelijke Hulp en Bijstand.
1955 34:5.4 When mind is thus endowed with the ministry of the Holy Spirit, it possesses the capacity for (consciously or unconsciously) choosing the spiritual presence of the Universal Father—the Thought Adjuster. But it is not until a bestowal Son has liberated the Spirit of Truth for planetary ministry to all mortals that all normal minds are automatically prepared for the reception of the Thought Adjusters. The Spirit of Truth works as one with the presence of the spirit of the Divine Minister. This dual spirit liaison hovers over the worlds, seeking to teach truth and to spiritually enlighten the minds of men, to inspire the souls of the creatures of the ascending races, and to lead the peoples dwelling on the evolutionary planets ever towards their Paradise goal of divine destiny.
1997 34:5.4 Wanneer bewustzijn aldus het dienstbetoon van de Heilige Geest ontvangt, bezit het het vermogen om (bewust of onbewust) de geestelijke aanwezigheid van de Universele Vader te verkiezen — de Gedachtenrichter. Doch pas wanneer een zelfschenking-Zoon de Geest van Waarheid heeft vrijgemaakt voor planetair dienstbetoon aan alle stervelingen, worden alle mensen met een normaal bewustzijn automatisch gereedgemaakt om de Gedachtenrichters te ontvangen. De Geest van Waarheid werkt als één samen met de presentie van de geest van de Goddelijke Hulp en Bijstand. Deze tweevoudige geestverbinding zweeft boven de werelden en tracht waarheid te onderrichten en het bewustzijn der mensen geestelijk te verlichten, de zielen der schepselen van de opklimmende geslachten te inspireren, en de volkeren die op de evolutionaire planeten wonen steeds naar het Paradijs-doel van hun goddelijke bestemming te leiden.
1955 34:5.5 Though the Spirit of Truth is poured out upon all flesh, this spirit of the Son is almost wholly limited in function and power by man’s personal reception of that which constitutes the sum and substance of the mission of the bestowal Son. The Holy Spirit is partly independent of human attitude and partially conditioned by the decisions and co-operation of the will of man. Nevertheless, the ministry of the Holy Spirit becomes increasingly effective in the sanctification and spiritualization of the inner life of those mortals who the more fully obey the divine leadings.
1997 34:5.5 Ofschoon de Geest van Waarheid wordt uitgestort op alle vlees, wordt deze geest van de Zoon in zijn functie en kracht bijna geheel beperkt door ’s mensen persoonlijke aanvaarding van de som en kern van de zending van de zelfschenking-Zoon[14]. De Heilige Geest is ten dele onafhankelijk van de menselijke instelling en ten dele afhankelijk van de besluiten en medewerking van ’s mensen wil. Niettemin wordt het dienstbetoon van de Heilige Geest steeds doeltreffender bij het heiligen en vergeestelijken van het innerlijk leven van de stervelingen die het meeste gehoorgeven aan de goddelijke leiding.
1955 34:5.6 As individuals you do not personally possess a segregated portion or entity of the spirit of the Creator Father-Son or the Creative Mother Spirit; these ministries do not contact with, nor indwell, the thinking centers of the individual’s mind as do the Mystery Monitors. Thought Adjusters are definite individualizations of the prepersonal reality of the Universal Father, actually indwelling the mortal mind as a very part of that mind, and they ever work in perfect harmony with the combined spirits of the Creator Son and Creative Spirit.
1997 34:5.6 Als individuele mens bezit ge persoonlijk geen afzonderlijk gedeelte of entiteit van de geest van de Schepper-Vader-Zoon of van de Scheppende Moeder-Geest; deze vormen van dienstbetoon maken geen contact met, en wonen niet in, de denkcentra van het bewustzijn van de individuele mens, zoals de Geheimnisvolle Mentoren dat wèl doen. Gedachtenrichters zijn welomschreven individualisaties van de voorpersoonlijke werkelijkheid van de Universele Vader, die daadwerkelijk in het sterfelijk bewustzijn wonen als een echt onderdeel van dat bewustzijn, en zij werken altijd in volmaakte harmonie samen met de gezamenlijke geesten van de Schepper-Zoon en de Scheppende Geest.
1955 34:5.7 The presence of the Holy Spirit of the Universe Daughter of the Infinite Spirit, of the Spirit of Truth of the Universe Son of the Eternal Son, and of the Adjuster-spirit of the Paradise Father in or with an evolutionary mortal, denotes symmetry of spiritual endowment and ministry and qualifies such a mortal consciously to realize the faith-fact of sonship with God.
1997 34:5.7 De tegenwoordigheid van de Heilige Geest van de Universum-Dochter van de Oneindige Geest, van de Geest van Waarheid van de Universum-Zoon van de Eeuwige Zoon, en van de Richter-geest van de Paradijs-Vader in of bij een evolutionaire sterveling, wijst op de symmetrie van geestelijke begiftiging en dienstbetoon, en stelt zo’n sterveling in staat om bewust het geloofsfeit van het zoonschap bij God te beseffen.
6. THE SPIRIT IN MAN
6. DE GEEST IN DE MENS
1955 34:6.1 With the advancing evolution of an inhabited planet and the further spiritualization of its inhabitants, additional spiritual influences may be received by such mature personalities. As mortals progress in mind control and spirit perception, these multiple spirit ministries become more and more co-ordinate in function; they become increasingly blended with the overministry of the Paradise Trinity.
1997 34:6.1 Wanneer de evolutie van een bewoonde planeet vordert en zijn bewoners verder vergeestelijken, kunnen er nog meer geestelijke invloeden worden ontvangen door deze rijpe persoonlijkheden. Naarmate stervelingen voortgang maken in de beheersing van hun denken en in geest-inzicht, worden deze meervoudige vormen van geestelijk dienstbetoon steeds gelijkwaardiger in functie: in toenemende mate raken zij vermengd met het overkoepelend dienstbetoon van de Paradijs-Triniteit.
1955 34:6.2 Although Divinity may be plural in manifestation, in human experience Deity is singular, always one. Neither is spiritual ministry plural in human experience. Regardless of plurality of origin, all spirit influences are one in function. Indeed they are one, being the spirit ministry of God the Sevenfold in and to the creatures of the grand universe; and as creatures grow in appreciation of, and receptivity for, this unifying ministry of the spirit, it becomes in their experience the ministry of God the Supreme.
1997 34:6.2 Ofschoon Goddelijkheid meervoudig in manifestatie kan zijn, is de Godheid in de menselijke ervaring enkelvoudig, altijd één. Geestelijk dienstbetoon is in de menselijke ervaring ook niet meervoudig. Ongeacht hun meervoudige oorsprong zijn alle geestelijke invloeden één in functie. Zij zijn inderdaad één, want zij zijn het geest-dienstbetoon van God de Zevenvoudige in en aan de schepselen van het groot universum; en naarmate de schepselen groeien in waardering en ontvankelijkheid voor dit unificerend dienstbetoon van de geest, wordt het in hun ervaring het dienstbetoon van God de Allerhoogste.
1955 34:6.3 From the heights of eternal glory the divine Spirit descends, by a long series of steps, to meet you as you are and where you are and then, in the partnership of faith, lovingly to embrace the soul of mortal origin and to embark on the sure and certain retracement of those steps of condescension, never stopping until the evolutionary soul is safely exalted to the very heights of bliss from which the divine Spirit originally sallied forth on this mission of mercy and ministry.
1997 34:6.3 Vanuit de hoogten der eeuwige heerlijkheid daalt de goddelijke Geest een lange reeks van treden af, om u tegemoet te komen zoals ge zijt en waar ge zijt, en om dan in het partnerschap van het geloofsvertrouwen de ziel van sterfelijke oorsprong liefdevol te omhelzen en langs de treden van minzaamheid de veilige en zekere terugkeer te aanvaarden, nimmer aflatend totdat de evolutionaire ziel veilig is verheven is tot de hoogten van gelukzaligheid vanwaar de goddelijke Geest oorspronkelijk was uitgetogen op deze missie van barmhartigheid en dienstbetoon.
1955 34:6.4 Spiritual forces unerringly seek and attain their own original levels. Having gone out from the Eternal, they are certain to return thereto, bringing with them all those children of time and space who have espoused the leading and teaching of the indwelling Adjuster, those who have been truly “born of the Spirit,” the faith sons of God.
1997 34:6.4 Geestelijke krachten zoeken en bereiken feilloos hun eigen niveau van oorsprong. Uitgegaan van de Eeuwige, zullen zij zeker daarheen terugkeren en alle kinderen uit tijd en ruimte met zich meevoeren die de leiding en het onderricht van de inwonende Richter hebben aangenomen, zij die waarlijk ‘geboren zijn uit de Geest,’ de geloofszonen van God[15][16].
1955 34:6.5 The divine Spirit is the source of continual ministry and encouragement to the children of men. Your power and achievement is “according to his mercy, through the renewing of the Spirit.” Spiritual life, like physical energy, is consumed. Spiritual effort results in relative spiritual exhaustion. The whole ascendant experience is real as well as spiritual; therefore, it is truly written, “It is the Spirit that quickens.” “The Spirit gives life.”
1997 34:6.5 De goddelijke Geest is de bron van voortdurende bijstand aan en bemoediging van de kinderen der mensen. Uw kracht en prestatie is ‘naar zijn ontferming, door de vernieuwing door de Geest[17].’ Geestelijk leven wordt, evenals fysische energie, verbruikt. Geestelijke inspanning heeft een betrekkelijke geestelijke uitputting tot gevolg. De gehele opklimmingservaring is zowel werkelijk als geestelijk; derhalve staat er naar waarheid geschreven: ‘De Geest is het die levend maakt[18].’ ‘De Geest geeft leven[19].’
1955 34:6.6 The dead theory of even the highest religious doctrines is powerless to transform human character or to control mortal behavior. What the world of today needs is the truth which your teacher of old declared: “Not in word only but also in power and in the Holy Spirit.” The seed of theoretical truth is dead, the highest moral concepts without effect, unless and until the divine Spirit breathes upon the forms of truth and quickens the formulas of righteousness.
1997 34:6.6 De dode theorie van zelfs de hoogste godsdienstige leerstellingen is niet bij machte het menselijk karakter te transformeren of het gedrag van de sterveling te beheersen. Wat de wereld van vandaag nodig heeft is de waarheid waarvan uw leraar oudtijds zei: ‘Niet slechts in woorden, maar ook in kracht en in de Heilige Geest[20].’ Het zaad van theoretische waarheid is dood en de hoogste morele ideeën blijven zonder uitwerking, tenzij en totdat de goddelijke Geest zijn adem laat gaan over de vormen van waarheid en de formules van rechtvaardigheid levend maakt.
1955 34:6.7 Those who have received and recognized the indwelling of God have been born of the Spirit. “You are the temple of God, and the spirit of God dwells in you.” It is not enough that this spirit be poured out upon you; the divine Spirit must dominate and control every phase of human experience.
1955 34:6.8 It is the presence of the divine Spirit, the water of life, that prevents the consuming thirst of mortal discontent and that indescribable hunger of the unspiritualized human mind. Spirit-motivated beings “never thirst, for this spiritual water shall be in them a well of satisfaction springing up into life everlasting.” Such divinely watered souls are all but independent of material environment as regards the joys of living and the satisfactions of earthly existence. They are spiritually illuminated and refreshed, morally strengthened and endowed.
1997 34:6.8 Het is de tegenwoordigheid van de goddelijke Geest, het water des levens, die de verterende dorst van de onvoldaanheid van de sterveling en de onbeschrijflijke honger van het niet-vergeestelijkte menselijke bewustzijn voorkomt. Geest-gemotiveerde wezens zijn ‘nimmer dorstig, want dit geestelijk water zal een bron van voldoening in hen zijn die opwelt tot in het eeuwigdurend leven[22].’ Met betrekking tot de vreugden van het leven en de voldoeningen van het aardse bestaan, zijn zulke goddelijk gelaafde zielen nagenoeg onafhankelijk van hun materiële omgeving. Zij worden geestelijk verlicht en verfrist, moreel gesterkt en begiftigd.
1955 34:6.9 In every mortal there exists a dual nature: the inheritance of animal tendencies and the high urge of spirit endowment. During the short life you live on Urantia, these two diverse and opposing urges can seldom be fully reconciled; they can hardly be harmonized and unified; but throughout your lifetime the combined Spirit ever ministers to assist you in subjecting the flesh more and more to the leading of the Spirit. Even though you must live your material life through, even though you cannot escape the body and its necessities, nonetheless, in purpose and ideals you are empowered increasingly to subject the animal nature to the mastery of the Spirit. There truly exists within you a conspiracy of spiritual forces, a confederation of divine powers, whose exclusive purpose is to effect your final deliverance from material bondage and finite handicaps.
1997 34:6.9 In iedere sterveling leeft een tweevoudige natuur: de erfenis van dierlijke neigingen en de hoge impuls van de geest waarmee hij is begiftigd. Tijdens het korte leven dat ge op Urantia leidt, kunnen deze twee verschillende, tegengestelde impulsen zelden volledig met elkaar worden verzoend; zij kunnen moeilijk geharmoniseerd en verenigd worden; uw leven lang staat de gecombineerde Geest u echter bij om u te helpen het vlees steeds meer te onderwerpen aan de leiding van de Geest. Ook al moet ge uw materiële leven tot het einde doormaken en al kunt ge niet aan het lichaam en zijn behoeften ontkomen, niettemin wordt ge in staat gesteld om in doelstelling en idealen de dierlijke natuur meer en meer te onderwerpen aan de heerschappij van de Geest. Er bestaat in u waarlijk een samenzwering van geestelijke krachten, een verbond van goddelijke machten die uitsluitend ten doel hebben u ten slotte te bevrijden van materiële gebondenheid en eindige belemmeringen.
1955 34:6.10 The purpose of all this ministration is, “That you may be strengthened with power through His spirit in the inner man.” And all this represents but the preliminary steps to the final attainment of the perfection of faith and service, that experience wherein you shall be “filled with all the fullness of God,” “for all those who are led by the spirit of God are the sons of God.”
1997 34:6.10 De bedoeling van al deze bijstand is, ‘Dat ge versterkt moogt worden met kracht door Zijn geest in de innerlijke mens[23].’ En dit alles betekent nog maar een voorbereidende schrede op de weg naar het uiteindelijke bereiken van de volmaaktheid van geloofsvertrouwen en dienstbaarheid, de ervaring waarin ge ‘vervuld’ zult worden ‘met alle volheid van God,’ ‘want allen die door de geest Gods geleid worden, zijn de zonen Gods[24][25].’
1955 34:6.11 The Spirit never drives, only leads. If you are a willing learner, if you want to attain spirit levels and reach divine heights, if you sincerely desire to reach the eternal goal, then the divine Spirit will gently and lovingly lead you along the pathway of sonship and spiritual progress. Every step you take must be one of willingness, intelligent and cheerful co-operation. The domination of the Spirit is never tainted with coercion nor compromised by compulsion.
1997 34:6.11 De Geest drijft nooit, maar leidt alleen. Indien ge een gewillige leerling zijt, indien ge geest-niveaus en goddelijke hoogten wilt bereiken, en indien ge oprecht verlangt het eeuwige doel te bereiken, dan zal de goddelijke Geest u zachtkens en liefdevol langs het pad van zoonschap en geestelijke vooruitgang leiden. Iedere stap die ge zet, moet blijk geven van bereidwilligheid, intelligente en blijmoedige medewerking. De heerschappij van de Geest wordt nimmer bezoedeld door dwang, of gecompromitteerd door onvrijwilligheid.
1955 34:6.12 And when such a life of spirit guidance is freely and intelligently accepted, there gradually develops within the human mind a positive consciousness of divine contact and assurance of spirit communion; sooner or later “the Spirit bears witness with your spirit (the Adjuster) that you are a child of God.” Already has your own Thought Adjuster told you of your kinship to God so that the record testifies that the Spirit bears witness “with your spirit,” not to your spirit.
1997 34:6.12 En wanneer zulk een leven onder leiding van de geest vrijelijk en intelligent wordt aanvaard, ontwikkelt zich in het bewustzijn van de mens geleidelijk een positief besef van goddelijk contact en de zekerheid van geestelijke gemeenschap; vroeg of laat ‘getuigt de Geest met uw geest (de Richter) dat gij een kind van God zijt.’ Uw eigen Gedachtenrichter heeft u reeds verteld van uw verwantschap met God, zodat de schrift verklaart dat de Geest getuigt ‘met uw geest,’ niet aan uw geest[26].
1955 34:6.13 The consciousness of the spirit domination of a human life is presently attended by an increasing exhibition of the characteristics of the Spirit in the life reactions of such a spirit-led mortal, “for the fruits of the spirit are love, joy, peace, long-suffering, gentleness, goodness, faith, meekness, and temperance.” Such spirit-guided and divinely illuminated mortals, while they yet tread the lowly paths of toil and in human faithfulness perform the duties of their earthly assignments, have already begun to discern the lights of eternal life as they glimmer on the faraway shores of another world; already have they begun to comprehend the reality of that inspiring and comforting truth, “The kingdom of God is not meat and drink but righteousness, peace, and joy in the Holy Spirit.” And throughout every trial and in the presence of every hardship, spirit-born souls are sustained by that hope which transcends all fear because the love of God is shed abroad in all hearts by the presence of the divine Spirit.
1997 34:6.13 Wanneer een mens zich bewust wordt dat zijn leven wordt beheerst door de geest, gaat dit besef weldra gepaard met steeds toenemende blijken van de kenmerken van de Geest in de levensreacties van zulk een door de geest geleide sterveling, ‘want de vruchten van de geest zijn liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, en zelfbeheersing[27].’ Zulke door de geest geleide en goddelijk verlichte stervelingen, die nog de nederige paden van moeizame arbeid begaan en in menselijke getrouwheid de plichten van hun aardse taken volbrengen, zijn intussen reeds begonnen de lichten van het eeuwige leven te ontwaren die op de verre kusten van een andere wereld schemeren; zij zijn reeds de werkelijkheid gaan begrijpen van de inspirerende, troostende waarheid: ‘Het koninkrijk Gods is geen spijs en drank, maar rechtvaardigheid, vrede, en blijdschap in de Heilige Geest[28].’ En gedurende iedere beproeving en in iedere tegenspoed worden uit de geest geboren zielen geschraagd door de hoop die alle vrees te boven gaat, omdat de liefde Gods in ieder hart wordt uitgestort door de aanwezigheid van de Goddelijke geest.
7. THE SPIRIT AND THE FLESH
7. DE GEEST EN HET VLEES
1955 34:7.1 The flesh, the inherent nature derived from the animal-origin races, does not naturally bear the fruits of the divine Spirit. When the mortal nature has been upstepped by the addition of the nature of the Material Sons of God, as the Urantia races were in a measure advanced by the bestowal of Adam, then is the way better prepared for the Spirit of Truth to co-operate with the indwelling Adjuster to bring forth the beautiful harvest of the character fruits of the spirit. If you do not reject this spirit, even though eternity may be required to fulfill the commission, “he will guide you into all truth.”
1997 34:7.1 Het vlees, de aangeboren natuur die van de geslachten van dierlijke oorsprong stamt, draagt niet van nature de vruchten van de goddelijke Geest[29]. Wanneer de natuur van de sterveling op hoger niveau is gebracht door de toevoeging van de natuur van de Materiële Zonen van God, zoals de volken van Urantia in zekere mate vooruit zijn gebracht door de zelfschenking van Adam, dan is er een betere weg gebaand voor de Geest van Waarheid om samen te werken met de inwonende Richter teneinde in het karakter de schone oogst aan vruchten van de geest voort te brengen[30]. Indien ge deze geest niet afwijst ‘zal hij u de weg wijzen tot alle waarheid,’ ook al zal hij de eeuwigheid misschien nodig hebben om deze opdracht te vervullen[31].
1955 34:7.2 Evolutionary mortals inhabiting normal worlds of spiritual progress do not experience the acute conflicts between the spirit and the flesh which characterize the present-day Urantia races. But even on the most ideal planets, pre-Adamic man must put forth positive efforts to ascend from the purely animalistic plane of existence up through successive levels of increasingly intellectual meanings and higher spiritual values.
1997 34:7.2 Evolutionaire stervelingen die wonen op normale werelden, waar geestelijke vooruitgang heerst, ervaren niet de hevige conflicten tussen de geest en het vlees die de huidige volken van Urantia kenmerken. Maar zelfs op de meest ideale planeten moet de voor-Adamische mens positieve inspanningen aan de dag leggen om van het zuiver dierlijke bestaansniveau, via opeenvolgende niveaus van steeds intellectuelere betekenissen en hogere geestelijke waarden omhoog te komen.
1955 34:7.3 The mortals of a normal world do not experience constant warfare between their physical and spiritual natures. They are confronted with the necessity of climbing up from the animal levels of existence to the higher planes of spiritual living, but this ascent is more like undergoing an educational training when compared with the intense conflicts of Urantia mortals in this realm of the divergent material and spiritual natures.
1997 34:7.3 De stervelingen op een normale wereld ervaren geen voortdurende strijd tussen hun lichamelijke en geestelijke natuur. Zij zien zich wel geplaatst voor de noodzaak om op te klimmen van de dierlijke niveaus van bestaan naar de hogere niveaus van geestelijk leven, doch vergeleken met de hevige conflicten van de stervelingen van Urantia op dit gebied van de divergente materiële en geestelijke natuur, heeft deze opgang meer het karakter van een leerzame opleiding.
1955 34:7.4 The Urantia peoples are suffering the consequences of a double deprivation of help in this task of progressive planetary spiritual attainment. The Caligastia upheaval precipitated world-wide confusion and robbed all subsequent generations of the moral assistance which a well-ordered society would have provided. But even more disastrous was the Adamic default in that it deprived the races of that superior type of physical nature which would have been more consonant with spiritual aspirations.
1997 34:7.4 De volkeren van Urantia lijden onder de gevolgen van het feit dat zij tweemaal verstoken zijn gebleven van hulp bij deze taak om progressieve geestelijke vooruitgang voor de planeet te bewerkstelligen. De Caligastia-beroering heeft de gehele wereld in verwarring gestort en alle volgende generaties beroofd van de morele bijstand die een goed geordende gemeenschap hun verschaft zou hebben. Maar de nalatigheid van Adam was nog rampzaliger, omdat deze de volkeren beroofde van een fysieke natuur van de superieure soort, die beter zou hebben gestrookt met geestelijke aspiraties.
1955 34:7.5 Urantia mortals are compelled to undergo such marked struggling between the spirit and the flesh because their remote ancestors were not more fully Adamized by the Edenic bestowal. It was the divine plan that the mortal races of Urantia should have had physical natures more naturally spirit responsive.
1997 34:7.5 De stervelingen van Urantia zijn gedwongen tot deze uitgesproken strijd tussen de geest en het vlees, omdat hun verre voorouders niet vollediger zijn geAdamiseerd door de zelfschenking in Eden. Het goddelijke plan was dat de geslachten der stervelingen op Urantia fysieke gedaanten zouden krijgen die van nature meer responsief zijn op geest.
1955 34:7.6 Notwithstanding this double disaster to man’s nature and his environment, present-day mortals would experience less of this apparent warfare between the flesh and the spirit if they would enter the spirit kingdom, wherein the faith sons of God enjoy comparative deliverance from the slave-bondage of the flesh in the enlightened and liberating service of wholehearted devotion to doing the will of the Father in heaven. Jesus showed mankind the new way of mortal living whereby human beings may very largely escape the dire consequences of the Caligastic rebellion and most effectively compensate for the deprivations resulting from the Adamic default. “The spirit of the life of Christ Jesus has made us free from the law of animal living and the temptations of evil and sin.” “This is the victory that overcomes the flesh, even your faith.”
1997 34:7.6 Ondanks deze dubbele ramp voor ’s mensen natuur en zijn omgeving zouden de nu levende stervelingen deze ogenschijnlijke oorlog tussen het vlees en de geest minder sterk ervaren, indien zij zouden willen binnengaan in het geestelijke koninkrijk waar de geloofszonen van God een betrekkelijke bevrijding genieten van de slavernij van het vlees in het verlichte, bevrijdende dienstbetoon van oprechte toewijding aan het doen van de wil van de Vader in de hemel. Jezus heeft de mensheid de nieuwe manier van sterfelijk leven getoond, waardoor mensen voor een zeer groot gedeelte kunnen ontkomen aan de rampzalige gevolgen van de rebellie van Caligastia en waardoor de ontberingen die het gevolg zijn van de Adamische nalatigheid zeer doeltreffend worden gecompenseerd. ‘De geest van het leven van Christus Jezus heeft ons vrijgemaakt van de wet van het dierlijk leven en de verzoekingen van het kwaad en de zonde[32].’ ‘Dit is de overwinning die het vlees overwint, te weten uw geloof[33].’
1955 34:7.7 Those God-knowing men and women who have been born of the Spirit experience no more conflict with their mortal natures than do the inhabitants of the most normal of worlds, planets which have never been tainted with sin nor touched by rebellion. Faith sons work on intellectual levels and live on spiritual planes far above the conflicts produced by unrestrained or unnatural physical desires. The normal urges of animal beings and the natural appetites and impulses of the physical nature are not in conflict with even the highest spiritual attainment except in the minds of ignorant, mistaught, or unfortunately overconscientious persons.
1997 34:7.7 De Godkennende mannen en vrouwen die uit de Geest zijn geboren, ondervinden niet méér conflicten met hun sterfelijke natuur dan de inwoners van de meest normale werelden, planeten die nimmer bezoedeld zijn geweest door zonde of door rebellie zijn getroffen. Geloofszonen werken op intellectuele niveaus en leven op geestelijke hoogten ver boven de conflicten die voortkomen uit onbeheerste of onnatuurlijke fysieke verlangens. De normale neigingen van dierlijke wezens en de natuurlijke begeerten en impulsen van de fysieke natuur zijn niet in strijd met zelfs de hoogste geestelijke vorderingen, behalve in het denken van onwetende, verkeerd onderrichte mensen, of mensen die helaas al te consciëntieus zijn.
1955 34:7.8 Having started out on the way of life everlasting, having accepted the assignment and received your orders to advance, do not fear the dangers of human forgetfulness and mortal inconstancy, do not be troubled with doubts of failure or by perplexing confusion, do not falter and question your status and standing, for in every dark hour, at every crossroad in the forward struggle, the Spirit of Truth will always speak, saying, “This is the way.”
1997 34:7.8 Nu ge de weg van het eeuwig leven zijt ingeslagen, nu ge uw aanstelling hebt aanvaard en uw orders om voorwaarts te gaan hebt ontvangen, moet ge niet bang zijn voor de gevaren van menselijke vergeetachtigheid en van de onstandvastigheid van stervelingen; raak niet verontrust door twijfel aan uw welslagen of door verbijsterende verwarring, wankel niet en trek uw status en positie niet in twijfel, want in ieder donker uur, bij iedere kruising van de weg waarop ge voortworstelt, zal de Geest van Waarheid altijd spreken en tot u zeggen: ‘Dit is de weg[34].’
1997 34:7.9 [Aangeboden door een Machtige Boodschapper die tijdelijk is aangesteld om op Urantia te dienen.]
Verhandeling 33. Het bestuur van het Plaatselijk Universum |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 35. De Zonen van God in het Plaatselijk Universum |