Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 65. Het opperbestier over de evolutie |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 67. De planetaire opstand |
THE PLANETARY PRINCE OF URANTIA
DE PLANETAIRE VORST VAN URANTIA
1955 66:0.1 THE advent of a Lanonandek Son on an average world signifies that will, the ability to choose the path of eternal survival, has developed in the mind of primitive man. But on Urantia the Planetary Prince arrived almost half a million years after the appearance of human will.
1997 66:0.1 DE aankomst van een Lanonandek-Zoon op een gemiddelde wereld geeft aan dat het wilsvermogen, het vermogen om de weg van de eeuwige overleving te kiezen, zich in het bewustzijn van de primitieve mens heeft ontwikkeld. Maar op Urantia arriveerde de Planetaire Vorst bijna een half miljoen jaar nadat de menselijke wil tevoorschijn was getreden.
1955 66:0.2 About five hundred thousand years ago and concurrent with the appearance of the six colored or Sangik races, Caligastia, the Planetary Prince, arrived on Urantia. There were almost one-half billion primitive human beings on earth at the time of the Prince’s arrival, and they were well scattered over Europe, Asia, and Africa. The Prince’s headquarters, established in Mesopotamia, was at about the center of world population.
1997 66:0.2 Ongeveer vijfhonderd duizend jaar geleden, gelijktijdig met het verschijnen van de zes gekleurde of Sangik-rassen, arriveerde Caligastia, de Planetaire Vorst, op Urantia. Ten tijde van de aankomst van de Vorst waren er bijna een half miljard primitieve mensen op aarde, verspreid over heel Europa, Azië en Afrika. Het hoofdkwartier van de Vorst, dat in Mesopotamië werd gevestigd, lag daarmee ongeveer in het centrum van de bewoonde wereld.
1. PRINCE CALIGASTIA
1. VORST CALIGASTIA
1955 66:1.1 Caligastia was a Lanonandek Son, number 9,344 of the secondary order. He was experienced in the administration of the affairs of the local universe in general and, during later ages, with the management of the local system of Satania in particular.
1955 66:1.2 Prior to the reign of Lucifer in Satania, Caligastia had been attached to the council of the Life Carrier advisers on Jerusem. Lucifer elevated Caligastia to a position on his personal staff, and he acceptably filled five successive assignments of honor and trust.
1997 66:1.2 Vóór Lucifers bewind in Satania, was Caligastia verbonden geweest aan de raad van adviserende Levendragers op Jerusem. Lucifer gaf Caligastia een hogere positie bij zijn persoonlijke staf, en hij bekleedde op aanvaardbare wijze vijf successieve eervolle vertrouwensposities.
1955 66:1.3 Caligastia very early sought a commission as Planetary Prince, but repeatedly, when his request came up for approval in the constellation councils, it would fail to receive the assent of the Constellation Fathers. Caligastia seemed especially desirous of being sent as planetary ruler to a decimal or life-modification world. His petition had several times been disapproved before he was finally assigned to Urantia.
1997 66:1.3 Al heel vroeg streefde Caligastia naar een aanstelling als Planetair Vorst, maar als zijn verzoek ter goedkeuring werd voorgelegd aan de raden van de constellatie, verwierf het steeds niet de instemming van de Constellatie-Vaders. Caligastia leek vooral verlangend om als planetair bestuurder te worden uitgezonden naar een decimale of levensmodificatie-wereld. Zijn petitie was verschillende malen afgewezen, toen hij ten slotte op Urantia werd aangesteld.
1955 66:1.4 Caligastia went forth from Jerusem to his trust of world dominion with an enviable record of loyalty and devotion to the welfare of the universe of his origin and sojourn, notwithstanding a certain characteristic restlessness coupled with a tendency to disagree with the established order in certain minor matters.
1997 66:1.4 Toen Caligastia van Jerusem vertrok om zijn verantwoordelijkheid als heerser over deze wereld op zich te nemen, had hij een benijdenswaardige reputatie van trouw en toewijding aan het welzijn van het universum waaruit hij afkomstig was en waar hij verbleef, ondanks een zekere karakteristieke ongedurigheid die gepaard ging met de neiging om het in bepaalde zaken van ondergeschikt belang oneens te zijn met de gevestigde orde.
1955 66:1.5 I was present on Jerusem when the brilliant Caligastia departed from the system capital. No prince of the planets ever embarked upon a career of world rulership with a richer preparatory experience or with better prospects than did Caligastia on that eventful day one-half million years ago. One thing is certain: As I executed my assignment of putting the narrative of that event on the broadcasts of the local universe, I never for one moment entertained even in the slightest degree any idea that this noble Lanonandek would so shortly betray his sacred trust of planetary custody and so horribly stain the fair name of his exalted order of universe sonship. I really regarded Urantia as being among the five or six most fortunate planets in all Satania in that it was to have such an experienced, brilliant, and original mind at the helm of world affairs. I did not then comprehend that Caligastia was insidiously falling in love with himself; I did not then so fully understand the subtleties of personality pride.
1997 66:1.5 Ik was op Jerusem toen de briljante Caligastia van de hoofdwereld van het stelsel vertrok. Geen enkele vorst der planeten was zijn loopbaan als wereldbestuurder ooit met een rijkere voorbereidende ervaring of met betere vooruitzichten begonnen dan Caligastia op die gedenkwaardige dag, een half miljoen jaar geleden. Eén ding staat vast: toen ik mijn opdracht uitvoerde om het relaas van die gebeurtenis op te nemen in de uitzendingen van het plaatselijk universum, kwam de gedachte geen ogenblik bij mij op dat deze nobele Lanonandek zo spoedig daarna verraad zou kunnen plegen aan zijn heilige opdracht om de planeet te beheren, en dat hij op zo’n afschuwelijke wijze de goede naam van zijn verheven orde van universum-zonen zou kunnen bezoedelen. Ik beschouwde Urantia werkelijk als één van de vijf of zes gelukkigste planeten in heel Satania, in de zin dat daar zulk een ervaren, briljante en creatieve geest aan het roer zou staan om de aangelegenheden van de wereld te besturen. Ik besefte toen nog niet dat Caligastia heimelijk tot zelfingenomenheid verviel: ik begreep de subtiliteiten van eigenwaan toentertijd nog niet geheel.
2. THE PRINCE’S STAFF
2. DE STAF VAN DE VORST
1955 66:2.1 The Planetary Prince of Urantia was not sent out on his mission alone but was accompanied by the usual corps of assistants and administrative helpers.
1997 66:2.1 De Planetaire Vorst van Urantia werd niet alléén uitgezonden op zijn missie, maar werd vergezeld door het gebruikelijke korps helpers en bestuurlijke assistenten.
1955 66:2.2 At the head of this group was Daligastia, the associate-assistant of the Planetary Prince. Daligastia was also a secondary Lanonandek Son, being number 319,407 of that order. He ranked as an assistant at the time of his assignment as Caligastia’s associate.
1997 66:2.2 Aan het hoofd van deze groep stond Daligastia, de medewerker-assistent van de Planetaire Vorst. Daligastia was eveneens een secundaire Lanonandek-Zoon, nummer 319.407 van die orde. Op het tijdstip dat hij werd aangesteld als ambtgenoot van Caligastia, bezat hij de rang van assistent.
1955 66:2.3 The planetary staff included a large number of angelic co-operators and a host of other celestial beings assigned to advance the interests and promote the welfare of the human races. But from your standpoint the most interesting group of all were the corporeal members of the Prince’s staff—sometimes referred to as the Caligastia one hundred.
1997 66:2.3 De planetaire staf omvatte een groot antal engelen als medewerkers en een schare andere hemelse wezens die waren aangesteld om de belangen en het welzijn van de menselijke rassen te bevorderen. Maar vanuit uw standpunt gezien, werd de interessantste groep van allen gevormd door de lichamelijke leden van de staf van de Vorst — soms wel genoemd de honderd van Caligastia.
1955 66:2.4 These one hundred rematerialized members of the Prince’s staff were chosen by Caligastia from over 785,000 ascendant citizens of Jerusem who volunteered for embarkation on the Urantia adventure. Each one of the chosen one hundred was from a different planet, and none of them were from Urantia.
1997 66:2.4 Deze honderd gerematerialiseerde leden van de staf van de Vorst werden door Caligastia gekozen uit meer dan 785.000 opklimmende burgers van Jerusem, die zich vrijwillig aanmeldden voor de avontuurlijke onderneming op Urantia. Ieder van de uitverkoren honderd was afkomstig van een andere planeet, en geen van hen kwam van Urantia.
1955 66:2.5 These Jerusemite volunteers were brought by seraphic transport direct from the system capital to Urantia, and upon arrival they were held enseraphimed until they could be provided with personality forms of the dual nature of special planetary service, literal bodies consisting of flesh and blood but also attuned to the life circuits of the system.
1997 66:2.5 Deze vrijwilligers uit Jerusem werden door middel van serafijnse transporten rechtstreeks uit de hoofdstad van het stelsel naar Urantia gebracht, en daaraangekomen bleven zij opgenomen in de serafijnen totdat zij konden worden voorzien van persoonlijkheidsgestalten van de tweevoudige natuur van de speciale planetaire dienst, lichamen die concreet bestonden uit vlees en bloed, maar ook waren afgestemd op de levenscircuits van het stelsel.
1955 66:2.6 Sometime before the arrival of these one hundred Jerusem citizens, the two supervising Life Carriers resident on Urantia, having previously perfected their plans, petitioned Jerusem and Edentia for permission to transplant the life plasm of one hundred selected survivors of the Andon and Fonta stock into the material bodies to be projected for the corporeal members of the Prince’s staff. The request was granted on Jerusem and approved on Edentia.
1997 66:2.6 Enige tijd voor de aankomst van deze honderd burgers van Jerusem, hadden de twee toezichthoudende Levendragers die op Urantia verbleven en hun plannen reeds tevoren hadden gemaakt, Jerusem en Edentia om toestemming verzocht om het levensplasma van honderd geselecteerde overlevenden van het geslacht van Andon en Fonta over te planten in de materiële lichamen die ontworpen zouden worden voor de lichamelijke leden van de staf van de Vorst. Dit verzoek werd op Jerusem ingewilligd en op Edentia bekrachtigd.
1955 66:2.7 Accordingly, fifty males and fifty females of the Andon and Fonta posterity, representing the survival of the best strains of that unique race, were chosen by the Life Carriers. With one or two exceptions these Andonite contributors to the advancement of the race were strangers to one another. They were assembled from widely separated places by co-ordinated Thought Adjuster direction and seraphic guidance at the threshold of the planetary headquarters of the Prince. Here the one hundred human subjects were given into the hands of the highly skilled volunteer commission from Avalon, who directed the material extraction of a portion of the life plasm of these Andon descendants. This living material was then transferred to the material bodies constructed for the use of the one hundred Jerusemite members of the Prince’s staff. Meantime, these newly arrived citizens of the system capital were held in the sleep of seraphic transport.
1997 66:2.7 Dienovereenkomstig werden door de Levendragers vijftig mannen en vijftig vrouwen uit het nageslacht van Andon en Fonta geselecteerd, in wie de beste elementen van dat unieke ras bewaard waren gebleven. Op een enkele uitzondering na, waren deze Andonieten die zouden bijdragen tot de vooruitgang van het ras, vreemden voor elkaar. Zij werden vanuit ver van elkaar gelegen oorden bij de ingang van het planetaire hoofdkwartier van de Vorst verzameld, onder de gecoördineerde leiding van de Gedachtenrichters en de serafijnen. Hier werden de honderd menselijke subjecten overgedragen aan de hoogst bekwame vrijwilligerscommissie uit Avalon, onder wier leiding de materiële extractie van een hoeveelheid levensplasma van deze afstammelingen van Andon plaatsvond. Dit levende materiaal werd vervolgens overgebracht in de materiële lichamen die waren geconstrueerd ten behoeve van de honderd Jerusemitische leden van de staf van de Vorst. Ondertussen werden deze pas aangekomen burgers van de hoofdwereld van het stelsel in de slapende toestand gehouden waarin zij door de serafijnen waren getransporteerd.
1955 66:2.8 These transactions, together with the literal creation of special bodies for the Caligastia one hundred, gave origin to numerous legends, many of which subsequently became confused with the later traditions concerning the planetary installation of Adam and Eve.
1997 66:2.8 Deze verrichtingen, alsmede de concrete schepping van speciale lichamen voor de honderd van Caligastia, deden talrijke legenden onstaan, waarvan vele vervolgens werden verward met de latere overleveringen over de installatie van Adam en Eva op de planeet.
1955 66:2.9 The entire transaction of repersonalization, from the time of the arrival of the seraphic transports bearing the one hundred Jerusem volunteers until they became conscious, threefold beings of the realm, consumed exactly ten days.
1997 66:2.9 De gehele verrichting van de repersonalisatie, van het moment van de aankomst van de serafijnse transporten met de honderd vrijwilligers uit Jerusem, tot het ogenblik dat zij bewuste, drievoudige wezens van dit gebied werden, nam precies tien dagen in beslag.
3. DALAMATIA—THE CITY OF THE PRINCE
3. DALAMATIA — DE STAD VAN DE VORST
1955 66:3.1 The headquarters of the Planetary Prince was situated in the Persian Gulf region of those days, in the district corresponding to later Mesopotamia.
1997 66:3.1 Het hoofdkwartier van de Planetaire Vorst lag in de landstreek van de toenmalige Perzische Golf, in het district dat correspondeert met het latere Mesopotamië.
1955 66:3.2 The climate and landscape in the Mesopotamia of those times were in every way favorable to the undertakings of the Prince’s staff and their assistants, very different from conditions which have sometimes since prevailed. It was necessary to have such a favoring climate as a part of the natural environment designed to induce primitive Urantians to make certain initial advances in culture and civilization. The one great task of those ages was to transform man from a hunter to a herder, with the hope that later on he would evolve into a peace-loving, home-abiding farmer.
1997 66:3.2 Het klimaat en landschap van het Mesopotamië van die dagen waren in ieder opzicht gunstig voor de ondernemingen van de staf van de Vorst en hun assistenten, en verschilden sterk van de omstandigheden welke er soms later hebben geheerst. Zo’n gunstig klimaat was noodzakelijk als onderdeel van de natuurlijke omgeving die was bedoeld om de primitieve Urantianen be- paalde eerste vorderingen te doen maken in cultuur en civilisatie. De allerbelangrijkste opgave van die tijd was de mens om te vormen van een jager tot een herder, in de verwachting dat hij zich later zou ontwikkelen tot een vreedzame landbouwer die zich zou hechten aan zijn huis.
1955 66:3.3 The headquarters of the Planetary Prince on Urantia was typical of such stations on a young and developing sphere. The nucleus of the Prince’s settlement was a very simple but beautiful city, enclosed within a wall forty feet high. This world center of culture was named Dalamatia in honor of Daligastia.
1997 66:3.3 Het hoofdkwartier van de Planetaire Vorst op Urantia was typerend voor zulke standplaatsen op een jonge wereld in ontwikkeling. De kern van de nederzetting van de Vorst was een zeer eenvoudige, doch mooie stad, omheind door een twaalf meter hoge muur. Dit centrum van de cultuur op uw wereld werd Dalamatia genoemd, ter ere van Daligastia.
1955 66:3.4 The city was laid out in ten subdivisions with the headquarters mansions of the ten councils of the corporeal staff situated at the centers of these subdivisions. Centermost in the city was the temple of the unseen Father. The administrative headquarters of the Prince and his associates was arranged in twelve chambers immediately grouped about the temple itself.
1997 66:3.4 De stad was ingedeeld in tien onderafdelingen, en in het centrum van elk van deze stond een gebouw dat als hoofdkwartier diende voor één der tien raden van de lichamelijke staf. Precies in het midden van de stad stond de tempel van de onzienlijke Vader. Het bestuurlijke hoofdkwartier van de Vorst en zijn medewerkers was gehuisvest in twaalf ambtsvertrekken, direct rond de tempel zelf.
1955 66:3.5 The buildings of Dalamatia were all one story except the council headquarters, which were two stories, and the central temple of the Father of all, which was small but three stories in height.
1997 66:3.5 De gebouwen in Dalamatia waren alle gelijkvloers, behalve de hoofdkwartieren van de raad, die twee verdiepingen hoog waren, en de centrale tempel van de Vader van allen, welke klein, maar drie verdiepingen hoog was.
1955 66:3.6 The city represented the best practices of those early days in building material—brick. Very little stone or wood was used. Home building and village architecture among the surrounding peoples were greatly improved by the Dalamatian example.
1997 66:3.6 De stad was gebouwd uit het beste materiaal dat in die tijd in gebruik was — baksteen. Er werd zeer weinig natuursteen of hout gebruikt. De huizenbouw en de aanleg van dorpen onder de omringende volken gingen dankzij het voorbeeld van Dalamatia sterk vooruit.
1955 66:3.7 Near the Prince’s headquarters there dwelt all colors and strata of human beings. And it was from these near-by tribes that the first students of the Prince’s schools were recruited. Although these early schools of Dalamatia were crude, they provided all that could be done for the men and women of that primitive age.
1997 66:3.7 Dichtbij het hoofdkwartier van de Vorst woonden mensen van allerlei kleur en sociale schakering. En juist uit deze nabij wonende stammen werden de eerste leerlingen aangetrokken voor de scholen van de Vorst. Ofschoon deze eerste scholen van Dalamatia zeer elementair waren, voorzagen ze in alles wat voor de mannen en vrouwen in die primitieve tijd gedaan kon worden.
1955 66:3.8 The Prince’s corporeal staff continuously gathered about them the superior individuals of the surrounding tribes and, after training and inspiring these students, sent them back as teachers and leaders of their respective peoples.
1997 66:3.8 De lichamelijke staf van de Vorst verzamelde voortdurend de superieure leden van de omringende stammen om zich heen, en zond deze studenten, na hen te hebben opgeleid en geïnspireerd, weer terug als leraren en leiders van hun respectieve volkeren.
4. EARLY DAYS OF THE ONE HUNDRED
4. DE BEGINTIJD VAN DE HONDERD
1955 66:4.1 The arrival of the Prince’s staff created a profound impression. While it required almost a thousand years for the news to spread abroad, those tribes near the Mesopotamian headquarters were tremendously influenced by the teachings and conduct of the one hundred new sojourners on Urantia. And much of your subsequent mythology grew out of the garbled legends of these early days when these members of the Prince’s staff were repersonalized on Urantia as supermen.
1997 66:4.1 De aankomst van de staf van de Vorst maakte diepe indruk. Hoewel er bijna duizend jaar voorbijging voordat het nieuws alom was verspreid, werden de stammen dichtbij het hoofdkwartier in Mesopotamië enorm beïnvloed door het onderricht en het gedrag van de honderd nieuwe bewoners van Urantia. En veel van uw latere mythologie is ontstaan uit de verminkte legenden over deze vroege tijden, toen deze leden van de staf van de Vorst op Urantia werden gerepersonaliseerd als supermensen.
1955 66:4.2 The serious obstacle to the good influence of such extraplanetary teachers is the tendency of mortals to regard them as gods, but aside from the technique of their appearance on earth the Caligastia one hundred—fifty men and fifty women—did not resort to supernatural methods nor superhuman manipulations.
1997 66:4.2 Het ernstige obstakel voor de goede invloed van dergelijke buitenplanetaire leraren is de neiging van stervelingen om hen als goden te beschouwen, maar afgezien van de techniek waardoor zij op aarde waren verschenen, namen de honderd van Caligastia — vijftig mannen en vijftig vrouwen — niet hun toevlucht tot bovennatuurlijke methoden of bovenmenselijke manipulaties.
1955 66:4.3 But the corporeal staff were nonetheless superhuman. They began their mission on Urantia as extraordinary threefold beings:
1997 66:4.3 De lichamelijke staf was echter niettemin bovenmenselijk. Hun missie op Urantia vingen zij aan als buitengewone drievoudige wezens:
1955 66:4.4 1. They were corporeal and relatively human, for they embodied the actual life plasm of one of the human races, the Andonic life plasm of Urantia.
1997 66:4.4 1. Zij waren lichamelijk en betrekkelijk menselijk, want zij droegen het echte levensplasma van één der menselijke rassen in zich, het Andonische levensplasma van Urantia.
1955 66:4.5 These one hundred members of the Prince’s staff were divided equally as to sex and in accordance with their previous mortal status. Each person of this group was capable of becoming coparental to some new order of physical being, but they had been carefully instructed to resort to parenthood only under certain conditions. It is customary for the corporeal staff of a Planetary Prince to procreate their successors sometime prior to retiring from special planetary service. Usually this is at, or shortly after, the time of the arrival of the Planetary Adam and Eve.
1997 66:4.5 Deze honderd leden van de staf van de Vorst waren gelijkelijk verdeeld naar geslacht en naar hun eerdere status als sterveling. Iedere persoon in deze groep was in staat mede-ouder te worden van een nieuw soort lichamelijk wezen, maar zij waren zorgvuldig geïnstrueerd om slechts onder bepaalde voorwaarden tot ouderschap over te gaan. Het is gebruikelijk dat de lichamelijke staf van een Planetaire Vorst haar eigen opvolgers voortbrengt, te eniger tijd voordat zij zich terugtrekt uit het speciale dienst op de planeet. Gewoonlijk gebeurt dit ten tijde van, of kort na, de aankomst van de Planetaire Adam en Eva.
1955 66:4.6 These special beings therefore had little or no idea as to what type of material creature would be produced by their sexual union. And they never did know; before the time for such a step in the prosecution of their world work the entire regime was upset by rebellion, and those who later functioned in the parental role had been isolated from the life currents of the system.
1997 66:4.6 Deze speciale wezens hadden daarom weinig of geen voorstelling van het soort materiële schepselen dat door hun geslachtelijke verbintenis zou worden voortgebracht. En zij zijn dit ook nooit te weten gekomen, want vóór het tijdstip waarop deze stap in de uitvoering van hun werk voor de wereld gedaan kon worden, raakte het gehele regime ontredderd door de opstand, en zij die later toch in de rol van ouders functioneerden, waren afgesneden van de levencircuits van het stelsel.
1955 66:4.7 In skin color and language these materialized members of Caligastia’s staff followed the Andonic race. They partook of food as did the mortals of the realm with this difference: The re-created bodies of this group were fully satisfied by a nonflesh diet. This was one of the considerations which determined their residence in a warm region abounding in fruits and nuts. The practice of subsisting on a nonflesh diet dates from the times of the Caligastia one hundred, for this custom spread near and far to affect the eating habits of many surrounding tribes, groups of origin in the once exclusively meat-eating evolutionary races.
1997 66:4.7 Naar huidskleur en taal sloten deze gematerialiseerde leden van de staf van Caligastia aan bij het Andonische ras. Evenals de stervelingen van dit gebied gebruikten zij voedsel, met dit verschil, dat de herschapen lichamen van deze groep geheel genoeg hadden aan een vleesloos dieet. Dit was één van de overwegingen om hen in een warme landstreek te laten wonen, waar een overvloed aan vuchten en noten voorhanden was. De gewoonte om op een vleesloos dieet te leven, dateert uit de tijd van de honderd van Caligastia, want dit gebruik verbreidde zich heinde ver en heeft de eetgewoonten van vele der omringende stammen beïnvloed, groepen die oorspronkelijk behoorden tot de evolutionaire rassen die uitsluitend vlees aten.
1955 66:4.8 2. The one hundred were material but superhuman beings, having been reconstituted on Urantia as unique men and women of a high and special order.
1997 66:4.8 2. De honderd waren materiële maar bovenmenselijke wezens, die op Urantia opnieuw waren gevormd als uitzonderlijke mannen en vrouwen van een hoge, speciale orde.
1955 66:4.9 This group, while enjoying provisional citizenship on Jerusem, were as yet unfused with their Thought Adjusters; and when they volunteered and were accepted for planetary service in liaison with the descending orders of sonship, their Adjusters were detached. But these Jerusemites were superhuman beings—they possessed souls of ascendant growth. During the mortal life in the flesh the soul is of embryonic estate; it is born (resurrected) in the morontia life and experiences growth through the successive morontia worlds. And the souls of the Caligastia one hundred had thus expanded through the progressive experiences of the seven mansion worlds to citizenship status on Jerusem.
1997 66:4.9 Ofschoon de wezens van deze groep op Jerusem voorlopig burgerschap hadden gekregen, waren zij nog niet gefuseerd met hun Gedachtenrichters; en toen zij zich voor dienst op deze planeet hadden aangemeld en waren aangenomen in een samenwerkingsverband met de afdalende orden van zonen, werden hun Gedachtenrichters van hen gescheiden. Deze Jerusemieten waren echter bovenmenselijke wezens — zij bezaten zielen die in de opklimming waren gegroeid. Tijdens het sterfelijke leven in het vlees verkeert de ziel in een embryonale staat: zij wordt geboren (opgewekt) in het morontia-leven en maakt groei door via de successieve morontia-werelden. En de zielen van de honderd van Caligastia hadden zich via de progresieve ervaringen op de zeven woningwerelden aldus ontwikkeld, totdat zij de status van burgerschap op Jerusem hadden bereikt.
1955 66:4.10 In conformity to their instructions the staff did not engage in sexual reproduction, but they did painstakingly study their personal constitutions, and they carefully explored every imaginable phase of intellectual (mind) and morontia (soul) liaison. And it was during the thirty-third year of their sojourn in Dalamatia, long before the wall was completed, that number two and number seven of the Danite group accidentally discovered a phenomenon attendant upon the liaison of their morontia selves (supposedly nonsexual and nonmaterial); and the result of this adventure proved to be the first of the primary midway creatures. This new being was wholly visible to the planetary staff and to their celestial associates but was not visible to the men and women of the various human tribes. Upon authority of the Planetary Prince the entire corporeal staff undertook the production of similar beings, and all were successful, following the instructions of the pioneer Danite pair. Thus did the Prince’s staff eventually bring into being the original corps of 50,000 primary midwayers.
1997 66:4.10 Conform hun instructies ging de staf niet over tot geslachtelijke voorplanting, maar de leden bestudeerden hun persoonlijke constitutie nauwgezet en onderzochten zorgvuldig ieder voorstelbaar aspect van een verbintenis tussen het intellect (bewustzijn) en morontia (de ziel). En gedurende het drieëndertigste jaar van hun verblijf in Dalamatia, lang voordat de muur voltooid was, ontdekten nummer twee en nummer zeven van de Danitische groep toevallig een verschijnsel dat de verbintenis van hun morontia-zelf (een verbintenis die naar zij dachten niet-geslachtelijk en niet-materieel was) vergezelde: het gevolg van dit avontuur bleek het eerste der primaire middenwezens te zijn. Dit nieuwe wezen was volledig zichtbaar voor de planetaire staf en haar hemelse medewerkers, maar onzichtbaar voor de mannen en vrouwen van de verschillende stammen der mensen. Op gezag van de Planetaire Vorst begon de gehele lichamelijke staf soortgelijke wezens voort te brengen, en allen slaagden daarin door de instructies van het baanbrekende Danitische paar op te volgen. Op deze wijze bracht de staf van de Vorst uiteindelijk het oorspronkelijke korps van 50.000 middenwezens voort.
1955 66:4.11 These mid-type creatures were of great service in carrying on the affairs of the world’s headquarters. They were invisible to human beings, but the primitive sojourners at Dalamatia were taught about these unseen semispirits, and for ages they constituted the sum total of the spirit world to these evolving mortals.
1997 66:4.11 Deze middensoort-schepselen bewezen belangrijke diensten bij het gaande houden van de zaken van het hoofdkwartier van de wereld. Zij waren voor mensen onzichtbaar, maar de primitieve mensen die in Dalamatia verbleven, werden wel onderricht inzake deze onzichtbare, halfgeestelijke wezens, en eeuwenlang vormden zij de gehele geest-wereld voor deze evoluerende stervelingen.
1955 66:4.12 3. The Caligastia one hundred were personally immortal, or undying. There circulated through their material forms the antidotal complements of the life currents of the system; and had they not lost contact with the life circuits through rebellion, they would have lived on indefinitely until the arrival of a subsequent Son of God, or until their sometime later release to resume the interrupted journey to Havona and Paradise.
1997 66:4.12 3. De honderd van Caligastia waren persoonlijk onsterfelijk, in andere woorden, zij stierven niet. Door hun materiële lichamen circuleerden de als tegengif dienenden complementen van de levenstromen van het stelsel; indien zij door de opstand het contact met de levenscircuits niet hadden verloren, dan zouden zij voor onbepaalde tijd hebben verder geleefd, tot er een volgende Zoon van God zou zijn gearriveerd, of tot zij op enig later moment de vrijheid hebben zouden gekregen om hun onderbroken reis naar Havona en het Paradijs voort te zetten.
1955 66:4.13 These antidotal complements of the Satania life currents were derived from the fruit of the tree of life, a shrub of Edentia which was sent to Urantia by the Most Highs of Norlatiadek at the time of Caligastia’s arrival. In the days of Dalamatia this tree grew in the central courtyard of the temple of the unseen Father, and it was the fruit of the tree of life that enabled the material and otherwise mortal beings of the Prince’s staff to live on indefinitely as long as they had access to it.
1997 66:4.13 Deze als tegengif dienende complementen van de levensstromen van Satania werden verkregen uit de vruchten van de boom des levens, een struik uit Edentia welke ten tijde van de aankomst van Caligastia door de Meest Verhevenen van Norlatiadek naar Urantia was gezonden. In de dagen van Dalamatia groeide deze boom in de binnenhof in het midden van de tempel van de onzienlijke Vader, en de vruchten van deze boom des levens stelden de materiële en voor het overige sterfelijke wezens die tot de staf van de Vorst behoorden, in staat onbepaalde tijd voort te leven, zolang zij er toegang toe hadden.
1955 66:4.14 While of no value to the evolutionary races, this supersustenance was quite sufficient to confer continuous life upon the Caligastia one hundred and also upon the one hundred modified Andonites who were associated with them.
1997 66:4.14 Hoewel nutteloos voor de evolutionaire rassen, was dit bovennatuurlijke voedsel volkomen toereikend om de honderd van Caligastia en de honderd gemodificeerde Andonieten die met hen verbonden waren, een continu leven te schenken.
1955 66:4.15 It should be explained in this connection that, at the time the one hundred Andonites contributed their human germ plasm to the members of the Prince’s staff, the Life Carriers introduced into their mortal bodies the complement of the system circuits; and thus were they enabled to live on concurrently with the staff, century after century, in defiance of physical death.
1997 66:4.15 In verband hiermede moeten wij ook verklaren dat op het moment dat de honderd Andonieten de bijdrage van hun menselijke kiemplasma aan de leden van de staf van de Vorst leverden, de Levendragers in hun sterfelijke lichaam het complement van de levenscircuits van het stelsel inbrachten; op deze wijze werden zij in staat gesteld om gelijktijdig met de staf eeuw na eeuw verder te leven en de lichamelijke dood te trotseren.
1955 66:4.16 Eventually the one hundred Andonites were made aware of their contribution to the new forms of their superiors, and these same one hundred children of the Andon tribes were kept at headquarters as the personal attendants of the Prince’s corporeal staff.
1997 66:4.16 Uiteindelijk werden de honderd Andonieten ingelicht omtrent hun bijdrage aan de nieuwe lichamen van hun superieuren, en deze zelfde honderd kinderen uit de Andon-stammen werden verder op hoofdkwartier gehouden als de persoonlijke bedienden van de lichamelijke staf van de Vorst.
5. ORGANIZATION OF THE ONE HUNDRED
5. DE ORGANISATIE VAN DE HONDERD
1955 66:5.1 The one hundred were organized for service in ten autonomous councils of ten members each. When two or more of these ten councils met in joint session, such liaison gatherings were presided over by Daligastia. These ten groups were constituted as follows:
1997 66:5.1 De honderd waren ten behoeve van hun diensten ingedeeld in tien autonome raden, ieder bestaande uit tien leden. Wanneer twee of meer van deze raden in een gezamenlijke zitting bijeenkwamen, werd deze vergadering voorgezeten door Daligastia. Deze tien groepen waren als volgt samengesteld:
1955 66:5.2 1. The council on food and material welfare. This group was presided over by Ang. Food, water, clothes, and the material advancement of the human species were fostered by this able corps. They taught well digging, spring control, and irrigation. They taught those from the higher altitudes and from the north improved methods of treating skins for use as clothing, and weaving was later introduced by the teachers of art and science.
1997 66:5.2 1. De raad voor voedsel en materieel welzijn. Deze groep werd geleid door Ang. Voedsel, water, kleding, en de materiële vooruitgang van de menselijke soort werden door dit bekwame korps verzorgd. Zij onderrichtten het graven van putten, het beheersen van bronnen en het aanleggen van irrigatiewerken. Zij leerden de mensen die op grotere hoogten en in het noorden leefden, betere methoden om huiden te bewerken, zodat deze als kleding konden worden gebruikt, en later werd door de leraren van kunst en wetenschap het weven geïntroduceerd.
1955 66:5.3 Great advances were made in methods of food storage. Food was preserved by cooking, drying, and smoking; it thus became the earliest property. Man was taught to provide for the hazards of famine, which periodically decimated the world.
1997 66:5.3 Grote vooruitgang werd gemaakt in de methoden om voedsel op te slaan. Voedsel werd geconserveerd door het te koken, te drogen en te roken: zo werd het de eerste vorm van bezit. De mens werd geleerd voorzieningen te treffen tegen het gevaar van hongersnood, die periodiek de volken op deze wereld decimeerde.
1955 66:5.4 2. The board of animal domestication and utilization. This council was dedicated to the task of selecting and breeding those animals best adapted to help human beings in bearing burdens and transporting themselves, to supply food, and later on to be of service in the cultivation of the soil. This able corps was directed by Bon.
1997 66:5.4 2. De raad voor de domesticatie en het gebruik van dieren. Deze raad had als opdracht het selecteren en fokken van dieren die het meest geschikt waren om de mens te helpen bij het dragen van lasten, bij het zich verplaatsen, om als voedsel te dienen, en later ook om dienstig te zijn bij het bewerken van de aarde. Dit bekwame korps werd geleid door Bon.
1955 66:5.5 Several types of useful animals, now extinct, were tamed, together with some that have continued as domesticated animals to the present day. Man had long lived with the dog, and the blue man had already been successful in taming the elephant. The cow was so improved by careful breeding as to become a valuable source of food; butter and cheese became common articles of human diet. Men were taught to use oxen for burden bearing, but the horse was not domesticated until a later date. The members of this corps first taught men to use the wheel for the facilitation of traction.
1997 66:5.5 Verscheidene typen bruikbare dieren die nu zijn uitgestorven, werden getemd, samen met sommige die tot in de huidige tijd als huisdieren voortbestaan. De mens had al lang met de hond geleefd, en de blauwe mens had reeds met goed gevolg de olifant getemd. De koe werd door zorgvuldig fokken dermate verbeterd, dat zij een waardevolle bron van voedsel werd: boter en kaas werden gewone bestanddelen van het menselijke dieet. De mensen werd geleerd ossen te bruiken als lastdieren, maar het paard werd pas veel later gedomesticeerd. De leden van dit korps leerden de mensen voor het eerst hoe ze door gebruikmaking van het wiel het trekken konden vergemakkelijken.
1955 66:5.6 It was in these days that carrier pigeons were first used, being taken on long journeys for the purpose of sending messages or calls for help. Bon’s group were successful in training the great fandors as passenger birds, but they became extinct more than thirty thousand years ago.
1997 66:5.6 In deze tijd werden er voor het eerst postduiven gebruikt die op lange reizen werden meegenomen, teneinde boodschappen te kunnen sturen of hulp te kunnen inroepen. De groep van Bon had veel succes in het africhten van de grote fandors als passagiersvogels, maar meer dan dertigduizend jaar geleden stierven de fandors uit.
1955 66:5.7 3. The advisers regarding the conquest of predatory animals. It was not enough that early man should try to domesticate certain animals, but he must also learn how to protect himself from destruction by the remainder of the hostile animal world. This group was captained by Dan.
1997 66:5.7 3. De adviseurs voor het bedwingen van roofdieren. Het was niet voldoende dat de vroege mens trachtte bepaalde dieren te temmen, hij moest ook leren hoe hij zichzelf kon beschermen tegen vernietiging door de rest van de vijandige dieren. Aan het hoofd van deze groep stond Dan.
1955 66:5.8 The purpose of an ancient city wall was to protect against ferocious beasts as well as to prevent surprise attacks by hostile humans. Those living without the walls and in the forest were dependent on tree dwellings, stone huts, and the maintenance of night fires. It was therefore very natural that these teachers should devote much time to instructing their pupils in the improvement of human dwellings. By employing improved techniques and by the use of traps, great progress was made in animal subjugation.
1997 66:5.8 Het doel van een stadsmuur in de oudheid was om bescherming te bieden tegen wilde dieren en verrassingsaanvallen van vijandig gezinde mensen te voorkomen. Degenen die buiten de muren en in de wouden leefden, waren afhankelijk van boomwoningen, stenen hutten en het branden van vuren des nachts. Het lag daarom voor de hand dat deze leraren veel tijd besteedden om hun leerlingen bij te brengen hoe de onderkomens van de mensen konden worden verbeterd. Door het aanwenden van betere technieken en het gebruik van vallen, werd grote vooruitgang geboekt in het bedwingen van de dieren.
1955 66:5.9 4. The faculty on dissemination and conservation of knowledge. This group organized and directed the purely educational endeavors of those early ages. It was presided over by Fad. The educational methods of Fad consisted in supervision of employment accompanied by instruction in improved methods of labor. Fad formulated the first alphabet and introduced a writing system. This alphabet contained twenty-five characters. For writing material these early peoples utilized tree barks, clay tablets, stone slabs, a form of parchment made of hammered hides, and a crude form of paperlike material made from wasps’ nests. The Dalamatia library, destroyed soon after the Caligastia disaffection, comprised more than two million separate records and was known as the “house of Fad.”
1997 66:5.9 4. De school voor de verbreiding en het bewaren van kennis. Deze groep organiseerde en leidde de zuiver educatieve inspanningen in die vroege tijden. Zij stond onder leiding van Fad. De onderwijsmethoden van Fad bestonden in het toezicht op werkzaamheden, gepaard aan onderricht in betere werkmethoden. Fad stelde het eerste alfabet op, en voerde een schrijfsysteem in. Dit alfabet bevatte vijfentwintig letters. Als schrijfmateriaal gebruikten deze vroege mensen boombast, kleitabletten, platte stenen, een soort perkament gemaakt van geklopte huiden, en een grove vorm van op papier gelijkend materiaal dat uit wespennesten werd gemaakt. De bibliotheek van Dalamatia, die spoedig na de ontrouw van Caligastia werd verwoest, omvatte meer dan twee miljoen afzonderlijke documenten, en stond bekend als het ‘huis van Fad.’
1955 66:5.10 The blue man was partial to alphabet writing and made the greatest progress along such lines. The red man preferred pictorial writing, while the yellow races drifted into the use of symbols for words and ideas, much like those they now employ. But the alphabet and much more was subsequently lost to the world during the confusion attendant upon rebellion. The Caligastia defection destroyed the hope of the world for a universal language, at least for untold ages.
1997 66:5.10 De blauwe mens had een voorliefde voor het alfabetische schrift en maakte hierin de grootste vorderingen. De rode mens gaf de voorkeur aan het beeldschrift, terwijl de gele rassen voor woorden en ideeën geleidelijk symbolen gingen gebruiken die veel lijken op degene die zij nu nog gebruiken. Maar het alfabet en nog veel meer ging later voor de wereld verloren tijdens de verwarring waarmee de rebellie gepaard ging. Het overlopen van Caligastia vernietigde de hoop van de wereld op een universele taal, althans voor talloze eeuwen.
1955 66:5.11 5. The commission on industry and trade. This council was employed in fostering industry within the tribes and in promoting trade between the various peace groups. Its leader was Nod. Every form of primitive manufacture was encouraged by this corps. They contributed directly to the elevation of standards of living by providing many new commodities to attract the fancy of primitive men. They greatly expanded the trade in the improved salt produced by the council on science and art.
1997 66:5.11 5. De commissie voor nijverheid en handel. Deze raad hield zich bezig met het bevorderen van de nijverheid binnen de stammen en het stimuleren van handel tussen de verschillende groepen die vreedzaam naast elkaar leefden. Nod was de leider van deze groep. Iedere vorm van primitieve handenarbeid werd door dit korps aangemoedigd. Zij droegen rechtstreeks bij tot de verhoging van het levenspeil door te voorzien in vele nieuwe, nuttige voorwerpen die in de smaak vielen bij de primitieve mensen. De handel in het verbeterde zout dat door de raad voor wetenschap en kunst werd geproduceerd, werd door hen sterk uitgebreid.
1955 66:5.12 It was among these enlightened groups educated in the Dalamatia schools that the first commercial credit was practiced. From a central exchange of credits they secured tokens which were accepted in lieu of the actual objects of barter. The world did not improve upon these business methods for hundreds of thousands of years.
1997 66:5.12 Het was binnen deze verlichte groepen die waren opgeleid in de scholen van Dalamatia, dat voor het eerst gebruik werd gemaakt van handelskrediet. Vanuit een centrale kredietbeurs werden bewijzen gewaarborgd, welke in plaats van de werkelijke ruilobjecten werden geaccepteerd. De wereld heeft in vele honderden millennia geen betere manieren van zakendoen ontwikkeld.
1955 66:5.13 6. The college of revealed religion. This body was slow in functioning. Urantia civilization was literally forged out between the anvil of necessity and the hammers of fear. But this group had made considerable progress in their attempt to substitute Creator fear for creature fear (ghost worship) before their labors were interrupted by the later confusion attendant upon the secession upheaval. The head of this council was Hap.
1997 66:5.13 6. Het college van de geopenbaarde religie. Deze groep functioneerde slechts moeizaam. De beschaving op Urantia werd letterlijk gesmeed tussen het aambeeld van nooddruft en de hamers van vrees. Maar deze groep had aanzienlijke vorderingen gemaakt in hun inspanning om de vrees voor de Schepper in de plaats te stellen voor vrees voor schepselen (de verering van geesten), voordat hun werk werd onderbroken door de latere verwarring waarmee de afscheiding gepaard ging. Het hoofd van deze raad was Hap.
1955 66:5.14 None of the Prince’s staff would present revelation to complicate evolution; they presented revelation only as the climax of their exhaustion of the forces of evolution. But Hap did yield to the desire of the inhabitants of the city for the establishment of a form of religious service. His group provided the Dalamatians with the seven chants of worship and also gave them the daily praise-phrase and eventually taught them “the Father’s prayer,” which was:
1997 66:5.14 Geen enkel lid van de staf van de Vorst zou openbaring aanbieden om de evolutie nog ingewikkelder te maken: openbaring werd alleen aangeboden als climax, wanneer de krachten van de evolutie uitputtend waren aangewend. Hap kwam echter wel tegemoet aan het verlangen van de bewoners der stad om een zekere vorm van religieuze erdienst in te voeren. Zijn groep verschafte de Dalamatianen de zeven gezangen van godsverering en gaf hun ook de lofzegging voor iedere dag, en tenslotte leerde zij hun ‘het gebed van de Vader,’ dat luidde:
1955 66:5.15 “Father of all, whose Son we honor, look down upon us with favor. Deliver us from the fear of all save you. Make us a pleasure to our divine teachers and forever put truth on our lips. Deliver us from violence and anger; give us respect for our elders and that which belongs to our neighbors. Give us this season green pastures and fruitful flocks to gladden our hearts. We pray for the hastening of the coming of the promised uplifter, and we would do your will on this world as others do on worlds beyond.”
1997 66:5.15 ‘Vader van allen, wiens Zoon wij eer bewijzen, zie in gunst op ons neer. Verlos ons van de vrees voor alle dingen behalve voor u. Laat ons een vreugde zijn voor onze goddelijke leraren en geef dat onze lippen immer waarheid spreken. Bevrijd ons van geweld en boosheid; geef ons respect voor onze oudsten en voor datgene wat onze medemens toebehoort. Geef ons dit jaar groene weiden en vruchtbare kudden om onze harten te verblijden. Wij bidden voor de spoedige komst van hem die ons beloofd is en ons zal verheffen, en wij wensen uw wil te doen op deze wereld, zoals anderen dat doen op de werelden elders.’
1955 66:5.16 Although the Prince’s staff were limited to natural means and ordinary methods of race improvement, they held out the promise of the Adamic gift of a new race as the goal of subsequent evolutionary growth upon the attainment of the height of biologic development.
1997 66:5.16 Hoewel de staf van de Vorst zich voor de verbetering van het ras moest beperken tot natuurlijke middelen en gebruikelijke methoden, droeg zij wel de belofte uit van het Adamische geschenk van een nieuw ras, dat het doel was van de verdere evolutionaire groei wanneer de biologische ontwikkeling haar hoogtepunt bereikt zou hebben.
1955 66:5.17 7. The guardians of health and life. This council was concerned with the introduction of sanitation and the promotion of primitive hygiene and was led by Lut.
1997 66:5.17 7. De bewakers van gezondheid en leven. Deze raad was belast met de invoering van gezondheidszorg en de bevordering van een eenvoudige hygiëne; deze raad werd geleid door Lut.
1955 66:5.18 Its members taught much that was lost during the confusion of subsequent ages, never to be rediscovered until the twentieth century. They taught mankind that cooking, boiling and roasting, was a means of avoiding sickness; also that such cooking greatly reduced infant mortality and facilitated early weaning.
1997 66:5.18 De leden van de raad gaven veel onderricht dat in de verwarring van de daaropvolgende eeuwen weer verloren is gegaan, en pas in de twintigste eeuw opnieuw werd ontdekt. Zij leerden de mensheid dat koken, stoven en roosteren middelen waren om ziekten te voorkomen, en eveneens dat koken de kindersterfte sterk verminderde en het vroege spenen vergemakkelijkte.
1955 66:5.19 Many of the early teachings of Lut’s guardians of health persisted among the tribes of earth on down to the days of Moses, even though they became much garbled and were greatly changed.
1997 66:5.19 Veel van het vroege onderricht van de gezondheidsbewakers van Lut heeft tot de tijd van Mozes onder de stammen op aarde stand gehouden, hoewel in zeer verminkte en veranderde vorm.
1955 66:5.20 The great obstacle in the way of promoting hygiene among these ignorant peoples consisted in the fact that the real causes of many diseases were too small to be seen by the naked eye, and also because they all held fire in superstitious regard. It required thousands of years to persuade them to burn refuse. In the meantime they were urged to bury their decaying rubbish. The great sanitary advance of this epoch came from the dissemination of knowledge regarding the health-giving and disease-destroying properties of sunlight.
1997 66:5.20 De grote hinderpaal bij de bevordering van de hygiëne onder deze onwetende volken was het feit dat de werkelijke oorzaken van vele ziekten te klein waren om met het blote oog te zien, en ook dat al deze volken een bijgelovige vrees voor vuur koesterden. Het duurde duizenden jaren voordat zij bewogen konden worden vuilnis te verbranden. Intussen werden zij aangespoord hun rottende afval te begraven. Wat de gezondheid in die tijden sterk bevorderde, was de verbreiding van kennis inzake de gezondmakende en ziekten bestrijdende eigenschappen van zonlicht.
1955 66:5.21 Before the Prince’s arrival, bathing had been an exclusively religious ceremonial. It was indeed difficult to persuade primitive men to wash their bodies as a health practice. Lut finally induced the religious teachers to include cleansing with water as a part of the purification ceremonies to be practiced in connection with the noontime devotions, once a week, in the worship of the Father of all.
1997 66:5.21 Vóór de komst van de Vorst was baden uitsluitend een religieus ceremonieel geweest. Het was werkelijk moeilijk om primitieve mensen ertoe te bewegen hun lichaam uit gezondheidsoverwegingen te wassen. Ten slotte overreedde Lut de godsdienstleraren om de reiniging met water een onderdeel te maken van de zuiveringsceremoniën, welke eens per week, als de Vader van allen werd vereerd, bij de middagwijding werden uitgevoerd.
1955 66:5.22 These guardians of health also sought to introduce handshaking in substitution for saliva exchange or blood drinking as a seal of personal friendship and as a token of group loyalty. But when out from under the compelling pressure of the teachings of their superior leaders, these primitive peoples were not slow in reverting to their former health-destroying and disease-breeding practices of ignorance and superstition.
1997 66:5.22 Deze bewakers van de gezondheid trachtten ook de handdruk in te voeren, in plaats van het uitwisselen van speeksel of het drinken van bloed ter bezegeling van persoonlijke vriendschap en als teken van trouw aan de groep. Wanneer echter deze primitieve volken onder de dwingende druk van het onderricht van hun superieure leiders uit waren, vielen ze spoedig terug in hun vroegere, uit onwetendheid en bijgeloof voortkomende gewoonten die de gezondheid verwoestten en ziekten verwekten.
1955 66:5.23 8. The planetary council on art and science. This corps did much to improve the industrial technique of early man and to elevate his concepts of beauty. Their leader was Mek.
1997 66:5.23 8. De planetaire raad voor kunst en wetenschap. Dit korps deed veel voor de verbetering van de nijverheidstechnieken van de vroege mens en voor de verheffing van zijn gevoel voor schoonheid. Hun leider was Mek.
1955 66:5.24 Art and science were at a low ebb throughout the world, but the rudiments of physics and chemistry were taught the Dalamatians. Pottery was advanced, decorative arts were all improved, and the ideals of human beauty were greatly enhanced. But music made little progress until after the arrival of the violet race.
1997 66:5.24 De kunst en de wetenschap stonden in de gehele wereld op een laag peil, doch de Dalamatiërs werden onderricht in de elementaire beginselen van natuurkunde en scheikunde. Het pottenbakken werd bevorderd, de decoratieve kunsten werden alle op hoger peil gebracht, en de idealen van menselijke schoonheid werden sterk benadrukt. In de muziek werden echter weinig vorderingen gemaakt tot na de komst van het violette ras.
1955 66:5.25 These primitive men would not consent to experiment with steam power, notwithstanding the repeated urgings of their teachers; never could they overcome their great fear of the explosive power of confined steam. They were, however, finally persuaded to work with metals and fire, although a piece of red-hot metal was a terrorizing object to early man.
1997 66:5.25 Ondanks het herhaaldelijk aandringen van hun leraren, waren deze primitieve mensen er niet toe te brengen met stoomkracht te experimenteren: zij konden hun grote angst voor de explosieve kracht van samengeperste stoom nooit de baas worden. Ten slotte werden ze wel ertoe overgehaald met metaal en vuur te werken, ofschoon een stuk roodgloeiend metaal een angstaanjagend voorwerp was voor de vroege mens.
1955 66:5.26 Mek did a great deal to advance the culture of the Andonites and to improve the art of the blue man. A blend of the blue man with the Andon stock produced an artistically gifted type, and many of them became master sculptors. They did not work in stone or marble, but their works of clay, hardened by baking, adorned the gardens of Dalamatia.
1997 66:5.26 Mek spande zich zeer in om de beschaving van de Andonieten te bevorderen en verbeterde de kunst van de blauwe mens. Een vermenging van de blauwe mens met het ras der Andonieten bracht een artistiek begaafd type mensen voort, en velen van dezen werden meesters in de kunst van het beeldhouwen. Zij bewerkten geen steen of marmer, doch hun werkstukken uit klei, die door bakken waren gehard, sierden de tuinen van Dalamatia.
1955 66:5.27 Great progress was made in the home arts, most of which were lost in the long and dark ages of rebellion, never to be rediscovered until modern times.
1997 66:5.27 Grote vooruitgang werd geboekt in de huiselijke kunsten, maar het meeste daarvan ging verloren in de lange, donkere tijd van de opstand, om pas in de moderne tijd opnieuw te worden ontdekt.
1955 66:5.28 9. The governors of advanced tribal relations. This was the group intrusted with the work of bringing human society up to the level of statehood. Their chief was Tut.
1997 66:5.28 9. De bestuurders voor betere stamverhoudingen. Dit was de groep die de taak had om de menselijke samenleving op een staatsniveau te brengen. Hun leider was Tut.
1955 66:5.29 These leaders contributed much to bringing about intertribal marriages. They fostered courtship and marriage after due deliberation and full opportunity to become acquainted. The purely military war dances were refined and made to serve valuable social ends. Many competitive games were introduced, but these ancient folk were a serious people; little humor graced these early tribes. Few of these practices survived the subsequent disintegration of planetary insurrection.
1997 66:5.29 Deze leiders droegen er veel toe bij dat er intertribale huwelijke gesloten konden worden. Zij moedigden verkering en huwelijk aan na voorafgaand overleg en nadat er volop gelegenheid was gegeven elkaar te leren kennen. De zuiver militaire oorlogsdansen werden verfijnd en dienstbaar gemaakt aan waardevolle sociale doeleinden. Er werden veel wedstrijdspelen ingevoerd, maar deze volken uit de oudheid waren ernstige mensen: deze vroege stammen hadden weinig gevoel voor humor. Slechts weinige van deze gewoonten bleven in stand na de latere desintegratie door de planetaire opstand.
1955 66:5.30 Tut and his associates labored to promote group associations of a peaceful nature, to regulate and humanize warfare, to co-ordinate intertribal relations, and to improve tribal governments. In the vicinity of Dalamatia there developed a more advanced culture, and these improved social relations were very helpful in influencing more remote tribes. But the pattern of civilization prevailing at the Prince’s headquarters was quite different from the barbaric society evolving elsewhere, just as the twentieth-century society of Capetown, South Africa, is totally unlike the crude culture of the diminutive Bushmen to the north.
1997 66:5.30 Tut en zijn medewerkers spanden zich in om de vreedzame samenwerking tussen de groepen te bevorderen, de oorlogvoering aan regels te binden en menselijker te maken, de betrekkingen tussen de stammen te coördineren, en het bestuur van de stammen te verbeteren. In de omgeving van Dalamatia ontwikkelde zich een hogere beschaving, en deze betere sociale betrekkingen waren zeer nuttig om meer afgelegen stammen te beïnvloeden. Maar het patroon van de civilisatie die in het hoofdkwartier van de Vorst heerste, verschilde sterk van de barbaarse gemeenschap welke zich elders ontwikkelde, precies zoals de de twintigste eeuwse samenleving in Kaapstad, Zuid-Afrika, totaal anders is dan de primitieve cultuur van de kleine Bosjesmannen in het noorden.
1955 66:5.31 10. The supreme court of tribal co-ordination and racial co-operation. This supreme council was directed by Van and was the court of appeals for all of the other nine special commissions charged with the supervision of human affairs. This council was one of wide function, being intrusted with all matters of earthly concern which were not specifically assigned to the other groups. This selected corps had been approved by the Constellation Fathers of Edentia before they were authorized to assume the functions of the supreme court of Urantia.
1997 66:5.31 10. De hoge raad voor tribale coördinatie en raciale samenwerking. Deze hoge raad werd geleid door Van en was het hof van beroep voor alle andere negen commissies die waren belast met het toezicht op de menselijke aangelegenheden. Deze raad had een breed werkterrein, aangezien alle aardse aangelegenheden die niet duidelijk aan de andere groepen waren toegewezen, aan haar werden toevertrouwd. Dit geselecteerde korps was goedgekeurd door de Constellatie-Vaders op Edentia voordat het werd gemachtigd om de functies van de hoge raad van Urantia op zich te nemen.
6. THE PRINCE’S REIGN
6. HET BEWIND VAN DE VORST
1955 66:6.1 The degree of a world’s culture is measured by the social heritage of its native beings, and the rate of cultural expansion is wholly determined by the ability of its inhabitants to comprehend new and advanced ideas.
1997 66:6.1 De mate waarin een wereld beschaafd is, wordt afgelezen aan het sociale erfgoed van haar ingeborenen, en het tempo van de culturele ontwikkeling wordt geheel bepaald door het vermogen van haar bewoners om nieuwe, vooruitstrevende ideeën te begrijpen.
1955 66:6.2 Slavery to tradition produces stability and co-operation by sentimentally linking the past with the present, but it likewise stifles initiative and enslaves the creative powers of the personality. The whole world was caught in the stalemate of tradition-bound mores when the Caligastia one hundred arrived and began the proclamation of the new gospel of individual initiative within the social groups of that day. But this beneficent rule was so soon interrupted that the races never have been wholly liberated from the slavery of custom; fashion still unduly dominates Urantia.
1997 66:6.2 De slaafse onderworpenheid aan tradities brengt weliswaar stabiliteit en samenwerking voort doordat zij verleden en heden gevoelsmatig verbindt, doch zij onderdrukt eveneens het initiatief en knecht de creatieve vermogens van de persoonlijkheid. De gehele wereld was gevangen in de impasse van aan traditie gebonden zeden toen de honderd van Caligastia arriveerden en de nieuwe boodschap van het individuele initiatief begonnen te verkondigen binnen de sociale groeperingen van die tijd. Dit zegenrijke bewind werd echter zo spoedig verstoord, dat de volken nooit geheel vrij zijn gekomen van het slavenjuk van vaste gebruiken: gewoonten hebben nog steeds een overmatig grote invloed op Urantia.
1955 66:6.3 The Caligastia one hundred—graduates of the Satania mansion worlds—well knew the arts and culture of Jerusem, but such knowledge is nearly valueless on a barbaric planet populated by primitive humans. These wise beings knew better than to undertake the sudden transformation, or the en masse uplifting, of the primitive races of that day. They well understood the slow evolution of the human species, and they wisely refrained from any radical attempts at modifying man’s mode of life on earth.
1997 66:6.3 De honderd van Caligastia — afgestudeerd op de woningwerelden van Satania — kenden de kunsten en cultuur van Jerusem zeer goed, doch deze kennis is bijna zonder waarde op een barbaarse planeet die door primitieve mensen wordt bewoond. Deze wijze wezens waren wel zo verstandig geen plotselinge transformaties tot stand te willen brengen, of de primitieve volken van die tijd massaal te willen verbeteren. Zij begrepen heel goed dat de menselijke soort maar langzaam evolueert en onthielden zich wijselijk van iedere radicale poging om de levenswijze van de mensen op aarde te modificeren.
1955 66:6.4 Each of the ten planetary commissions set about slowly and naturally to advance the interests intrusted to them. Their plan consisted in attracting the best minds of the surrounding tribes and, after training them, sending them back to their people as emissaries of social uplift.
1997 66:6.4 Elk van de tien planetaire commissies begon langzaam en op natuurlijke wijze de haar toevertrouwde belangen te behartigen. Hun plan bestond uit het aantrekken uit de omliggende stammen van de leden met het beste verstand, en dezen, na hun opleiding, terug te sturen naar hun eigen mensen, om te dienen als boden van sociale verheffing.
1955 66:6.5 Foreign emissaries were never sent to a race except upon the specific request of that people. Those who labored for the uplift and advancement of a given tribe or race were always natives of that tribe or race. The one hundred would not attempt to impose the habits and mores of even a superior race upon another tribe. Always they patiently worked to uplift and advance the time-tried mores of each race. The simple folk of Urantia brought their social customs to Dalamatia, not to exchange them for new and better practices, but to have them uplifted by contact with a higher culture and by association with superior minds. The process was slow but very effectual.
1997 66:6.5 Er werden nooit vreemde boden naar een ras gezonden, tenzij deze mensen hier specifiek om vroegen. Zij die voor de verheffing en vooruitgang van een bepaalde stam of een bepaald volk werkten, waren altijd afkomstig uit die stam of dat volk. De honderd probeerden niet de gewoonten en zeden van zelfs een superieur ras op te dringen aan enig andere stam. Steeds werkten zij geduldig aan de verheffing en uitbreiding van de door de tijd beproefde zeden van ieder ras. De eenvoudige mensen van Urantia brachten hun sociale gebruiken naar Dalamatia, niet om deze in te ruilen voor nieuwe, betere gewoonten, doch om ze te verbeteren door het contact met een hogere beschaving en door omgang met mensen met een superieur verstand. Dit proces was langzaam, maar zeer effectief.
1955 66:6.6 The Dalamatia teachers sought to add conscious social selection to the purely natural selection of biologic evolution. They did not derange human society, but they did markedly accelerate its normal and natural evolution. Their motive was progression by evolution and not revolution by revelation. The human race had spent ages in acquiring the little religion and morals it had, and these supermen knew better than to rob mankind of these few advances by the confusion and dismay which always result when enlightened and superior beings undertake to uplift the backward races by overteaching and overenlightenment.
1997 66:6.6 De leraren in Dalamatia trachtten de zuiver natuurlijke selectie van de biologische evolutie aan te vullen met een bewuste sociale selectie. Zij verstoorden de menselijke samenleving niet, maar zij hebben haar normale en natuurlijke ontwikkeling aanzienlijk versneld. Hun drijfveer was vooruitgang door evolutie, en niet revolutie door openbaring. De mensheid had er eeuwen over gedaan om het weinige te verwerven dat zij aan religie en zeden bezat, en deze supermensen waren wel zo verstandig de mensheid deze geringe vooruitgang niet te ontnemen door de verwarring en verbijstering welke altijd ontstaan als verlichte, superieure wezens trachten de achtergebleven rassen te verheffen door teveel onderricht en teveel geestelijke verlichting.
1955 66:6.7 When Christian missionaries go into the heart of Africa, where sons and daughters are supposed to remain under the control and direction of their parents throughout the lifetime of the parents, they only bring about confusion and the breakdown of all authority when they seek, in a single generation, to supplant this practice by teaching that these children should be free from all parental restraint after they have attained the age of twenty-one.
1997 66:6.7 Als Christelijke zendelingen naar de binnenlanden van Afrika gaan, waar zonen en dochters verondersteld worden onder het toezicht en de leiding van hun ouders te blijven zolang de ouders leven, veroorzaken zij slechts verwarring en de ineenstorting van alle gezag, wanneer zij trachten deze gewoonte binnen één generatie opzij te zetten door te onderrichten dat deze kinderen bij het bereiken van de eenentwintigjarige leeftijd vrij moeten zijn van alle beperkingen die hun ouders hun opleggen.
7. LIFE IN DALAMATIA
7. HET LEVEN IN DALAMATIA
1955 66:7.1 The Prince’s headquarters, though exquisitely beautiful and designed to awe the primitive men of that age, was altogether modest. The buildings were not especially large as it was the motive of these imported teachers to encourage the eventual development of agriculture through the introduction of animal husbandry. The land provision within the city walls was sufficient to provide for pasturage and gardening for the support of a population of about twenty thousand.
1997 66:7.1 Het hoofdkwartier van de Vorst was alles bij elkaar genomen bescheiden, hoewel het buitengewoon fraai was, en was ontworpen om de primitieve mensen van die tijd ontzag in te boezemen. De gebouwen waren niet uitzonderlijk groot, daar het de bedoeling was van deze geïmporteerde leraren om door het introduceren van veeteelt uiteindelijk de ontwikkeling van de landbouw te bevorderen. Er was binnen de stadsmuren voldoende land beschikbaar voor weiden en tuinen, om een bevolking van ongeveer twintigduizend zielen te kunnen onderhouden.
1955 66:7.2 The interiors of the central temple of worship and the ten council mansions of the supervising groups of supermen were indeed beautiful works of art. And while the residential buildings were models of neatness and cleanliness, everything was very simple and altogether primitive in comparison with later-day developments. At this headquarters of culture no methods were employed which did not naturally belong on Urantia.
1997 66:7.2 Het interieur van de centraal gelegen tempel voor de erediensten en van de tien raadhuizen voor de toezichthoudende groepen supermensen waren inderdaad schone kunstwerken. En hoewel de verblijfsgebouwen voorbeeldig netjes en schoon waren, was alles zeer eenvoudig en over het algemeen primitief, vergeleken met de ontwikkelingen van latere dagen. In dit hoofdkwartier van de cultuur werden geen methoden toegepast welke niet van nature op Urantia hoorden.
1955 66:7.3 The Prince’s corporeal staff presided over simple and exemplary abodes which they maintained as homes designed to inspire and favorably impress the student observers sojourning at the world’s social center and educational headquarters.
1997 66:7.3 De lichamelijke staf van de Vorst had de leiding over eenvoudige, voorbeeldige woonverblijven, ontworpen met het oogmerk om de leerlingen die in dit sociale en educatieve centrum van de wereld verbleven, te inspireren en gunstig te beïnvloeden.
1955 66:7.4 The definite order of family life and the living of one family together in one residence of comparatively settled location date from these times of Dalamatia and were chiefly due to the example and teachings of the one hundred and their pupils. The home as a social unit never became a success until the supermen and superwomen of Dalamatia led mankind to love and plan for their grandchildren and their grandchildren’s children. Savage man loves his child, but civilized man loves also his grandchild.
1997 66:7.4 Het duidelijk geregelde gezinsleven en het samenwonen van één gezin in één verblijf op een betrekkelijk vaste plaats, dateren uit deze tijd van Dalamatia, en waren voornamelijk te danken aan het voorbeeld en het onderricht van de honderd en hun leerlingen. Het huisgezin was als sociale eenheid nooit een succes geweest totdat de mensheid door de bovenmenselijke mannen en vrouwen van Dalamatia ertoe werd gebracht ook hun kleinkinderen en achterkleinkinderen lief te hebben en voorzieningen voor hen te treffen. De wilde mens houdt van zijn kind, maar de geciviliseerde mens heeft ook zijn kleinkind lief[2].
1955 66:7.5 The Prince’s staff lived together as fathers and mothers. True, they had no children of their own, but the fifty pattern homes of Dalamatia never sheltered less than five hundred adopted little ones assembled from the superior families of the Andonic and Sangik races; many of these children were orphans. They were favored with the discipline and training of these superparents; and then, after three years in the schools of the Prince (they entered from thirteen to fifteen), they were eligible for marriage and ready to receive their commissions as emissaries of the Prince to the needy tribes of their respective races.
1997 66:7.5 De stafleden van de Vorst leefden tezamen als vaders en moeders. Weliswaar hadden zij zelf geen kinderen, maar de vijftig modelwoningen van Dalamatia verleenden onderdak aan wel vijfhonderd geadopteerde kinderen die waren bijeengebracht uit de superieure families van de Andonische en Sangik-rassen; velen van deze kinderen waren wezen. Zij hadden het voorrecht discipline te leren van, en opgevoed te worden door deze bovenmenselijke ouders; en vervolgens, na drie jaar onderricht in de scholen van de Vorst (waar zij tussen hun dertiende en vijftiende jaar werden ingeschreven), kwamen zij in aanmerking voor het huwelijk en waren ze gereed om aangesteld te worden als afgezanten van de Vorst naar de behoeftige stammen van hun respectieve volken.
1955 66:7.6 Fad sponsored the Dalamatia plan of teaching that was carried out as an industrial school in which the pupils learned by doing, and through which they worked their way by the daily performance of useful tasks. This plan of education did not ignore thinking and feeling in the development of character; but it gave first place to manual training. The instruction was individual and collective. The pupils were taught by both men and women and by the two acting conjointly. One half of this group instruction was by sexes; the other half was coeducational. Students were taught manual dexterity as individuals and were socialized in groups or classes. They were trained to fraternize with younger groups, older groups, and adults, as well as to do teamwork with those of their own ages. They were also familiarized with such associations as family groups, play squads, and school classes.
1997 66:7.6 Fad had de verantwoordelijkheid voor het leerplan van Dalamatia, dat werd uitgevoerd in een nijverheidsschool waar de leerlingen al doende leerden, en die zij al werkend doorliepen door iedere dag nuttige opdrachten uit te voeren. In dit opvoedkundige plan werden het denken en het gevoelsleven bij de ontwikkeling van het karakter niet verwaarloosd, maar de opleiding in handenarbeid kwam op de eerste plaats. Het onderwijs was zowel individueel als collectief. De leerlingen werden onderwezen door zowel mannen als vrouwen en ook door hen gezamenlijk. Bij de helft van het groepsonderwijs waren de seksen gescheiden; de andere helft was voor jongens en meisjes samen. De leerlingen kregen individueel onderricht in handvaardigheid en werden in groepen of klassen gesocialiseerd. Hun werd geleerd om zich te kunnen verbroederen met jongere groepen, oudere groepen, en volwassenen, en ook om met leerlingen van hun eigen leeftijd in groepsverband samen te werken. Zij werden ook vertrouwd gemaakt met familiegroepen, speelgroepen en schoolklassen.
1955 66:7.7 Among the later students trained in Mesopotamia for work with their respective races were Andonites from the highlands of western India together with representatives of the red men and the blue men; still later a small number of the yellow race were also received.
1997 66:7.7 Onder de latere leerlingen die in Mesopotamië werden opgeleid om onder hun respectieve rassen te gaan werken, waren Andonieten uit de hooglanden in het westen van India, alsook vertegenwoordigers van de rode en blauwe mensen; nog later werd ook een klein aantal van het gele ras opgenomen.
1955 66:7.8 Hap presented the early races with a moral law. This code was known as “The Father’s Way” and consisted of the following seven commands:
1997 66:7.8 Hap gaf de vroege rassen een morele wetgeving. Deze regels stonden bekend als ‘De Weg van de Vader’ en omvatten de volgende zeven geboden:
1955 66:7.10 2. You shall not disobey the Father’s Son, the world’s ruler, nor show disrespect to his superhuman associates.
1955 66:7.11 3. You shall not speak a lie when called before the judges of the people.
1955 66:7.12 4. You shall not kill men, women, or children.
1955 66:7.13 5. You shall not steal your neighbor’s goods or cattle.
1955 66:7.14 6. You shall not touch your friend’s wife.
1955 66:7.15 7. You shall not show disrespect to your parents or to the elders of the tribe.
1955 66:7.16 This was the law of Dalamatia for almost three hundred thousand years. And many of the stones on which this law was inscribed now lie beneath the waters off the shores of Mesopotamia and Persia. It became the custom to hold one of these commands in mind for each day of the week, using it for salutations and mealtime thanksgiving.
1997 66:7.16 Ongeveer driehonderdduizend jaar lang was dit de wetgeving van Dalamatia. En vele stenen tafels waarop deze geboden gegraveerd stonden, liggen nu onder water voor de kusten van Mesopotamië en Perzië. Het werd de gewoonte iedere dag van de week één van deze geboden in gedachten te houden en dit te gebruiken als begroeting en als dankzegging bij het eten.
1955 66:7.17 The time measurement of these days was the lunar month, this period being reckoned as twenty-eight days. That, with the exception of day and night, was the only time reckoning known to the early peoples. The seven-day week was introduced by the Dalamatia teachers and grew out of the fact that seven was one fourth of twenty-eight. The significance of the number seven in the superuniverse undoubtedly afforded them opportunity to introduce a spiritual reminder into the common reckoning of time. But there is no natural origin for the weekly period.
1997 66:7.17 De tijdrekening in die dagen was de maanmaand, die werd berekend als een periode van achtentwintig dagen. Behalve de dag en de nacht, was dit de enige tijdrekening welke deze eerste volken kenden. De zevendaagse week werd door de leraren van Dalamatia ingevoerd en kwam voort uit het feit dat zeven een kwart is van achtentwintig. De betekenis die het getal zeven in het superuniversum heeft, gaf hun ongetwijfeld de gelegenheid een geestelijke geheugensteun te introduceren in de gewone tijdrekening. De wekelijkse periode heeft echter geen natuurlijke oorsprong.
1955 66:7.18 The country around the city was quite well settled within a radius of one hundred miles. Immediately surrounding the city, hundreds of graduates of the Prince’s schools engaged in animal husbandry and otherwise carried out the instruction they had received from his staff and their numerous human helpers. A few engaged in agriculture and horticulture.
1997 66:7.18 Het grondgebied rondom de stad was binnen een straal van honderdzestig kilometer zeer wel ontgonnen. Direct rond de stad hielden honderden afgestudeerden van de school van de Vorst zich bezig met veeteelt en brachten ook anderszins het onderwijs in praktijk dat zij van zijn staf en hun talrijke menselijke helpers hadden ontvangen. Enkelen hielden zich bezig met land- en tuinbouw.
1955 66:7.19 Mankind was not consigned to agricultural toil as the penalty of supposed sin. “In the sweat of your face shall you eat the fruit of the fields” was not a sentence of punishment pronounced because of man’s participation in the follies of the Lucifer rebellion under the leadership of the traitorous Caligastia. The cultivation of the soil is inherent in the establishment of an advancing civilization on the evolutionary worlds, and this injunction was the center of all teaching of the Planetary Prince and his staff throughout the three hundred thousand years which intervened between their arrival on Urantia and those tragic days when Caligastia threw in his lot with the rebel Lucifer. Work with the soil is not a curse; rather is it the highest blessing to all who are thus permitted to enjoy the most human of all human activities.
1997 66:7.19 De mensheid werd niet veroordeeld tot zware landarbeid als straf voor veronderstelde zonde. ‘In het zweet uws aanschijns zult ge de vruchten van het land eten’ was geen opgelegde straf omdat de mens onder aanvoering van de verraderlijke Caligastia had deelgenomen aan de dwaasheden van de rebellie van Lucifer[10]. De bewerking van het land is inherent aan het vestigen van een vorderende civilisatie op de evolutionaire werelden, en deze opdracht stond centraal in alle onderricht van de Planetaire Vorst en zijn staf, gedurende de driehonderdduizend jaar tussen hun aankomst op Urantia en de tragische dagen toen Caligastia gemene zaak maakte met de opstandige Lucifer. Het bewerken van het land is geen vloek; het is integendeel de grootste zegen voor allen aan wie het is vergund de menselijkste van alle menselijke activiteiten te mogen uitoefenen.
1955 66:7.20 At the outbreak of the rebellion, Dalamatia had a resident population of almost six thousand. This number includes the regular students but does not embrace the visitors and observers, who always numbered more than one thousand. But you can have little or no concept of the marvelous progress of those faraway times; practically all of the wonderful human gains of those days were wiped out by the horrible confusion and abject spiritual darkness which followed the Caligastia catastrophe of deception and sedition.
1997 66:7.20 Bij het uitbreken van de rebellie was het inwonersaantal van Dalamatia bijna zesduizend. Hierin waren de vaste studenten begrepen, doch niet de bezoekers en waarnemers, wier aantal altijd meer dan duizend was. Maar ge kunt u niet voorstellen hoe wonderbaarlijk de vooruitgang in die lang vervlogen tijden was: vrijwel alle prachtige verworvenheden van de mens in die tijd werden weggevaagd door de verschrikkelijke verwarring en rampzalige geestelijke duisternis, die volgden op de catastrofe van het bedrog en de revolte van Caligastia.
8. MISFORTUNES OF CALIGASTIA
8. DE RAMPSPOED VAN CALIGASTIA
1955 66:8.1 In looking back over the long career of Caligastia, we find only one outstanding feature of his conduct that might have challenged attention; he was ultraindividualistic. He was inclined to take sides with almost every party of protest, and he was usually sympathetic with those who gave mild expression to implied criticism. We detect the early appearance of this tendency to be restless under authority, to mildly resent all forms of supervision. While slightly resentful of senior counsel and somewhat restive under superior authority, nonetheless, whenever a test had come, he had always proved loyal to the universe rulers and obedient to the mandates of the Constellation Fathers. No real fault was ever found in him up to the time of his shameful betrayal of Urantia.
1997 66:8.1 Terugkijkend op de lange loopbaan van Caligastia, zien wij slechts één opvallend aspect in zijn gedrag dat de aandacht had kunnen trekken: hij was ultra-individualistisch. Hij had de neiging zich aan de zijde van bijna iedere protesterende partij te scharen, en hij stond gewoonlijk sympathiek tegenover degenen die in voorzichtige bewoordingen impliciete kritiek gaven. Wij ontdekken de eerste verschijnselen van deze neiging in een zekere ongedurigheid onder gezag, in het licht aanstoot nemen aan iedere vorm van toezicht. Hoewel hij lichtgeraakt was als ouderen hem raad gaven en in zekere mate weerspannig was onder hoger gezag, bleek hij niettemin telkenmale als hij op de proef werd gesteld, loyaal te zijn ten opzichte van de regeerders van het universum en gehoorzaam aan de mandaten van de Constellatie-Vaders. Tot de tijd van zijn schandelijke verraad van Urantia werden er nooit echte fouten in hem aangetroffen.
1955 66:8.2 It should be noted that both Lucifer and Caligastia had been patiently instructed and lovingly warned respecting their critical tendencies and the subtle development of their pride of self and its associated exaggeration of the feeling of self-importance. But all of these attempts to help had been misconstrued as unwarranted criticism and as unjustified interference with personal liberties. Both Caligastia and Lucifer judged their friendly advisers as being actuated by the very reprehensible motives which were beginning to dominate their own distorted thinking and misguided planning. They judged their unselfish advisers by their own evolving selfishness.
1997 66:8.2 Wij merken hierbij op dat zowel Lucifer als Caligastia geduldig waren onderricht en liefdevol waren gewaarschuwd met betrekking tot hun kritische neigingen en de subtiele ontwikkeling van hun zelfingenomenheid en het overdreven gevoel van eigenwaarde dat daarmee samenging. Al deze pogingen om hen te helpen waren evenwel verkeerd uitgelegd als ongegronde kritiek en als ongerechtvaardigde inbreuk op hun persoonlijke vrijheden. Beiden, Caligastia en Lucifer, waren van oordeel dat de hun gunstig gezinde adviseurs werden gedreven door de zeer laakbare motieven die hun eigen verwrongen gedachten en verdwaasde plannen begonnen te overheersen. Zij beoordeelden hun onzelfzuchtige raadslieden naar hun eigen zich ontwikkelende zelfzucht.
1955 66:8.3 From the arrival of Prince Caligastia, planetary civilization progressed in a fairly normal manner for almost three hundred thousand years. Aside from being a life-modification sphere and therefore subject to numerous irregularities and unusual episodes of evolutionary fluctuation, Urantia progressed very satisfactorily in its planetary career up to the times of the Lucifer rebellion and the concurrent Caligastia betrayal. All subsequent history has been definitely modified by this catastrophic blunder as well as by the later failure of Adam and Eve to fulfill their planetary mission.
1997 66:8.3 Na de komst van Vorst Caligastia ging de planetaire civilisatie gedurende driehonderdduizend jaren op tamelijk normale wijze vooruit. Afgezien van het feit dat Urantia een levensmodificatie-planeet was en dientengevolge onderhevig aan talrijke onregelmatigheden en ongebruikelijke episoden van evolutionaire fluctuatie, ontwikkelde zij zich op zeer bevredigende wijze tijdens haar planetaire loopbaan, tot het tijdstip van de opstand van Lucifer en het daarmee samenvallende verraad van Caligastia. De gehele latere geschiedenis is op beslissende wijze door deze catastrofale vergissing gemodificeerd, evenals door het latere falen van Adam en Eva in het volbrengen van hun planetaire missie.
1955 66:8.4 The Prince of Urantia went into darkness at the time of the Lucifer rebellion, thus precipitating the long confusion of the planet. He was subsequently deprived of sovereign authority by the co-ordinate action of the constellation rulers and other universe authorities. He shared the inevitable vicissitudes of isolated Urantia down to the time of Adam’s sojourn on the planet and contributed something to the miscarriage of the plan to uplift the mortal races through the infusion of the lifeblood of the new violet race—the descendants of Adam and Eve.
1997 66:8.4 Ten tijde van de Lucifer-rebellie verviel ook de Vorst van Urantia tot duisternis, en veroorzaakte daardoor de langdurige verwarring die zich van de planeet meester maakte. Daarna werd hem zijn soeverein gezag ontnomen door de gecoördineerde actie van de regeerders van de constellatie en andere autoriteiten in het universum. Hij deelde in de onvermijdelijke lotswisseling van het geïsoleerde Urantia tot aan de tijd van het verblijf van Adam op de planeet, en droeg enigermate bij tot de mislukking van het plan om de rassen der stervelingen op hoger niveau te brengen door toevoeging van het levensbloed van het nieuwe violette ras — de afstammelingen van Adam en Eva.
1955 66:8.5 The power of the fallen Prince to disturb human affairs was enormously curtailed by the mortal incarnation of Machiventa Melchizedek in the days of Abraham; and subsequently, during the life of Michael in the flesh, this traitorous Prince was finally shorn of all authority on Urantia.
1997 66:8.5 In de tijd van Abraham werd de macht van de gevallen Vorst om de aangelegenheden der mensen te verstoren enorm beperkt door de incarnatie van Machiventa Melchizedek als sterveling; en later, tijdens het leven van Michael in het vlees, werd deze verraderlijke Vorst tenslotte alle gezag op Urantia ontnomen.
1955 66:8.6 The doctrine of a personal devil on Urantia, though it had some foundation in the planetary presence of the traitorous and iniquitous Caligastia, was nevertheless wholly fictitious in its teachings that such a “devil” could influence the normal human mind against its free and natural choosing. Even before Michael’s bestowal on Urantia, neither Caligastia nor Daligastia was ever able to oppress mortals or to coerce any normal individual into doing anything against the human will. The free will of man is supreme in moral affairs; even the indwelling Thought Adjuster refuses to compel man to think a single thought or to perform a single act against the choosing of man’s own will.
1997 66:8.6 Hoewel er door de aanwezigheid van de verraderlijke en ongerechtige Caligastia enige grond bestond voor de leerstelling dat er een persoonlijke duivel op Urantia verkeerde, was het niettemin niet meer dan een verzinsel indien er werd onderricht dat zo’n ‘duivel’ het normale menselijke bewustzijn zou kunnen beïnvloeden tegen de vrije en natuurlijke keuze in. Zelfs vóór de zelfschenking van Michael op Urantia zijn noch Caligastia, noch Daligastia ooit in staat geweest de stervelingen te onderdrukken of een normaal mens te dwingen iets tegen zijn wil te doen. In morele aangelegenheden is de vrije wil van de mens oppermachtig; zelfs de inwonende Gedachtenrichter weigert de mens te dwingen tot ook maar één enkele gedachte of tot ook maar één enkele daad die tegen de keuze van ’s mensen eigen wil in zou gaan.
1955 66:8.7 And now this rebel of the realm, shorn of all power to harm his former subjects, awaits the final adjudication, by the Uversa Ancients of Days, of all who participated in the Lucifer rebellion.
1997 66:8.7 En nu wacht deze rebel van dit gebied, beroofd van alle macht om zijn vroegere onderdanen schade te berokkenen, op de uiteindelijke berechting van allen die hebben deelgenomen aan de rebellie van Lucifer, door de Ouden der Dagen op Uversa.
1955 66:8.8 [Presented by a Melchizedek of Nebadon.]
1997 66:8.8 [Aangeboden door een Melchizedek van Nebadon.]
Verhandeling 65. Het opperbestier over de evolutie |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 67. De planetaire opstand |