Het Urantia Boek in het Engels is sinds 2006 wereldwijd Public Domain.
Vertalingen: © 1997 De Stichting Urantia
Verhandeling 29. De Universum-Krachtdirigenten |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 31. Het Korps der Volkomenheid |
PERSONALITIES OF THE GRAND UNIVERSE
PERSOONLIJKHEDEN VAN HET GROOT UNIVERSUM
1955 30:0.1 THE personalities and other-than-personal entities now functioning on Paradise and in the grand universe constitute a well-nigh limitless number of living beings. Even the number of major orders and types would stagger the human imagination, let alone the countless subtypes and variations. It is, however, desirable to present something of two basic classifications of living beings—a suggestion of the Paradise classification and an abbreviation of the Uversa Personality Register.
1997 30:0.1 HET aantal levende wezens, persoonlijke en anders-dan-persoonlijke entiteiten dat thans op het Paradijs en in het groot universum functioneert, is welhaast onbeperkt. Alleen al het getal der hoofdorden en -soorten zou de menselijke verbeelding versteld doen staan, om maar te zwijgen van de talloze subtypen en variaties. Het is echter wenselijk u iets mede te delen over twee fundamentele categorieën van levende wezens — om u een idee te geven van de Paradijs-indeling en een verkorte weergave van het Register van Persoonlijkheden op Uversa.
1955 30:0.2 It is not possible to formulate comprehensive and entirely consistent classifications of the personalities of the grand universe because all of the groups are not revealed. It would require numerous additional papers to cover the further revelation required to systematically classify all groups. Such conceptual expansion would hardly be desirable as it would deprive the thinking mortals of the next thousand years of that stimulus to creative speculation which these partially revealed concepts supply. It is best that man not have an overrevelation; it stifles imagination.
1997 30:0.2 Wij kunnen u geen alomvattende en geheel samenhangende klassificaties der persoonlijkheden van het groot universum geven, omdat u niet alle groepen geopenbaard worden. Een verdere openbaring, die nodig zou zijn om alle groepen systematisch in te delen, zou nog talrijke extra verhandelingen vereisen. Een dergelijke begripsuitbreiding is nauwelijks gewenst, want zij zou de nadenkende stervelingen van de eerstkomende duizend jaar beroven van de stimulans tot creatieve bespiegeling waarin deze gedeeltelijk geopenbaarde denkbeelden voorzien. Het is beter dat de mens niet te veel geopenbaard wordt: over-openbaring verstikt de verbeeldingskracht.
1. THE PARADISE CLASSIFICATION OF LIVING BEINGS
1. DE PARADIJS-INDELING VAN LEVENDE WEZENS
1955 30:1.1 Living beings are classified on Paradise in accordance with inherent and attained relationship to the Paradise Deities. During the grand gatherings of the central and superuniverses those present are often grouped in accordance with origin: those of triune origin, or of Trinity attainment; those of dual origin; and those of single origin. It is difficult to interpret the Paradise classification of living beings to the mortal mind, but we are authorized to present the following:
1997 30:1.1 Levende wezens worden op het Paradijs geklassificeerd naar hun inherente en hun bereikte verwantschap met de Paradijs-Godheden. Gedurende de grote bijeenkomsten van het centrale universum en de superuniversa worden de aanwezigen dikwijls gegroepeerd naar afkomst: zij die van drieënige afkomst zijn of de Triniteit hebben bereikt; zij die een tweevoudige oorsprong hebben en zij die van enkelvoudige oorsprong zijn. Het is moeilijk om de Paradijs-klassificatie van levende wezens voor het sterfelijk denken te vertolken, doch wij zijn gemachtigd u het volgende mede te delen:
1955 30:1.2 I. TRIUNE-ORIGIN BEINGS. Beings created by all three Paradise Deities, either as such or as the Trinity, together with the Trinitized Corps, which designation refers to all groups of trinitized beings, revealed and unrevealed.
1997 30:1.2 I. WEZENS VAN DRIEËNIGE OORSPRONG. Wezens die geschapen zijn door alledrie de Paradijs-Godheden, hetzij als zodanig, hetzij als de Triniteit, alsmede het Getrinitiseerde Korps, een aanduiding die slaat op alle groepen getrinitiseerde wezens, geopenbaard en ongeopenbaard.
1955 30:1.3 A. The Supreme Spirits.
1997 30:1.3 A. De Allerhoogste Geesten.
1955 30:1.4 1. The Seven Master Spirits.
1997 30:1.4 1. De Zeven Meester-Geesten.
1955 30:1.5 2. The Seven Supreme Executives.
1997 30:1.5 2. De Zeven Allerhoogste Bestuurders.
1955 30:1.6 3. The Seven Orders of Reflective Spirits.
1997 30:1.6 3. De Zeven Orden der Reflectieve Geesten.
1955 30:1.7 B. The Stationary Sons of the Trinity.
1997 30:1.7 B. De Stationaire Zonen van de Triniteit.
1955 30:1.8 1. Trinitized Secrets of Supremacy.
1997 30:1.8 1. Getrinitiseerde Geheimen der Allerhoogste Macht.
1955 30:1.9 2. Eternals of Days.
1997 30:1.9 2. Eeuwigen der Dagen.
1955 30:1.10 3. Ancients of Days.
1997 30:1.10 3. Ouden der Dagen.
1955 30:1.11 4. Perfections of Days.
1997 30:1.11 4. Volmaakten der Dagen.
1955 30:1.12 5. Recents of Days.
1997 30:1.12 5. Recenten der Dagen.
1955 30:1.13 6. Unions of Days.
1997 30:1.13 6. Unies der Dagen.
1955 30:1.14 7. Faithfuls of Days.
1997 30:1.14 7. Getrouwen der Dagen.
1955 30:1.15 8. Perfectors of Wisdom.
1997 30:1.15 8. Volmakers der Wijsheid.
1955 30:1.16 9. Divine Counselors.
1997 30:1.16 9. Goddelijke Raadslieden.
1955 30:1.17 10. Universal Censors.
1997 30:1.17 10. Universele Censors.
1955 30:1.18 C. Trinity-origin and Trinitized Beings.
1997 30:1.18 C. Wezens van Triniteitsoorsprong en Getrinitiseerde Wezens.
1955 30:1.19 1. Trinity Teacher Sons.
1997 30:1.19 1. Leraar-Zonen van de Triniteit.
1955 30:1.20 2. Inspired Trinity Spirits.
1997 30:1.20 2. Geïnspireerde Triniteitsgeesten.
1955 30:1.22 4. Paradise Citizens.
1997 30:1.22 4. Paradijsburgers.
1955 30:1.23 5. Unrevealed Trinity-origin Beings.
1997 30:1.23 5. Ongeopenbaarde Wezens van Triniteitsoorsprong.
1955 30:1.24 6. Unrevealed Deity-trinitized Beings.
1997 30:1.24 6. Ongeopenbaarde, door de Godheid getrinitiseerde Wezens.
1955 30:1.25 7. Trinitized Sons of Attainment.
1997 30:1.25 7. Getrinitiseerde Zonen van Bekwaamheid.
1955 30:1.26 8. Trinitized Sons of Selection.
1997 30:1.26 8. Getrinitiseerde Zonen van Selectie.
1955 30:1.27 9. Trinitized Sons of Perfection.
1997 30:1.27 9. Getrinitiseerde Zonen van Volmaaktheid.
1955 30:1.29 II. DUAL-ORIGIN BEINGS. Those of origin in any two of the Paradise Deities or otherwise created by any two beings of direct or indirect descent from the Paradise Deities.
1997 30:1.29 II. WEZENS VAN TWEEVOUDIGE OORSPRONG. Zij die afstammen van een tweetal der Paradijs-Godheden of anderszins geschapen zijn door een tweetal wezens dat direct of indirect afstamt van de Paradijs-Godheden.
1955 30:1.31 1. Creator Sons.
1997 30:1.31 1. Schepper-Zonen.
1955 30:1.32 2. Magisterial Sons.
1997 30:1.32 2. Magistraat-Zonen.
1955 30:1.33 3. Bright and Morning Stars.
1997 30:1.33 3. Blinkende Morgensterren.
1955 30:1.38 8. Brilliant Evening Stars.
1997 30:1.38 8. Schitterende Avondsterren.
1955 30:1.39 9. The Archangels.
1997 30:1.39 9. De Aartsengelen.
1955 30:1.40 10. Life Carriers.
1997 30:1.40 10. Levendragers.
1955 30:1.41 11. Unrevealed Universe Aids.
1997 30:1.41 11. Ongeopenbaarde Universum-Adjudanten.
1955 30:1.42 12. Unrevealed Sons of God.
1997 30:1.42 12. Ongeopenbaarde Zonen van God.
1955 30:1.48 5. Unrevealed Dual-origin Beings.
1997 30:1.48 5. Ongeopenbaarde Wezens van Tweevoudige Oorsprong.
1955 30:1.55 III. SINGLE-ORIGIN BEINGS. Those of origin in any one of the Paradise Deities or otherwise created by any one being of direct or indirect descent from the Paradise Deities.
1997 30:1.55 III. WEZENS VAN ENKELVOUDIGE OORSPRONG. Zij die afstammen van een der Paradijs-Godheden of anderszins zijn geschapen door een wezen dat direct of indirect afstamt van de Paradijs-Godheden.
1955 30:1.56 A. The Supreme Spirits.
1997 30:1.56 A. De Allerhoogste Geesten.
1955 30:1.57 1. Gravity Messengers.
1997 30:1.57 1. Zwaartekracht-Boodschappers.
1955 30:1.58 2. The Seven Spirits of the Havona Circuits.
1997 30:1.58 2. De Zeven Geesten van de Havona-Circuits.
1955 30:1.59 3. The Twelvefold Adjutants of the Havona Circuits.
1997 30:1.59 3. De Twaalfvoudige Assistenten van de Havona-Circuits.
1955 30:1.60 4. The Reflective Image Aids.
1997 30:1.60 4. De Reflectieve Beeld-Adjudanten.
1955 30:1.61 5. Universe Mother Spirits.
1997 30:1.61 5. Moeder-Geesten van de Universa.
1997 30:1.62 6. De Zevenvoudige Assistent-Bewustzijnsgeesten.
1955 30:1.63 7. Unrevealed Deity-origin Beings.
1997 30:1.63 7. Ongeopenbaarde Wezens van Godheidsoorsprong.
1955 30:1.65 1. Personalized Adjusters.
1997 30:1.65 1. Gepersonaliseerde Richters.
1955 30:1.66 2. Ascending Material Sons.
1997 30:1.66 2. Opklimmende Materiële Zonen.
1955 30:1.70 C. The Family of the Infinite Spirit.
1997 30:1.70 C. De Familie van de Oneindige Geest.
1955 30:1.71 1. Solitary Messengers.
1997 30:1.71 1. Solitaire Boodschappers.
1955 30:1.72 2. Universe Circuit Supervisors.
1997 30:1.72 2. Supervisoren van de Universum-Circuits.
1955 30:1.73 3. Census Directors.
1997 30:1.73 3. Leiders der Tellingen.
1997 30:1.74 4. Persoonlijke Adjudanten van de Oneindige Geest.
1955 30:1.75 5. Associate Inspectors.
1997 30:1.75 5. Toegevoegde Inspecteurs.
1955 30:1.76 6. Assigned Sentinels.
1997 30:1.76 6. Aangestelde Wachters.
1955 30:1.77 7. Graduate Guides.
1997 30:1.77 7. Gidsen voor Gegradueerden.
1955 30:1.78 8. Havona Servitals.
1997 30:1.78 8. Havona-Dienstbaren.
1955 30:1.79 9. Universal Conciliators.
1997 30:1.79 9. Universele Bemiddelaars.
1955 30:1.80 10. Morontia Companions.
1997 30:1.80 10. Morontia-Metgezellen.
1955 30:1.87 17. Unrevealed Spirit-origin Beings.
1997 30:1.87 17. Ongeopenbaarde Wezens van Geest-oorsprong.
1955 30:1.88 18. The Seven Supreme Power Directors.
1997 30:1.88 18. De Zeven Allerhoogste Krachtdirigenten.
1955 30:1.89 19. The Supreme Power Centers.
1997 30:1.89 19. De Allerhoogste Krachtcentra.
1955 30:1.90 20. The Master Physical Controllers.
1997 30:1.90 20. De Meester-Fysische Controleurs.
1955 30:1.91 21. The Morontia Power Supervisors.
1997 30:1.91 21. De Morontia-Krachtsupervisoren.
1955 30:1.92 IV. EVENTUATED TRANSCENDENTAL BEINGS. There is to be found on Paradise a vast host of transcendental beings whose origin is not ordinarily disclosed to the universes of time and space until they are settled in light and life. These Transcendentalers are neither creators nor creatures; they are the eventuated children of divinity, ultimacy, and eternity. These “eventuators” are neither finite nor infinite—they are absonite; and absonity is neither infinity nor absoluteness.
1997 30:1.92 IV. GERESULTEERDE TRANSCENDENTALE WEZENS. Op het Paradijs worden enorme scharen transcendentale wezens aangetroffen, wier oorsprong gewoonlijk pas aan de universa in tijd en ruimte wordt onthuld nadat deze bestendigd zijn in licht en leven. Deze Transcendentale Wezens zijn scheppers noch schepselen; zij zijn de geresulteerde kinderen van goddelijkheid, ultimiteit en eeuwigheid. Deze ‘resulteerders’ zijn eindig noch oneindig — zij zijn absoniet; absoniteit is noch oneindigheid noch absoluutheid.
1955 30:1.93 These uncreated noncreators are ever loyal to the Paradise Trinity and obedient to the Ultimate. They are existent on four ultimate levels of personality activity and are functional on the seven levels of the absonite in twelve grand divisions consisting of one thousand major working groups of seven classes each. These eventuated beings include the following orders:
1997 30:1.93 Deze ongeschapen niet-scheppers zijn immer trouw aan de Paradijs-Triniteit en gehoorzaam aan de Ultieme. Zij zijn existent op vier ultieme niveaus van persoonlijkheidsactiviteit en kunnen op de zeven niveaus van het absoniete functioneren in twaalf grote afdelingen, elk bestaande uit duizend hoofdwerkgroepen van zeven klassen. Deze geresulteerde wezens omvatten de volgende orden:
1955 30:1.94 1. The Architects of the Master Universe.
1997 30:1.94 1. De Architecten van het Meester-Universum.
1955 30:1.95 2. Transcendental Recorders.
1997 30:1.95 2. Transcendente Registrators.
1955 30:1.96 3. Other Transcendentalers.
1997 30:1.96 3. Andere Transcendentale Wezens.
1997 30:1.97 4. Primaire Geresulteerde Meester-Paradijskrachtorganisatoren.
1997 30:1.98 5. Toegevoegde Transcendente Meester-Paradijskrachtorganisatoren.
1955 30:1.99 God, as a superperson, eventuates; God, as a person, creates; God, as a preperson, fragments; and such an Adjuster fragment of himself evolves the spirit soul upon the material and mortal mind in accordance with the freewill choosing of the personality which has been bestowed upon such a mortal creature by the parental act of God as a Father.
1997 30:1.99 God, als superpersoon, doet resulteren; God als persoon schept; God als voorpersoon fragmenteert; en zulk een Richter-fragment van hemzelf brengt de geest-ziel tot ontwikkeling boven op het materiële, sterfelijke bewustzijn, conform de vrije wilskeuze der persoonlijkheid die aan zulk een sterfelijk schepsel is verleend is door de ouderlijke handeling van God als Vader.
1955 30:1.100 V. FRAGMENTED ENTITIES OF DEITY. This order of living existence, originating in the Universal Father, is best typified by the Thought Adjusters, though these entities are by no means the only fragmentations of the prepersonal reality of the First Source and Center. The functions of the other-than-Adjuster fragments are manifold and little known. Fusion with an Adjuster or other such fragment constitutes the creature a Father-fused being.
1997 30:1.100 V.GEFRAGMENTEERDE ENTITEITEN DER GODHEID. Deze orde van levende bestaansvormen, die zijn oorsprong heeft in de Universele Vader, wordt het best getypeerd door de Gedachtenrichters, ofschoon deze entiteiten allerminst de enige fragmentaties zijn van de voorpersoonlijke werkelijkheid van de Eerste Bron en Centrum. De functies van de niet-Richter fragmenten zijn talrijk en weinig bekend. Fusie met een Richter of een ander zodanig fragment maakt het schepsel tot een met de Vader-gefuseerd wezen.
1955 30:1.101 The fragmentations of the premind spirit of the Third Source and Center, though hardly comparable to the Father fragments, should be here recorded. Such entities differ very greatly from Adjusters; they do not as such dwell on Spiritington, nor do they as such traverse the mind-gravity circuits; neither do they indwell mortal creatures during the life in the flesh. They are not prepersonal in the sense that the Adjusters are, but such fragments of premind spirit are bestowed upon certain of the surviving mortals, and fusion therewith constitutes them Spirit-fused mortals in contradistinction to Adjuster-fused mortals.
1997 30:1.101 De fragmentaties van de voorbewustzijnsgeest van de Derde Bron en Centrum moeten hier ook vermeld worden, ofschoon deze eigenlijk niet vergelijkbaar zijn met de Vader-fragmenten. Dergelijke entiteiten verschillen sterk van Richters; zij verblijven niet als zodanig op Spiritington, en evenmin bewegen zij zich als zodanig over de circuits van de bewustzijnszwaartekracht; ook wonen zij niet in sterfelijke schepselen gedurende hun leven in het vlees. Zij zijn niet voorpersoonlijk in de zin zoals de Richters dat zijn, doch zulke fragmenten van voorbewustzijnsgeest worden wel verleend aan bepaalde overlevende stervelingen, en fusie daarmee maakt dezen tot met de Geest gefuseerde stervelingen, zulks in tegenstelling tot stervelingen die met Richters zijn gefuseerd.
1955 30:1.102 Still more difficult of description is the individualized spirit of a Creator Son, union with which constitutes the creature a Son-fused mortal. And there are still other fragmentations of Deity.
1997 30:1.102 Nog moeilijker is het de geïndividualiseerde geest van een Schepper-Zoon te beschrijven; vereniging hiermede maakt het schepsel tot een met de Zoon gefuseerde sterveling. En er bestaan nog andere Godheid-fragmentaties.
1955 30:1.103 VI. SUPERPERSONAL BEINGS. There is a vast host of other-than-personal beings of divine origin and of manifold service in the universe of universes. Certain of these beings are resident on the Paradise worlds of the Son; others, like the superpersonal representatives of the Eternal Son, are encountered elsewhere. They are for the most part unmentioned in these narratives, and it would be quite futile to attempt their description to personal creatures.
1997 30:1.103 VI. BOVENPERSOONLIJKE WEZENS. Er bestaat een ontzaglijke menigte van anders-dan-persoonlijke wezens die van goddelijke afkomst zijn en velerlei diensten verrichten in het universum van universa. Een aantal van deze wezens verblijft op de Paradijs-werelden van de Zoon; anderen, zoals de bovenpersoonlijke vertegenwoordigers van de Eeuwige Zoon, worden elders aangetroffen. Zij worden voor het merendeel deel niet in deze verhandelingen vermeld, en het zou in het geheel geen zin hebben om te trachten hen te beschrijven aan persoonlijke schepselen.
1955 30:1.104 VII. UNCLASSIFIED AND UNREVEALED ORDERS. During the present universe age it would not be possible to place all beings, personal or otherwise, within classifications pertaining to the present universe age; nor have all such categories been revealed in these narratives; hence numerous orders have been omitted from these lists. Consider the following:
1997 30:1.104 VII. ONGEKLASSIFICEERDE EN ONGEOPENBAARDE ORDEN. Gedurende het huidige universum-tijdperk zou het niet mogelijk zijn om alle wezens, persoonlijk of anderszins, onder te brengen in de klassificaties die gelden voor het huidige universum-tijdperk: ook zijn niet al deze categorieën in deze verhandelingen geopenbaard, vandaar dat talrijke orden uit deze lijsten zijn weggelaten. Denk slechts aan de volgende orden:
1955 30:1.105 The Consummator of Universe Destiny.
1997 30:1.105 De Vervuller van de Bestemming van het Universum.
1997 30:1.106 De Gekwalificeerde Vice-Regenten van de Ultieme.
1997 30:1.107 De Ongekwalificeerde Supervisoren van de Allerhoogste.
1955 30:1.108 The Unrevealed Creative Agencies of the Ancients of Days.
1997 30:1.108 De Ongeopenbaarde Scheppende Vertegenwoordigers van de Ouden der Dagen.
1955 30:1.110 The Unnamed Reflectivator Liaisons of Majeston.
1997 30:1.110 De Niet- geïd entificeerde Verbindingsreflectivatoren van Majeston.
1955 30:1.111 The Midsonite Orders of the Local Universes.
1997 30:1.111 De Midsoniete Orden van de Plaatselijke Universa.
1955 30:1.112 No especial significance need attach to the listing of these orders together except that none of them appear in the Paradise classification as revealed herein. These are the unclassified few; you have yet to learn of the unrevealed many.
1997 30:1.112 Er behoeft geen speciale betekenis te worden toegekend aan het feit dat deze orden tezamen worden vermeld, behalve dat geen enkele van deze voorkomt in de Paradijs-klassificatie zoals hier geopenbaard. Dit zijn de weinigen die ongeklassificeerd zijn; ge moet nog op de hoogte worden gebracht van de velen die ongeopenbaard zijn.
1955 30:1.113 There are spirits: spirit entities, spirit presences, personal spirits, prepersonal spirits, superpersonal spirits, spirit existences, spirit personalities—but neither mortal language nor mortal intellect are adequate. We may however state that there are no personalities of “pure mind”; no entity has personality unless he is endowed with it by God who is spirit. Any mind entity that is not associated with either spiritual or physical energy is not a personality. But in the same sense that there are spirit personalities who have mind there are mind personalities who have spirit. Majeston and his associates are fairly good illustrations of mind-dominated beings, but there are better illustrations of this type of personality unknown to you. There are even whole unrevealed orders of such mind personalities, but they are always spirit associated. Certain other unrevealed creatures are what might be termed mindal- and physical-energy personalities. This type of being is nonresponsive to spirit gravity but is nonetheless a true personality—is within the Father’s circuit.
1997 30:1.113 Er bestaan geesten: geest-entiteiten, geest-tegenwoordigheden, persoonlijke geesten, voorpersoonlijke geesten, bovenpersoonlijke geesten, geest-bestaansvormen, en geest-persoonlijkheden — maar noch uw stervelingentaal noch uw sterfelijke verstand zijn toereikend. Wij kunnen echter verklaren dat er geen persoonlijkheden zijn die uit ‘puur bewustzijn’ bestaan; geen entiteit heeft persoonlijkheid tenzij hij hiermede is begiftigd door God die geest is. Een bewustzijnsidentiteit die niet verbonden is met geestelijke of fysische energie, is geen persoonlijkheid. Maar in dezelfde zin waarin er geestelijke persoonlijkheden zijn die bewustzijn hebben, zijn er bewustzijnspersoonlijkheden die geest hebben. Majeston en zijn medewerkers zijn tamelijk goede voorbeelden van wezens bij wie het bewustzijn overheerst, doch er bestaan nog betere voorbeelden van dit type persoonlijkheid die u onbekend zijn. Er bestaan zelfs hele ongeopenbaarde orden van zulke bewustzijnspersoonlijkheden, maar dezen zijn altijd verbonden met geest. Bepaalde andere ongeopenbaarde schepselen zouden mentale en fysische energie-persoonlijkheden genoemd kunnen worden. Dit type wezen is niet responsief op geestelijke zwaartekracht, doch is niettemin waarlijk persoonlijk, is in het circuit van de Vader.
1955 30:1.114 These papers do not—cannot—even begin to exhaust the story of the living creatures, creators, eventuators, and still-otherwise-existent beings who live and worship and serve in the swarming universes of time and in the central universe of eternity. You mortals are persons; hence we can describe beings who are personalized, but how could an absonitized being ever be explained to you?
1997 30:1.114 Deze verhandelingen kunnen u zelfs niet bij benadering het gehele relaas doen van de levende schepselen, scheppers, resulteerders en nog op andere wijze bestaande wezens die wonen, aanbidden, en dienen in de wemelende universa in de tijd en in het centrale universum in de eeuwigheid. Gij stervelingen zijt personen; vandaar dat wij wezens kunnen beschrijven die gepersonaliseerd worden, maar hoe zouden wij u kunnen uitleggen wat een geabsoniteerd wezen is?
2. THE UVERSA PERSONALITY REGISTER
2. HET PERSOONLIJKHEIDSREGISTER OP UVERSA
1997 30:2.1 De goddelijke familie van levende wezens is in zeven grote afdelingen geregistreerd op Uversa:
1955 30:2.2 1. The Paradise Deities.
1997 30:2.2 1. De Paradijs-Godheden.
1955 30:2.3 2. The Supreme Spirits.
1997 30:2.3 2. De Allerhoogste Geesten.
1955 30:2.5 4. The Sons of God.
1997 30:2.5 4. De Zonen van God.
1955 30:2.6 5. Personalities of the Infinite Spirit.
1997 30:2.6 5. Persoonlijkheden van de Oneindige Geest.
1955 30:2.7 6. The Universe Power Directors.
1997 30:2.7 6. De Universum-Krachtdirigenten.
1955 30:2.8 7. The Corps of Permanent Citizenship.
1997 30:2.8 7. De Korpsen van Permanente Burgers.
1955 30:2.9 These groups of will creatures are divided into numerous classes and minor subdivisions. The presentation of this classification of the personalities of the grand universe is however chiefly concerned in setting forth those orders of intelligent beings who have been revealed in these narratives, most of whom will be encountered in the ascendant experience of the mortals of time on their progressive climb to Paradise. The following listings make no mention of vast orders of universe beings who carry forward their work apart from the mortal ascension scheme.
1997 30:2.9 Deze groepen wilsschepselen worden onderverdeeld in talrijke klassen en onderafdelingen. De presentatie van deze klassificatie van persoonlijkheden in het groot universum betreft echter voornamelijk de beschrijving van de orden der intelligente wezens die in deze verhandelingen zijn geopenbaard, en de stervelingen uit de tijd zullen de meesten van deze wezens successievelijk ontmoeten gedurende hun opklimming naar het Paradijs. De navolgende lijsten maken geen melding van de zeer omvangrijke orden van universum-wezens die hun werk verrichten los van het opklimmingsplan voor stervelingen.
1955 30:2.11 1. The Universal Father.
1997 30:2.11 1. De Universele Vader.
1955 30:2.12 2. The Eternal Son.
1997 30:2.12 2. De Eeuwige Zoon.
1955 30:2.13 3. The Infinite Spirit.
1997 30:2.13 3. De Oneindige Geest.
1955 30:2.15 1. The Seven Master Spirits.
1997 30:2.15 1. De Zeven Meester-Geesten.
1955 30:2.16 2. The Seven Supreme Executives.
1997 30:2.16 2. De Zeven Allerhoogste Bestuurders.
1955 30:2.17 3. The Seven Groups of Reflective Spirits.
1997 30:2.17 3. De Zeven Groepen Reflectieve Geesten.
1955 30:2.18 4. The Reflective Image Aids.
1997 30:2.18 4. De Reflectieve Beeld-Adjudanten.
1955 30:2.19 5. The Seven Spirits of the Circuits.
1997 30:2.19 5. De Zeven Geesten van de Circuits.
1955 30:2.20 6. Local Universe Creative Spirits.
1997 30:2.20 6. Scheppende Geesten van de Plaatselijke Universa.
1955 30:2.23 1. Trinitized Secrets of Supremacy.
1997 30:2.23 1. Getrinitiseerde Geheimen der Allerhoogste Macht.
1955 30:2.24 2. Eternals of Days.
1997 30:2.24 2. Eeuwigen der Dagen.
1955 30:2.25 3. Ancients of Days.
1997 30:2.25 3. Ouden der Dagen.
1955 30:2.26 4. Perfections of Days.
1997 30:2.26 4. Volmaakten der Dagen.
1955 30:2.27 5. Recents of Days.
1997 30:2.27 5. Recenten der Dagen.
1955 30:2.28 6. Unions of Days.
1997 30:2.28 6. Unies der Dagen.
1955 30:2.29 7. Faithfuls of Days.
1997 30:2.29 7. Getrouwen der Dagen.
1955 30:2.30 8. Trinity Teacher Sons.
1997 30:2.30 8. Leraar-Zonen der Triniteit.
1955 30:2.31 9. Perfectors of Wisdom.
1997 30:2.31 9. Volmakers der Wijsheid.
1955 30:2.32 10. Divine Counselors.
1997 30:2.32 10. Goddelijke Raadslieden.
1955 30:2.33 11. Universal Censors.
1997 30:2.33 11. Universele Censors.
1955 30:2.34 12. Inspired Trinity Spirits.
1997 30:2.34 12. Geïnspireerde Triniteitsgeesten.
1955 30:2.36 14. Paradise Citizens.
1997 30:2.36 14. Burgers van het Paradijs.
1955 30:2.39 1. Creator Sons—Michaels.
1997 30:2.39 1. Schepper-Zonen — Michaels.
1955 30:2.40 2. Magisterial Sons—Avonals.
1997 30:2.40 2. Magistraat-Zonen — Avonals.
1955 30:2.41 3. Trinity Teacher Sons—Daynals.
1997 30:2.41 3. Leraar-Zonen der Triniteit — Dagelingen.
1955 30:2.42 4. Melchizedek Sons.
1997 30:2.42 4. Melchizedek-Zonen.
1955 30:2.43 5. Vorondadek Sons.
1997 30:2.43 5. Vorondadek-Zonen.
1955 30:2.44 6. Lanonandek Sons.
1997 30:2.44 6. Lanonandek-Zonen.
1955 30:2.51 5. Ascending Material Sons.
1997 30:2.51 5. Opklimmende Materiële Zonen.
1955 30:2.53 7. Personalized Adjusters.
1997 30:2.53 7. Gepersonaliseerde Richters.
1955 30:2.55 1. Mighty Messengers.
1997 30:2.55 1. Machtige Boodschappers.
1955 30:2.56 2. Those High in Authority.
1997 30:2.56 2. Hoge Gezagsdragers.
1955 30:2.57 3. Those without Name and Number.
1997 30:2.57 3. Degenen zonder Naam en Getal.
1955 30:2.58 4. Trinitized Custodians.
1997 30:2.58 4. Getrinitiseerde Beheerders.
1955 30:2.59 5. Trinitized Ambassadors.
1997 30:2.59 5. Getrinitiseerde Ambassadeurs.
1955 30:2.60 6. Celestial Guardians.
1997 30:2.60 6. Hemelse Bewaarders.
1955 30:2.61 7. High Son Assistants.
1997 30:2.61 7. Hoge Zoon-Assistenten.
1955 30:2.63 9. Paradise-Havona-trinitized Sons.
1997 30:2.63 9. Paradijs-Havona-getrinitiseerde Zonen.
1955 30:2.65 V. PERSONALITIES OF THE INFINITE SPIRIT.
1997 30:2.65 V. PERSOONLIJKHEDEN VAN DE ONEINDIGE GEEST.
1997 30:2.66 A. Hogere Persoonlijkheden van de Oneindige Geest.
1955 30:2.67 1. Solitary Messengers.
1997 30:2.67 1. Solitaire Boodschappers.
1955 30:2.68 2. Universe Circuit Supervisors.
1997 30:2.68 2. Supervisoren van de Universum-Circuits.
1955 30:2.69 3. Census Directors.
1997 30:2.69 3. Leiders der Tellingen.
1997 30:2.70 4. Persoonlijke Adjudanten van de Oneindige Geest.
1955 30:2.71 5. Associate Inspectors.
1997 30:2.71 5. Toegevoegde Inspecteurs.
1955 30:2.72 6. Assigned Sentinels.
1997 30:2.72 6. Aangestelde Wachters.
1955 30:2.73 7. Graduate Guides.
1997 30:2.73 7. Gidsen voor Gegradueerden.
1955 30:2.74 B. The Messenger Hosts of Space.
1997 30:2.74 B. De Boodschapperscharen in de Ruimte.
1955 30:2.75 1. Havona Servitals.
1997 30:2.75 1. Havona-Dienstbaren.
1955 30:2.76 2. Universal Conciliators.
1997 30:2.76 2. Universele Bemiddelaars.
1955 30:2.77 3. Technical Advisers.
1997 30:2.77 3. Rechtskundige Adviseurs.
1955 30:2.78 4. Custodians of Records on Paradise.
1997 30:2.78 4. Beheerders der Archieven op het Paradijs.
1955 30:2.79 5. Celestial Recorders.
1997 30:2.79 5. Hemelse Registrators.
1955 30:2.80 6. Morontia Companions.
1997 30:2.80 6. Morontia-Metgezellen.
1955 30:2.81 7. Paradise Companions.
1997 30:2.81 7. Paradijs-Metgezellen.
1955 30:2.91 A. The Seven Supreme Power Directors.
1997 30:2.91 A. De Zeven Allerhoogste Krachtdirigenten.
1955 30:2.92 B. Supreme Power Centers.
1997 30:2.92 B. Allerhoogste Krachtcentra.
1955 30:2.93 1. Supreme Center Supervisors.
1997 30:2.93 1. Allerhoogste Supervisoren der Centra.
1955 30:2.94 2. Havona Centers.
1997 30:2.94 2. Havona-Centra.
1955 30:2.95 3. Superuniverse Centers.
1997 30:2.95 3. Superuniversum-Centra.
1955 30:2.97 5. Constellation Centers.
1997 30:2.97 5. Constellatie-Centra.
1955 30:2.99 7. Unclassified Centers.
1997 30:2.99 7. Ongeklassificeerde Centra.
1955 30:2.100 C. Master Physical Controllers.
1997 30:2.100 C. Meester-Fysische Controleurs.
1955 30:2.101 1. Associate Power Directors.
1997 30:2.101 1. Toegevoegde Krachtdirigenten.
1955 30:2.107 7. Frandalanks and Chronoldeks.
1997 30:2.107 7. Frandalanks en Chronoldeks.
1955 30:2.108 D. Morontia Power Supervisors.
1997 30:2.108 D. Morontia-Krachtsupervisoren.
1955 30:2.109 1. Circuit Regulators.
1997 30:2.109 1. Reguleerders van Circuits.
1955 30:2.112 4. Combined Controllers.
1997 30:2.112 4. Gecombineerde Controleurs.
1955 30:2.115 7. Associate Registrars.
1997 30:2.115 7. Toegevoegde Registreerders.
1955 30:2.116 VII. THE CORPS OF PERMANENT CITIZENSHIP.
1997 30:2.116 VII. DE KORPSEN VAN PERMANENTE BURGERS.
1955 30:2.118 2. The Adamic Sons of the Systems.
1997 30:2.118 2. De Adamische Zonen van de Stelsels.
1997 30:2.120 4. De Susatia van de Plaatselijke Universa.
1955 30:2.121 5. Spirit-fused Mortals of the Local Universes.
1997 30:2.121 5. De met de Geest gefuseerde Stervelingen van de Plaatselijke Universa.
1955 30:2.122 6. The Superuniverse Abandonters.
1997 30:2.122 6. De Abandonters van de Superuniversa.
1955 30:2.123 7. Son-fused Mortals of the Superuniverses.
1997 30:2.123 7. De met een Zoon gefuseerde Stervelingen van de Superuniversa.
1997 30:2.125 9. Ingeborenen van de Paradijs-Werelden van de Geest.
1955 30:2.126 10. Natives of the Father’s Paradise Spheres.
1997 30:2.126 10. Ingeborenen van de Paradijs-Werelden van de Vader.
1997 30:2.127 11. De Geschapen Burgers van het Paradijs.
1955 30:2.128 12. Adjuster-fused Mortal Citizens of Paradise.
1997 30:2.128 12. De met een Richter gefuseerde Sterfelijke Burgers van het Paradijs.
1955 30:2.129 This is the working classification of the personalities of the universes as they are of record on the headquarters world of Uversa.
1997 30:2.129 Dit is de werk-klassificatie van de persoonlijkheden van de universa zoals zij geregistreerd staan op de hoofdkwartierwereld van Uversa.
1955 30:2.130 COMPOSITE PERSONALITY GROUPS. There are on Uversa the records of numerous additional groups of intelligent beings, beings that are also closely related to the organization and administration of the grand universe. Among such orders are the following three composite personality groups:
1997 30:2.130 GROEPEN VAN SAMENGESTELDE PERSOONLIJKHEDEN. Op Uversa treft ge de registers aan van talrijke andere groepen intelligente wezens, wezens die ook nauw verbonden zijn met de organisatie en het bestuur van het groot universum. Onder deze orden vallen ook de volgende drie samengestelde groepen van persoonlijkheden:
1955 30:2.131 A. The Paradise Corps of the Finality.
1997 30:2.131 A. De Paradijs-Korpsen van de Volkomenheid.
1955 30:2.132 1. The Corps of Mortal Finaliters.
1997 30:2.132 1. Het Korps der Sterfelijke Volkomenen.
1955 30:2.133 2. The Corps of Paradise Finaliters.
1997 30:2.133 2. Het Korps der Paradijs-Volkomenen.
1955 30:2.134 3. The Corps of Trinitized Finaliters.
1997 30:2.134 3. Het Korps der Getrinitiseerde Volkomenen.
1955 30:2.135 4. The Corps of Conjoint Trinitized Finaliters.
1997 30:2.135 4. Het Korps der Vereend Getrinitiseerde Volkomenen.
1955 30:2.136 5. The Corps of Havona Finaliters.
1997 30:2.136 5. Het Korps van Havona-Volkomenen.
1955 30:2.137 6. The Corps of Transcendental Finaliters.
1997 30:2.137 6. Het Korps van Transcendente Volkomenen.
1955 30:2.138 7. The Corps of Unrevealed Sons of Destiny.
1997 30:2.138 7. Het Korps van Ongeopenbaarde Zonen van Bestemming.
1955 30:2.139 The Mortal Corps of the Finality is dealt with in the next and final paper of this series.
1997 30:2.139 Het Sterfelijke Korps der Volkomenheid wordt in de volgende en tevens laatste verhandeling van deze serie besproken.
1955 30:2.140 B. The Universe Aids.
1997 30:2.140 B. De Universum-Adjudanten.
1955 30:2.141 1. Bright and Morning Stars.
1997 30:2.141 1. Blinkende Morgensterren.
1955 30:2.142 2. Brilliant Evening Stars.
1997 30:2.142 2. Schitterende Avondsterren.
1955 30:2.143 3. Archangels.
1997 30:2.143 3. Aartsengelen.
1955 30:2.144 4. Most High Assistants.
1997 30:2.144 4. Assistenten der Meest Verhevenen.
1955 30:2.145 5. High Commissioners.
1997 30:2.145 5. Hoge Commissarissen.
1955 30:2.146 6. Celestial Overseers.
1997 30:2.146 6. Hemelse Toezichthouders.
1955 30:2.147 7. Mansion World Teachers.
1997 30:2.147 7. Leraren op de Woningwerelden.
1955 30:2.148 On all headquarters worlds of both local and superuniverses, provision is made for these beings who are engaged in specific missions for the Creator Sons, the local universe rulers. We welcome these Universe Aids on Uversa, but we have no jurisdiction over them. Such emissaries prosecute their work and carry on their observations under authority of the Creator Sons. Their activities are more fully described in the narrative of your local universe.
1997 30:2.148 Op alle hoofdkwartierwerelden van zowel de plaatselijke universa als de superuniversa, zijn voorzieningen getroffen voor deze wezens die specifieke missies uitvoeren voor de Schepper-Zonen, de regeerders van de plaatselijke universa. Wij verwelkomen deze Universum-Adjudanten op Uversa, doch hebben geen zeggenschap over hen. Deze afgezanten verrichten hun werk en doen hun waarnemingen in opdracht van de Schepper-Zonen. Hun activiteiten worden vollediger beschreven in de verhandelingen over uw plaatselijk universum.
1955 30:2.153 4. Extension-school Instructors.
1997 30:2.153 4. Leraren van de Scholen voor Gevorderden.
1955 30:2.157 These seven groups of beings will be found thus organized and governed on all headquarters worlds from the local systems up to the capitals of the superuniverses, particularly the latter. The capitals of the seven superuniverses are the meeting places for almost all classes and orders of intelligent beings. With the exception of numerous groups of Paradise-Havoners, here the will creatures of every phase of existence may be observed and studied.
1997 30:2.157 Aldus georganiseerd en bestuurd, worden deze zeven groepen wezens op alle hoofdkwartierwerelden aangetroffen, van de plaatselijke stelsels tot en met de hoofdwerelden van de superuniversa, en in het bijzonder op de laatstgenoemde. De hoofdwerelden van de zeven superuniversa zijn de ontmoetingsplaatsen waar bijna alle klassen en orden intelligente wezens elkaar treffen. Met uitzondering van de talrijke groepen ingeborenen van het Paradijs en Havona, kunnen hier de wilsschepselen van iedere bestaansfase worden gezien en bestudeerd.
3. THE COURTESY COLONIES
3. DE GASTENKOLONIES
1955 30:3.1 The seven courtesy colonies sojourn on the architectural spheres for a longer or shorter time while engaged in the furtherance of their missions and in the execution of their special assignments. Their work may be described as follows:
1997 30:3.1 De zeven gastenkolonies verblijven voor korte of lange tijd op de architectonische werelden, terwijl zij zich wijden aan de behartiging van hun opdrachten en het uitvoeren van hun speciale taken. Hun werk kan als volgt worden omschreven:
1955 30:3.2 1. The Star Students, the celestial astronomers, choose to work on spheres like Uversa because such specially constructed worlds are unusually favorable for their observations and calculations. Uversa is favorably situated for the work of this colony, not only because of its central location, but also because there are no gigantic living or dead suns near at hand to disturb the energy currents. These students are not in any manner organically connected with the affairs of the superuniverse; they are merely guests.
1997 30:3.2 1. De Sterrekundigen, de hemelse astronomen, verkiezen werelden als Uversa voor hun werk, omdat zulke speciaal geconstrueerde werelden buitengewoon gunstig zijn voor hun waarnemingen en berekeningen. Uversa is gunstig gelegen voor het werk van deze kolonie, niet alleen vanwege haar centrale locatie, maar ook omdat er zich geen gigantische levende of dode zonnen in haar nabijheid bevinden die de energiestromen zouden kunnen verstoren. Deze studenten zijn op geen enkele wijze organiek verbonden met de aangelegenheden van het superuniversum; zij zijn slechts gasten.
1955 30:3.3 The astronomical colony of Uversa contains individuals from many near-by realms, from the central universe, and even from Norlatiadek. Any being on any world in any system of any universe may become a star student, may aspire to join some corps of celestial astronomers. The only requisites are: continuing life and sufficient knowledge of the worlds of space, especially their physical laws of evolution and control. Star students are not required to serve eternally in this corps, but no one admitted to this group may withdraw under one millennium of Uversa time.
1997 30:3.3 De astronomische kolonie van Uversa omvat persoonlijkheden uit vele nabijgelegen gebieden, alsmede uit het centrale universum, en zelfs uit Norlatiadek. Ieder wezen op elke wereld in ieder stelsel van elk universum kan sterrekundige worden, kan er naar streven zich aan te sluiten bij een korps der hemelse astronomen. De enige vereisten zijn: voortgaand leven en voldoende kennis van de werelden in de ruimte, speciaal wat betreft hun fysische wetten van evolutie en beheersing. Sterrekundigen behoeven niet eeuwig dienst te doen in dit korps, doch niemand die tot deze groep wordt toegelaten, mag zich terugtrekken binnen een millennium naar de tijdrekening van Uversa.
1955 30:3.4 The star-observer colony of Uversa now numbers over one million. These astronomers come and go, though some remain for comparatively long periods. They carry on their work with the aid of a multitude of mechanical instruments and physical appliances; they are also greatly assisted by the Solitary Messengers and other spirit explorers. These celestial astronomers make constant use of the living energy transformers and transmitters, as well as of the reflective personalities, in their work of star study and space survey. They study all forms and phases of space material and energy manifestations, and they are just as much interested in force function as in stellar phenomena; nothing in all space escapes their scrutiny.
1997 30:3.4 De kolonie van sterrenwaarnemers op Uversa telt momenteel meer dan een miljoen leden. Deze astronomen komen en gaan, ofschoon sommigen gedurende betrekkelijk lange perioden blijven. Zij doen hun werk met gebruikmaking van een grote hoeveelheid technische instrumenten en materiële apparatuur; zij worden ook in hoge mate geholpen door de Solitaire Boodschappers en nog andere geestelijke verkenners. Bij hun werk van het bestuderen der sterren en het onderzoek der ruimte maken deze hemelse astronomen voortdurend gebruik van de levende energietransformatoren en -transmittoren, en ook van de reflectieve persoonlijkheden. Zij bestuderen alle vormen en fasen van ruimtemateriaal en energiemanifestaties en zijn even geïnteresseerd in het functioneren der Paradijskracht als in stellaire verschijnselen; niets in heel de ruimte ontsnapt aan hun nauwkeurig onderzoek.
1955 30:3.5 Similar astronomer colonies are to be found on the sector headquarters worlds of the superuniverse as well as on the architectural capitals of the local universes and their administrative subdivisions. Except on Paradise, knowledge is not inherent; understanding of the physical universe is largely dependent on observation and research.
1997 30:3.5 Soortgelijke kolonies van astronomen kunnen worden aangetroffen op de hoofdkwartierwerelden van de sectoren van het superuniversum en eveneens op de architectonische hoofdwerelden van de plaatselijke universa en hun bestuurlijke onderafdelingen. Behalve op het Paradijs, is kennis niet aangeboren; het begrijpen van het fysische universum is grotendeels afhankelijk van waarneming en onderzoek.
1955 30:3.6 2. The Celestial Artisans serve throughout the seven superuniverses. Ascending mortals have their initial contact with these groups in the morontia career of the local universe in connection with which these artisans will be more fully discussed.
1997 30:3.6 2. De Hemelse Kunstenaars dienen overal in de zeven superuniversa. Opklimmende stervelingen komen voor het eerst in aanraking met deze groepen tijdens hun morontia-loopbaan in het plaatselijk universum, en in verband hiermee zullen deze kunstenaars vollediger worden besproken.
1955 30:3.7 3. The Reversion Directors are the promoters of relaxation and humor—reversion to past memories. They are of great service in the practical operation of the ascending scheme of mortal progression, especially during the earlier phases of morontia transition and spirit experience. Their story belongs to the narrative of the mortal career in the local universe.
1997 30:3.7 3. De Reversie-Leiders bevorderen ontspanning en humor — terugkeer tot herinneringen uit het verleden. Zij zijn zeer nuttig voor de praktische uitwerking van het opklimmingsproject voor de voortgang van stervelingen, speciaal tijdens de beginfasen van morontia-overgang en geest-ervaring. Hun verhaal is een onderdeel van het relaas over de loopbaan van stervelingen in het plaatselijk universum.
1955 30:3.8 4. Extension-School Instructors. The next higher residential world of the ascendant career always maintains a strong corps of teachers on the world just below, a sort of preparatory school for the progressing residents of that sphere; this is a phase of the ascendant scheme for advancing the pilgrims of time. These schools, their methods of instruction and examinations, are wholly unlike anything which you essay to conduct on Urantia.
1997 30:3.8 4. Leraren aan de Scholen voor Gevorderden. De volgende residentiële wereld in de opklimmingsloopbaan heeft altijd een uitgebreid korps leraren op de wereld net daaronder, een soort voorbereidende school voor de meer gevorderde inwoners van die wereld; dit is een fase in het opklimmingsplan om de pelgrims uit de tijd vooruit te helpen. Deze scholen, hun onderwijsmethoden en examens, zijn totaal verschillend van alle onderwijs dat ge op Urantia tracht te geven.
1955 30:3.9 The entire ascendant plan of mortal progression is characterized by the practice of giving out to other beings new truth and experience just as soon as acquired. You work your way through the long school of Paradise attainment by serving as teachers to those pupils just behind you in the scale of progression.
1997 30:3.9 Het gehele opklimmingsplan voor de voortgang van stervelingen wordt gekenmerkt door de praktijk om nieuwe waarheid en ervaring aan andere wezens door te geven zodra deze is verworven. Ge werkt u door de lange scholing voor het bereiken van het Paradijs heen door als leraar te dienen voor de leerlingen die vlak na u komen.
1955 30:3.10 5. The Various Reserve Corps. Vast reserves of beings not under our immediate supervision are mobilized on Uversa as the reserve-corps colony. There are seventy primary divisions of this colony on Uversa, and it is a liberal education to be permitted to spend a season with these extraordinary personalities. Similar general reserves are maintained on Salvington and other universe capitals; they are dispatched on active service on the requisition of their respective group directors.
1997 30:3.10 5. De Verschillende Reservekorpsen. Enorme reserves aan wezens die niet onder onze rechtstreekse supervisie staan, zijn op Uversa gemobiliseerd als de kolonie der reserve-korpsen. Er zijn zeventig primaire divisies van deze kolonie op Uversa, hetgeen betekent dat u een brede ontwikkeling wordt geboden wanneer u wordt toegestaan om een periode door te brengen bij deze buitengewone persoonlijkheden. Soortgelijke algemene reserves worden in gereedheid gehouden op Salvington en andere hoofdwerelden van universa; deze worden in actieve dienst uitgezonden wanneer hun respectieve groepsleiders hen daartoe oproepen.
1955 30:3.11 6. The Student Visitors. From all the universe a constant stream of celestial visitors pours through the various headquarters worlds. As individuals and as classes these various types of beings flock in upon us as observers, exchange pupils, and student helpers. On Uversa, at present, there are over one billion persons in this courtesy colony. Some of these visitors may tarry a day, others may remain a year, all dependent on the nature of their mission. This colony contains almost every class of universe beings except Creator personalities and morontia mortals.
1997 30:3.11 6. De Bezoekende Studenten. Een constante stroom hemelse bezoekers vanuit het gehele universum trekt voortdurend langs de verschillende hoofdkwartierwerelden. Als individuen en als klassen komen deze verschillende wezens in grote groepen naar ons toe als waarnemers, uitwisselingsstudenten, en als studenten-helpers. Er zijn op Uversa momenteel meer dan een miljard personen die deel uitmaken van deze gastenkolonie. Sommigen van deze bezoekers blijven een dag, anderen een jaar, al naargelang de aard van hun opdracht. Deze kolonie omvat wezens uit het universum van bijna iedere klasse, met uitzondering van Schepper-persoonlijkheden en morontia-stervelingen.
1955 30:3.12 Morontia mortals are student visitors only within the confines of the local universe of their origin. They may visit in a superuniverse capacity only after they have attained spirit status. Fully one half of our visitor colony consists of “stopovers,” beings en route elsewhere who pause to visit the Orvonton capital. These personalities may be executing a universe assignment, or they may be enjoying a period of leisure—freedom from assignment. The privilege of intrauniverse travel and observation is a part of the career of all ascending beings. The human desire to travel and observe new peoples and worlds will be fully gratified during the long and eventful climb to Paradise through the local, super-, and central universes.
1997 30:3.12 Morontia-stervelingen zijn slechts bezoekende studenten binnen de grenzen van het plaatselijk universum waaruit zij afkomstig zijn. Zij kunnen pas op bezoek komen als inwoners van het superuniversum, wanneer zij de status van geest hebben bereikt. Meer dan de helft van onze bezoekerskolonie bestaat uit wezens die naar elders op weg zijn en hier hun reis onderbreken om de hoofdwereld van Orvonton te bezoeken. Deze persoonlijkheden voeren soms een opdracht van het universum uit, of hebben vacantie — vrije tijd zonder opgelegde taken. Het voorrecht om binnen de universa te reizen en deze te bezichtigen maakt deel uit van de loopbaan van alle wezens in opklimming. Het verlangen van de mens om te reizen en nieuwe volkeren en werelden te leren kennen zal ten volle worden bevredigd tijdens de lange, veelbewogen opklimming naar het Paradijs via de plaatselijke, super-, en centrale universa.
1955 30:3.13 7. The Ascending Pilgrims. As the ascending pilgrims are assigned to various services in connection with their Paradise progression, they are domiciled as a courtesy colony on the various headquarters spheres. While functioning here and there throughout a superuniverse, such groups are largely self-governing. They are an ever-shifting colony embracing all orders of evolutionary mortals and their ascending associates.
1997 30:3.13 7. De Pelgrims in Opklimming. De pelgrims in opklimming worden, wanneer zij bij verschillende diensten zijn aangesteld in verband met hun voortgang naar het Paradijs, op de verschillende hoofdkwartierwerelden gehuisvest als een gastenkolonie. Ofschoon zij overal verspreid in een superuniversum dienstdoen, besturen deze groepen grotendeels zichzelf. Zij vormen een steeds wisselende kolonie, die alle orden evolutionaire stervelingen en hun medepelgrims in opklimming omvat.
4. THE ASCENDING MORTALS
4. DE STERVELINGEN IN OPKLIMMING
1955 30:4.1 While the mortal survivors of time and space are denominated ascending pilgrims when accredited for the progressive ascent to Paradise, these evolutionary creatures occupy such an important place in these narratives that we here desire to present a synopsis of the following seven stages of the ascending universe career:
1997 30:4.1 Ofschoon de stervelingen die in tijd en ruimte tot overleving komen opklimmende pelgrims worden genoemd wanneer zij gemachtigd zijn om aan de voortgaande opklimming naar het Paradijs te beginnen, nemen deze evolutionaire schepselen in deze verhandelingen zulk een belangrijke plaats in, dat wij hier een samenvatting willen geven van de navolgende zeven stadia van de opklimmingsloopbaan door het universum:
1955 30:4.7 6. Havona Pilgrims.
1997 30:4.7 6. Havona-Pelgrims;
1955 30:4.9 The following narrative presents the universe career of an Adjuster-indwelt mortal. The Son- and Spirit-fused mortals share portions of this career, but we have elected to tell this story as it pertains to the Adjuster-fused mortals, for such a destiny may be anticipated by all of the human races of Urantia.
1997 30:4.9 Het hier volgende relaas geeft de universum-loopbaan weer van een sterveling bij wie een Richter inwoont. De stervelingen die met de Zoon of met de Geest zijn gefuseerd, hebben gedeelten van deze loopbaan met hen gemeen, doch wij hebben verkozen dit verhaal te vertellen zoals het van toepassing is op stervelingen die met een Richter zijn gefuseerd, want zulk een bestemming mogen alle geslachten der mensen op Urantia verwachten.
1955 30:4.10 1. Planetary Mortals. Mortals are all animal-origin evolutionary beings of ascendant potential. In origin, nature, and destiny these various groups and types of human beings are not wholly unlike the Urantia peoples. The human races of each world receive the same ministry of the Sons of God and enjoy the presence of the ministering spirits of time. After natural death all types of ascenders fraternize as one morontia family on the mansion worlds.
1997 30:4.10 1. Planetaire Stervelingen. Stervelingen zijn allen evolutionaire wezens van dierlijke afstamming met het potentieel tot opklimming. Wat afkomst, natuur en bestemming betreft, vertonen deze verschillende groepen en typen menselijke wezens veel overeenkomst met de volkeren van Urantia. De volkeren van iedere wereld ontvangen hetzelfde dienstbetoon van de Zonen van God en genieten de tegenwoordigheid van de in de tijd dienende geesten. Na de natuurlijke dood verbroederen zich alle typen opklimmenden als één morontia-familie op de woningwerelden.
1955 30:4.11 2. Sleeping Survivors. All mortals of survival status, in the custody of personal guardians of destiny, pass through the portals of natural death and, on the third period, personalize on the mansion worlds. Those accredited beings who have, for any reason, been unable to attain that level of intelligence mastery and endowment of spirituality which would entitle them to personal guardians, cannot thus immediately and directly go to the mansion worlds. Such surviving souls must rest in unconscious sleep until the judgment day of a new epoch, a new dispensation, the coming of a Son of God to call the rolls of the age and adjudicate the realm, and this is the general practice throughout all Nebadon. It was said of Christ Michael that, when he ascended on high at the conclusion of his work on earth, “He led a great multitude of captives.” And these captives were the sleeping survivors from the days of Adam to the day of the Master’s resurrection on Urantia.
1997 30:4.11 2. Slapende Overlevenden. Alle stervelingen met overlevingsstatus die onder de hoede staan van persoonlijke bestemmingsbehoeders, gaan door de portalen van de natuurlijke dood en personaliseren in de derde periode op de woningwerelden. De geaccrediteerde wezens die om de een of andere reden niet in staat zijn geweest om dat niveau van beheersing van hun intelligentie en dat bezit aan geestelijkheid te bereiken dat hun recht zou geven op persoonlijke begeleiders, kunnen niet zo onmiddellijk en rechtstreeks naar de woningwerelden gaan. Deze overlevende zielen moeten in onbewuste slaaptoestand blijven rusten tot de dag des oordeels van een nieuw tijdperk, een nieuwe dispensatie, de komst van een Zoon van God om het appèl van dat tijdperk te houden en de betrokken wereld te oordelen, en dit is het algemene gebruik in heel Nebadon. Van Christus Michael werd gezegd dat hij, toen hij opvoer naar den hoge bij de afronding van zijn werk op aarde, ‘een grote menigte gevangenen aanvoerde[1].’ Deze gevangenen nu waren de slapende overlevenden sinds de dagen van Adam tot aan de dag van de wederopstanding van de Meester op Urantia.
1955 30:4.12 The passing of time is of no moment to sleeping mortals; they are wholly unconscious and oblivious to the length of their rest. On reassembly of personality at the end of an age, those who have slept five thousand years will react no differently than those who have rested five days. Aside from this time delay these survivors pass on through the ascension regime identically with those who avoid the longer or shorter sleep of death.
1997 30:4.12 Het verstrijken der tijd is voor de slapende stervelingen van geen belang: zij zijn volkomen bewusteloos en hebben geen enkel besef van de duur van hun rusttijd. Wanneer aan het eind van een tijdperk hun persoonlijkheid opnieuw wordt samengesteld, zullen zij die vijfduizend jaar hebben geslapen, niet anders reageren dan zij die slechts vijf dagen hebben gerust. Afgezien van dit tijdsoponthoud gaan deze overlevenden door in het regime van de opklimming, op dezelfde wijze als degenen die de langere of kortere doodsslaap vermijden.
1955 30:4.13 These dispensational classes of world pilgrims are utilized for group morontia activities in the work of the local universes. There is a great advantage in the mobilization of such enormous groups; they are thus kept together for long periods of effective service.
1997 30:4.13 Deze dispensatie-klassen van pelgrims van de werelden worden ingezet voor morontia-groepsactiviteiten in het werk van de plaatselijke universa. De mobilisatie van zulke enorme groepen heeft grote voordelen: zij worden zo bijeengehouden voor lange perioden van effectief dienstbetoon.
1955 30:4.14 3. Mansion World Students. All surviving mortals who reawaken on the mansion worlds belong to this class.
1997 30:4.14 3. Studenten op de Woningwerelden. Alle overlevende stervelingen die op de woningwerelden ontwaken, behoren tot deze klasse.
1955 30:4.15 The physical body of mortal flesh is not a part of the reassembly of the sleeping survivor; the physical body has returned to dust. The seraphim of assignment sponsors the new body, the morontia form, as the new life vehicle for the immortal soul and for the indwelling of the returned Adjuster. The Adjuster is the custodian of the spirit transcript of the mind of the sleeping survivor. The assigned seraphim is the keeper of the surviving identity—the immortal soul—as far as it has evolved. And when these two, the Adjuster and the seraphim, reunite their personality trusts, the new individual constitutes the resurrection of the old personality, the survival of the evolving morontia identity of the soul. Such a reassociation of soul and Adjuster is quite properly called a resurrection, a reassembly of personality factors; but even this does not entirely explain the reappearance of the surviving personality. Though you will probably never understand the fact of such an inexplicable transaction, you will sometime experientially know the truth of it if you do not reject the plan of mortal survival.
1997 30:4.15 Het fysieke lichaam van het sterfelijk vlees maakt geen deel uit van de opnieuw samengestelde slapende overlevende; het fysieke lichaam is tot stof wedergekeerd. De daartoe aangestelde serafijn is verantwoordelijk voor het nieuwe lichaam, de morontia-gestalte, als nieuw levensvoertuig voor de onsterfelijke ziel en woonplaats voor de teruggekeerde Richter. De Richter is de bewaarder van de geest-kopie van het bewustzijn van de slapende overlevende. De aangestelde serafijn is de behoeder van de overlevende identiteit — de onsterfelijke ziel — voorzover deze is geëvolueerd. En wanneer deze twee, de Richter en de serafijn, de aspecten van de persoonlijkheid die aan hun hoede zijn toevertrouwd opnieuw verenigen, vertegenwoordigt het nieuwe individu de opstanding van de oude persoonlijkheid, de overleving van de evoluerende morontia-identiteit van de ziel. Deze herverbinding van de ziel en de Richter wordt volkomen terecht een wederopstanding genoemd, een opnieuw samenvoegen van persoonlijkheidsfactoren, doch zelfs dit verklaart niet geheel het opnieuw verschijnen van de overlevende persoonlijkheid. Ofschoon ge waarschijnlijk nimmer het feit van zulk een onverklaarbare verrichting zult begrijpen, zult ge eens de waarheid ervan uit ervaring kennen, indien ge het plan voor de overleving van stervelingen althans niet afwijst.
1955 30:4.16 The plan of initial mortal detention on seven worlds of progressive training is nearly universal in Orvonton. In each local system of approximately one thousand inhabited planets there are seven mansion worlds, usually satellites or subsatellites of the system capital. They are the receiving worlds for the majority of ascending mortals.
1997 30:4.16 Het plan om stervelingen aanvankelijk vast te houden op zeven werelden waar zij verder worden opgeleid, is bijna universeel in Orvonton. In ieder plaatselijk stelsel van ongeveer duizend bewoonde werelden bestaan zeven woningwerelden, gewoonlijk satellieten of subsatellieten van de hoofdwereld van het stelsel. Dit zijn de werelden waar de meerderheid der stervelingen in opklimming wordt ontvangen.
1955 30:4.17 Sometimes all training worlds of mortal residence are called universe “mansions,” and it was to such spheres that Jesus alluded when he said: “In my Father’s house are many mansions.” From here on, within a given group of spheres like the mansion worlds, ascenders will progress individually from one sphere to another and from one phase of life to another, but they will always advance from one stage of universe study to another in class formation.
1997 30:4.17 Soms worden alle opleidingswerelden waar stervelingen verblijven universum- ‘ woningen’ genoemd, en Jezus zinspeelde op deze werelden toen hij zei: ‘In het huis mijns Vaders zijn vele woningen[2].’ Van hier af aan zullen de stervelingen in opgang binnen een bepaalde groep hemellichamen zoals de woningwerelden, individueel voortgaan van de ene wereld naar de andere en van de ene levensfase naar de volgende, doch de voortgang van het ene stadium van studie van het universum tot het volgende zullen zij altijd in klasseverband maken.
1955 30:4.18 4. Morontia Progressors. From the mansion worlds on up through the spheres of the system, constellation, and the universe, mortals are classed as morontia progressors; they are traversing the transition spheres of mortal ascension. As the ascending mortals progress from the lower to the higher of the morontia worlds, they serve on countless assignments in association with their teachers and in company with their more advanced and senior brethren.
1997 30:4.18 4. Morontia-Voortgaanden. Vanaf de woningwerelden en verder omhoog, op de werelden van het stelsel, de constellatie en het universum, worden stervelingen geklassificeerd als morontia-voortgaanden: zij doorlopen de overgangswerelden voor de opklimming van stervelingen. Terwijl de stervelingen in opgang voortgaan van de lagere naar de hogere morontia-werelden, dienen zij op talloze posten tezamen met hun leraren en in het gezelschap van hun meer gevorderde, oudere broeders.
1955 30:4.19 Morontia progression pertains to continuing advancement of intellect, spirit, and personality form. Survivors are still three-natured beings. Throughout the entire morontia experience they are wards of the local universe. The regime of the superuniverse does not function until the spirit career begins.
1997 30:4.19 Morontia-voortgang heeft betrekking op voortdurende vordering van het verstand, de geest en de persoonlijkheidsgestalte. De overlevenden zijn nog steeds wezens van drievoudige natuur. Gedurende de gehele morontia-ervaring zijn zij pupillen van het plaatselijk universum. Het regime van het superuniversum functioneert pas als de geest-loopbaan begint.
1955 30:4.20 Mortals acquire real spirit identity just before they leave the local universe headquarters for the receiving worlds of the minor sectors of the superuniverse. Passing from the final morontia stage to the first or lowest spirit status is but a slight transition. The mind, personality, and character are unchanged by such an advance; only does the form undergo modification. But the spirit form is just as real as the morontia body, and it is equally discernible.
1997 30:4.20 Stervelingen verwerven werkelijke geest-identiteit kort voordat zij het hoofdkwartier van het plaatselijk universum verlaten en naar de ontvangstwerelden van de kleine sectoren van het superuniversum gaan. De overgang van het laatste morontia-stadium naar de eerste of laagste geest-status betekent slechts een geringe verandering. Het bewustzijn, de persoonlijkheid en het karakter blijven onveranderd door deze vooruitgang: alleen de gestalte ondergaat een modificatie. Doch de geest-gestalte is even reëel als het morontia-lichaam, en even waarneembaar.
1955 30:4.21 Before departing from their native local universes for the superuniverse receiving worlds, the mortals of time are recipients of spirit confirmation from the Creator Son and the local universe Mother Spirit. From this point on, the status of the ascending mortal is forever settled. Superuniverse wards have never been known to go astray. Ascending seraphim are also advanced in angelic standing at the time of their departure from the local universes.
1997 30:4.21 Vóór hun vertrek uit de plaatselijke universa waaruit zij geboortig zijn naar de ontvangst-werelden van het superuniversum, hebben de stervelingen uit de tijd geest-bevestiging ontvangen van de Schepper-Zoon en de Moeder-Geest van het plaatselijk universum. Vanaf dit punt ligt de status van de opklimmende sterveling voor altijd vast. Pupillen van het super- universum zijn voorzover bekend nog nimmer afgedwaald. Serafijnen in opklimming worden eveneens bevorderd in hun rang als engelen, wanneer zij hun plaatselijk universum verlaten.
1955 30:4.22 5. Superuniverse Wards. All ascenders arriving on the training worlds of the superuniverses become the wards of the Ancients of Days; they have traversed the morontia life of the local universe and are now accredited spirits. As young spirits they begin the ascension of the superuniverse system of training and culture, extending from the receiving spheres of their minor sector in through the study worlds of the ten major sectors and on to the higher cultural spheres of the superuniverse headquarters.
1997 30:4.22 5. Pupillen van het Superuniversum. Alle opklimmenden die op de opleidingswerelden van de superuniversa arriveren, worden pupillen van de Ouden der Dagen; zij hebben het morontia-leven van het plaatselijk universum doorlopen en zijn nu geaccrediteerde geesten. Als jonge geesten beginnen zij aan de opklimming in het stelsel van opleiding en cultuur van het superuniversum, dat zich vanaf de ontvangstwerelden van hun kleine sector binnenwaarts uitstrekt via de studiewerelden van de tien grote sectoren en verder, tot aan de hogere culturele werelden van het hoofdkwartier van het superuniversum.
1955 30:4.23 There are three orders of student spirits in accordance with their sojourn upon the minor sector, major sectors, and the superuniverse headquarters worlds of spirit progression. As morontia ascenders studied and worked on the worlds of the local universe, so spirit ascenders continue to master new worlds while they practice at giving out to others that which they have imbibed at the experiential founts of wisdom. But going to school as a spirit being in the superuniverse career is very unlike anything that has ever entered the imaginative realms of the material mind of man.
1997 30:4.23 De leerling-geesten zijn ingedeeld in drie orden, naargelang zij verblijven op de hoofdkwartierwerelden van geest-voortgang van de kleine sector, de grote sectoren, of van het superuniversum. Zoals morontia-opklimmenden hebben gestudeerd en gewerkt op de werelden van het plaatselijk universum, zo gaan geest-opklimmenden voort zich nieuwe werelden eigen te maken terwijl zij zich oefenen om datgene aan anderen door te geven waarmee zij zichzelf hebben gelaafd aan de experiëntiële fonteinen der wijsheid. Maar de opleiding als geest-wezen in de loopbaan in het superuniversum is iets totaal anders dan wat ooit in de verbeeldingswereld van het materiële bewustzijn van de mens is opgekomen.
1955 30:4.24 Before leaving the superuniverse for Havona, these ascending spirits receive the same thorough course in superuniverse management that they received during their morontia experience in local universe supervision. Before spirit mortals reach Havona, their chief study, but not exclusive occupation, is the mastery of local and superuniverse administration. The reason for all of this experience is not now fully apparent, but no doubt such training is wise and necessary in view of their possible future destiny as members of the Corps of the Finality.
1997 30:4.24 Voordat deze geesten in opklimming het superuniversum verlaten om naar Havona te gaan, ontvangen zij eenzelfde grondige opleiding in het bestuur van een superuniversum als zij gedurende hun morontia-ervaring ontvingen in de supervisie over een plaatselijk universum. Voordat geest-stervelingen Havona bereiken, bestaat hun voornaamste studie, doch niet hun enige bezigheid, uit het zich eigen maken van de bestuursvorm van het plaatselijk universum en het superuniversum. De reden waarom zij al deze ervaring moeten opdoen is momenteel niet volkomen duidelijk, doch ongetwijfeld is deze opleiding wijs en noodzakelijk, gezien hun mogelijke toekomstige bestemming als leden van het Korps der Volkomenheid.
1955 30:4.25 The superuniverse regime is not the same for all ascending mortals. They receive the same general education, but special groups and classes are carried through special courses of instruction and are put through specific courses of training.
1997 30:4.25 Het regime van het superuniversum is niet voor alle stervelingen in opklimming hetzelfde. Zij ontvangen wel dezelfde algemene opleiding, doch speciale groepen en klassen van hen doorlopen speciale cursussen van instructie en specifieke opleidingen.
1955 30:4.26 6. Havona Pilgrims. When spirit development is complete, even though not replete, then the surviving mortal prepares for the long flight to Havona, the haven of evolutionary spirits. On earth you were a creature of flesh and blood; through the local universe you were a morontia being; through the superuniverse you were an evolving spirit; with your arrival on the receiving worlds of Havona your spiritual education begins in reality and in earnest; your eventual appearance on Paradise will be as a perfected spirit.
1997 30:4.26 6. Havona-Pelgrims. Wanneer de geest-ontwikkeling volledig is, ook al is zij niet volkomen, dan maakt de overlevende sterveling zich gereed voor de lange vlucht naar Havona, de veilige haven voor evolutionaire geesten. Op aarde waart ge een schepsel van vlees en bloed; in het gehele plaatselijk universum waart ge een morontia-wezen; in heel het superuniversum waart ge een evoluerende geest; bij uw aankomst op de ontvangstwerelden van Havona begint uw geestelijke opleiding in werkelijkheid en in ernst: uiteindelijk zult ge op het Paradijs verschijnen als een vervolmaakte geest.
1955 30:4.27 The journey from the superuniverse headquarters to the Havona receiving spheres is always made alone. From now on no more class or group instruction will be administered. You are through with the technical and administrative training of the evolutionary worlds of time and space. Now begins your personal education, your individual spiritual training. From first to last, throughout all Havona, the instruction is personal and threefold in nature: intellectual, spiritual, and experiential.
1997 30:4.27 De reis van het hoofdkwartier van het superuniversum naar de ontvangstwerelden van Havona wordt altijd alleen gemaakt. Van nu af aan zal er geen klasse- of groepsinstructie meer worden gegeven. De rechtskundige en bestuurlijke opleiding op de evolutionaire werelden in tijd en ruimte ligt achter u. Nu begint uw persoonlijke opleiding, uw individuele geestelijke training. Gedurende uw hele verblijf in Havona is het onderricht van begin tot einde persoonlijk en drievoudig van aard: verstandelijk, geestelijk en experiëntieel.
1955 30:4.28 The first act of your Havona career will be to recognize and thank your transport seconaphim for the long and safe journey. Then you are presented to those beings who will sponsor your early Havona activities. Next you go to register your arrival and prepare your message of thanksgiving and adoration for dispatch to the Creator Son of your local universe, the universe Father who made possible your sonship career. This concludes the formalities of the Havona arrival; whereupon you are accorded a long period of leisure for free observation, and this affords opportunity for looking up your friends, fellows, and associates of the long ascension experience. You may also consult the broadcasts to ascertain who of your fellow pilgrims have departed for Havona since the time of your leaving Uversa.
1997 30:4.28 De eerste daad in uw Havona-loopbaan zal het herkennen zijn van, en het dankzeggen aan, uw transport-seconafijn voor de lange, veilige reis. Daarna wordt ge voorgesteld aan de wezens die de verantwoording zullen dragen voor uw eerste Havona-activiteiten. Vervolgens laat ge uw aankomst registreren en stelt ge de boodschap van dankbetoon en adoratie op die gezonden zal worden naar de Schepper-Zoon van uw plaatselijk universum, de universum-Vader die uw loopbaan van zoonschap mogelijk heeft gemaakt. Dit vormt het einde van de formaliteiten van de aankomst in Havona; hierna wordt u een lange periode van ontspanning vergund gedurende welke ge vrij kunt rondzien en die u tevens de gelegenheid geeft om uw vrienden, medepelgrims, en medewerkers in de lange opklimmingservaring op te zoeken. Ge kunt ook de nieuwberichten raadplegen om u ervan te vergewissen wie van uw medepelgrims naar Havona zijn vertrokken sedert ge Uversa hebt verlaten.
1955 30:4.29 The fact of your arrival on the receiving worlds of Havona will be duly transmitted to the headquarters of your local universe and personally conveyed to your seraphic guardian, wherever that seraphim may chance to be.
1997 30:4.29 Het feit van uw aankomst op de ontvangstwerelden van Havona zal naar behoren worden geseind naar het hoofdkwartier van uw plaatselijk universum en persoonlijk worden medegedeeld aan uw serafijnse behoeder, waar deze serafijn zich ook moge bevinden.
1955 30:4.30 The ascendant mortals have been thoroughly trained in the affairs of the evolutionary worlds of space; now they begin their long and profitable contact with the created spheres of perfection. What a preparation for some future work is afforded by this combined, unique, and extraordinary experience! But I cannot tell you about Havona; you must see these worlds to appreciate their glory or to understand their grandeur.
1997 30:4.30 De stervelingen in opklimming zijn grondig opgeleid in de aangelegenheden van de evolutionaire werelden in de ruimte; nu beginnen zij aan hun lange, leerzame contact met de geschapen volmaakte werelden. Welk een voorbereiding wordt u geboden voor nog onbekende werkzaamheden in de toekomst door deze gecombineerde, unieke, en buitengewone ervaring! Doch ik kan u niets over Havona vertellen; ge moet deze werelden gezien hebben om hun heerlijkheid te kunnen waarderen en hun grootsheid te kunnen begrijpen.
1955 30:4.31 7. Paradise Arrivals. On reaching Paradise with residential status, you begin the progressive course in divinity and absonity. Your residence on Paradise signifies that you have found God, and that you are to be mustered into the Mortal Corps of the Finality. Of all the creatures of the grand universe, only those who are Father fused are mustered into the Mortal Corps of the Finality. Only such individuals take the finaliter oath. Other beings of Paradise perfection or attainment may be temporarily attached to this finality corps, but they are not of eternal assignment to the unknown and unrevealed mission of this accumulating host of the evolutionary and perfected veterans of time and space.
1997 30:4.31 7. De Nieuw-aangekomenen op het Paradijs. Wanneer ge het Paradijs bereikt met residentiële status, begint ge aan de gevorderde opleiding in goddelijkheid en absoniteit. Uw verblijf op het Paradijs geeft aan dat ge God gevonden hebt, en dat ge opgenomen zult worden in het Sterfelijke Korps der Volkomenheid. Van alle schepselen in het groot universum worden slechts zij die met de Vader zijn gefuseerd opgenomen in het Sterfelijke Korps der Volkomenheid. Alleen deze personen leggen de eed van de volkomenen af. Andere wezens die de volmaaktheid van het Paradijs bezitten of hebben bereikt, kunnen wel tijdelijk verbonden zijn aan dit korps der volkomenheid, maar worden niet voor eeuwig toegevoegd aan de onbekende, ongeopenbaarde missie van deze groeiende schare evolutionaire, vervolmaakte veteranen uit tijd en ruimte.
1955 30:4.32 Paradise arrivals are accorded a period of freedom, after which they begin their associations with the seven groups of the primary supernaphim. They are designated Paradise graduates when they have finished their course with the conductors of worship and then, as finaliters, are assigned on observational and co-operative service to the ends of the far-flung creation. As yet there seems to be no specific or settled employment for the Mortal Corps of Finaliters, though they serve in many capacities on worlds settled in light and life.
1997 30:4.32 Degenen die op het Paradijs aankomen, wordt een periode van vrijheid vergund, waarna zij zich verbinden met de zeven groepen der primaire supernafijnen. Zij worden gegradueerden van het Paradijs genoemd wanneer zij hun opleiding bij de leiders der godsverering hebben beëindigd en vervolgens als volkomenen worden aangesteld om op te treden als waarnemers, en om coöperatief te dienen tot aan de einden der wijdverbreide schepping. Vooralsnog schijnen er geen specifieke of vaste werkzaamheden te zijn voor het Sterfelijke Korps der Volkomenheid, ofschoon zij in vele functies dienen op de werelden die in licht en leven zijn bestendigd.
1955 30:4.33 If there should be no future or unrevealed destiny for the Mortal Corps of the Finality, the present assignment of these ascendant beings would be altogether adequate and glorious. Their present destiny wholly justifies the universal plan of evolutionary ascent. But the future ages of the evolution of the spheres of outer space will undoubtedly further elaborate, and with more repleteness divinely illuminate, the wisdom and loving-kindness of the Gods in the execution of their divine plan of human survival and mortal ascension.
1997 30:4.33 Ook al zou er geen toekomstige of ongeopenbaarde bestemming zijn voor het Sterfelijke Korps der Volkomenheid, dan nog zou de huidige taak van deze opklimmende wezens geheel adequaat en luisterrijk zijn. Hun huidige bestemming is een volkomen rechtvaardiging van het universele plan der evolutionaire opklimming. Doch de toekomstige tijdperken van de evolutie van de werelden in de buitenruimte zullen ongetwijfeld een verdere uitwerking te zien geven van, en een vollediger goddelijk licht werpen op, de wijsheid en goedertierendheid van de Goden in de uitvoering van hun goddelijke plan voor de overleving van de mens en de opklimming van stervelingen.
1955 30:4.34 This narrative, together with what has been revealed to you and with what you may acquire in connection with instruction respecting your own world, presents an outline of the career of an ascending mortal. The story varies considerably in the different superuniverses, but this recital affords a glimpse of the average plan of mortal progression as it is operative in the local universe of Nebadon and in the seventh segment of the grand universe, the superuniverse of Orvonton.
1997 30:4.34 Samen met hetgeen u reeds is geopenbaard en met hetgeen ge nog te weten zult komen in verband met onderricht inzake uw eigen wereld, geeft deze verhandeling een overzicht van de loopbaan van een opgaande sterveling. Het verhaal vertoont aanzienlijke verschillen in de onderscheiden superuniversa, doch deze presentatie verschaft u een glimp van het gemiddelde plan voor de menselijke vooruitgang, zoals het functioneert in het plaatselijk universum Nebadon en in het zevende segment van het groot universum, het superuniversum Orvonton.
1997 30:4.35 [Opgesteld onder verantwoordelijkheid van een Machtige Boodschapper van Uversa.]
Verhandeling 29. De Universum-Krachtdirigenten |
Inhoudsopgave
Enige versie |
Verhandeling 31. Het Korps der Volkomenheid |